NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
EN WONSERADEEE
4
1884.
Drie en Twintigste Jaargang.
No. 33,
VOOR
BUITENLAND.
g DONDERDAG 14 AUGUSTUS.
I
1
Jj
DONDERDAG 14 AUGUSTUS.
BINNENLAND.
Spinnewebben.
P. van de Velde Mz.
-
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
-
I
en nog eens webben zien en zelfs in zeer on
schuldige zaken valstrikken willen vinden.
Wie altijd ’t gevaar vermijdt, zal zeker weinig
ongelukken hebben, hij zal ook nooit de man in
den waren zin des woords wordenzijne over-
groote bedachtzaamheid zal hem steeds beletten,
om ferme, doortastende maatregelen te nemen en
ver zal hij ’t nooit brengen in de wereld. Juist
degene, die de grootte van ’t gevaar kennen en
erkennen, zullen de juiste, doelmatige maatrege
len weten aan te wenden en hunne te bedacht
zame natuurgenooten voorbij streven.
We willen dus aan den eenen kant vol be
wondering het zoo kunstig, zoo fijn gewevene
web beschouwenvooral wanneer de eerste
zonnestralen hef beschijnen en de avonddauw
daarover een waas had uitgespreid, dat door die
stralen als wordt opgeheven, maar daarbij ook
een oog hebben voor de spin zelve, die op den
loer ligt, om hen die er in vliegen, tot haar prooi
te maken en ze zoo zelden laat ontsnappen, en
daaruit voor ons eene nuttige les trekken, ’t Boek
der natuur ligt voor ieder ter lezing, maar niet
allen maken van die goedkoope gelegenheid ge
bruik.
Doetinchem.
Belgie. Tegen de verwachting zijn Zondag de
volksmanifestatiën te Brussel zonder verstoring der
orde afgeloopen, dank zij de doeltreffende maat
regelen, door den burgemeester Buis getroffen.
Iedere optocht zou een verschillenden weg vol
gen; het noordelijk deel der hoofdstad was den
liberalen, het zuidelijk deel den clericalen aange
wezen. Bovendien was het aan beide optochten
verboden om het stadshuisplein te betreden, ten
einde aldaar alle botsing te voorkomen en elke
schijn van medewerking van het gemeentebe
stuur te voorkomen. Uit dien hoofde mocht de
heer Paul Janson dan ook niet van het balcon
van het stadshuis het woord tot het volk voeren,
maar moest hij dit doen op het Beursplein en
van het balcon van het Hotel Continental.
Voor het geven van een overzicht van beide
manifestation kunnen wij niet beter doen dan de
telegrammen mede te deelen, die daaromtrent
zijn overgeseind. Deze telegrammen houden dan
in, dat de optocht der liberalen te IP/4 uur
Zondagmorgen onder geleide eener sterke politie
macht is op weg gegaan. Er heerschte eene
volkomen orde. Er werden vele strooibiljetten
verspreid, inhoudende den eisch tot verwerping
der voorgestelde schoolwet en tot ontbinding der
Kamer van afgevaardigden, welke eisch werd
gedaan met beroep op de troonrede van 1884.
Er heerschte eene groote levendigheid bij de
talrijke volksmenigte. In de voornaamste stra
ten was de burgerwacht met eene groote politie
macht op de been.
Te 11 ure 40 min. heeft de stoet, met zijne
vele muziekkorpsen, voor het Beursgebouw halt
gehouden. De heer Janson hield eene toespraak,
waarin hij, onder herinnering aan de troonrede
van 1878, heftig op het ministerie en de ont-
werp-schoolwet aanviel, en voorstelde een besluit
te nemen, waarin wordt aangedrongen op ver
werping van dat ontwerp en ontbinding der Ka
mer. Rondom bet Beursgebouw stond eene ge
ducht opeengedrongen menigte.
Te 12 ure verkreeg de manifestatie meer en
meer een geducht aanzien, maar er heerschte
eene volmaakte orde.
Toen te 12 uur 20 m. de optocht bij de depar
tementen van algemeen bestuur kwam, werden
de kreten aangeheven„Ontslag 1 Leve de
Koning 1” Het adres, een protest inhoudende,
werd door Janson aan de Kamers aangeboden.
Eenig gesis werd gehoord. De liberale mani
festatie was te 1 uur 20 min. geëindigd. Er
heerschte volkomen orde.
De optocht der Indépendenten was vrij talrijk en
heeft zich op weg begeven te 10% uur. Overal
was eene groote toevloed van menschen. Er
had geen enkel incident plaats. In de Rue
St. Jean was er een oogenblik wat opschudding,
die echter spoedig bedaard was. Voor het Mi
nisterie van justitie werd eene toespraak gericht
tot Woeste, die zich met zijn gezin op het balkon
bevond. Woeste bedankte. Aan de Kamers werd
een adres overhandigd. De manifestatie is in
goede orde afgeloopen.
De burgemeester had doen afkondigen, dat zoo-
dra de beide manifestatiën waren afgeloopen, er
zich geene manifesteerende groepen meer op straat
mogten bewegen.
Hieraan is gevolg gegeven. Ook verder op den
dag is de orde geen oogenblik gestoord. Belgie
heeft een mooi voorbeeld gegeven.
De volgende telegrammen worden nog me
degedeeld
Brussel, 9 Aug., 10 uur des avonds.
Er heerscht een algemeene opgewondenheid,
maar geen enkel ernstig incident doet zich voor.
Aan eenig geschreeuw is door de politie een
einde gemaakt. Vier personen, die deel uitmaak
ten van de troep der Independenten, zijn gevat;
twee van hen waren gewapend. In alle knoops
gaten ziet men korenbloemen en cocardes. Rij
tuigen, met de blauwe vlag versierd, doorkruisen
de straten. De liberale burgerwacht zingt het
„De profundis” over van de Peereboom, alsmede
het Geuzenlied.
Brussel, 10 Aug. De stad is zeer opgewon
den. Nergens is de orde verstoord, behalve door
kleine onbeteekenende botsingen.
Te Luik heeft mede de groote liberale mani
festatie plaats gehad.
Engeland. Reeds meermalen is er op ge
wezen dat de verhouding tusschen Engeland en
Duitschland niet van de hartelijkste was in den
laatsten tijd. De behandeling, die het voorstel
van graaf Münster in de Conferentie omtrent
het gezondheidswezen in Egypte van lord Gran
ville ondervond, en de verklaring van het En-
gelsche Gouvernement, dat het wel de bescher
ming van Duitschland erkent over de Duitsche
nederzetting in Angra Pequena, maar niet over
de in de baai liggende eilanden, hebben bij de
Duitsche Regeering heel wat verkoeling doen
ontstaan. De Kölnische Zeitung maakt zich tot
tolk van dezen min vriendschappelijken geest en
noemde de houding van Engeland klein en on
waardig.
Het conservatieve Engelsche blad de Stan
dard vat hierop vuur en laat zich op de volgen
de, lang niet malsche wijze uit: „Wij willen het
ons niet aantrekken, dat de kanselier verstoord
is, en zullen niet aarzelen graaf Münster onder
het oog te brengen, dat Duitschland niet de eenige
mogendheid in Europa is en wij weinig waarde
hechten aan het oordeel van de uit Varzin be
taalde pers. Duitschland’s vriendschap is voor
Engeland niet onmisbaar, maar het is nog zoo
lang niet geleden dat Engelands vriendschap zoo
volstrekt onmisbaar was voor Duitschland, dat
zonder haar, Elzas en Lotharingen nog Fransch
grondgebied zoude zijn. Het is nauwelijks te
veel gezegd, dut zonder onze vriendschap Elzas
en Lotharingen wel eens weder Fransch zouden
kunnen worden. Wij zijn in sommige zaken
voor alles Engelschen en eerst dan lid eener
staatkundige partij. Wij keeren onze wang niet
toe aan dengenen die ons slaat. Wij beantwoor
den onvriendelijkheid met onvriendelijkheid en
slagen met slagen, van welken kant zij ook mogen
komen.”
Een toon als van de Standard is zeker niet
geschikt om de geschokte gemoederen tot bedaren
te brengen, maar gelukkig behoort het blad niet
tot de regeerende partij in Engeland. Bladen
van deze richting als de Times en de Pali Mali
laten zich veel kalmer uit. Het eerste blad meent,
dat de kleine wolkjes, die zich hebben voorge
daan, geen schaduw zullen werpen op de vooruit
zichten van het behoud van den Europeeschen
vrede, terwijl de Pall Mall meent, dat von Bis
marck geen twist met Engeland zal willen zoeken
om Frankrijk te believen of Engeland te belet
ten zich in Egypte van zijne zaak te kwijten.
Ook Oostenrijk heeft zich, evenals Duitsch
land, tot Engeland gewend met de vraag, wan
neer de schadevergoeding, door zijne ingezetenen
geleden tengevolge van het bombardement van
Alexanderië, kan worden verwacht.
Egypte. Men meldt uit Carïo, dat de Nijl
buitengewoon wast. Dit geeft niet alleen bezorgd
heid voor den oogst, maar ook met het oog op
het ontzet van Khartoem en de veiligheid van
generaal Gordon.
Te Marseille, waar het aantal sterfgevallen
ten gevolge der cholera geslonken was tot om
streeks vijf a zes per dag, is het cijfer der dooden
weer toegenomen. Van den 8sten wordt gemeld,
dat er in de laatste 24 uren 20 personen aan die
ziekte waren overleden. De oorzaak dier ver
meerdering moet toegeschreven worden aan den
terugk eer van velen die de stad ontvlucht waren.
Zij telden onder de 20 hier genoemde sterfgeval
len niet minder dan tien der hunnen. Het schijnt
dat de terugkeerenden vatbaarder zijn om aan
getast te worden, dan zij die in de stad zijn ge
bleven en er lucht en het water zijn blijven in
ademen en drinken. Ook heeft de meerdere zor
geloosheid, die onder de bevolking is ontstaan
ten gevolge van het afnemen der ziekte, zeker
bijgedragen tot het verhoogde cijfer der aange
tasten en overledenen. Zoo zijn de prijzen van
het fruit door het meerder verbruik binnen wei
nige dagen gemiddeld 60 percent gestegen.
Te Gigean, een plaatsje van 1400 inwoners,
drie a vier uren van Montpellier, woedt de cholera
in hevige mate. (Dat ze zich aldaar heeft ge
openbaard, is reeds gemeld). De 8sten dezer zijn
er veertien personen aan de ziekte bezweken. Er
bleven toen nog 30 cholera-lijders in behandeling.
In een enkelen dag waren omstreeks 300 in
woners de plaats ontweken.
Ook te Montpellier is iemand aan de cholera
overleden, en te Bordeaux zijn eenige leden van
eene enkele familie er aan bezweken. Te Bessèges,
in het departement der Vogeezen, zijn insgelijks
eenige gevallen van cholera waargenomen.
In Italië kwamen in de laatste dagen der vorige
week negen sterfgevallen voor.
Cholerina of cholera nostras is op verscheidene
plaatsen in Engeland vrij hevig uitgebroken. Te
Nishton en Clayton-le-Moore, nabij Blackburn
moeten ruim 200 personen door die ziekte aan
getast zijn. Ook uit Dewsbury, Bolton en Daubhil
wordt van talrijke gevallen melding gemaakt, som
mige met doodelijken afloop. Als oorzaak wordt
het roekelooze verslinden van fruit opgegeven
en inderdaad, wie de gewoonten der Engelschen
in dit opzicht kent, die kan zich over het uit
breken van buikziekten onder hen niet verwon
deren. Vele meer ontwikkelenden zelfs, die be
ter moesten weten, zoeken in het onmatig ge
bruik van ooft eene schadeloosstelling voor de
onthouding, welke zij zich zelven opleggen met
betrekking tot alcoholische dranken.
Bismarck moet een bijzonder krachtige nota
gezonden hebben aan het Engelsche Kabinet over
de plundering van de Duitsche visschersloep
„Diedrich” in de Noordzee door Engelsche
visschers.
Een van de Engelsche visschers, die beschul
digd wordt deel genomen te hebben aan de plun
dering, ontkent alle schuld. Bovendien, blijkt
dat de „Diedrich” een ververschingsvaartuig was,
volgens anderen een drijvende drankwinkel.
Nadere mededeelingen zijn af te wachten.
De Koning van Zweden is te Parijs aan
gekomen. Hij reist incognito.
Wonseradeel, 9 Aug. Bij de heden ge
houden aanbesteding van het stichten van een
schoolgebouw te Kimswerd was van de 16 in
schrijvers het laagst ingeschreven doorO. T. van
der Weide te Kimswerd, met f6398, aan wien
het werk is gegund.
Witmarsum, 9 Aug. De uitslag van de
ter gelegenheid van de kermis gehouden kaats-
partijen is als volgt
Parturen van drie personen: prijs f36: W.
Kooistra te Dokkum, T. Huitinga te Witmarsum
en K. Westra te Kimswerd; premie f 15: K.
Bootsma te Zweins, O. Tadema te Witmarsum
en B. Odolphi te Witmarsum.
Parturen van twee personenprijs f40: K.
Bootsma te Zweins en J. van der Heide te Baij-
umpremie f 15M. Banning te Pingjum en J.
K. Wassenaar te St. Jacobi-Parochie.
In het verhaal der arrestatie van de valsche
munters kwamen zooveel schijnbare onmogelijke
zaken voor, dat men eerder geneigd was aan een
verdichtsel dan aan een ware gebeurtenis te ge-
looven en toch bleek alles waarheid te zijn. De
bijzonderhedendie er van tijd tot tijd
van mede gedeeld werdenklinken veelal
ook zeer onwaarschijnlijk, en hoewel het meer
van een romantisch verhaal heeft, is het toch
werkelijkheid, waarover, naar wij hopen, de jus
titie spoedig in de gelegenheid zal zijn het ge-
wenschte licht te verspreiden.
Zooals men weet, werden de valsche munters
overvallen, toen zij bezig waren proeven van hun
bekwaamheid af te leggen. Het waren echter
geen gouden tientjes die zij vervaardigden zij
hadden twee stukken van 20 francs en een En-
gelsch pond gemaakt, waarop dadelijk beslag
werd gelegd, en die zoo bedriegelijk gelijk zijn
aan de echte geldstukken, dat zij hoogst moeilijk
er van te onderscheiden zijn. Die stukken hou
den 60 percent werkelijk goud, terwijl het overige
specie zonder waarde is. Verschillende staafjes
goud werden in hun bezit gevonden, evenals
achtkantige stalen vormpjes, waarin 20-francs-
stukken en ponden gegoten konden worden. Toen
zij gearresteerd werden, waren zij te verschrikt
om zich te verzettenzij beefden echter zeer.
De politie had nog de welwillendheid tegenover
hen, hun geen paternosters om te doen of hen
per wagen te vervoerende rechercheurs gingen
om alle opzien te voorkomen, met hen te voet
en gearmd naar het politiebureau.
Wellicht dat zij die voorkomendheid aan hun
uiterlijk te danken hebben, want zij zien er vol
strekt niet als boeven uit.
De een is flink van gestalte, met een aange
naam voorkomen, terwijl hij een zwaren blonden
baard en snor heeft en als hij spreekt, twee
fraaie rijen tanden zichtbaar worden. Hij droeg
een grijs fantasiepak en zwarten fantasiehoed.
De ander is niet zoo groot en donker van uiter
lijk. Hij heeft een zwarten snor en was in het
zwart gekleed met dito hoed.
Deze laatste is vroeger student geweest en moet
de eigenlijke uitvinder zijn, om op zoo’n uitste
kende manier goudstukken na te maken. Hij
moet ook hier het eerst hebben vertoefden
toen doordien hij wellicht naar wensch hier
werkzaam dacht te kunnen zijn den ander,
namelijk Rico, den gewezen directeur der munt,
te La Paz, geschreven hebben om over te komen.
Buiten den Hollander v. R., met wien zij con
nectie aangeknoopt hadden, moet nog een andere
vreemdeling in het spel zijn, die echter nog niet
gevonden is.
Evenmin heeft men ontdekt, of er reeds geuden
tienguldenstukken zijn nagemaakt; men vermoedt
dit echter wel.
Door de verschillende Bijbelgenootschappen
zijn in den loop dezer eeuw niet minder dan
150 millioen bijbels verspreid in 226 verschillende
talen. Aldus vindt men in de dagbladen ver
meld.
Het opmerkelijke daarbij is, dat de menschen
uit deze 150 millioen bijbels nog niet geleerd
hebben elkander beter te verdragen, zegt Uilen
spiegel.
Een goed voorteeken voor ons land
Maar, zeide iemand, aan wien ik deze hoop
mededeelde, die zaak kan nooit geheel goed af
komen. Zje die vlieg, die volgens uwe meening
den dans is ontsprongen, ’t Is waar, ze leeft
en ze zal misschien voor hare gezondheid geene
andere nadeelige gevolgen ondervinden, dan dat
ze een gedeelte van den rechter vleugel heeft
verloren, die bij al haar werken en worstelen,
om er uit te komen, een stukje missen moest.
Met ongescheurde kleêren komt ze er dus niet
af, en zoo zal in ’t beste geval, met ons vaderland
ook gaan.
Ik praat nu niet van die honderd duizend
ropyen, alias guldens, die we aan dien brutalen
vent nog moeten betalen, omdat hij kwaad heeft
gedaan, omdat hij als een zeeroover heeft gehan
deld och, waar reeds zooveel millioenen zijn
verzwolgen in den bodemloozen put van Atjeh,
daar komt het op %0 millioen ook niet aan, te
meer nog, daar we met die nieuwe leening weer
geld genoeg krijgenneendaar praat ik niet
van, maar het geloof, het besef van onze macht,
dat die volkeren in Indie behooren te hebben
ik geloof, dat ze dit met een vreemd woord
prestige noemen zie je, dat krijgt een knauw.
Dat opperhoofd, die een slimme kerel blijkt te
zyn, ziet nu zeer duidelijk, dat wij alleen hem
niet aan kunnen en dat dingetje heeft ongelukkig
zooveel ruchtbaarheid gekregen, dat er nog meer
opperhoofden zijn, die dat opgemerkt hebben en
daarom met des te meer moed zullen volharden
in hun verzet tegen Nederland en de krachtige,
ja, heldhaftige verdediging van hun land.
’t Is jammer, dat we die Atjeh-geschiedenis
begonnen hebben
Jammerdat is een woord zonder kracht,
daarbij hier niet op zijn plaats. Je praat van
spinnewebben, maar dat is er ook een geweest.
Toen we dat is onze regering afstand de
den van de kust van Guinea, van dat ongezonde,
ondankbare land, dat niets opleverde, veel men-
schenlevens kostte, ’t graf der Europeanen heette
hoewel ik wel Ambtenaren heb gekend, die
’t er meer dan twaalf jaren met succes uithiel
den en toen we daar uitzicht kregen, om ge
heel Sumatra in onze macht te krijgen, toen
hing Engeland de spin uit en spande een groot
web. En dat schitterde in de heerlijke zonne
stralen en Nederland was de vlieg, die er in
vloog. Jaren lang spartelen we daarin en heel
huids komen we er niet uit. Als ’t nog maar
een stukje van de vlerk is, dan kan ’t nog, maar
als we een geheele vlerk verliezen moesten, dan
waren we verlamd in onze vlucht, en wanneer
dat gebeurde, waar moest dat dan heen
Wat zijt gij toch een pessimist! Als men u
hoort praten, dan zou men bijna tot de over
tuiging komen, dat we met die ellendige Nisero-
questie gevaar liepen, om al onze overzeesche
bezittingen te verliezen. Nu maakt ge toch
inderdaad van een mug een olifant
In plaats van hierop een bepaald antwoord te
geven, zeide hij, we zullen over dat punt maar
liever niet meer praten. In de kamers zullende
lieden er nog menig woordje over spreken dat
ze even goed hadden kunnen verzwijgen en nog
menige bladzijde zal er over volgedrukt worden.
Zie liever eens, wat daar vlak bij u gebeurt.
Als ik me niet vergis, gaat zoo waar dezelfde
vlieg weer naar ’t spinneweb. Heb je ooit prach
tiger beeld gezien, ooit betere voorstelling aan
getroffen van ’t geen er in de menschenwereld
voorvalt
We onderzochten de zaak en ’t bleek waar
te zijn.
Ik moest mijn vriend gelijk geven. Wanneer
we lezen van de toovermacht, die een slang uit
oefent op haar slachtoffer of van de geheimzinnige
kracht, die ’t water op dezen of genen schijnt
te hebben, dan betwijfelen we dat zeer dikwijls
omdat we niet genoeg rondzien in de werkelijk
heid. Er zijn voorbeelden die duidelijk bewijzen,
dat de mensch onophoudelijk gevangen wordt in
dezelfde strikken waaruit 'hij somtijds met zoo
veel moeite werd gered. Met andere woorden,
dat iemand door eene onverklaarbare eigenzin
nigheid of blindheid nooit wijzer of voorzichtiger
schijnt te worden.
Groot is ’t aantal slachtoffers vooral in de
laatste jaren, van een te groot vertrouwen of
van de zucht tot speculeeren. Hoezeer daartegen
ook herhaaldelijk en met den meesten nadruk
wordt gewaarschuwd. Zoolang men daarvan de
treurige ondervinding nog niet heeft opgedaan,
is 't nog toe te schrijven aan de meening, dat
berichten te overdreven zijn of de slachtoffers
louter onnoozelen waren, maar wanneer zij, die
in dat web een gedeelte van de vlerk verloren
hebben en dus weten, wat hen te wachten staat
wanneer zij andermaal daarin vliegen en dan alles
verliezen, dan behoeven die toch ook waarlijk niet
beklaagd te worden.
Zoo zijn we aan alle kanten door spinneweb
ben omringd, waarin de spin loert, om ons te
vangen en kunnen we dus het leven maar niet
onnadenkend door dartelen, maar moeten we eene
wel beredeneerde voorzichtigheid in acht nemen,
die evenwel niet tot eene angstvallige vrees be
hoeft over te slaan, door welke we overal webben
Bolswardsche Courant
e