NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD WWSSaAOgBt 1884. Drie en Twintigste Jaargang. No. 14. VOOR BUITENLAND. DONDERDAG 3 APRIL. ïj L E- T Üo ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. oet on- ndt ied er- die eze sen ee- ch- len 5- i- 1- le ze jft 1- t- Üe en ur an ist jk n- ian ht, wil >en tan un. oo- val die -an na Ier oet ar- ■en ien en un •dt ler ote rn- de de or- mt ir v- j- le -e le il: s, ti, n is r- jt or is a. 1- m of g g e n n n n e n o. DUITSCHLAND. De Keizer zou eene langdurige conferentie gehad hebben met den Minister van Oorlog, en men meent te weten, dat dit in verband staat met plannen tot vermindering der Duitsche troe pen op de grenzen De internationale welwillendheid en de vrede lievende bedoelingen, waarmede de Vorsten el- Prins Leopold, hertog van Albany, jongste zoon der Koningin van Engeland en zwager van HH. MM. den Koning en de Koningin der Nederlanden, werd den Tden April 1853 geboren en was dus nog niet ten volle 31 jaren oud. Hij was de zwakste van Victoria’s kinderen, wat aamborstig en had nog al eens last van bloedspuwingen. Om de voor dergelijke gestel len zoo schadelijke maand Maart te ontvluchten, was de Prins naar Cannes vertrokken, waar een noodlottige val van den trap een einde maakte aan zijn jeugdig leven, nalatende eene diepbe droefde weduwe, prinses Helene van Waldeck Pyrmont, met wien hij den 27sten April 1882 in ’t huwelijk trad en die hem in het volgende jaar eene dochter schonk. LONDEN, 31 Maart. De begrafenisplechtigheid van den Hertog van Albany zal Zaterdag te Windsor plaats hebben. Het laatste nieuws uit Soedan is de organisa tie eener karavaan van 1500 Arabieren, die waarschijnlijk onder leiding van den Engelschen majoor Chermside van Soeakim naar Berber zullen trekken. De heer Cameron, de bekende oorlogscorrespondent van den Londenschen Stan dard, zal den tocht medemaken en het zeker niet aan belangrijke en betrouwbare berichten laten ontbreken. De verschillende correspondenten verzekeren om strijd, dat de weg volkomen veilig is. Waarom Te Antwerpen is een meisje uit een adellijke familie op den loop gegaan met een schilder, die daar aan huis werkte. ITALIË. Het nieuwe Kabinet is, volgens telegrammen uit Rome, als volgt samengesteld: Depretis, Voorzitter enBinnenlandsche Zaken; Mancini, Buitenlandsche Zaken; Genala, Openbare Werken; Magliani, Financiën; Bertole, Oorlog; Grimaldi, Landbouw; Brin (volgens anderen de Santo), Marine; Coppino, Openbaar Onderwijs; Feracciu, Justitie. Aan de Courrier du Soir wordt uit Londen als gerucht bericht, dat Koningin Victoria van plan zou zijn te abdiceeren. 3t el n ?r» e- ig m ig ar m je ik o- tr n, zoo vraagt de Pall Mall Gazettezendt men dan niet een paar escadrons huzaren naar Ber ber, zooals generaal Gordon bij herhaling heeft verzocht? Waar 1500 Arabieren ongehinderd den tocht kunnen maken, kunnen 300 huzaren veilig medegaan. Daarenboven zou hierdoor de kans verminderen, dat de karavaan werd aan gevallen, en eene nederlaag van bevriende Ara bieren zou voor ons prestige even noodlottig zijn als een échec van onze eigen troepen. Het is te hopen, dat het Engelsche Kabinet die vraag zal overwegen, maar vooral dat die overweging geen al te langdurige zal wezen. Uit New-York wordt gemeld dat Vrijdag en Zaterdag te Cincinnatie een ernstig oproer plaats had, tengevolge van de ontevredenheid der bevol king over de geringe straf, uitgesproken in een moord-proces. Meer dan 50 der opstandelingen zijn gedood en velen gewond. Een aantal agenten van politie en soldaten werden gewond. Men gelooft dat het ergste voorbij is. De keizerin van Oostenrijk vertoeft thans incognito, onder den naam van gravin van Hohen- embs, in Wiesbaden. Zij heeft daar met hare dochter, de aartshertogin Marie Valerie, en het gevolg in het „Hotel zu den vier Jahreszeiten” haar intrek genomen. Zij wijdt zich geheel aan gezondheid bevorderende inspanning, als paard rijden, verre wandeltochten naar Schwalbach en Schlangenbad, en oefent zich des voormiddags in lichaamsoefeningen, waarin zij het bewonderens- waardig ver heeft gebracht. Zij neemt les in het schermen, heeft zich een kamer met gymnastiek- toestellen doen in orde brengen, en door dit alles heeft haar lichaam die elasticiteit, die men vaak in de koene rijderes bewonderen moet. Zij gaat met de hooge personages van Wiesbaden weinig om, houdt niet van avondpartijen, maar staat ’s morgens heel vroeg op. Half April gaat zj naar Heidelberg. ENGELAND. ’t Gaat niet heel vlot in het Lagerhuis met de behandeling der wet op de uitbreiding van het kiesrechtmen vordert uiterst langzaam. Van de verwachte tegenstand der oppositie blijkt weinig of niets. De heer Raikes verhief nog zijne stem er tegen. „De landbouwende stand is geduldig vlijtig en volhardend en een voorbeeld voor de plattelands bevolking in alle andere landen der wereld, maar niet rijp voor het stemrecht”, zeide hij. De heer Russell antwoordde hierop eenigs- zins sarcastisch „’t Is te begrijpen, dat de heer Raikes weinig vertrouwen heeft op de politieke bekwaamheden van de arbeidende klasse, want tot driemaal toe heeft hij de nederlaag geleden bij de verkiezingen in plattelandsdistrikten.” In Lord John Manner, die, zeer tegen uitbrei ding van kiesrecht is en ’t voorstel daartoe op de lange baan wilde schuiven, door zijne motie van uitstel, tot het ontwerp tevens vergezeld ging van een voorstel tot herziening der kiesdistricten, vonden de conservatieven nog eenigen steun. Maar de heer Chamberlain, die het regeerings- voorstel verdedigde, trachtte Lord Manners tac tiek geheel te ontzenuwen. „Deze handelwijze, mijnheer Manners” zeide Chamberlain „zou gelijk zijn aan die van een gast aan het banket van den Lord-Major, die niet zou willen zeggen of de schildpadsoep echt of nagemaakt was, voordat hij het wildbraad had geproefd.” Zoo schermde men gedurende de geheele zit ting om het eigenlijke voorstel heen en toen de voorzitter de vergadering sloot, keken de heeren elkander aan en vroegen elkaar: „Hoever zijn we nu eigenlijk met het voorstel gevorderd? En ’t antwoord luidde: „Niets wij zijn niets gevorderd, hoegenaamd Toch waren ze wel iets gevorderd. De oppositie kon ten minste de vrij stellige overtuiging medenemen, dat de wet op het kies recht wel zou worden aangenomen. Zooals zij door Gladstone is ontworpen? Dat valt te betwijfelen ’t Snoeimes zal nog wel gebezigd worden, voor al daar, waar de takken wat veel beschermend naar Ierland overhangen. ABON1NEMENISPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. BURGEMEESTER en WET HOUDERS van WONSERA- DEEL brengen, ter voldoening aan bet bepaalde in art. 5 der wet van 28 Junjj 1881 (Staatsblad N°. 97), ter algemeene kennis, dat bij hun college is ingekomen een adres van PIETER SCELELT1NGA te Makkum, hou dende verzoek om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein in het pand te Mak kum, plaatselijk gekwoteerd wijk B No. 112. Witmarsum, 29 Maart 1884. De Burgemeester, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Secretaris, E. JANSEN. samen trekken van hem of haar, die er vlak tegen inloopt. Die arme, jonge blaadjes, die teere bloesems, die, verleid door die enkele zachte dagen, hun warm bekleedsel verlieten, en, trotsch op die frissche, die nieuwe schoonheid, daar prijkten en pronkten en met gretige ooren luis terden naar die klanken van opgetogenheid en bewondering, die den mond van den verrukten beschouwer ontsnapten Ze trillen, ze krimpen ineen, ze zien rond naar bescherming, maar vruchteloos en menigeen sneeft na een, helaas', zoo kortstondig bestaan, terwijl de anderen weemoedige blikken werpen op die vermoorde makkers. Dat is de noordewind en ’t is een machtige vijand, die stand houdt. Zie maar naar ’t haantje van den toren, gij zieke, die zoo smachttet naar de lauwe lentekoeltjes en de warme zonnestralen! Ge zult dag aan dag ’t zelfde zien’t is alsof die weerhaan is vastgeschroefd. Ge hoopt te vergeefs, hij blijft uw vijand zijn rijk kan nog vele dagen duren 1 Te midden van die vreugde is hij een rustver stoorder. Toch is zijne komst niet zóó onver wachts als dit wel schijnt. Spreek met menschen, die meer letten op de teekenen des tijds en op veranderingen van ’t weêr, en ze zullen u ant woorden, dat dit eene zeer gewone zaak is, die in ons land bijna jaarlijks terugkomt, dat elk voorjaar, elke meimaand zich kenmerkt door koud en guur weêr en dat, in de laatste jaren, een zacht voorjaar tot de zeldzaamheden behoort. Wanneer men dit alles nagaat en in eene nadere beschouwing treedt over datgene, wat ons de laatste dagen te genieten en te aanschouwen gaven, dan vinden we daarin zoovele beelden, zoo geheel toepasselijk op ons werkelijk leven en bestaan. ’t Is een karaktertrek in ons menschen, om ons bij het tegenwoordige te bepalen en ons weinig te bekommeren over den dag van morgen. Zijn onverwacht de met vurig verlangen te ge- moet geziene lentedagen aangebroken, dan schijnt de zorgeloosheid der onnadenkende jeugd ons te hebben aangegrepenmet volle teugen genieten we onbezorgd, en vergeten, boe spoedig daarin eene totale verandering kan komen. Aan de lieve blaadjes is ‘t niet kwalijk te nemen, wanneer zij, onbewust van al de gevaren, die hen boven ’t hoofd hangen, zorgeloos de beschermende dek sels van een scheuren en zich baden in ’t volle genot der eerste warme dagen, terwijl de vlinder, die zijne winterwoning heeft verlaten, het vrien delijk begroet en welkom heet Maar den mensch, die bij ondervinding kan weten, hoe afwisselend en veranderlijk de weêrs- gesteldheid is, is ’t wel euvel te duiden, wanneer hij als ’t ware spot met al die vele ongesteld heden, die ’t voorjaar ontegenzëggelijk verge zellen, en zoo menigeen den zomer niet doet be reiken. En wat waar is van die aandoeningen des lichaams, is evenzeer toepasselijk op de han delingen der meesten van ons. De mensch is zoo genegen, om dien eenen schoonen kant der omstandigheden te beschou wen, bij de minste teekenen van voorspoed alle materialen, tot den bouw der luchtkasteelen noo- dig, bijeen te brengen en dadelijk aan ’t werk te gaan. Evenals de noordewind zoo plotseling die vreugde, dat geluk doet eindigen, het tem pert en daarvoor dagen van scherpte en guurheid in de plaats geeft, evenzoo treedt onverwacht de tegenspoed, de teleurstelling onze woning binnen. Wie zich nu geheel heeft laten overmeesteren en begoochelen door die spoedig veranderde dagen van voorspoed, zal even spoedig tot een ander uiterste en zich laten terneêrslaan door de dagen van tegenspoed en daaronder bezwijken. En al heeft men nu voorbeelden van plotselinge omme keer der fortuin gezien, toch maakt het menig een niet wijzer. Men vergeet wat achter ons ligt en tuurt en staart en bouwt alleen op ’t geen kan komen, maar niet altijd onfeilbaar komt. Zoo is de Noordewind, hoe onaangenaam voor ons gevoel, wel beschouwd, een vermanende vriend, die voorzichtigheid leert, ons wijst op ’t wisselvallige en veranderlijke, en ons aanspoort tot geduld en volharding. Schoone uitkomsten worden niet zoo gemakkelijk verkregengeen overwinning zonder strijd. Ons gewapend dus met geduld, wanneer die wind onze illusiën als damp wegvaagt en zijn koude adem ons tot de werkelijkheid terugvoert. Met des te grootere vreugde zullen we dan de terugkeer der zachtere dagen begroeten en we zullen ze des te meer waarderen, daar we andermaal tot de overtuiging zijn gekomen, dat hun bestaan zoo kort van duur kan zijn! Doetinchem. P. van de Velde Mz. RUSLAND. De Russische troepen, welke in het laatst der vorige maand werden uitgezonden om Merw in bezit te nemen, ondervonden bij een deel der be volking nog al tegenstand. Toen de vertegenwoordigers van den Czaar het verzet met geweld trachtten te overwinnen, kwam het tot eene botsing. Omtrent den afloop verkeert men nog in het onzekere, maar het een en ander geeft wel wat te denken over de wijze waarop de annexatie van Merw heeft plaats gehad. De Turkomannen hadden immers verzocht om bij Rusland ingelijfd te worden NOORWEGEN. De politieke ontwikkeling van Noorwegen is, ten gevolge van de vonnissen door het Rijksgerechts- hof in het Ministers-proces geveld tot een keer punt gekomen. Onder de politici te Christiania meent men in de benoeming van den Kroonprins tot onderkoning van Noorwegen een kenteeken te zien, dat de Koning thans beseft hoe nutte loos en vruchteloos het zou zijn het tot dusverre toegepast stelsel te handhaven. Den Kroonprins heeft hij dus, zoo wordt beweerd, in last gegeven een ander stelsel in te voeren, waartoe hij zelf de hand niet leenen wil. Zulk een verandering van stelsel is overigens volstrekt niet moeilijk. Krachtens 12 der Noorweegsche grondwet kan de Koning, thans de Onderkoning, in buitenge wone gevallen, behalve de eigenlijke leden van den Staatsraad, andere Noorweegsche burgers, die echter niet mogen zijn leden van den Shor- thing, in het Kabinet roepen. Indien alzoo Prins Gustaaf, ter vervanging van de veroordeelde Ministers, personen die zich niet door groote deelneming aan den partijstrijd doen kennen, tot Ministers benoemde, zou op deze wijze een ge matigd Kabinet gevormd kunnen worden. In de gematigd-politieke kringen der hoofdstad wordt dit redmiddel zeer aanbevolen, op grond van de noodzakelijkheid voorloopig de heerschende gis ting te doen bedaren, ten einde de ten behoeve der conversie voorgenomen leening van 26 mil- lioen kronen niet op bezwaren stuite. Om daartoe te geraken, moet vooraf aan het conflict tusschen de Regeering en de Volksvertegenwoordiging een einde gemaakt worden. Of echter het verlangde oplossingsmiddel in den smaak der Shortbing valt, kan men niet weten; de Shorthing kan misschien den wensch koesteren zelve een nieuw Kabinet samen te stellen. In de laatste jaren zijn wij er aan gewoon geraakt, om niet in den almanak te onderzoeken, wanneer dat jaargetijde eenen aanvang moet nemen, want al was volgens hem de winter voor bij, toch moest de kachel groote diensten bewij zen en algemeen hoorde men van koud en guur. En nu? Onze eigene aanschouwing verwekt bij ons een gevoel van vreugde, van opgewekt heid, van levenslust. Als men de oogen sloot en alleen op ’t gevoel van warmte afging, dan zou men meenen, dat het jeugdig groen reeds allerwege zichtbaar was en we ons midden in de lente bevonden, ’t Is de verlossingskreet na den aftocht van den winter, die toch waarlijk zoo streng, zoo hard niet is geweest. Maar hoe goedertierend hij ook was, toch blijft zijn heen gaan eene gewenschte gebeurtenis, door duizen den met vreugde begroet. De oude van dagen hunkert naar de warmere zonnestralen, waarin men zich zal kunnen koes teren, en eene nieuwe tinteling van leven komt er in dat oog, terwijl het gebogen hoofd zich weer opricht, om nogmaals voor de zooveelste en zooveelste maal de eerste levensteekenen van de herborene, van de verjongde natuur dankbaar gade te slaan. En niet alleen hjj, maar iedereen, van welken leeftijd en stand hij ook zij, gevoelt iets, dat hij niet altijd in woorden kan uitdrukken, ’t Is als een heuchehjke tijding, die ons is geworden, en die we niet kunnen verzwijgen, die wij aan ieder een moeten meêdeelen. De meer praktische, die zich niet door zijn gevoel laat vervoeren is evenzeer verheugd. In zijne gedachten berekent hij reeds, wat akker en boomgaard zullen kunnen opleveren, wanneer die heerlijke lente door een schoonen zomer wordt gevolgd. De optimist bouwt zijn luchtkasteelen en denkt er niet aan, dat er nog Aprildagen volgen, en die minder goed kunnen zijn, alleen de zwaar tillende, die overal bezwaren ziet, schudt het hoofd, en uitdrukkingen als: „dat zal ons nog opbreken, wie weet, hoe nachtvorst alles bederft”, ontsnappen zijne lippen, terwijl hij zijn wijsheid, zijn scherpen blik, zijne meerdere ondervinding, zooveel mogelijk laat luchten. Zoo waait de lentewind ons een gevoel van verlichting, van opgeruimdheid toe en zelfs de dagbladen kunnen niet zwijgen. Onophoudelijk lezen we berichten van vroeg in bloei staande boomen, van ongekende temperatuur, van heer lijke vooruitzichten voor den landman, van een vroegtijdig en druk bezoek aan ’t strand te Sche- veningen; kortom, alles ademt een geest van tevredenheid. De zwaartillende haalt de schouders op. Hij kan zich maar niet vereenigen met de rooskleu rige beschouwing der lentedagen en voorspelt, dat er andere, minder aangename dagen zullen volgen. Men laat hem praten en juichten jubelt door. De lentegeur bedwelmt iedereen en in dien roes wil men zelfs niet eens luisteren naar de moge lijkheid eener plotselinge verandering. Maar ziet ’t heldere uitspansel, die vroolijke blauwe lucht, verliest iets van de blauwe helderheid en onbe smette reinheid. Een enkel wolkje vertoont zich, ’t Is evenwel maar een los wolkje en den vol genden morgen zal de lieve zon weer in hare volle pracht de aarde beschijnen en de lente vreugde zal onvermengd aller harten vervullen! Zoo is ’t niet, ’t Wolkje is tot wolken aan gegroeid. De zon verbergt zich en hoewel zij al hare krachten inspant, om door dien dikken nevel heen te dringen en haar vriendelijk aan schijn aan de haar wachtende menschenkinderen te toonen, het gelukt haar niet. Maar dit is nog niet alles. Met die bedekte lucht is tevens een vijand aangerukt, een vijand, wiens moordlust gevreesd is. ’t Is de noorde wind. Vraag het aan zwakken en lijdenden, wien ze ’t meest vreezen en ze zullen u ant woorden: de noordewind, die zonder genade, zoo koud, zoo scherp, zoo doordringend ons doet in een krimpen, en dien we voelen, al blijven we ook vol vrees in onze woningen. Hij is onver biddelijk. Meer en meer steekt hij op, en grijnst van genoegen, als hij ziet, hoe de gelaatstrekken kander tegemoet komen, zouden werkelijk wel eens aanleiding kunnen geven tot vermindering van grensbewakers, hetwelk zeker niet in ’t na deel der schatkist zou zijn. Prins von Bismarck wenscht ontheven te wor den van zijn Ministers-ambten. Hij is Minister zoo men weet van Bui tenlandsche Zaken, van Koophandel, Minister- President en Rijkskanselier. Dit laatste alleen wenscht hij te blijven. De kerkelijk-politieke wetsveranderingen in Pruisen strooken niet geheel met zijne inzichten en hij wenscht zich niet verantwoordelijk te stel len voor die veranderingen; vandaar, meent men, dat de Prins van zijne Ministerambten ontslagen wenscht te worden. De Rijksdag heeft vacantie genomen, die tot 22 April zal duren. ’t Was nog wel wat vroeg, om de Paasch- vacantie al te doen ingaan, maar ’t getal leden, dat ter vergadering opkwam, was zoo gering, dat de Rijksdag geen gewichtige besluiten kon nemen en het daarom beter achtte uiteen te gaan. Bolswardsslie Courant fi rn in in le

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1