NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 1ST IWOBAMK f I 1884. a Drie en Twintigste Jaargang. No. 15. VOOR BINNENLAND. BUITENLAND. <1 DONDERDAG 10 APRIL. O DE STRIJD ONZER DAGEN $xxxxxxxxxxxxxxxxxx$ E afge- als iets wat tegen de constitutie indruischt. I 1 gemeente. Witmarsum, 8 April 1884. De Burgemeester voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. half was was 3V2 1 i Groote sensatie heeft een voorval te Gent ge wekt, waar een kapitein der lanciers in de club op valsch spel betrapt is. Nadat een raad van eer het schuldig over hem had uitgesproken, is hij van zijn militairen rang vervallen verklaard en uit den dienst ontslagen. Naar men zegt, heeft de Minister van Oorlog, naar aanleiding van deze gebeurtenis, aan de korpscommandanten eene cir culaire gericht, waarin de officieren verboden wordt in clubs of op openbare plaatsen aan het baccarat-spel deel te nemen. Waarom alleen bac carat Of gelooft de Minister misschien, dat dit het eenige gevaarlijke hazardspel is Het is treurig hoe de hartstocht voor het spel in ’t al gemeen op onrustbarende wijze toeneemtoveral wordt gespeeld, in alle klassen der maatschappij, op eiken leeftijd, in bijna elke club, on meesten tijds om hooge sommen. Waar een middel daartegen te vinden? Zeker niet in de wet, zooals sommigen willen. De Ro- meinsche censoren zijn niet meer van onzen tijd. Maar door het goede voorbeeld zouden de aan zienlijken en ontwikkelden dit kwaad kunnen hel pen uitroeienmaar, helaashet moet erkend wor den dat juist dezen eerder met het slechte voor beeld voorgaan. Naar men in het H. D. verzekert, is H. M. de Keizerin van Oostenrijk eerstdaags, in gestreng incognito reizende, te ’s-Gravenhagete verwachten. De BURGEMEESTER van Won- seradeel brengt bij deze ter alge- meene kennis, dat de verzoekschrif ten ter bekoming van jadlt-en viscliakten kostelooze vergunningen tot het vangen van hout snippen met laat-, wan- of valflauwen, of tot uit oefening der visscherij met een vischtuig, alsmede de aanvragen om registratie van eendekooien, duiventillen en zwanendriften voor het saizoen 1884/5 gratis verkrijgbaar zijn ter Secretarie der DUITSCHLAND. De Norddeutsche Algemeine Zeitung houdt eene narede op da woorden, door den Pruisischen Mi nister van Eeredienst tot het centrum gericht, toen dit aandrong op herstel van den normalen toestand in het aartsbisdom Posen-Gnesen. Den heftigen toon, dien de heer von Goszler aansloeg, acht het officieuse blad alleszins gerechtvaardigd met het oog op de toenadering tusschen Duitsch- land en Rusland. De Poolsche revolutionaire partij, die haren steun bij de geestelijkheid zoekt, beproeft volgens Norddeutsche een oorlog tusschen Duitschland en Rusland uit te lokken, en wil de Poolsche provinciën van het Rijk af scheiden van de zuiver Duitscho en de Poolsche provinciën van het Rijk. Het Centrum verraadt de belangen van Duitschland, wanneer het de Polen steunt. De onderstelling van Russische sympathieën bij de Polen is zeker eenigszins verrassend, en voor gewone stervelingen onverklaarbaar. Volkomen duidelijk is het echter, dat het orgaan van den Rijkskanselier het noodig acht aan het Centrum eene nieuwe kastijding toe te dienen; dat daar door de solidariteit van den heer von Bismarck en den heer von Goszler tegenover den van vele zijden geopperden twijfel wordt bevestigd en dat de Rijkskanselier, als gewoonlijk, zijne houding tegenover het Centrum verdedigt op gronden, aan de buitenlandsche staatkunde ontleend. In de Zaterdag door den Bondsraad gehouden zitting werd van gedachten gewisseld over het streven der partijen met betrekking tot de instelling van een verantwoordelijk Rijks-Ministerie. De Pruisische Regeering verklaarde zich tegen elk denkbeeld van dien aard, omdat het niet te verwezelijken is, zonder aan de bij tractaat ge waarborgde rechten der Rijksleden en aan het ver trouwen in de Bondsvergaderingen afbreuk te doen. Ook zou daardoor het zwaartepunt der Rijks- regeering w'orden overgebracht op wisselende meerderheden in den Rijksdag, wat tot oplossing der Duitsche eenheid zou voeren. De gezamenlijke Regeeringen sloten zich bij deze verklaring der Pruisische Regeering aan. De verklaring tegen een verantwoordelijk Rijks- Ministerie heeft groot opzien gewekt en wordt door de liberalen scherp gelaakt. Zelfs het orgaan der nationaal liberalen komt krachtig op tegen deze verklaring en zegt: „Wat in bijna alle afzonderlijke Staten aanwezig is, kan toch voor het geheele Rijk niet beschouwd worden :-x-x x--x;x..-:„ ,1 ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Utrecht zal zich eerlang mogen verheugen in een Katholiek dagblad. Het draagt den eigen- aardigen naam van Centrum, in overeenstemming met de plaats waar het verschijnt en tevens herinnerend aan de groote partij in het Duitsche rijk. Het Centrum zal met 1 Mei a.s. beginnen Zaterdag 1.1. is te ’s-Gravenhage een kind in de school in de Hekkelaan bij toeval daarin achtergebleven en opgesloten. Omstreeks acht werd de kleine, die verschrikkelijk gaan gillen, door de politie bevrijd. Ze uur alleen geweest. bakend terrein blijven, ontoegankelijk voor den invloed der wetenschap, een massiven Dom ge lijk, dien men wel herstellen kan, als de tand des tijds er aan knaagt, maar die in den ouden stijl moet blijven, of zal ook deze voortdurend gelou terd worden, zöodat alle onreine bestanddeelen worden uitgezuiverd, alle vreemde inmengselen worden verwijderd en de zuivere aanbidding Gods in geest en in waarheid meer en meer worde voorbereid Zal het vrije onderzoek ook wor den toegepast op de belijdenisschriften der ker ken, op de oude oorkonden, het oude en nieuwe verbond, of zal men deze in dien zin, als Heilige Schriften beschouwen, dat zij in hun geheel als het woord Gods moeten worden geëerbiedigd Zullen de belijdenis, het Boek, de priester tus schen ons staan en tusschen onzen God of zullen wij persoonlijk den weg zoeken en hen als onze gidsen waarderen Op verschillende punten van het slagveld mo ge, nu hier dan daar, de strijd ontbranden, ’t is toch altijd één strijd, ’t geldt altijd één hoofd vraag, waarbij nu eens het verstand, dan het hart op den voorgrond treedt. In dien strijd nu zitte niemand werkeloos neer, stelle geen enkele zich buiten het gevecht, het geldt aan beide zijden de waarachtige vroomheid, het echte geloof. Aan den eenen kant is de macht van de kerk, met het bovennatuurlijke, met de waarheid die van buiten af den mensch wordt aangeboden, zooals zij gereed gemaakt is. Aan den anderen kant staat de mensch, die weet dat hij bij brood alleen niet leven kan en daarom het Bovenzinnelijke zoekt, die naar de waarheid jaagt, of hij haar grijpen moge, die in het diepst zijner ziel de stem van den Eeuwige hoort. Wat mij betreft, ik begrijp ten volle, dat zeer velen zich scharen bij hen, die meenen alles ge vonden te hebben, met blijmoedigheid echter erken ik de waarheid van de Genestet’s lied Op des Geestes breede, diepe stroomen Drijven, zwerven, zoeken, lijden wij Nachten dalen, hooge wat’ren komen En we zijn zoo rustig niet als gij Toch vooruit steeds streven wij en staren. Als Columbus, ’t hoofd omhoog gericht, Reizen we op de wentelende baren, In ’t geloof dat ginds een waereld ligt M. E. van der MEULEN. ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. De trein uit Nijmegen, die te 10.10 uur des avonds te Arnhem aankomt, kwam Zaturdag in aanraking met dien uit Utrecht, die ongeveer ter zelfder tijd het kruispunt Heijenoord passeert, doch aldaar op elkaar moeten wachten. Ofschoon het sein voor Nijmegen onveilig stond, reed deze trein door; zoodat, wat moeite de machinist van den Utrechtschen trein ook deed om vóór Nijmegen het kruispunt te passeeren, beide treinen elkaar toch aanreden en de locomotief van den Nijmeeg- schen trein met nog 5 wagens van beide treinen ontspoorden, waarbij de locomotief omviel. De materieele schade is nog al aanzienlijk, doch hoe groot de schrik der reizigers ook was, persoon lijke ongelukken van ernstigen aard hebben niet plaats gehad. Een onderzoek wordt ingesteld. De Nieuwe Brielsche Courant van 6 April is een feestnommer en geheel gewijd aan het bezoek der Transvaalsche Deputatie aan die stad. Zij bevat, behalve de beschrijving der feesten enz. ook de toespraken van de Transvaalsche heeren vooral de heer du Toit was dien dag welspre kend, toen hij Nederland vergeleek met den oud huzaren-officier van 83 jaar, den heer van der Lugt Melsert, dien hij een oud jongeling noemde. Men schrijft nader uit Brussel aan het D. v. Z. H. „Ik verneem uit officieele bron, dat tot dus ver van het Nederlandsche Hof geen bericht hoegenaamd is ontvangen omtrent het uitstel van Hunner Majesteits reis. Gij kunt deze mede* deelingen voor onbepaald juist houden.” HERVORMDE KERK IN NEDERLAND. Het komt mij voor niet van beteekenis ont bloot te zijn, om de aandacht der lezers van dit blad, op bevattelijke wijze te vestigen op het hierboven staande onderwerp. Als ik spreek van den strijd in de Hervormde Kerk, dan denk ik vooral aan dat kerkgenoot schap, ’t welk gewoonlijk aangeduid wordt, als het Gereformeerde, want daar wordt de strijd het vinnigst gestreden en als ik gewaag van „den strijd onzer dagen", dan is ’t om aan te duiden, dat ’t nu geen strijd geldt als weleer, toen de verschillende kerkgenootschappen onderling en vaak bitterlijk streden, als over doop en avond maal. Neen, ’t geldt nu een strijd, waarin Lu- therschen en Gereformeerden. Remonstranten en Doopsgezinden, aan beide zijden, in dezelfde ge lederen staan, waarin zelfs Katholieken en Pro testanten aan eene zijde, tot op zekere hoogte samengaan. Dit verschijnsel vindt zijne' verkla ring hierin, dat ’t nu ééne hoofdvraag geldt, waarbij allen belang hebben, al stellen ook niet allen er belang in, die in twee deelen zich laat splitsen, en wel, op ’t gebied des verstands, deze zal er vrij onderzoek zijn, en op ’t gebied des harten die anderezullen wij het kerkgeloof of ons eigen geloof belijden Die strijd is wel reeds sints vele eeuwen gestreden, de hervorming heeft er haar ontstaan aan te danken, maar toch nu wordt hij, hoewel Goddank! niet meer te vuur en te zwaard, nochtans met groote scherpte en niet zelden met groote bitterheid gevoerd. En dit is volkomen verklaarbaar. Zeer velen zijn inniglijk overtuigd, dat niets zoo gevaarlijk is, dan den mensch vrij te laten in zijn onderzoek naar den godsdienst dien hij belijden moet. Dat onderzoek is volgens hen opgedragen aan de daartoe van God verordineerde machten. Deze onderzoeken en stellen de slotsommen van hun onderzoek vast in de geloofsbelijdenis, die de gemeente heeft aan te nemen. Dat is voor haar een zegen. Zij heeft vaak meer dan genoeg, zoo redeneren zij, aan den strijd om het dagehjksch brood, hoe veilig en rustig, als zij aan de ziel zorgers overlaten kan, om het brood des levens voor haar te bereiden, de angsten van het klop pend geweten van haar weg te nemen, de zor gen in het stervensuur te verlichten, de poorte des Hemels te ontsluiten. In dit opzicht nu staan zeer vele Protestanten op hetzelfde stand punt als de Katholieken, vandaar dan ook, dat zij in onze dagen elkaar zoo dikwerf broederlijk de hand reiken. Dat doen de voorgangers en de schare volgt. Daartegenover staat nu eene steeds aangroeiende menigte dergenen die bewe ren, dat juist op het gebied van den godsdienst, als rakende het edelste en beste deel van ons wezen, ieder mensch zelf moet zoeken totdat hij gevonden heeft en dat een iegelijk wel zijn ge loof moet belijden, maar het geloof dat opbruist uit het eigen binnenste en verlicht wordt door den geest Gods, die in ons woont. Neen, roepen de wederpartijders, op die wijze wordt de mensch aan de bare der zee gelijk, door allerlei wind van leering her- en derwaarts bewogen. Zoo verzinkt gij ten laatste in een bodemloos subjectivisme, dat is, gij hebt geen vasten grond voor uwen voet, gij zinkt al dieper en dieper, want uw huis is op een zandgrond gebouwd. Het geloof is geen pilaar der vastig heid meer, waaraan ieder zich vasthoudt, maar ’t wordt een volkswaan van den dag en ieder subject, elk mensch schept zich zijn eigen geloof. Dat hierover de strijd vooral loopt, is in ’t laatste jaar weer nadrukkelijk gebleken, want de Synode der Hervormde Kerk, al ziet zij zel ve de beteekenis van hare daad niet in, eischt toch weer, dat bij vernieuwing, alle godsdienst leeraars en godsdienstonderwijzers zich verplich ten zullen, om de formulieren van eenigheid, d. i. de belijdenis en leer der kerk, te handhaven en onderscheiden kerkeraden verlangen dat dit door alle lidmaten zal plaats hebben. En in de laatste dagen is het klaarlijk aan het licht ge treden, in den strijd die gestreden is door den Hoogleeraar A. Kuyper en den oud-Hoogleeraar P. Harting, naar aanleiding der Planciusrede, welke de eerste gehouden heeft tot de Transvalers. ’t Is de groote vraagzal de kerk een In de Nieuwebrugsteeg te Amsterdam kregen eenige dienstmeisjes, bezig met de Zaterdagsche schoonmaak, rusie, en maakten daarbij flink ge bruik van luiwagens en andere wapens. Een der strijdenden moest een hoofdwonde in het gasthuis laten verbinden. Het sociaaldemocratische orgaan Hecht voor Allen bevestigt het gerucht, dat rechtspersoon lijkheid is geweigerd aan de sociaal-democratische Vereeniging. Het motief moet luiden: „omdat in het door de Vereeniging uitgegeven orgaan en de door haar verspreide geschriften steeds wordt aangespoord tot het plegen van handelingen, die met eene vreedzame uitoefening van de bij de Grondwet en andere wetten gewaarborgde rechten niet vereenigbaar zijn.” Uit Engeland wordt gemeld: Zaterdag te 11 uren begon de plechtigheid der bijzetting van het stoffelijk overschot van den Her tog van Albany. In processie werd de lijkbaar van de Albert-Memorial-kapel naar de St.-George- kapel gedragen door manschappen van het Schot- sche regiment, waarvan de overleden Prins kolo nel was. De rouwstoet werd begeleid door den Prins van Wallis, aan wiens zijde gingen: de Kroon prins van Duitschland en de Groothertog van Hessen, gevolgd door den Vorst van Waldeck- Pyrmont. H. M. de Koningin met de Koninklijke Prinsessen, het corps diplomatique, de Ministers en de voornaamste geestelijke en politieke per sonen wachtten den stoet in de St.-George-kapel af. Zoodra de lijkbaar in de kapel was aange komen had de lijkdienst plaats en werd het stof felijk overschot van Z. K. H. Prins Leopold, Hertog van Albany, in den Koninklijken graf kelder neergelaten. De Hertogin-weduwe van Albany woonde de treurige plechtigheid bij, maar keerde onmiddel- lijk weder in gezelschap van Princes Christian naar Claremont terug. Verder wordt medegedeeld dat aan de Her togin van Albany levenslang een weduwen-jaar- geld van 6000 pond sterling zal worden toegelegd en dat haar overleden echtgenoot haar tot uni versele erfgename heeft benoemd van zijn ver mogen, groot 20.000 pond sterling. Alle gekroonde hoofden van Europa waren bij de treurige plechtigheid vertegenwoordigd. FRANKRIJK. Te Roubaix hield het Socialisten-Congres den 3den April zijne vijfde zitting. ’t Ging er vrij onstuimig toe. De voorzitter was genoodzaakt de tusschen- komst van den commissaris van politie in te roepen, om een der sprekers, die het leger be- leedigd had, uit de zaal te zetten, en de inau van de wet dreigde toen de zitting op te heffen, indien het tumult zich zou herhalen. Dit geschied de en de commissaris van politie gaf gevolg aan zijne bedreiging. Het nieuwe rumoer was ontstaan na eene re de van „burger” Lafargue, die de hoop uitte, dat de socialistische partij op het kussen moge gera ken, en er bij voegde„Indien de Commune zich van de Fransche Bank had kunnen meester maken, zou zij met de millioenen Thiers, Gallifet en anderen hebben kunnen omkoopen, want de burgerij is veil.” Ook veroorloofde hij zich een schandelijken uitval tegen het leger, dat hij „slaafsch” noem de en als den onverzoenlijken vijand der werk lieden voorstelde. „Wij hebben toch gezien zeide hij dat onze soldaten hen beschoten, onder het Keizer rijk zoowel als tijdens de Commune.” Paula Mink sprak geruimen tijd over de „vrij making” van de vrouw. „Alleen de werkman bezit liefde voor zijn huisgezin”, riep zij der vergadering toe. „Laten wij ons bloed vergieten zeide deze dame ten slotte om dit idéé te rechtvaardigen en als menschlievend aan te toonen.” Van bloed was er verder sprake bij een inge komen adres van Belgische socialisten, die aan het Congres verzochten, eens eene flinke ader lating te doen. Denkelijk werd hierbij aan de kapitalisten, als door deze operatie aangewezen, in de eerste plaats gedacht. BELGIE. De werkstakers te Anzin hebben nog al ge weld gepleegd. Drieduizend van deze lieden hebben de uit de schachten der mijnen komende werklieden be- leedigd en aangerand. Er werden steenen geworpen en de autoriteiten en soldaten kregen kwetsuren. Er zijn nog nieuwe troepen ontboden, die alle ingangen der mijnen te Anzin zullen bewaken. Volgens sommige bladen hebben de gendarmes revolverschoten gelost en eenige werkstakers gekwetst. ITALIË. In de Kamer van Afgevaardigden verklaarde de heer Macine Zaturdag, dat het Ministerie getrouw zal blijven aan zijn programma, dat zoo wel den vrede als de veiligheid en waardigheid des lands tot grondslag heeft. De verhouding van Italië tegenover het drievoudig verbond verschilt in geen enkel opzicht van die van Oostenrijk tot Duitschland. De toenadering van Rusland tot Duitschland is een nieuw onderpand voor het be houd des vredes. De heer Singer heeft in den Berlijnschen ge meenteraad zijn voorstel voorloopig ingetrokken; maar daarentegen is een ander gewichtig punt op de agenda gezetde bespreking van den brief, waarin de opperpresident Achenbach aan den ge meenteraad verbiedt aan te dringen op vermeer dering in de parlementen. Dit was, zooals men weet, de strekking van Singers voorstel. De Raad heeft besloten, den brief des gouver neurs te laten drukken en dien, wegens zijn groote beteekenis voor het beginsel van de autonomie der gemeente, in de volgende vergadering te be spreken. De debatten over deze staatsrechtelijke quaestie worden met belangstelling tegemoet ge zien. De gemeenteraad telt een aantal in deze zaken uiterst bevoegde leden. Bolswardsclie Courant. •j. C I 0 i IN DE

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1