NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD M «WSSBABSra 1884. Drie en Twintigste Jaargang. No. 18. VOOR BUITENLAND. Algemeen Stemrecht. BINNENLAND. DONDERDAG 1 MEI. PUBLICATIE. uw BOLSWARD. een stad, ge- ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Ofschoon er nog een geruimen tijd ligt tus- schen heden, en den 4 Junij, achten we het noodig te wijzen, op iets hetwelk dien dag kan voorvallen als het kunstlievende publiek van hier en van buiten intijds hare sympathie doet blijken. In no. 16 van ons blad werd reeds een voorloopig berigt geplaatst, dat het Rotterdamsche Tooneel gezelschap, directie Willen van Zuylen, plan heeft 4 Junij alhier eene Tooneelvoorstelling te geven. Het spreekt van zelf, dat daaraan groote onkosten zijn verbonden en dat de directie minstens tien dagen te voren moet weten op welke som vermoedelijk is te rekenen. Ieder tooneelliefhebber die nu gaarne het eerste ge zelschap uit ons land alhier ziet optreden, teekene dan ook op de lijst, die in de Sociëteit „de Doele” daarvoor gereed ligtde entrée bij inteekening is zeker laag gesteld. Hoevelen reizen niet naar Sneek of Leeuwarden, als Willem van Zuylen aldaar eene voorstelling geeft, en betalen daar dikwerf nog hooger entrée, buiten de kostbare en lastige nachtreis. Welnu, dit kan nu worden voorkomen door vele inteekenaars. Welk stuk zal worden opgevoerd, daar over leze men, wat de pers er van zegt, en waarvan we hier uit Tot hen, die het algemeen stemrecht wel wil len, behooren ook wij, behoudens enkele bijzon dere gevallen. Wij zouden het stemrecht willen hebben toegekend aan alle meerderjarige Neder landers, die geen bedeeling ontvangen, geen er gerlijke misdaad hebben bedreven en dientenge volge zijn gevonnisd en in geen faillissement zijn geweest. Verder zouden de kiezers bewijzen moeten leveren eene lagere school te hebben doorloopen tot in de hoogste klasse, of een exa mentje ondergaan, dat bewijzen moest, dat ze eenigermate zijn ontwikkeld. Wij zouden geen vleeschklompen, maar menschen willen laten stemmen, geen machines voor anderen, maar personen, die zelf eenig inzicht hebben over de zaken des lands. Het geld behoeft de bazis geenszins te zijn, zooals op dit oogenblik het ge val is, doch het onverstand mag ook niet op den troon worden geplaatst. Men zou van de Scylla in den Charybdis verzeild raken. Wij zouden de wijze van stemmen ook heel anders wenschen ingericht te zien dan tegen woordig. Niemand kreeg meer een stembriefje thuis, doch alleen kennis, dat hij aan het ge meentehuis op den bepaalden dag kon verschij nen om te stemmen. Daar werd hem een biljet gegeven, dat in een afzonderlijk vertrek door hem alleen kon worden ingevuld en dan oogen- blikkelijk, zonder weer met iemand te kunnen spreken, in de bus moest worden gedaan. Deze manier van stemmen zou vrij wat eerlijker zijn dan de tegenwoordige, waarbij gevallen voorko men van ongeoorloofden invloed en onbehoorlijke machtsuitoefening op onderhoorigen. Voor den minder onafhankelijken burger is de tegenwoor dige wijze meer een plaag dan een genot, meer een dwang dan eene vrijheid. Vooral speelt in onze dagen de geestelijkheid een zeer gevaarlijke en verderfelijke rol in zake de verkiezingen. Elk rechtschapen man walgt ons kiesstelsel, zooals dat zich openbaart. Wanneer die heerschappij werd gefnuikt, elk den naam zelf op ’t billet moest schrijven, er geene gelegenheid meer bestond om overgehaald of gedwongen te worden zou zeer dikwijls de uit slag vrij wat anders uitvallen, dan onder de te genwoordige omstandigheden. De stemming mocht prins heeft kostbare wapens, paarden vazen en tapijten ten geschenke gekregen. Het gala-diner moet eveneens allerprachtigst geweest zijn. Zoo ook de woning, die door het vorstelijk echtpaar was betrokken Zij was geheel en al op zijn Europeesch ingericht, met uitzondering van de rookkamer en de receptiezaal, die op Oostersche wijze gemeubeld waren. De slaapkamer der prin ses had het uitzicht op den Bosporus, en was door een blaauw zijden gordijn in tweeën ver deeld het bed was van ebbenhout en met beeld- houwerk en gouden ornamenten versierd. De tafels, klokken, lampen en vazen waren van blauw malachiet, de gordijnen en portières van licht blauw, wit gestreept satijn. De kamer van den Kroonprins had een ameublement van palisander- hout, terwijl de kleedkamer der prinses meubels had in den stijl van Louis XV, namelijk verguld houtwerk met zittingen en leuningen van lila satijn, met Turksche dessins geborduurd. Een tapijt, uit Kaschgar afkomstig en van onschatbare waarde, waaraan de wevers tien jaren gewerkt hadden, bedekte den'grond. Eene prachtige piano en twee met parelmoer ingelegde kasten voltooi den het ameublement. Naast de kleedkamer be vond zich een ontbijt vertrek, met kostbare stoelen, daar de zittingen, met de hand geborduurd, roode bloemen op een witten grond te aanschouwen gaven. Twee geheel uit ivoor gedraaide schrijf tafels stonden tegen den muur. Aan deze kamer grensde een wintertuin met palmen, bananen en andere Oostersche planten, terwijl wit gelakte canapés en caseuses u eene gemakkelijke zitplaats aanboden. Behalve de Selamik, was ook de tocht naar de Zoete Wateren interessant. De zoete Wateren zijn voor Konstantinopel, wat het bosch voor den Haag, de Prater voor Weenen en het Bois de Boulogne voor Parijs is. Des Vrijdag’s is er het altijd het volst omdat dan ook al de dames uit den harem komen, die alleen op dien dag hare vergulde gevangenis mogen verlaten. De Zoete Wateren moeten lang niet zoo mooi zijn als de openbare parken in Europa, daar het een nauw dal is, waardoor een stoffige straatweg langs een klein riviertje is aangelegd. Des Vrijdags is het er altijd zeer vol; nu de Kroonprins en de Kroon prinses en verwacht werden, was het er nog levendiger dan gewoonlijk. Men zag er Zigeuners op de viool spelen, dandies te paard heen en weer rijden en de dames uit den harem die rijk maar bont gekleed waren en een sluier droegen, koffie drinken. Die sluiers zijn echter vrij doorzichtig, zoodat zij de bekoorlijkheid der gelaatstrekken eerder verhoogen dan verbergen. Niettegenstaande de dames door eene menigte ennucher bewaakt worden, hebben er tallooze intriges plaats en ontbreekt het niet aan allerlei coquetteriën met de heeren. Wee echter indien de ennuch er iets van bemerkt, daar zulke vrij postigheden gewoonlijk gestreng gestraft worden. De tocht naar de Zoete Wateren moet deze vrouwen voor alle bitterheden des harems troosten. Het is de eenige plaats waar zij in het publiek mogen komen, en de Vrijdag is haar eenige uit- uitgangsdag. Zij verheugen zich bij voorbaat op dien dag en haar grootste geluk is om de 4 muren van den harem voor eenige uren te mogen verlaten. Men ziet er vreemde tooneelen en ty pen, zooals negerinnen in rouwgewaad volgens de nieuwe Parijsche mode, vrouwen uit den harem die met een tiental slavinnen en een dertigtal kinderen in het gras zitten. Allen zijn vroohjk, lachen, babbelen, coquetteeren tot dat het 6 uur in den avond is. Dan moeten zij weer in hare rijtuigen stappen en naar huis rijden, dat zij niet weer voor den volgenden Vrijdag mogen verla ten. De Kroonprins bleef met zijne gemalin meer dan een uur bij de Zoete Wateren en bei den sloegen met belangstelling dit bonte en eigen aardige tooneel uit het sociale leven van Kon stantinopel gade. Osman Digma is nog steeds op de baan. Vol gens berichten uit Soeakim bevindt hij zich te Handoek, op zeven mijlen afstand van deze stad, en het is niet onmogelijk, dat hij Soeakim zal aanvallen; men verwacht dit. Kanonneerbooten worden in gereedheid gebracht om Osman te ontvangen, bij aldien hij zich mocht voorstellen zijne intrede te doen in Soeakim. Hoe staat het nu met de Conferentie Engeland’s voorstel tot het houden daarvan is gezonden aan Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Frankrijk, Italië en Turkije. Lord Granville heeft er eene memorie van toe lichting bijgevoegd over den financiëelen toestand van Egypte, welk stuk aan de uitgenoodigde Ka binetten de overtuiging moet geven van de nood zakelijkheid eener wijziging van de liquidatiewet. Bij die wet, ingevoerd in Juli 1880, is geregeld de positie der houders van Egyptische fondsen, de rentevoet bepaald en de middelen aangewezen welke in den dienst der schuld moeten voorzien en is het gebruik van het batig saldo voorge schreven, dat namelijk gebezigd moet worden om een gedeelte der schuld te amotiseeren door middel van inkoop. Uit de memorie van toelichting blijkt, dat, terwijl het cijfer der tot het vermelde doel aan gewezen inkomsten steeds de raming heeft over troffen, op de gewone begrooting van Egypte, waarop die inkomsten niet zijn uitgefrokken, te korten zijn ontstaan, die al meer en meer toe nemen. Thans verkeert Egypte, tengevolge van de zware lasten welke het drukken, in de noodza kelijkheid zich onmiddelijk 8,000,000 p.st. te ver schaffen maar de liquidatiewet belet de Egypti sche Regeering geld op te nemen, daar zij onmo gelijk een onderpand voor de leening geven kan. Op grond hierin stelt Engeland voor: 1. de schuld delging te doen vervallen of althans te schorsen, zonder aan de rentebetaling te raken, 2. de uit gaven voor het Egyptische leger te verminderen De reden, waarom Rusland niet is uitgenoodigd tot deelneming aan de conferentie, is reeds ver meld. Spanje verkeert in het zelfde gevalook deze Mogendheid heeft tot het vaststellen aan de liquidatiewet niet mede gewerkt. Maar Spanje zal van de nu aangeboden gelegenheid gebruik maken om te verzoeken ter conferentie vertegenwoordigd te worden, dewijl het rechtstreeks belang heeft bij de Suezkanaalquaestie. De Madridsche Liberal zegt, dat de Spaansche Regeering hierover druk aan het onderhandelen is met Frankrijk, Duitsch land, Oostenrijk-Hongarije en Italië. De Agence Fabre echter acht dit bericht voorbarig. SPANJE. Volgens een telegram uit Madrid zouden ver schillende officieren en onderofficieren, benevens enkele burgers, te Barcelona in hechtenis zijn ge nomen, en dat te Cordova een kapitein der gen darmerie is gearresteerd. Ook te Cadix zijn vier burgers gevangen gezet, naar aanleiding van de ontdekking van een plan, om een opstand in het leger uit te lokken. Schmiedtke, de 72jarige kamerdienaar van Keizer Wilhelm, die meer dan 50 jaren den vorst trouw ter zijde stond en hem overal volgde, in zijn veldtochten, op zijn pleizierreizen, bij zijn kroning en in zijn ziekte niet van zijn legerstede week, is overleden. Hij had verschillende Duitsche en vele vreemde orden. De Perzische diamantendief, die te Berlijn aangehouden en naar Frankfort overgebracht is, noemt zich Kurban Bey. Hij maakte er zijn werk van als handelaar juweliers te bezoeken en kostbaarheden bij hen te koopen, om terwijl hij met bankbiljetten betaalde, eenige pakjes dia manten daarmee te bedekken en ze in den zak te steken. In Julij 1882 stal hij te Breinen voor 25000 Mark. Ook te Hamburg, Maagdenburg en Frankfort pleegde hij diefstallen, in de laatste stad voor eene waarde van 10000 Mark. Hij noemde zich nu en dan ook Magnab Petra en voerde zijn handwerk somwijlen uit in vereeni- ging met zekeren Ahadour, ook een Perzisch gauwdief, die wegens zakkenrollen is gepakt en veroordeeld. De dagbladen van Havannah doen onzet tende verhalen Van de moordtooneelen, welke na de onderdrukking van den opstand op Haiti onafgebroken voortduurden. Al wie bij den op stand betrokken was geweest werd doogdgeschoten op de wreedaardigste wijze. Zij werden aan hoo rnen gebonden en dienden den soldaten tot schijf, op deze manierde soldaten begonnen met te schieten op de onderste ledematen, legden lang zamerhand hooger en hooger aan, tot zij, indien het slachtoffer nog leefde, het hoofd naderden en hierop schoten. Men schrijft uit Weenen, aan de N. H. Ct.: De Kroonprins heeft Konstantinopel verlaten hij is thans op reis naar Bukarest, en gaat van daar naar Belgrado. De sultan heeft met echt Oostersche vrijheid het vorstelijke paar onthaald, en de verhalen die men hoort over de pracht, de weelde en den rijkdom, die Abdul Hamid bij deze gelegenheid heeft ten toon gespreid, grenzen aan het fabelachtige. Zoo moet prinses Stefanie een diamanten diadeem collier en bracelet ont vangen hebben, waarvan de waarde op vele hon derdduizenden florijnen geschat wordt. De Kroon- wat omslachtiger zijn, eerlijker werd zij dan de tegenwoordige manier ons leert, en dat Was dien omslag wel waard. In den lande wordt tegenwoordig veel over algemeen stemrecht gesproken. Het is ook van zeer groot belang, dat de zaak levendig wordt gehouden. Ons tegenwoordig versleten kiesstel sel kan geen mensch meer bevallen, en wat de Staatscommissie tot Grondwetsverandering ons gegeven heeft, is niets anders dan ’t zelfde onder anderen vorm. Men heeft de zaak van de directe belasting op de huurwaarde gebracht. Men mag gerust zeggen „Lood om oud ijzer.'’ Zij, die zich de illusie hadden gemaakt, dat we nader tot het algemeen stemrecht zouden komen, hebben zich in het werk der Staatscommissie gewis jammer lijk bedrogen gevonden. Wij hebben ons artikel niet geschreven om eenige partij, welke dan ook, ergens eenig verwijt van te maken, nog minder om onze tegenwoor dige inrichting van het kiesstelsel iets ten laste te leggenwaarheidsgevoel heeft bij ons, zooals steeds voorgezeten. Wij kunnen het niet helpen, dat de staatsmachine in de practijk niet beter werkt, doch wij gevoelen ons gedrongen, die zwarte plekken aan te wijzen, die het geheel ontsieren. Deze moeten verdwijnen, hoe eerder hoe beter. Een betere toestand moet worden voorbereid. Het is thans bij de wrijving der gedachten op het gebied van wetgeving, de tijd om voor zijn gevoelen uit te komen. Menig denkbeeld wordt opgevangen, sommige hebben reeds postgevat. Moge ook ons woord een steentje aanbrengen tot betere fundementeering van het staatsgebouw. Moge het aanleiding ge ven tot meerdere beschouwingen, met dien wensch eindigen wij voor dit oogenblik. Advertentieblad Heerenveen. ENGELAND. ’t Is beslist! De Regeering heeft besloten geen expeditie naar Soedan te zenden en van dit besluit gaf zij jl. Zaterdag per draad kennis aan de Regeering te Caïro. Arme Gouverneur van Berber met uw kleine bezetting en een groot getal vluchtelingen, die onder uwe hoede bescherming zochten Arme Gordon, die, naast God, toch ook hulp van een Engelsch leger verwachtte 1 „Zoudt gij hoop op menschen bouwen, Waar men nimmer heil bij vindt?” hooren wij u zuchten, als gij uit uw droom, waar in gij de Britsche wapenen ziet naderen, ontwaakt en de naakte werkelijkheid ziet in deze woorden „uitgesteld.” Uitgesteld Maar den Gouverneur van Berber is het ver gund om terug te trekken. Hoe edelmoedig! Hij mag zich terug trekken uit heel door vijanden omgeven! Waarheen? Dat zegt de Regeering niet, maar zij weet het ook niet, daarom voegt zij er misschien bij: „als dit ten minste mogelijk is!” Mogelijk is het niet! Met dat „uitgesteld” is dus het doodvonnis ge- teekend van den Gouverneur van Berber met zijne bezetting en een paar duizend vluchtelingen, meest vrouwen en kinderen. Met dat „uitgesteld” worden zij ter slachtbank geleid, die arme weerloozen, die meenden, dat zij onder de hoede van den Gouverneur van Berber eene veilige schuilplaats zouden vinden, steunen de op de hulp van een verwacht wordend Engelsch leger. Met dat „uitgesteld” maar genoeg! Een nieuw bloedbad is te wachten en het bloed der martelaren kon hier wel eens zijn: „het zaad voor andere bloedbaden.” Treurig is het, wanneer men de geschiedenis van den jongsten tijd van Egypte nagaat! ’t Is eene geschiedenis, die verscheidene donkere bladzijden vult in het boek der geschiedenis van Engeland en men vraagt zich onwillekeurig af, hoe het mogelijk is, dat Engeland, of liever de Regeering, niettegenstaande er zooveel stemmen zijn opgegaan tegen hare houding, zich steeds op den achtergrond heeft geplaatst; zich steeds heeft bepaald met betrekkelijk defensief en nim mer offensief op te treden. Nu is het te laat. Wij weten, dat het thans onmogelijk is om een leger te zenden men moet de woestijnen van Egypte hebben betreden om hier het woord onmogelijk in zijn volle kracht te kunnen be grijpen maar dit neemt nooit weg, dat on middelijk na de bloedige slagen van El-Tep en Tamaniep het wel mogelijk geweest was, om eene expeditie te zenden naar Berber en Khartoem. En ware dat toen geschied, dan zou thans niet geheel de wereld Engeland verwijten, dat het zijn plicht heeft verzuimd, dat het, toen het zich een maal met de Egyptische kwestie had ingelaten, niet heeft gedaan wat het had behooren te doen, wat het had moeten doen: om de fanatieke vol gelingen van den Madhi onschadelijk te maken en' om zoo de rust en vrede in het uitgestrekte Soedan te herstellen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van WONSERADEEL, ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7 regela. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Bolswardsche Courant, Gelet op de Resolutie van den heer Commissaris des Konings dezer Provincie van den 10 April 1884 No. 430 (Provinciaal Blad no. 30.) Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen lo. dat de uitreiking der biljetten en declaratoiren voor de beschrijving van de Personele Belasting en het Patentrecht over het dienstjaar 1884/5 zal aanvangen in de maand Mei dezes jaars, op den eersten dag na den voor deze Gemeente bepaal den verhuistijd, en dat met de wederinzameling daarvan acht dagen daarna een begin zal worden gemaakt 2o. dat evenwel hiervan zijn uitgezonderd de Patentplichti- geu, vermeld onder Nos 37-40 van tab. 14 der wet van 21 Mei 1819 (Staatsblad No. 34), zijnde Slijters in Wijnen, Dranken en Likeuren in ’t klein, Tappers, Kroeghouders en Koffiehuis houders, als aan welken door of vanwege de Ontvangers, zoo- dra mogelijk na den ingang van het dienstjaar en zonder de gewone beschrijving af te wachten een declaratoir zal worden bezorgd, hetwelk na verloop van drie dagen van hen weder zal worden afgehaald; 3o. dat diegenen, welke bij het aanbieden of bezorgen der biljetten of verklaringen of ook b(j het terughalen daarvan moch ten zijn voorbijgegaan of overgeslagen, zich in geen geval op zoodanig verzuim mogen beroepen, maar integendeel gehouden zijn, de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen vóór of uiterlijk op den 31 sten Mei e.k. in te dienen ten kantore der Ontvangers, alwaar de biljetten ter invulling steeds verkrijg baar zullen zijn; 4o. dat de Patentplichtigen van de tabellen 7 en 16 (zijnde de Kramers, Vreemde Kooplieden en Schippers of directie voe rende van Vaar tuig en), iMvr&Qte de Debit anten van Loterijbrief jes, voor zooveel deze hun beroep niet beginnuen aan te vangen, ter bekoming van hun Patent aangifte behooren te doeu ter gemeente-secretarie, vóór de Expiratie van den termijn voor de ophaling der gewone declaratoiren van Patent bepaald 5o. dat voor de Sub 4o. gemelde Patentplichtigen, op ver toon der Kwitantie van de betaalde, rechten, dadelijk de patenten verkrijgbaar zullen zijn, wrordende de Patentplichtigen, ver meld onder Nos. 37-40 van tab. 14, bij deze tevens opmerk zaam gemaakt, dat het patent overeenkomstig art. 2 der wet van 24 April 1843, No 26, niet aan hen mag worden afgegeveu dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar hebben betaald, en het verschuldigde van het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, terwijl zij bovendien, wanneer zij in gebreke blijven de patenten af te halen, telken reize, dat zij het vereischte patent of afschrift van dien aan de bevoegde ambtenaren niet kunnen vertoonen, volgeus art. 32, par. 1 der wet van 21 Mei 1819, vervallen in eene boete van f 15.00; 6o. dat ingevolge art. 29, par. 2 der wet van den 29sten Maart 1833 (Staatsblad No. 4) tot tegenschatters dezer Gemeente zijn benoemd 1 Enne Feenstra te Makkum, 2 Jelle H. Kroon te Kims- werd, 3 Auke M. Aukema te Burgwerd en 4 Auke Posthumus te Tjerk werd. Voorts worden de ingezetenen indachtig gemaakt, ten eersten: op de wijzigingen welke een der vrijstellingen van vrouwelijke bedienden, bij art. 5 der wet van 9 April 1869 (Staatsblad No. 59) heeft ondergaan, en ten andere op die, welke in de twee eerste paragrafen van art. 27 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4) bij art. der zelfde wet van 1869 zijn ge bracht, zoomede op hunue verplichting om bij hunne bezwaar schriften, ingevolge art. 1 der wet van 4 April 1870 (Staatsblad No. 49), over te leggen een duplicaat van hun aanslagbiljet, dat, tegen betaling van 5 cent, bij den Outvanger verkrijgbaar is. Witmarsum, den 19 April 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Secretaris, E. JANSEN.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1