NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD •OtSWABÖ EU WONSBRA.BEEI. ISS 1884. Drie en Twintigste Jaargang. No. 36. VOOR BUITENLAND. BINNENLAND. >1 IN ’T GOOI. DONDERDAG 4 SEPTEMBER. 1 ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. lukswet te bevrijden, zijn vruchteloos gebleven. In het oogenblik van uiterst gevaar voor gansch het openbaar lager onderwijs van België, komen wij den Koning eerbiedig smeeken, een wettig gebruik te maken van de rechten, welke de grond wet aan de Uitvoerende Macht verleent. Verder wordt er op gewezen dat het onderwijs des volks voor den Staat een plicht is, door de Grondwet bekrachtigd, onmisbaar voor de wel vaart van heel het land. Door het wetsontwerp, dat aan de Wetgeving is onderworpen, worden het bestuur en de gel delijke tusschenkomst van den Staat in het nor maal en lager onderwijs bijna volkomen afgeschaft. Dan gaat het adres aldus voort Onder den schijn van eerbied voor de gemeente lijke vrijheid, wordt het onderwijs in het grootste getal gemeenten in werkelijkheid aan de gees telijkheid overgeleverd. In de andere, wordt het door de bedreiging van het willekeurig intrek ken der toelagen getroffen. Ten nadeele van allen, wordt de opbrengst der belastingen, door het land toegestaan, om in de schooluitgaven te voorzien, van zijne bestemming afgewend, en de gemeenten, met zettingen reeds zwaar belast, uitgaven opgelegd, waarin de Staat moest voor zien. De Kamer, een koninklijk woord verlooche nende, waarvan het land het geheugen had be waard, levert trouwe ambtenaren over aan ge brek, zoo niet aan ellende. Den 10 Juni en den 8 Juli had het land noch over de veroordeeling van het Staats-onderwijs, noch over den ondergang der gemeenten, noch over de vervolging der onderwijzers uitspraak te doen, en vóór de ontbinding van den Senaat, kwam geen enkel ministerieel manifest, geen enkel programma van het nieuwe Kabinet de natie in staat stellen de politiek van reactie, die men wilde invoeren, goed te keuren. Onze jonge nationaliteit steunt noch op mach tige eenheid van ras, noch op grenzen door de natuur om ons grondgebied getrokken. Zij berust geheel en al op de liefde van de zelfde instellingen, van dezelfde vrijheden, van een zelfde vorstengeslacht. Een onderwijs door den Staat eensluitend in alle deelen van het land gegeven, is het krach tigste middel om altijd en overal deze banden van eenheid te versterken, en de herinnering uit te wisselen van de twisten, die vroeger onze provinciën en gemeenten verdeelden. Het onderwijs, dat uitsluitend gemeentelijk is, kan dit vaderlandsch doel niet betrachten. In plaats van groote, vaderlandsche gevoelens te wekken, zal het doordrongen zijn van kleingees- tigen naijver en locale driften. Zorge de Koning, dat België ontsnappe aan dit groote gevaar, waarmede die omwenteling het dreigt. Een zonderlinge wijze heeft de Chineesche Regeering bedacht om in het bestaande geldge brek te voorzien. Op last van den souverein is een lijst opgemaakt van alle tot de vierde klasse en tot de hoogere klassen behoorende burgerlijke ambtenaren, die een berisping ontvangen hebben of in rang verlaagd zijn geworden. Aan ieder hunner wordt een zware geldboete opgelegd, ge durende dertig achtereenvolgende jaren te be talen, en aangezien negen tienden van het geheele aantal ambtenaren in den aangeduiden toestand verkeeren, zal de schatkist althans voor een deel gevuld zijn. Nog een ander middel om geld te krijgen zal worden aangewend. Er is nl. besloten om, indien Frankrijk oorlog voert met China, van al de koopwaren welke met Fransche schepen in China, ingevoerd worden, en van al de Fransche koop waren, met schepen eener andere natie, welke ook, aangebracht, het drievoudig bedrag van het gewone tarief aan rechten geheven, en dat, in geval van poging dit voorschrift te ontduiken, de voorwerpen verbeurd verklaard zullen worden. In de Times wordt de vraag besproken of men de twee rampen, waaronder alle groote steden lijden, niet kan dwingen elkander te bestrijden. „Wij zijn hier in Londen ongelukkig door fae- caliën en rook, die beiden onvoldoende worden afgevoerd. Maar de kool in den rook voorhan den, is de beste desinfectie voor den inhoud der riolen. Kunnen onze ingenieurs ons geen plan aan de hand doen om de riolen door rook te ontsmetten.” De Times opent zijn kolommen voor de beant woording dezer vraag. Nederlandsche ingenieurs en architecten kunnen dus ook mededingen. De Europeesche bouwkunst zou zeker een nieuw tijdperk intreden, wanneer het noodig bleek ver lengstukken op den schoorsteen te zetten, opdat ze met sierlijke zwanenhalsbuiging den kop in de gracht, rivier of riool mogen dompelen. En als het water eens goed met rook doortrokken is, moet het minder moeilijk worden dan het tot- nutoe steeds voor ijverige visschers was, om een bokking of gerookte paling op te halen uit de diepte. Naar wij vernemen heeft het Hare Majesteit de Koningin behaagd, Hare hooge ingenomen heid te doen betuigen met het voornemen, op- alles de rozenteelt tot eene aanzienlijke hoogte is gebracht, zoodat men daar de prachtigste exem plaren aan treft. De grindweg van Naarden naar Laren is geen Velperweg. ’t Is hier geen ten toonstelling van grootere en kleinere, weelderige en popperige villa’s, met smaakvolle en smakelooze bloembedden, met allerliefste veranda’s, waar het zonlicht door klim- en hangplanten getemperd wordt en prachtige coniferen en allerlei sierplan ten en bloemen in potten en bloementafels prijken. Eenige grootere buitenplaatsen, waar prachtexem plaren van sparren en fijne dennen de aandacht trekken, worden afgewisseld door kleinere villa’s en open plekken bouwland en heide. Hier is nog perspectief, hier zijn nog vergezichten. En als men het Laarderhoog bestijgt, tusschen het statig geboomte en den top des heuvels bereikt heeft, dan strekken zich ter eene zijde de Crai- loosche bosschen uit en ter andere de heidevlak ten naar de zijde van Hilversum, waar het leger zijn schietoefeningen houdt en de bekende ren banen zijn. Hier verheft zich, op een nog zonnig terrein het hotel en belvedère, door den heer Desmond gebouwd en beneden spreidt zich het vriendelijke Laren uit, in ’t geboomte verscholen, door vruchtbare akkers omringd. Ten slotte verzuime men niet, want ik nader ’t einde van mijn tochtje in ’t Gooi, om per tram van Laren uit het vriendelijke toertje te doen door de bouwakkers heen naar Hilversum, maar vooral niet om langs Blaricum naar Huizen te gaan. Halverwege tusschen deze beide plaatsen verheft zich op eene tamelijke hoogte het gun stig bekende paviljoen met zijne uitstekende be diening. Daar heeft men boven een panorama over heel den omtrek. Achter het boschrijk landschap, ter linkerzijde het zoo welvarend, groote dorp Huizen met zijn bijna uitsluitend Protestantsche bevolking van 3600 zielen, gelijk Laren bijna geheel katholiek is. Voor ons strekt zich de gansche Zuiderzee uit en langs het strand geen duin, geen zandvlakte ook, maar een ge- meenteweide waar omstreeks 1600 stuks rundvee grazen, die uit heel den omtrek komen, tot aan Hilversum toe, om er de zomermaanden vreed zaam door te brengen, terwijl ieder haar dorps- genooten kent en zij eiken morgen en avond ge zamenlijk de plaats opzoeken, waar de melker of melkster uit haar dorp ze weet te vinden. En niet deze alleen. Er is ook menig paard, dat getrouwelijk tweemalen daags den weg aflegt met den melkwagen, omdat verschillende eigenaren van eenige beesten, gezamenlijk één melker heb ben, zonder dat het een voerman van noode heeft. Hier, ver van het menschengewoel verwijderd, met de oneindige zee voor me, met het heerlijk landschap rondom me, neem ik afscheid van dit vriendelijk oord en van de vriendelijke lezers, die me ten einde toe wilden volgen. M. E. van der MEULEN. itr. Niet weinigen slaat de schrik om ’t hart, als zij aan Naarden denken, eigenlijk aan Nieuw-Naar- den, want ’t oude Naarden is, op weinige huizen na, door de zee verzwolgen. Deze plaats heeft voor hen al het onaangename eener kleine stad, die tevens een groote vesting is. En voorzeker, als men, gewoon aan al de open steden, waar een poort een groote zeldzaamheid is, waar vroolijke plantsoenen ons bij het binnenkomen tegenlachen, hier over de lange bruggen gaat en in de diepe grachten staart, op de hooge bolwerken en borst weringen en bastions ziet, waar nergens een boom eenige schaduw biedtals men door de sombere poorten de stad binnentreedt en in de onder- aardsche gewelven de kille lucht inademt der kazerne, waar de artillerie geherbergd wordt, dan maakt zich onwillekeurig een sombere stemming van ons meester. Welk een tegenstelling met de hier ons omringende vriendelijke natuur. Bij Coblenz, bij Dinant, daar verwacht men in de hoog en steil zich verheffende berggevaarten, die in de rotsen uitgegraven forten, om met hun vree- selijk geschut Rijn en Maas te beveiligen, maar hier, zoo kan de oppervlakkige vragen, wat valt in deze vlakke velden te verdedigen Toch is dat doellooze niet meer dan schijn. Naarden is voor Holland, voor Amsterdam als een sleutel en in de waterlinie een punt van het hoogste gewicht. In de verschillende oorlogen hebben dan ook de Spaanschen en de Franschen zelfs bij herhaling om het bezit dier vesting gestreden en juist ligt de kracht in het lage van het om liggend terrein, dat desnoods onder water kan worden gezet. Is men echter eenmaal binnen deze veste, dan heeft zij eerder een vroolijk dan een somber aanzien en uiterst bezienswaard is de kerk der Hervormden, die op waardige wijze wordt gerestaureerd en waarvan het met allerlei voorstellingen beschilderd plafond zeer merkwaar dig is. Heeft men eenmaal Naarden achter zich, dan strekt zich een heerlijk landschap uit, dat nog veel te weinig wordt bezocht en toch zoo uiterst geschikt is voor kleinere en grootere wandelingen en tochten. Als men voorbij Naarden ter linkerzijde, den eersten grindweg afslaat dan is er gelegenheid voor een allergezelligste pique-nique (een botje bij botje partij). Eerst hebt gij een wande ling onder het koele geboomte, langs tal van boom- en heester- en bloemkweekerijen, die er, als gij liefhebber zijt, uiterst verleidelijk uitzien, want gij komt telkens in verzoeking om iets voor uw hof of uw plaats®ls gij onder de gelukki gen behoort, die zulk eene bezitten, te snoepen. Dan komt men langs onderscheiden „buitens”, echte óuitewplaatsen, waar m&nschen moeten wo nen, die het bosch liefhebben met zijn vogelen koor, het gekir van de houtduif, het vlugge gehip van de ekster, het fluiten der spreeuw, het gezang van nachtegaal, vink en lijster, die een oog hebben voor de schoonheid van het gol vend graan, de veelkleurige bloemen van het aardappelenveld, die den zoeten geur van de bloeiende boekweit willen inademen. Onge merkt hebben we den grindweg verlaten en be vinden ons op de landwegen, maar altijd bij het vriendelijk geboomte, totdat wij ook dit achter ons laten en over een kleine, golvende open vlakte, de vriendelijke zee ons tegenblinken zien en daar voor ons het hooge geboomte van Valkeveen en het eikenhakhout dat zich langs het strand uitstrekt. Daar zette men zich neer onder de koele schaduw in een der door heesters of taxis gevormde zitjes of onder het kunstelooze afdak en de eenvoudige, maar gedienstige kastelein met zijn vrouw zullen met ijver het u ontbrekende aanbrengen. Op vijf minuten afstand is de zee, gij hoort bij het heerlijk zomerweder, voor dit tochtje uitgekozen, nauwelijks het ruischen der golven en als ge straks door het kreupelhout heen het strand hebt bereikt, dan behoef ik niet te beschrijven hoe hier voor jong en oud allerlei te genieten valt. Is de tijd beschikbaar en de kracht niet ge broken, dan raad ik zeer den terugtocht aan over de heide en door de bosschen die ten slotte u voeren naar de heerlijke plaats van den heer Bredius. Daar vindt men natuur en kunst har monisch vereenigd. Een breede waterstroom slingert door bosch en beemd, langs hoog en laag. Prachtige bloembedden lachen van de hellingen u vriendelijk tegen en weerspiegelen in het wa tervlak of het zonderlinge, woeste eiland trekt uw aandacht, waar het reigersparadijs is en van waar, uit de verbazend hooge dennen het wild gejuich of geschreeuw, dat stellig honderde dier vogels doen hooren, uw gehoor minder aange naam aandoet en als gij ten slotte naar een vrien delijke rustplaats verlangt, dan wandelt ge door de breede, majestueuze beukenlaan naar Zand- hoeve en zit weldra confortable en gezellig bij den in wijden kring onder dien naam bekenden en beroemden Jan Tabak. Hier bevindt men zich in ’t hart van Oud- Bussum, van ’t Gooiland. In de onmiddelijke nabijheid heeft de firma Jac. Jurrissen en zoon haar prachtige kweekerijen, die zich uitstrekken over eene oppervlakte van 45 heet, en waar boven Zondag hield de Fransche Ministerraad zitting onder voorzitterschap van den heer Ferry. De Ministers van Oorlog, van Marine en van Koop handel waren het, die met Ferry den Minister raad bijwoonden. De Minister van Marine deed mededeeling van het jongste telegram van ad miraal Courbet die, gelijk men weet, de ope- ratiën op de Min. als geëindigd beschouwde en daarom de rivier is uitgestoomd en zich nu met de vloot te Mantsu bevindt. De Ministerraad besloot aan Courbet het volgende telegram te zenden„Het land, dat in u den overwinnaar van Sontay begroette, heeft thans aan u een nieuw wapenfeit te danken. De Regeering der Republiek heeft het geluk aan uwe bewonderens- waardige manschappen en aan haren aanvoerder de uitdrukking der nationale erkentelijkheid te mogen overbrengen.” Het heet in een telegram uit Shangai, dat de Fransche koopvaardijschepen, die zich in de traktaathavens bevinden, bevel hebben bekomen van het Chineesche Gouvernement, deze havens onmiddelijk te verlaten, en dat de commandant der Chineesche vloot in last heeft, jacht te ma ken op alle Fransche koopvaardijschepen, die in de Chineesche wateren gevonden worden. Generaal Millot, opperbevelhebber der troepen in Tonking, keert wegens ziekte naar Frankrijk terug. Hij wordt door generaal Briére de l’Isle vervangen. De officieuse bladen bevatten eene mededeeling waarin de regeering met voldoening betuigt dat de Mogendheden zonder eenige ongerustheid Frankrijks optreden in China gadeslaan en bil lijken. Van geen enkelen kant is daartegen eenige opmerking gemaakt. Do onaangename toon der engelsche pers staat op zichzelf en in de depêches, die de engelsche regeering over de zaak met Frankrijk wisselde, is daarvan niets te bespeuren. Integendeel, de fransche regeering heeft gegronde redenen om te mogen aannemen dat de meeste europeesche gezanten te Peking de Chieeesche regeering hebben doen inzien, dat er geen uitzicht op eenige bemiddeling bestond, die Frankrijk trouwens zou afwijzen en waartoe dit rijk in geen geval zou te dwingen zijn. Frank rijk is van plan op den ingeslagen weg voort te gaan en zal de Chineezen niet met rust laten, voordat zij bepaald voornemens zijn te onderhan delen en zich in het onvermijdelijke te schikken. Het communiqué spreekt ten slotte de ver wachting uit, dat de tijd daarvoor weldra zal aan breken. De Times, die het vinnigste gebeten is van de organen der bedoelde Engelsche pers, heeft thans van hare bekenden Parijschen correspondent eenige beschouwingen opgenomen, die deze zegt uit den mond van den Minister-president Ferry zelf te hebben opgeteekend. Ferry meende, dat de Times heel goed kon weten, hoe erg Frank rijk door China misleid is. De Fransche bladen hebben, toen de Engelschen Alexandrie gebom bardeerd hadden, eene andere houding aange nomen dan de Times nu doet. Hij geloofde dan ook niet, dat de taal van de Times en hare na volgers de meening van Engeland trouw weer geeft, en in elk geval is zij niet in overeenstem ming met de hoffelijke en vriendschappelijke houding, door de Engelsche Regeering gedurende de jongste gebeurtenissen jegens Frankrijk aan genomen. De heer Ferry verzekerde, dat hij sinds lang geweten heeft, dat China de troepen betaalde, die in Tonking tegen Frankrijk voch ten, hoewel het dit ontkende. Doch zoolang het mogelijk was, bleef de Regeering met China onderhandelen als eene natie, die te goeder trouw wil te werk gaan. Zelfs nu nog wil de Minister het traktaat van Tientsin niet als een valstrik beschouwenhij blijft overtuigd, dat de onder- handelingen aan beide kanten oprecht waren. Maar na de hinderlaag, waarin de Chineezen de Franschen zoo verradelijk bij Bac-Lé gebracht hadden, moest de door China aangenomen offen sieve houding natuurlijk ongerustheid aan Frank rijk inboezemen. Toen had China zich gemakkelijk kunnen rechtvaardigenhet had met Frankrijk moeten onderhandelen over de te verleenen schadevergoeding wegens deze gebeurtenis. Maar in plaats van dat te doen, nam het een hoogen toon aan en de Minister zelf kon het nauwlijks gelooven China’s gevolmachtigden verklaarden eindelijk, dat hunne Regeering eene schadever goeding toekwam van Frankrijk, en niet Frankrijk van China. In weerwil van dit alles stond Frankrijk uitstel op uitstel toe, hoewel het wist, dat China den tijd zich ten nutte zou maken voor oorlogstoebereidselen. Eindelijk eischte Frank- rijk’s eer af te rekenen met het Hemelsche Rijk. China kan thans niet meer behandeld worden als eene beschaafde natie, die bereid is eene on opzettelijke breuk van goede trouw goed te ma ken, maar als een barbaarsch volk, dat er op uit is voordeel te trekken uit eene verraderlijke steek. Frankrijk droomt niet van veroveringen. Het wil Tonking enkel vreedzaam bezet houden en China den eerbied voor Frankrijk afdwingen, dien het verschuldigd is. Dit nu zal Frankrijk doen, en als dat doel is bereikt en China op rechtelijk erkent, dat het naar verdienste gestraft is, dan is er niets in dat alles, wat Europa in zijne belangen kan verontrusten. Het „verraad van Bac-Lé” is thans door een officieel rapport toegelicht. Daaruit blijkt, dat kolonel Dugenne, de aanvoerder der kolonne die Langson zou bezetten, een misslag beging, toen hij voortrukte met de wetenschap, dat een sterke Chineesche krijgsmacht tegenover moest staan. De commandant van Langson deed op de op- eisching weten, dat hij nog geen instruction had om de vesting te verlaten, maar inderdaad was het hem er om te doen, eene vertraging in het oprukken der fransche troepen te bewerken, ten einde des te zekerder te zijn, dat deze te Bac-Lé in de hinderlaag vielen. De Belgische Kamer van Vertegenwoordi gers heeft Zaterdag, met 80 tegen 49 stemmen, de clericale schoolwet aangenomen. Twee afge vaardigden hielden zich buiten stemming. Zij be hoorden tot de independenten. Ook onder de te genstemmers kwamen 2 independenten voor. De regen, die bij stroomen neerviel, had de Place de la Nation schoongeveegd nog vóór de zitting afgeloopen en de uitslag der eindstem ming bekend was, zoodat alles rustig bleef, toen de Kamer uiteenging. Zondag had de monsterdemonstratie der libe ralen plaats te Brussel. Omstreeks halfdrie zette de optocht zich in beweging. Het was toen droog weder. Er heerschte groote geestdrift en de bes te orde. De burgemeester van Brussel had den vorigen dag doen afkondigen, dat alle optochten, waar toe geen bepaalde vergunning was gegeven, ver boden waren. Na afloop der liberale manifestatie moesten alle vaandels, banieren, schilden enz. worden ingehaald en mocht er geene samenscho ling op den openbaren weg meer plaats hebben, noch eenige stoet zich door de straten bewegen. Aan het Paleis des Konings gekomen, werd door den voorzitter der „liberale federatie” een adres aan den Koning overhandigd, waarin o. a. het volgende gezegd wordt: Van alle kanten is geprotesteerd tegen het wetsontwerp, dat aan de Kamers is onderworpen. De gemeenteraden der groote steden, bij welke zich voegden meer dan 800 gemeenten, te zamen 2,690,000 Belgen uitmakende, hebben hunng stem verheven, om aan de Wetgeving hunne vrees en hunne grieven te doen kennen. Deze pogingen, om het land van eene onge. -F- ^DCXCDCDCXCXCXCDC XX XCXCXC XCDCXCXC XC$ J F L-uitinw^ Bolswardsche Courant,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1