NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 4H.SWAR& EN. WONSERADZEL 1884. Drie en Twintigste Jaargang. No. 19. DONDERDAG 8 MEI. VOOR BUITENLAND. BINNENLAND. Mr. M. C. L. LOTSIJ ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. I ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ENGELAND-EGYPTE. Waar zal de conferentie gehouden worden, te Constantinopel of te Londen? ’t Is eene vraag, die nog niet met zekerheid kan beantwoord worden. De Porte zou zeker gaarne hebben dat de Ooster- sche kwestie ook in het Oosten werd behandeld maar het is zeer onwaarschijnlijk, dat dit zal geschieden. Londen schijnt wel de aangewezen plaats er voor. Omtrent de plaats waar, zal wel weinig verschil bestaan, maar nog altijd blijft de vraag aan de orde Zal alleen de finantieele of ook de poli tieke kwestie behandeld worden Men weet dat Frankrijk dit laatste ook op de agenda wenscht te plaatsen en van het al of niet inwilligen van Frankrijk’s wensch hangt misschien af of de voorgenomen conferentie wel plaats zal hebben. De mogendheden toch, die voorloopig de uit- noodiging aannamen, stellen hun definitief ant woord uit, totdat Frankrijk en Engeland het eens zijn over de te behandelen punten. Turkije, zooals wij weten, stelde de voorwaarde, dat de souvereiniteit van den Sultan over Egypte niet ter sprake zou worden gebracht, maar naar het schijnt zal deze voor waarde geen bezwaar tegen het houden der Conferentie opleveren. Zaturdag werd in een winkel in de nabij heid van het Strand een kist ontdekt, die onge veer twaalf pond dynamiet bevatte, zoo luidde een telegram. Bij nader onderzoek is echter ge bleken, dat de ontdekker door een flink vergroot glas had gekeken bij het onderzoek der kist, want zij bevatte slechts eenige patronen bestemd voor kinderpistolen en geweren. Twee jongentjes, op weg naar school te Nieuw- Appelscha, vielen door den harden wind voort gestuwd in de vaart. De eene wist zich aan een paal te grijpen, doch ’t jongentje J. Kuipers viel meer midden in. Alle Leertouwer, hun achtjarig kameraadje, ziende in welk een neteligen toestand zijn makker verkeert, kruipt dadelijk op een paal, zoover dat hij aan den drenkeling de hand kan reiken en trekt hem zoo bedaard naar den oever. Dit is reeds de tweede maal, dat die fiksche jon gen een makker uit ’t water redt. Twee arbeiders, vader en zoon, uit Waddings- veen, werden 11. Woensdag door den kantonrech ter te Gouda veroordeeld ieder tot eene boete van tien cent of subsidiaire gevangenisstraf van één dag, omdat zij op Zondag in hunnen tuin, ge legen aan den openbaren weg, hadden gewerkt. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie had tegen ieder der beklaagden vijftig cent boete geëischt wegens de door hen begane overtreding van de Zondagswet. Van den bovensten steiger der voor het waaggebouw te Alkmaar opgerichte stelling viel Zaterdagochtend j.l. een zware balk. Hij trof twee personen, den waagmeester B en den koop man 8. De laatste, een oppassend man en va der, was oogenblikkelijk een lijk. De toestand perts, een afdruk van eene knie met zoo’n broek was achtergelaten. Die Mme Vanhuis was tij dens den moord concierge van het huis, waar de vermoedelijke moordenaar, dien zij Isam neemt, eene kamer had. Hij moet sprekend op Léon Peltzer gelijken. Van Mme Vanhuis zou de moordenaar het beruchte gele koffertje geleend hebben. Wij zullen alle beschouwingen van den cor respondent niet tneedeelen; het is waarschijnlijk, dat de onthullingen van Mme Vanhuis weldra blijken niets te beteekenen, hoe gewichtig ze ook klinken. Het is zelfs mogelijk, dat de man, dien zij nu Isam noemt (een doorzichtig pseudoniem voor een Brusselaar), wel degelijk Léon Peltzer geweest is. Het wordt ook niet opgehelderd al neemt men aan, dat een derde Bernays ver moordde, waarom anders dan aan Armand’s positie tegenover het gezin van Bernays een einde te maken de laatste moest uit den weg geruimd worden, en waarom Léon den naam van den dader zou hebben verzwegen. De gemeenteraad van Hansen, een dorp in Nassau district Friedberg, heeft onlangs, bij het opmaken der begrooting, als maatregel van be zuiniging, den post geschraptbezoldiging van den nachtwacht en tevens de verordening vast gesteld, dat ieder ingezeten bij toerbeurt die be trekking zal waarnemen. Tegen den avond werd de omroeper rondgezonden met het bekken, die den naam verkondigde van dengene, wien de ver- eerende taak was opgedragen gedurende den eerst- volgenden nacht voor de rust en veiligheid zijner mede-ingezetenen te waken. Tot voor weinige dagen was alles goedgegaan, dat wil zeggen, van den kant der gemeentenaren was geen verzet gedaan: wien het niet aanstond het zwaard om te gorden en den toethoren ter hand te nemen het nachtelijk uur te verkondi gen, was stil thuis gebleven, waarop de volgende toer door den burgemeester met meer discretie dan vroeger werd geregeld. Dezer dagen nam de zaak een andere wending. De opgeroepene verklaarde, dat hij niet gezind was zich aan de verordening te onderwerpen en diende bij de rechtbank te Friedberg een aan klacht in tegen den burgemeester, wegens over treding zijner bevoegdheid. De „honoratiores” van het dorp zien met groote belangstelling den uitslag van het rechtsgeding te gemoet. Op 81jarigen leeftijd overleed de Keizerin Marie Anna, weduwe van den in 1875 gestorven ex-keizer Ferdinand I van Oostenrijk. Munkaczy, de beroemde schilder, wordt met een zonderling proces bedreigd. Hij kocht jaren geleden bij den behanger en meubelmaker Sequin een ameublement van 15,000 fr., en beloofde een schilderij in betaling te geven. Sequin wachtte langen tijd geduldig, en toen hij nu eindelijk die betaling vroeg, gaf de kunstenaar hem een onafgewerkt stuk, niet meer dan een schets. De schilder achtte die wel 15,000 fr. waard, maar Sequin is niet tevreden en hij heeft nu een rechtsvervolging tegen Munkaczij ingesteld, om hem door een rechterlijk vonnis te dwingen zijn schilderij af te werken. van den eerste is minder zorgwekkend. Men bericht aan het D. v. N. uit den Haag dat tegen den uitgever van het Sociaal-democra- tisch Weekblad Recht voor Allen bij de Justitie eene klacht is ingediend, op grond van het in dat weekblad opgenomen vers „De Wevers” (eene vertaling van Heine), waarin de woorden voorkomen „Vervloekt zij de Koning, de Koning der rijken!” De aanklacht luidt, dat de uitgevers boosaar- diglijk en openbaar zou hebben aangerand de waardigheid en het gezag des Konings en gesmaad den persoon des Konings. Te Wageningen vertoonen zich reeds vele meikevers. RADICALE PARTIJ. Nu en dan treedt bovengenoemde advocaat op als schrijver en als hij het doet heeft hij telkens wat te zeggen. Zoo verscheen dezer dagen van hem een geschrift, getiteldHet Algemeen Stem recht, geen recht, maar een eisch van het Neder- landsche volk. Op geestige en veelzins ware wijze teekent hij den toestand der verschillende partijen. Ik laat hem eenige oogenblikken aan het woord. „Op dit oogenblik, zoo schrijft hij, is er on tegenzeggelijk in ons land nog veel energie, nog veel bewijs van kracht; maar die moet niet ge zocht worden bij de regeerende partij. Zeer geestig zei de Amsterdammer van 14 Maart, dat de ener gie en werkzaamheid der Tweede Kamer (dat is natuurlijk van de liberale meerderheid) beschouwd moet worden uit het oogpunt dat zij ernstig zoekt naar het perpetuum immobile! En niet minder scherp sprak de heer Keuchenius onlangs van de liberale slaapmutsen. Het kan ook niet anders. Voldaanheid en energie sluiten elkaar radikaal uit. Zonder in volstrekten zin te willen spréken, is het toch zeker, dat over het algemeen, d. i. bij meer of min groote groepen van menschen déar de meeste energie getoond wordt, waar nog eigen belangen te bevredigen zijn. Het belang van de tegenwoordige regeerende partij kan al leen worden geschaad, vandaar haar weerstand tegen radicale hervormingen. „Oogenschijnlijk hebben twee partijen in ons land de gewenschte energie, namelijk de kerke lijke en de geavanceerde, consequent-liberale of radicale partij. Inderdaad echter bestaat zij al leen bij de laatste. Immers de energie van de eerste openbaart zich bijna uitsluitend in het aanvallen en dus tegenhouden van liberale of ra dicale theoriën. Afgescheiden nog van de on mogelijkheid van innige samenwerking tusschen de beide onderdeelen der kerkelijke partij, is het, geloof ik, voor iedereen duidelijk, dat de protestantsch-kerkelijke partij, kwam zij aan het bewind, bepaald verlegen zou zitten met haar figuur. Buiten het gebied van de school zou zij zich wel wachten een anti-revolutionairen stem pel op onze staatsinstellingen te drukken. Ik voor mij acht de partij van de gereformeerden in ons land, als regeeringspartij, niet slechts onge- wenscht maar, in onze dagen, uit zich zelve on mogelijk. De berg in de fabel baarde ten minste nog een muisje; de gezwollen toestand die hier de blijde verwachting te voorschijn roept, is dunkt mij niets als wind; hoogst waarschijnlijk zou de vivisectie (ontleding in levenden lijve) bewijzen, dat de vruchtbaarheid der partij een illusie is geweest. Aan zoo’n onvruchtbaarheid mag de Nederlandsche maagd in geen geval worden ge koppeld. Blijft dus over de geavanceerd-of con sequent- of herboren liberale partij. Van de so cialistische zwijg ik, omdat het mij nog niet ge lukt is er achter te komen wat zij eigenlijk wil, dan den rijke armer en zich zei ven rijker maken. Op zich zelf is dit een hoogst geoorloofd levensdoel dat de herboren partij stellig ook zal najagen maar langs een heel anderen weg. De socialisten vinden het blijkbaar te lastig eenigen weg, welken ook, te begaan, en doen liever een tijgersprong op het vermogen van een ander. Niet alzoo de nieuwe liberale partij. Volko men bewust en met energie streeft zij naar de verwezenlijking van een afgerond en duidelijk program. Zij is de eenige partij in den lande, die, werd haar eens voor dertig jaren de gelegenheid daartoe geschonken, op onze staatsinstellingen een nieuwen eigenaardigen stempel zou drukken, zooals dat van Thorbecke staat op onze tegen woordige. De stempel van de Kerkelijken is lang versleten, en als zij geroepen werden de volgende dertig jaren onze staatsinstellingen te stempelen, dan zou ik vreezen dat die er uit zou zien als de brief van een bedelaar of keu kenmeid, die, bij gebrek aan cachet, eenvoudig den duim op het lak had gedrukt. Met zoo’n stempel vragen de kerkelijken de Nederlandsche maagd ten huwelijk? Wat dunkt U, heeft het volkomen in den vorm gedaan aanzoek van den krachtvollen, met vaste beginselen en doeleinden begaafden jongeling, niet meer aanspraak op inwilliging Zeker, de radicalen missen het deftig vervelende of vervelend deftige van de li beralen, maar daarvoor hebben zij gloedhun ideën zijn niet zoo van alle kanten bekeken, maar daarvoor hebben zij ziel, zij derven het profes sorale redeneervermogen, maar daarvoor hebben zij werkdadige vruchtbaar makende energie". Zoover de niets te lange aanhaling. Mij dunkt, ieder in wiens hoofd nog eenige energie is, in wiens aderen nog eenig warm bloed stroomt, ver langt te behooten tot did jonge radicale partij vol gloed, vol ziel, vol energie, die de slaapmut sen wakker schudden zal en de kerkelijken met nieuw leven bezielen. Wij wachten dan ook, met volle erkenning, dat op onze tegenwoordige liberalen niet te roemen valt, met verlangen op het „afgerond en duidelijk program.” Noch dat van Dr. Kuyper, noch dat van Dr. Schaepman mag zich verheugen in algemeene sympathie. Moge het nieuwe aan veler verlangen bevrediging geven en blijken in staat te zijn een bron te worden van nationale kracht, want waarlijk, wij hebben behoefte aan nieuwe levensstroomen. Voor ’t oogenblik bestaat het program van Mr. Lotsij in dit geschrift, uit een negatieven wensch en een positieven eisch. De eerste is, dat Art. 194 (het onderwijs een voorwerp van staatszorg) uit de grondwet verdwijne en bij or ganieke wet geregeld worde. Niet, omdat hij tegen staatsonderwijs is, integendeel „hij meent, dat de liberale partij in Nederland met hand en tand moet vastklemmen aan de openbare neutrale school, en zelfs voortdurend moet trachten, door het onderwijs gratis te stellen enz., het groote, waarlijk edele doel van de staatsschool en den modernen staat steeds beter te bereiken”, maar, zoo laat hij zich verder hooren, „dit alles belet niet, dat Art. 194 der grondwet verdwijnen moet. De strijd is te fel geworden, en het zou gevaar lijk voor de algemeene rust kunnen worden, in dien de constitutie niet buiten debat kon blijven en daarin een zoo gehate bepaling bleef opgeno men. De bekende leus „tot geen prijs loslaten” zou ik dus tot de zaak beperkt, niet aan de wetsbepaling verbonden willen zien. Het verbaast mij dit te lezen, terwijl hij tegelijkertijd schrijft „In vollen ernst meen ik, dat de zoogenaamde gemoedsbezwaren moeten behandeld worden, als het gehuil van kinderen. Die in een staat meer vraagt dan de volstrekte vrijheid om te zeggen en te schrijven, wat hij meent, en met alle fat soenlijke middelen propaganda te maken voor die meeningen, zoodat hij de hoop mag hebben den staat eens van die meeningen doortrokken te zien, stelt den belachelijken eisch, dat de staat niet zich-zelf zal zijn, maar naar zijn pijpen dansen zal.” Ik kan in dezen dan ook niet met hem meegaan. De staat moet zich-zelf blijven, mag zijn karakter in dit opzicht niet verlooche nen en -moet dat in de grondwet uitspreken, gelijk dan ook de commissie voor grondwetsher ziening heeft geadviseerd. Wil men, als Dr. Spruyt e. a. „de openbare school alleen als aan vulling der bijzondere”, dan verandert de zaak, doch wil men het staatsonderwijs blijven hand haven, dan geeft het der tegenpartij niets of men naar de letter een artikel schrapt in de Grond wet, om de zaak zelve te behouden. Wat zijn eisch betreft, die nog geen recht is, ik heb in het afgetrokkene niets tegen uitbreiding van kiesbevoegdheid, zelfs niet tegen algemeen stemrecht, met de onvermijdelijke beperkingen. De stemmingen zullen er niet slechter door wor den en de gekozenen zullen ook niet van minder gehalte zijn dan tegenwoordig. Maar ik kan niet inzien dat uit een nieuwen kiezersstroom, een nieuwe levensstroom zal komen. Ik zou zeggen, als Nederland op zoo gemakkelijke manier te redden is, als op zulke wijze nieuwe levenskracht kan aangevoerd worden, laten we ons toch haas ten, om eenige honderd duizende kiezers te schep pen. Aan de stembus zal dan het geboorteuur slaan der nieuwe toekomst, de slaapmutsen gaan af, de oogen gaan open en Neerland herleeft. Wie zal zich niet verblijden Doch ik vrees dat het blijken zal dat wij meer in de diepten zullen moeten zoeken, om nieuwe levenskiemen te vinden, en dat nog andere barensweeën de nieuwe geboorte zullen moeten voorafgaan. Doch daarover te spreken, ligt nu niet in mijn plan. Wat mij aangaat men neme met algemeen stem recht een proef. M. E. VAN DER MEULEN. RUMELIE. In afwachting van de dingen die komen zullen heeft Aleko-pacha Philippopel verlaten en denkt te Constantinopel te blijven, totdat de onderhan- delingen over de benoeming van een nieuwen gouverneur-generaal van Oost-Rumelie zijn afge- loopen; de Porte heeft hem daartoe, op zijn ver zoek, verlof verleend. Het is intusschen zeer onwaarschijnlijk, dat hij zal terugkeeren als gouverneur, want de secretaris generaal Chrestovics, die het bestuur thans, ad interem, waarneemt, is een warm aanhanger van Rusland en deze zal waarschijnlijk definitief wor den benoemd tot deze hooge betrekking. DUITSCHLAND. Keizer Wilhelm moet de Pruissische Regeering hebben gemachtigd, bij den Duitschen Bondsraad een wetsontwerp tegen het misbruik van ontplof bare stoffen in te dienen. Men kan dus aan nemen dat het vraagstuk binnen zeer korten tijd officieel den Bondsraad zal bezig houdenonge twijfeld heeft dit ontwerp ook invloed op het lot van de socialistenwet. De kansen voor en tegen dit ontwerp worden door regeerings-partij en liberalen gewogen. De Regeering beschikt over de 52 stemmen der Duit- sche Conservatieve, de 24 der Rijkspartij en de 45 der Nationaal-liberale, dus over 121 stemmen. Volstrekte tegenstanders der wet zijn de kleine groepen Volkspartij 9, Sociaal-democratie 13, El- sassers 15, Polen 18 terwijl van de Vrijzinnige partij althans op 80tegenstemmers wordt gerekend. Omtrent 20 leden der laatstgenoemde partij bestaat twijfel; van de „wilden” zijn 8 tegen, 5 vermoe delijk voorde wet. De Centrumpartij, welke over 106 stemmen beschikt, geeft dus in ieder geval den doorslag, daar de kansen zonder haar onge veer gelijk staan. Men zal zich nog eenige dagen met gissingen kunnen bezig houden. De beraadslagingen in het Lagerhuis voor de wet betreffende den invoer van vee in Enge land zijn verleden Zaturdag ten einde gebracht, zonder dat het ontwerp verder gewijzigd werd. De heer Paul Krüger heeft te Lissabon j.l. Vrijdag, toen de deputatie de gast was van het bestuur van het Aardrijkskundig genootschap, in zeer vleiende bewoordingen verklaard, dat de Transvaal de Portugeezen beschouwt als hare oudste en meest getrouwe vrienden sedert den tijd dat de Boeren om vrije mannen te worden emigreerden. Een spotvogel zei, dat Krüger tot bevestiging van dat„oudste en meest getrouwe vrienden” zou gezegd hebben „Ik ni loop met stroopkwast ni, heusch ni Te Madrid is een luitenant-kolonel gearres teerd; te Cadix eenige militairen en burgers, terwijl te Bojar in Estramadura oproerige procla maties zijn aangeplakt. De bende opstandelingen in de provincie Ge- rona is verslagen en naar Frankrijk gevlucht. Nu de Engelsche Regeering wil, dat Gordon zijne taak op kwaker-manier zal volbrengen, en geen schot zal lossen op de opstandelingen, die hem bedreigen, stelt de Pall Mall Gazette voor een „Gordon National Defence Fund” op te rich ten, om den Generaal in staat te stellen, troepen aan te werven, waarmede hij zich verdedigen kan. Tusschen Barcelona en de Fransche grens heeft men hetzelfde willen beproeven, wat te Al- cadia gelukt is. Eene spoorwegbrug is afgesne den en de telegraafpalen omvergehaald; alleen de omzichtigheid van de machinisten hebben de treinen belet in het water te storten. De expres- trein Barcelona-Perpignan, de verbinding tusschen Madrid en Parijs was het eerst aan de beurt geweest. Men meldt, dat in het Pruissische land stadje Nieuwkerk bij Geldern op verscheidene stallen de longziekte onder het rundvee is uit gebroken. Het stelsel van afmaking schijnt al daar niet te worden toegepast. Het gestorven vee wordt van de huid ontdaan en deze in den handel gebracht. De National Beige komt de vreemde ge ruchten verdedigen, die reeds eenige dagen ge leden verspreid zijn omtrent de zaak Bernays- Peltzer. Het gerucht wil, dat Léon Peltzer niet de dader zou zijn van den moord op Bernays gepleegd, dat Léon daaraan wel, maar Armand Peltzer daaraan niet medeplichtig is geweest. De National Beige neemt namelijk uit een klein weekblad L'Hotel de Ville over, dat de redac teur van dit blaadje reeds voorden aanvang van het proces de justitie heeft aangeboden den waren schuldige bij monde van geloofwaardige getuigen en door middel van overtuigende bewijsstukken aan te duiden, en dat die redacteur nu reeds twee jaar lang herhaalt: „Dat do justitie mij in verhoor neme of vervolge” maar dat de justitie tot nog toe zich niet stoorde aan dien eisch. De Brusselsche correspondent van de N. R. Ct. heeft den heer Hansoul, redacteur van L'Hotel de Ville, de bedoelde hoofdgetuige, die Mme Van huis genoemd wordt, bezocht en daar gezien een grijze broek van dik geribde stof, die op de lin kerknie en onderaan de broekpijp nog vrij dui delijke bloedsporen draagt. Men herinnert zich misschien, dat er op het tapijt een gestolde bloed plas gevonden werd, waarin volgens een der ex- I J Bolswardsche Courant EN DE 1 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1