NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN WOKSB&ADRBI. 1884. Drie en Twintigste Jaargang. No. 4. VOOR BINNENLAND. BUITENLAND. DE TWAALF NACHTEN NA KERSTMIS. i BEKENDMAKING. DONDERDAG 24 JANUARIJ. ft SSL ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. RB E 14 E N 1» 11A 14 I N CJ. De Burgemeester van Wonseradeel herinnert door deze de ingezetenen zijner gemeente, aan het Koninklijk besluit van 15 October jl. (Staats blad no. 143), waarbij is bepaald, dat de oude koperen centen en halve centen op 31 December a. s. buiten omloop worden ge steld en dat die pasmunt uiterlijk vóór den 1 Februari) 1884 aan de kantoren der betaalmees ters of van de ontvangers en commiesontvangers der directe belastingen, invoerregten en accijn sen tegen gangbare munt kan worden ingewisseld. Witmarsum, 22 January 1884. De Burgemeester voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. Burgemeester en Wethouders van Wonse radeel Gelet op art. 26 der Wet, betrekkelijk de Nationale Militie, van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72); Brengen door deze ter algemeene kennis, dat het register en de alphabetische naamlijst van de ingeschrevenen voor de ligting 1884 ter visie van elk zullen liggen ter Secretarie dezer Ge meente van den 25 Januarij tot en met den 2 February e.k en dat binnen dien termijn bij hee- ren Gedeputeerde Staten door bemiddeling van den Burgemeester bezwaarschriften tegen regis ter en lijst kunnen worden ingediend. Witmarsum, den 22 Januarij 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Secretaris, E. JANSEN. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. In den vóór-christelijken tijd bekleedde het feest der Dertien-nachten (Dreizehn Nachte) onder de hooggetijden bij de Germaansche volkeren de voornaamste plaats, ’t Was een winter-feest, een praesenteeren, en bewijzen sullen huys, vuur en rook op te houden.” Ook in het Geldersche tiendrecht, waarin over oude gewoonten meer golden dan beschreven rechten, vond de tijdsbepaling van de twaalf nach ten na kerstmis haar toepassing en heeft zij die zelfs heden ten dage nog niet verloren. Er rees namelijk meer dan eens verschil over de vraag, of de bijen geimd moesten worden ter plaatse, waar zij geimd of in het gras gelegd werden, of waar zij te huis behoorden. Het oude Hof van Gelderland besliste o. a. in de zaak van den Mom ber tegen den Graaf van Waldeck Pyrmont en Culemborg, ambtman en ridderschap, en de tiend- heeren in Nederbetuwe, Tieler- en Bommeler- waarden op 22 Juni 1654, dat de smalle tiend van bijen of zwermen zal worden betaald, geto gen en genoten ter plaatse, waar de bijen en de bijman tehuis behooren in de twaalf nachten na Kerstmis hunnen kost gehad en gestaan hebben! niet ter plaatse waar de zwermen zich neêrlaten. De rechtbanken van Arnhem en Tiel beslisten nog voor eenige jaren ’t zelfde omtrent de lam meren, in een geding waarin dergelijke vraag was voorgekomen. Het een en ander doet zien, hoe de traditie dat omstreeks Kerstmis of de twaalf nachten daarna zoo wel mensch als vee werden vermoed van hun arbeid uit te rusten en dat het huis of de stal, waar beiden in die dagen vernachtten, voor hun hoofdverblijf moest gelden zelfs eeuwen na de invoering van het Christendom heeft voortge duurd. Het volk hield de zoogenaamde twaalf nachten voor heilig, zonder zich evenwel van de reden daarvan rekenschap te geven. Op vele dorpen van ons vaderland bestond nog kort geleden het gebruik, dat de nachtwacht van Kerstmis tot Nieuwjaar of tot Driekoningen zijn liedjes zong en de landlieden, die, zooals men weet, nog steeds aan zekere heilige dagen hechten, letten in die nachten nauwkeurig op het weer en trekken daar uit hunne voorspellingen voor de twaalf maan den van het jaar. Om bijvoorbeeld den stand van het gezaaide te bepalen, moet men het weder gedurende de twaalf nachten gadeslaan. Elk dezer geheimzinnige dagen wijst het weder aan in de daarmeê overeenstemmende maand. Zoo vertegenwoordigt St. Stephanus de maand Febru ari, Onnoozele kinderen de maand April. De 6e Januari beslist omtrent de waarde dezer weer kundige waarnemingen. Is die dag zonder regen of sneeuw, dan zal het jaar zijn, zooals de twaalf nachten het hebben aangekondigd. Heeft het tegendeel plaats, dan kan men op die waarne mingen niet vertrouwen. Zondagsblad. Aan eene particuliere correspondentie aan de N. R. Ct. ontleenen wij de volgende belangrijke mededeelingen, die door den Oostenrij kschen consul te Khartoem zijn gedaan De Mahdi schijnt de vreemdelingen, die in zijne macht vallen, slecht te behandelen en hen als gijzelaars te beschouwen, om hun slechts tegen hoog losgeld de vrijheid te schenken. De heeren Slatin en Roth hebben dit lot slechts door eene gevaarlijke vlucht naar Boven-Egypte kun nen ontgaan. Hoewel de bezetting van Khartoem ter sterkte van 8000 man voldoende schijnt om krachtigen weerstand te bieden, kan zij toch niet verhinderen dat de Mahdi, die van de rivier meester is, haar allen toevoer afsnijdt en uit hongert. Op die wijze is El Obeid ook in zijne handen gevallen. De uittocht der Europeesche ingezetenen van Khartoem duurt onafgebroken voort, en zoo hebben ook de Oostenrijkers op last van hun consul die stad verlaten. Voor een gedeelte bestaat de Oostenrijksche kolonie uit missionarissen, die de aequatoriale provinciën van Egypte tot het tooneel hunner werkzaamheid hebben aangenomen. Zij zijn met 84 bekeerde Mooren naar Assuan gevlucht. Ook volgens dezen berichtgever is Soudan voor Egypte als verloren te beschouwen. Kordofan en Darfour zijn geheel in de macht van den Mahdi. Sinds April is alle verkeer met de provincie Ba hr el Ghasal afge broken en de stoomboot, die in Junij naar Mischra Reek vertrokken is, is nog niet teruggekeerd. In de tegenwoordige benarde omstandigheden en met het oog op de zoo goed als afgebroken commu nicatie denkt niemand er aan om hulp of pro viand naar de landen van den Boven-Nijl te zen den. De schrijver zegt dat hij de tegenwoordige gebeurtenissen steeds heeft vooruitgezien. Sedert 60 jaren heeft daar het Egyptische terrorisme geheerscht en de inboorlingen achten thans den tijd gunstig om het juk af te schudden. Als de Mahdi, zoo eindigt hij, van de tegenwoor dige gunstige omstandigheden weet gebruik te maken, dan zullen er niet veel maanden verloopen, om hem in hot paleis van Khartoem als beheer- scher van Oostelijk Soudan te zien uitroepen. Ook de Politische Correspondenz bevat een brief, die op 12 Dec. te Khartoem geschreven is en waarin de toestanden aldaar als hopeloos af geschilderd worden. De staat van beleg is afgekon- digd en niemand mag na zonsondergang zich op Burgemeester en Wethouders van Wonseradeel brengen, ter voldoening aan het bepaalde in art. 5 der wet van 28 Junij 1881 (Staatsblad no. 97), ter algemeene kennis, dat bij hun collegie is ingekomen een adres van FEITE SIEGERS HAMSTRA te Hieslum, houdende verzoek om vergunning tot verkoop van ster ken drank in liet klein in het pand te Wons, plaatselijk gekwoteerd no. 33. Witmarsum, 19 Januarij 1884. De Burgemeester, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Secretaris, E. JANSEN. BOLSWARD, 23 Januarij 1884. Heden had alhier de Algemeene Vergadering der Schippersvereeniging ^Schuttevaer" plaats in het Hotel Tuininga. De vergadering werd om streeks 12 uur geopend door den Voorzitter den heer W. U. de Jong. Een aantal afgevaardig den waren opgekomen. Na opening der vergadering werd door het Hoofdbestuur het volgend Verslag uitgebracht, aangaande de werkzaamheden verricht in het afgeloopen jaar. 13 Febr. Afd. Bolsivard. Aan Provinciale Sta ten van Friesland en den Gemeenteraad van Sneek tot opruiming van een gedeelte der scheepstim merwerf te Sneek tot verruiming van het vaar water. Van Sneek verwezen naar de Prov. Staten en van daar verwezen naar Sneek, met toezegging van subsidie. 16 Febr. Afd. Haarlem. Aan den Minister van Waterstaat Handel en Nijverheid tot meer dere opening der spoorwegbrug te Haarlem. Hierop geen antwoord ingekomen. 13 Maart. Aan den Minister van Marine tot opruiming der scheepswrakken. Dat zulks bij Waterstaat behoort en daar heen verzonden, doch opruiming onnoodig bevonden. 16 Maart. Aan den Gemeenteraad van Kam pen om de bestaande wipbrug te doen vervangen door een draaibrug. Hierop geen antwoord ontvangen. 25 Maart. Afd. Sneek. Adres aan de 2de Kamer over inlandsche steen in plaats van bazaltsteen te doen gebruiken bij de Rijkswerken. Geen antwoord op ingekomen. 26 Maart. Aan den Burgemeester van Lem mer tot het plaatsen van een betere mistklok. Verwezen naar het Waterschap met den raad daarmede te wachten, tot dat de Havenzaak be slist is. 15 April. Afd. Dedemsvaart. Aan Gedepu teerde Staten om schoorpalen in 2 nieuwe slui zen en de wipbrug bij de benedensluis te doen vervangen door een draaibrug in de Dedemsvaart. Schoorpalen onnoodig geoordeeld en een draai brug ondoelmatig, doch om bij vernieuwing der brug dezelve wijder te doen maken, op 6 meter breedte. 26 Maart. Per brief aan het Dagelijks Bestuur over het Havenlicht te Muiden, waarop geen antwoord is ingekomen. 11 April, Adres om opruiming van de sluis te Martenshoek aan Provinciale Staten van Gro ningen. Hierop afwijzend beschikt. 13 April. Adres aan den Gemeenteraad van Steenwijk over de te hooge tolheffing op het Steen wij kerdiep. Afwijzend beschikt om reden, dat het kanaal door de stad Steenwijk met groote kosten wegens onteigening en graving was aangelegen. 14 April. Adres aan den Minister over het licht op de Kamperketel. Hierop afwijzend beschikt. 27 April. Aan den Loods-Inspecteur te Nieu- wediep over verplaatsing van een der lichten op Wieringen, om bij nacht veiliger de sloot te kun nen inzeilen. Zal aan het verzoek worden voldaan. 16 April. Aan den Loods-Inspecteur van Ter schelling over de voorstellen van Ameland. (Zie het verslag). Zal gedeeltelijk aan worden voldaanpunt 1 kan niet worden ondersteund. 16 April. Aan den Loods-Inspecteur van Hel- levoetsluis over de voorstellen van St. Annaland. Het vuur op Bruinisse afwijzend beschikt en wegens het stuk muur verwezen naar den Loods- Inspecteur te Vlissingen. 23 April. Aan den Gemeenteraad van Wor- kum over de bouten en schroeven in de beschoei- jing van het Vliet onschadelijk te maken. Aan het verzoek zal worden voldaan. 7 Mei. Aan den Minister van W. H. en N. over de verbetering van het Zwolsche diep vol gens de meerderheid der Staats-Commissie. Dat een breede geul zal worden gebaggerd c p 2 M. diepte. 23 Mei. Aan den Minister tot gelijkstelling straat vertoonen. Hicks Pacha’s leger ging door gebrek aan ammunitie te gronde. Toen de strijders van den Mahdi bemerkten, dat de kanonnen en geweren zwegen, keerde de moed in hunne ge dunde gelederen terug en vernietigden zij de Egyptische krijgsbende. Had het niet aan lood en kruit ontbroken en ware het reserve-corps van Hussein tijdig ter plaatse geweest, dan zou de Mahdi ongetwijfeld de nederlaag geleden hebben. Men is tot dusver zonder bericht van dit corps, en men acht het verloren als de Mahdi van de overwinning heeft weten gebruik te maken. De schrijver zegt dat men aan het begin van het einde staat, want het is ondenkbaar dat de valsche profeet zijn zegetocht niet zal voortzetten. Hij zal integendeel zooveel mogelijk zich van de kuststreek pogen meester te maken. van die natuurfeesten, zooals onze heidensche voorvaderen er zoo vele hadden; maar het werd met veel vreugdevertoon gevierd, en hoe hooger in het Noorden, des te luidruchtiger was het ge jubel onder het volk. Daar heette het feest dan ook het Joelfeest, een naam waarvan vermoede lijk de woorden joelen en gejoel afstammen. Er was reden voor blijdschap het feest gold immers de verjonging der zon, die als zij haar winterstandpunt, haar laagsten stand aan den hemel, had bereikt wat men meende, dat om streeks den 25en December het geval was in den voorafgaanden nacht, oudtijds Madvenath, Madrenight, Moedernacht geheeten eene ver jongingskuur onderging. Het nieuwe jaar werd geborende Zomer was in aantocht, en weldra zou deze in haar eeuwigen kampstrijd met den Winter over laatstgenoemden de overwinning be halen Heugelijk tijdstip voor de Germanen, die wonende in streken, met dichte wouden overdekt, midden in den winter slechts zelden en dan nog flauw, de zon aan den onbenevelden hemel zagen stralen en nu haar dagelijks aan kracht en luister zouden zien winnen. Het feest nam een aanvang met den 25en December en duurde tot 6 Januari, dus in de rij der christelijke feest dagen van Kerstmis tot Driekoningen. Daar namelijk volgens de overlevering ook de geboorte van Christus omstreeks dezen tijd inviel, zoo koos de kerk, bij de uitbreiding van het Christendom, ter herinnering aan die gebeurtenis, het feest der Dertiennachten, om daarvan tevens een christelijk feest te maken, pn trachtte zij aan de vele plechtigheden, waarmede het oudtijds werd gevierd, eene christelijke beteekenis te geven. Het feest werd vroeger als bijzonder heilig beschouwd, en van daar de naam van Weihnachten (heilige nachten) door de Duitschers daaraan gegevenbij ons werd het alleen Der tien nachten meestal Twaalf nachten geheeten. De oude Germanen rekenden namelijk niet bij dagen, maar bij nachten, waarschijnlijk omdat hunne feesten in den nacht een aanvang namen, evenals in de Katholieke Kerk de groote heilige dagen met de Vigilia. De laatste dag van ’t feest thans Drie Koningendag genoemd heette nog in’t Middennederlandsch Dertiendag, in Friesland nog in de 16e eeuw Twaalf dag. Gedurende die heilige nachten daalden zoo meenden onze voorvaderen de góden op aarde neder, trokken overal rond, ontvingen hunne offer gaven en verspreiden overal heil en zegen. Het feest was zoo gewijd, dat gedurende die dertien dagen alle arbeid werd gestaakt; de mensch be trok zijne woning, het vee den stal; het gerecht werd niet gehouden; de misdadiger niet vervolgd; de beslechting van alle veete of twist uitgesteld tot het einde van dejoelpret. Deze bestond voor namelijk hierin, dat het volk zich in den nacht verzamelde op gewijde plaatsen, ieder bracht zijn offer mede; dieren werden geslacht, groote vuren op heuvels en hoogten ontstoken, optochten gehouden, feestliederen aangeheven. Na afloop daarvan werden aan rijk verlichte tafels maal tijden gehouden, en alsdan die spijzen gegeten, die door de „lotdagen” waren aangewezen, en wel bij voorkeur haring en haverbrij, de lievelings- spijzen van Thor. Aan de Weihnachten gaf men in Duitschland ook den naam van Rauhnachte of Losztagen „lotdagen”, en wel omdat men in dit tijdvak in bijeenkomsten op verschillende manieren het lot of de toekomst voor ’t volgend jaar voorspelde. In ons vaderland werden de dertien nachten, evenals in Duitschland, doorgaans twaalf nachten genoemd. De heer Buma heeft voor eenige jaren in de Vrije Fries, de aandacht vestigende op de uitdrukking de styl ’s Hofs van Utrecht de gissing geopperd, dat die stijl hierin zou hebben bestaan, dat het jaar begon op den eersten Kerstdag, van welke wijze van tijdreke ning in de 16e eeuw in Friesland vele sporen voorkomen, en waarmede in verband staat de be naming van Driekoningendag als twaalf dagen en de aanduiding van het tijdperk tusschen eersten Kerstdag en Driekoningendag door den naam van de twaalf nachten. Die opmerking is juist, het oude kerkelijk- en kalenderjaar begon na de 4e eeuw, toen het feest van Christus’ geboorte op Weinachten werd ingesteld, op 25 December; Paus Gregorius XIII liet echter het burgerlijk jaar op den door Julius Cesar vastgestelden Januari be ginnen, doch eerst in de 14e eeuw werd die be paling in Duitschland, en bij ons eerst in de 15e eeuw, algemeen aangenomen. Niet slechts in Friesland, maar ook in Holland en Gelderland zijn de bewijzen te vinden, dat zoo wel in de verordeningen en rechtspleging, als in het spraakgebruik, de zeden en gewoonten, de be namingen van twaalfdag en twaalf dagen na Kerstmis langen tijd zijn gehandhaafd. Zoo leest men in een brief van Maximiliaan van Oostenrijk van 14 Februari 1492, waarbij een nieuw dijksbestuur voor West-Friesland werd ingesteld, de woorden „beginnende nae den twaalf nachten na Kersmisse.” In een Nijmeegsche keur van het jaar 1561 werd bepaald, „dat een yder van onse burgeren, schipperen weesende, tegen het Hoogtijdskermis, immers binnen de 12 nachten naastkomende, in deze stad komende, zig voor burgemeesteren VERGADERING van den Raad der Gemeente Wonseradeel op Zaterdag 26 Januarij 1884, ’s voorm. 10 uur. Te behandelen punten 1. Verdeeling van den raad in afdeelingen. 2. Samenstelling van de bureaux voor de in levering van stembriefjes over 1884. 3. Benoeming van twee leden der Commissie voor het ontwerpen van Strafverordeningen. 4. Ontwerp-verordening op het brandwezen te Arum. 5. Advies van burgemeester en wethouders op de suppletoire begrooting voor den kunstweg BolswardHarlingen. 6. Idem naar aanleiding van de door Gede puteerde Staten gemaakte aanmerkingen op de verordening tot heffing van het vergunningsrecht. 7. Schrijven van het Collegie brandmeesters te Makkum, betreffende de door Gedeputeerde Staten gemaakte aanmerkingen op de verorde ning op het brandwezen. 8. Benoeming van een onderwijzer aan de school te Makkum. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot voldoening van de verhuiskosten voor de te verplaatsen veldwachters. 10. Idem op het verzoek van ingezetenen van Schraard en Exmorra tot bestrating van het voetpad tusschen beide dorpen. 11. Missive van het armbestuur te Kimswerd, verzoekende machtiging tot uitbesteding van de geneeskundige armenpraktijk. 12. Verzoek van S. Jarigsma'om ontslag als hoofd der school te Hichtum. 13. Idem van A. Zeilmaker te Witmarsum. Witmarsum, 18 Januarij 1884. De Burgemeester, C. W. C. T. VISSER Fzn. Bolswardsclie Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1