NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD O1SWARÖ EU WONSERADEEI. 1884. Drie en Twintigste Jaargang. No. 12. VOOR BUITENLAND. DONDERDAG 20 MAART. BRIEF UIT LEEUWARDEN. f 1599.— 300.— PIET. maar voor voor ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. 100.— 100.— 99 - 36.— - 300.— - 100.— - 375.— ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Omtrent de waarschijnlijkheid van Schuver’s dood deelt de thans verschenen aflevering van het „Aardrijkskundig Genootschap” het volgende mede „Geruimen tijd nadat we de in deze aflevering De zeeroovers in de Chineesche zee hebben ook weer van zich doen hooren. Zij hebben in de buurt van Haiphong eene kleine koopvaardij- stoomboot genomen en den kapitein met elf man der equipage vermoord. Eene expeditie werd tegen de onverlaten uitgezonden om hen te vervolgen. Te Lissabon schijnt men het lang niet eens te wezen over het met Engeland gesloten Con- gotraktaat. Vergaderingen om er tegen te protesteeren worden allerwege aangekondigd. Mocht er nog eenigen twijfel bestaan aan de vriendschappelijke betrekking tusschen den Keizer van Duitschland en den monarch van Rusland, dan wordt die twijfel zeker geheel opgeheven door het bericht, dat laatstgenoemde zijn voornemen heeft te kennen gegeven om met zijne gemalin een bezoek te brengen aan den grijzen Wilhelm. Het proces tegen de „meisjes-moordenaars” te Weenen is Donderdag j.l. aangevangen. Hugo Schenk, de 25jarige hoofddader, Karl Schenk en Karl Schlasjareek werden gehoord. Zij hebben de hun ten laste gelegde feiten volledig bekend. Het plan van een onderzeeschen tunnel tusschen Engeland en Frankrijk zal weldra weder in het Parlement ter sprake komen. Sir Edward Watkin zal er ditmaal een lans voor breken en is thans bezig om medestanders te werven, die het ontwerp krachtig zullen steunen. geschreven hadden, verkregen wij inzage m de te Khartoem door Bohndorff aan de heeren Power Engelsch consul, en Lambroso, den postdirecteur, geleverde verslagen aangaande Schuver’s dood, afkomstig van den Dinkatolk, die het eerst het bericht van Schuver’s dood had overgebracht. Ofschoon men ons geen vrijheid schonk deze in hun geheel te publiceeren, deelen wij daaruit mede, dat Schuver, nadat hij, zooals bekend is, zeer tegen den zin van den moudir de Ismailia had verlaten, onder begeleiding van 5 Niam-niam soldaten, den genoemden tolk en een jongen Oosterijker, zijn bediende, het land der Dinkas was binnen getrokken en te Ruc van zijn geweer beroofd, bij ’t vervolgen van den dief, door de bewoners die hem beleedigden en sarden, doode lijk in den rug werd getroffen. Alleen de tolk keerde naar de boot terug, gaf verslag aan den moudir Lupton-bey, die daarop een kleine troep soldaten zond, om de bewoners te straffen, doch die bij hunne komst het dorp verlaten en het lijk verdwenen vonden, waarschijnlijk door de talrijke leeuwen, welke men er aantrof, verslon den. Dit bericht maakte den twijfel van Schu ver’s dood reeds alleszins gerechtvaardigd. Meer malen hebben tolken, om hunne desertie te ver ontschuldigen en om de straf te ontkomen, den dood des reizigers verzonnen. Bovendien het ge mis van bericht over zijne geleiders, het niet vinden van zijn lijk, het verschil van namen der plaatsen waar het ongeluk zou gebeurd zijn, nl. bij Lambroso Ruc (waarschijnlijk Req), bij Power Kutsch a/d Witten Nijl en andere tegenstrijdig heden, in de berichten voorkomende, maakten bij velen de gedachte levendig, dat Schuver’s dood nog volstrekt niet bewezen was. In dien twijfel werden zij versterkt door twee berichten van den heer Insinger, die zich thans te Luksor bevindt. In het eerste bericht sprak deze heer meer in ’t algemeen zijn twijfel uit aan de berichten over Schuver’s dood, dewijl reeds de kapitein der Is- mailai die ongunstige berichten had voorspeld nog voor zij werkelijk gekomen waren. Doch in zijn laatsten brief? d.d. Luksor 16 Februari, schrijft de heer Insinger woordelijk het volgende: „Ik hoorde uit vrij goede bron via Khartoem dat Schuver volstrekt niet dood is, maar door den Mahdi gevangen genomen werd.” Hij deelt zelfs bijzonderheden mede over zijne verhouding tot dien Mahdi en zijn deelnemen aan den krijg, welke wij voorloopig liever achterwege laten. Zooveel is echter zeker, dat Schuver’s dood nog alleszins moet geconstateerd worden en de heer Insinger gelijk kan hebben, als hij verzekert, dat men den heer Schuver op een goeden dag weder te voorschijn zal zien komen. Dat zou waarlijk een goede dag zijn.” FRANKRIJK. Bac-Ninh is door onze troepen ingenomen”, was de blijde boodschap, die verwacht werd en kwam. Maar de blijdschap werd aanmerkelijk getem perd toen men vernam, dat de vijand gevlucht was, vóór de Franschen de stad binnen trokken. Op de beurs oefende dit laatste een grooten in vloed uitde koersen daalden. Waarom De financie-mannen hadden gewenscht, dat de Chineesche bezetting gevangen genomen was. Dit zou een bewijs geweest zijn van China’s gewapende tusschenkomst en Frankrijk redenen gegeven hebben, om een belangrijke schadeloos stelling te kunnen eischen voor oorlogskosten. „Maar zoo zegt het blad Paris misschien moet men den hoop daarop nog niet laten varen.” Frankrijk is thans meester in de Deltamaar om zich den sleutel der Delta tegen de Chineesche provincie te verzekeren zal het zich nog wel enkele vaste positiën daar moeten verschaffen meent de Temps. Eerstdaags zal de Senaat het vraagstuk over de echtscheiding in behandeling nemen. De heer Martin Feullée zal namens het Kabinet het een voudig herstel der echtscheiding vragen, zooals dat onder het eerste Keizerrijk in het burgerlijk wetboek was veroorloofd, uitgezonderd de echt- scheidig met wederzijdsch goedvinden. Geheel in tegenstelling van echtscheiding heeft de Minister-President Jules Ferry nog een nieuw ankertje voor zijn huwelijksbootje laten smeden. Hij heeft namelijk nu eerst zijn huwelijk hij was al lang burgerlijk getrouwd kerkelijk doen inzegenen door den Pauselijken Nuntius in de kapel der Nuntiatuur. Deze plechtigheid had geen publiek feest of bruiloft ten gevolge, want Jules Ferry had plan dit zaakje in ’t geheim te doen plaats hebbèn, maar die toeleg misluktede Parijsche bladen verkondigden Zaterdagmorgen het gebeurde en het ontbrak daarbij niet aan levendige commen taren. Dit kerkelijk huwelijk in verband met de hou ding sedert eenige maanden van de Ministeriëele pers geeft veel te denken; getuigt althans van groote welwillendheid tegenover de kerk en hare dienaren. In de kolenmijn van Pocahontas, in Virginië (V. 8.) heeft eene vreeselijke ontploffing plaats gehad, waarbij een honderd vijftig lieden zijn om gekomen. Tal van huizen in den omtrek werden vernield. Pogingen tot redding der in de mijn bedolven arbeiders waren onmogelijk, door de verstikkende dampen die zich ontwikkelden, en die het afdalen in de diepte beletten. De ontploffing werd veroorzaakt doordat eenige mijnwerkers zich met onbedekte lampen te ver in een nieuw gedeelte waagden. De omgekome nen waren voor ’t grootste deel Hongaren en negers. Te Argos, in Andaluzië, zijn zeven socialisten, die leden zijn van het geheime genootschap, dat indertijd onder den naam van „de Zwarte Hand” schrik verspreidde, in verzekerde bewaring ge nomen. Nu, ik gaf ze wat spiritus, kuste haar een reis of drie-, viermaal dat het klapte, zei dat ik het zoo niet gemeend had, dat het maar een aardig heidje moest verbeelden, dat ik niet op den Nieu- wetorenzou inschrijven en zoo voort, tot dat ten slotte de huiselijke vrede weder hersteld was en we beiden om de zaak eens lachten. Maar waar is, vroeg mijn vrouw, nu je per soonlijk ongeluk Dat ben ik zelf, zei ik, want mijn knechten hebben geen werk en ik loop om. Neen, zei ze, zoo bedoel ik het niet, ik meen dat contract, geef mij dat ook, want nou je den Nieuwetoren niet aanneemt ik geloof waar lijk dat ze nog beducht was dat ik het zou doen behoeft het immers niet. Dat heb ik nog niet, antwoordde ik, de man zou het klaar maken, maar ik ben al geassureerd, van stonde af, dat ik het hem zei, en mijn werk volk ook, want zie je, al neem ik nu den Nieuwe toren niet aan, daarom kan ik of mijn knechten toch wel een ongeluk krijgen, en daardoor we ken aaneen niet in de mogelijkheid zijn een cent te verdienen, en dat past ons kleine burgers slecht en nog veel minder de werklieden, daarom heb ik ook hen verzekerd, ’t kost maar een bagatel. Daarmede was deze geschiedenis tusschen mijn vrouw, de Nieuwetoren en mij ten einde, Doch, hoewel ik niet inschreef, toch was ik nieuwsgierig naar de aanbesteding, en ging er daarom heen. Heb ik van mijn leven ooit zoo’n gekke wijze van rekenen gezien; de hoogste der inschrijvers bood voor het oude lood en puin, en dan heeft hij het afbreken op den koop toe, f 880.ter wijl de laagste inschrijver f 2500.voor het werk eischte. Zou je nu niet zeggen, dat de menschen niet wel bij ’t hoofd zijn. Mijn kop er af als er meer dan voor f 800, oud lood af komt; als hij daar dus f 80.bij doet, dan is hij met de stad „liek” en mag voor afbraaksteen enz. zijn knechtloon betalen en daar enboven nog de klok uit de least nemen en zon der ongelukken vervoeren, waar de directeur der gemeentewerken hem hebben wil, al is ’t ook aan ’t andere eind van de wereld, daar kan hij niets aan doen. De aannemer was niet present, daarom werd de gunning niet dadelijk bekend gemaakt. Men heeft zeker eerst naar hem en zijn borgen willen informeeren. Hij heeft echter: „zegen met het beestje” ge kregen, maar ik zeg: hij is „gesjochte.” Dat zal hij zien en ondervinden. Friesche Cour. t. t. In Engeland moet men tegenwoordig op zijn hoede zijnde dynamiet-mannen trachten den boel in de lucht te laten springen eh de dieven worden daar ook schrikkelijk brutaal. Nu weer is in het kasteel van Windsor ingebroken en voor eene groote waarde aan juweelen ontvreemd ten nadeele van den secretaris der Koningin. Onder de geroofde voorwerpen bevinden zich vele geschenken van de Koningin en van den Prins-Gemaal. f 1599.— Nu ga ik even naar de vrienden P. en K. om als borgen te laten teekenen en dan ben ik klaar, zeg ik tegen mijn vrouw. Waar schrijf je op? vraagt ze. Op papier, antwoord ik. Ik vermoedde wel, dat, als ze er achter kwam, er „dailje” zou vol gen, en daarom trachtte ik mij er met een grap af te maken. Neen, zegt ze, je begrijpt me welik bedoel op welke aanbesteding schrijf je in? O, zoo, antwoordde ik, nu als je ’t dan toch volstrekt weten wilt, dan kan ik je zeggen, dat ik ter voorkoming van ongelukken, want als niemand de Nieuwetoren afbreekt, dan valt hij om en dat zou niet van ’t beste zijn om de knechten wat aan den slag te helpen en, zoo mogelijk nog een duit te verdienen, eens zien wil of ik den Nieuwetoren niet kan afbreken! Wat ik voorzien had gebeurde. Mijn vrouw het van „alteraasje” haar kopje koffie uit de hand vallen, zette een gezicht alsof ze kolijk kreeg en zei na een poos heel langzaam maar met een diepe tenor-stem: Jou de nieuwe toren af breken Ja, zei ik, wat zou dat? Voor dat ik met jou getrouwd was heb ik wel eens andere lucht sprongen gemaakt! Hoor eens, zei ze, dat was toen jou zaak en jou zaak alleen, of wou je ook nog zoo hoog klimmen; maar nou ben ik en je beide lieve kinderen er bij. Wat zou er van hen en mij komen, als ze jou daar eens als een lijk te huis brachten? Heb je dat wel eerst bedacht? Wel zeker, antwoordde ik, zie maar eens, ik ben al bij den assuradeur Beerends geweest en heb ik een contract voor persoonlijke ongelukken gesloten, voor mij, zoowel als voor de knechten; kijk, en ik liet haar mijn berekening zien, ’t staat genoteerd. Mocht er dus een ongeluk ge beuren, dan ben je finantieel best weg. De rouw staat je mooi en daarbij de opbrengst van het contract wil je wel gelooven dat je spoedig weer een andere man Hier deed mijn vrouw snel twee passen voor waarts en stak de beide handen uit. De een lei ze mij op den mond, zoodat ik geen woord meer spreken kon en met de andere pakte ze ’t inschrijvingsbiljet en smeet het in ’t vuur. Toen nam ze de hand voor mijn mond weg en zei: daar brandt je inschrijvingsbiljet! En als je bet nu weer waagt een woord over dat afbreken van den Nieuwetoren te spreken, en als je denkt, dat ik ooit na jou een andere man zou nemen, dan Hier begon het goeie sloof tranen met tuiten te schreien, en ging daarna aan ’n snikken dat het een aard had, omdat ik zulke slechte Natuurlijk zal in Engeland dit blijk zeer ge waardeerd worden, vooral door hen, die Rusland als den meest vredelievenden en onbaatzuchtigen buurman trachten voor te stellen, die men zich in Midden-Azië kan denken. Misschien denken anderen er anders over en het „verzoek” om inlijving bij het Rijk van den Czaar, voor een beter blijk van Ruslands goede bedoelingen houden. Punch, de Uilenspiegel bij uitnemendheid, stel de onlangs de inlijving van Merw aldus voor, in eene geestige teekening. Het Merwsche grondge bied loopt in den vorm van een gebraden varken den Russischen beer in den bek. A.! Zooals je weet, is onze Nieuwetoren ter dood veroordeeld en werd de vorige week de begrafe nis aanbesteed. Een prettig karweitje is het zeker niet. Mijn knechten hadden echter weinig te doen en ik nog veel minder. Komaan, denk ik zoo bij me zelf, ik kan wellicht zooveel aan ’t steigeren als aan ’t metselen verdienen, in ieder geval, 't is beter een vink geplukt, dan ledig gezeten; ik ga eens op den Nieuwetoren en bereken de boel, misschien is er aan zoo’n teraardebestelling een duitje te verdienen, ’t Begraven moet nog al een goed vak zijn; als ik geen aannemer van publieke werken en Mr. Timmerman was, dan werd ik leedaanzegger en bode van het een of ander „doode-fonds”; die lui laten zich goed be talen dat is om de nagelaten betrekkingen los van het aardsche te maken, zeggen ze. Daarbij, men heeft geregeld werk, dat zaakje loopt altijd door. Best, ik klim op den Nieuwetoren, meet en pas, noteer de boel in mijn zakboekje en ga naar mijn kantoor, een afgeschut plekje in den timmer win kel, en zeg aan mijn vrouw, dat ze mij niet moeten storen, want dat ik in de berekening van een aanbesteding zit. Na verloop van een uur of vier rekenen, wik ken en wegen, was ik klaar, had mijn briefje op zegel ingevuld en mijn berekening aldus gemaakt OPBRENGST AFBRAAK NIEUWE TOREN. 298.5 vierk. meter lood, 24 kilo per vierk. meter, is 7164 kilo a 11 ct. per kilo f 788.— 4 koperen platen 300 kub. meter steen Ijzer en hout Van de Gemeente te ontvangen Zamen Hiertegenover staat: Aan arbeidsloonf 1000. 105 meter 10 a 15 vuren rib, 81 vierk. meter 5 cM. planken takel, dommekrachten enz. onvoorziene uitgaven vermoedehjke winst en eventualiteiten, contracten persoonlijke ongelukken In het Theatre de la Gatté te Parijs had de zer dagen een recht komiek tooneel plaats. In het laatste bedrijf van een stuk, dat er slechts enkele keeren werd gegeven, de „Charbonnière”, moest één der acteurs van aandoening doodsbleek worden. De acteur Romain, bijgenaamd „de mooie Romain,” vervulde die rol, en hij werd ontroerd, zóó als het was voorgeschreven, door snel achter een coulisse te springen, waar iemand met een borstel klaar stond, die in een oogwenk het rouge van zijn wangen veegde. Het was al tijd goed gegaan, maar nu Toen Romain weer voor den dag kwam, barstte het publiek in een schaterlach uit. De acteur begreep niet wat dit beduidde, en toen het lachen niet ophield, ging hij van het tooneel, keek in een spiegel en zag dat hij zoo zwart was als een neger. Een „vriend,” waarschijnlijk een „vriendin,” had den borstel zwart gemaakt om hem deze leelijke poets te spelen. ENGELAND. Gladstone is wel aan de beterende hand, zoodat hij zich in zijn kamer wel met de politiek weer bezig houdt, maar nog niet weer in ’s lands ver gaderzaal kan verschijnen. Zijne afwezigheid verhindert niet, dat het er nog al vrij levendig toegaat. De tijdingen uit Oost-Soedan gaven dan ook wel aanleiding tot debat in de vergadering van Zaterdag. Lubouchére stelde eene motie voor, waarin ver klaard wordt, dat het ontzaggelijk verlies van menschenlevens niet gerechtvaardigd is. Sir Charles Dilke betreurt het ook dat deze laatste slag zooveel menschenlevens heeft gekost. Hij had ook liever gezien, dat Osman Digma gehoor had geschonken aan de verschillende pro- clamatie’s, maar ’t was gebleken, dat hij in geen schikking wilde treden en daar het klimaat van Soedan niet geschikt is, om er een grooter troe penmacht langer te laten blijven, had generaal Graham bevel gekregen aanvallenderwijs re werk te gaan. Met de kleine meerderheid van 17 stemmen werd de motie-Labouchére verworpen. Dilke en Hartington, die uit naam der Regee- ring spraken, waren wel een weinig ontevreden over die geringe meerderheid, want zij dreigden met parlements-ontbinding indien de oppositie, hier door radicalen en lerschgezinden versterkt, hun het leven zoo lastig bleven maken. In deze zitting deelde lord Fits-Maurice mede, dat generaal Gordon’s toestand zeer overdreven wordt voorgesteld, en dat de tegenwoordige in struction van generaal Graham dezen geen verlof geven om naar Berber op te rukken. Lord Hartington bevestigde dit ook, voegde er bij: „Vraagt men mij echter, of hij in geen geval daarheen zal gaan, dan moet ik ronduit weigeren die vraag te beantwoorden.” RUSLAND. De behoefte aan eene vredelievende Staatkunde heeft het ontslag gekost aan een zeer bekwaam en door den Czaar hooggeschat persoon, de gene raal Tchernajeff, althans de Weener Politische Corresponded is deze meening toegedaan. Aan dezen generaal was hoofdzakelijk de an nexatie van Merw te danken. Rusland zou hiermede Engeland een blijk wil- Bolswardsche Courant w •n •n

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1