NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWAR9 EN WONSEBAOEEt
1884.
Drie en Twintigste Jaargang.
No. 37.
VOOR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DONDERDAG 11 SEPTEMBER.
DONDERDAG 11 SEPTEMBER.
Schaduw- en Lichtpunten.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
zijn namiddagdutje te doen, in zijn yshuis neer.
Toen men dit tegen den avond opende, lag My
ers bewusteloos op den vloer en stierf hij spoedig
daarna. Een dokter constateerde, dat de man
feitelijk bevroren was
Leeuwarden, 7 Sept. Onder leiding van
den heer dr. Vitus Bruinsma had hier heden de
meeting plaats, uitgegaan van het Ned. verbond
voor algemeen stemrecht, die als het doel mee
deelde om over 8 dagen te ’s-Hage door het
houden eener vergadering vóór de opening der
Staten Generaal bij de Regeering en de Verte
genwoordiging den indruk te geven, dat alge
meen stemrecht niet is het denkbeeld van enke
len in Nederland, maar van velen. De oproeping
tot deze meeting heeft hier zeer veel belangstel
ling gevonden. Zelden zagen wij hier zooveel
publiek bijeen op eenige meeting de groote mid
denzaal van mej. v. d. Wielen was dan ook te
klein om allen een zit- of staanplaats te geven,
zoodat aan weerszijden de nevenzalen geopend
werden om verder ruimte aan te bieden. Het
onderwerp „algemeen stemrecht” werd ingeleid
door den heer B. H. Heldt van Amsterdam,
waarna de voorzitter het debat opende. De heeren
mr. Bloembergen, Rengers en J. C. Bergsma
volgden dit voorbeeld en nadat de inleider hen
gerepliceerd had, werd met groote meerderheid
de volgende motie aangenomen: „De vergadering
overwegende „dat bij ’t tegenwoordig kiesstelsel
„eene behoorlijke behartiging van ware volksbe
langen niet mogelijk is dat deze alleen verkre
gen kan worden door ’t geheele Nederlandsche
„volk invloed te geven op ’t staatsbestuur, is van
„oordeeldat ten spoedigste het algemeen stem
recht „bij de Grondwet gewaarborgd”, moet
verleend worden”. Voor de stemming hadden
echter velen de zaal verlaten.
De herfststormen komen. Men schrijft uit
Nieuwediep d.d. 5 Sept.
Een vrij hevige storm woedde den afgeloopen
nacht uit het noordwesten. Een gedeelte der van
hier uitgezeilde visschersvloot bevond zich in zee,
en niet ten onrechte was men bezorgd omtrent
het lot der opvarenden. De gevolgen van den
vorigen najaarsstorm waren nog niet uit het ge
heugen gewischt, en ook ditmaal bleken de arme
visschers niet te zijn gespaard.
In den morgenschemering ontwaarde men een
klein vaartuig dat op de zandplaats „Onrust” was
gestrand en het tegen de nog woedende elementen
zwaar had te verantwoorden. Met den meesten
spoed werd de stoomsleepboot „Hercules” in ge
reedheid gebracht en, de met elf rappe gasten
bemande reddingsboot op sleeptouw nemende,
vertrok deze onverwijld naar de strandingsplaats.
Aldaar aangekomen werd de reddingsboot door
de branding heen gestuurd en na weinige oogen-
blikken waren de drie opvarenden van het ranke
scheepje, hetwelk bleek te zijn het visschersvaar-
tuig U. K. 103, schipper M. de Boer, in veilig
heid. Een treuriger tijding werd later bekend.
De „Urker” vischschuit no. 133, schipper Kramer
n.l., was buitengaats omgeslagen. De schipper
wist zich aan een stuk wrakhout drijvende te
houden en werd na geruimen tijd door de visch
schuit H. D. 8 opgemerkt en gered, doch de
twee andere opvarenden vonden jammerlijk hun
dood in de gevolgen.
Voor het paard „Willem HI”, van den hr.
P. Brommer, te Zijpe, dat op de Nationale en
Internationale harddraverij te Amsterdam de
prijzen heeft gewonnen, is f 6000 geboden. De
eigenaar wil voorloopig geen afstand doen van
zijn paard.
Een twee-en-tachtigjarig man te Utrecht
redde een kind, dat in het water was gevallen,
door er bij te springen. Zijne kloeke daad bracht
den grijsaard zelf in levensgevaar.
Een spoorwegbeambte te Breda, D. J. H.,
verloor dezer dagen het leven bij het redden van
zijn hond. De Vereeniging tot bescherming van
dieren trekt zich nu, volgens het D. v. Z.-H.,
het lot der weduwe en der kinderen van den
man aan.
De Meijr. Ct. deelt eene anekdote, die vijf-
en-twintig jaar en langer geleden in de Vliegende
■Bliitter voorkwamals een onlangs werkelijk
gebeurd feit mede, er bijvoegende dat zij het
niet gelooven zou, als zij niet de verzekering had
gekregen, dat het waar was. Een boer nl. zou
op het perron van een spoorwegstation aan de
aflui-bel getrokken hebben om een kaartje te
bekomen. De Fl. BI. was wel zoo aardig: die
liet den man aan de bel trekken om een buffet-
bediende te roepen, daar hij een glas bier verlangde.
Zaterdagavond jl. geraakte te Delft, eene
dienstmeid, bezig met goed te spoelen, in de
gracht aan de Langedijk. Twee militairen in de
nabijheid sprongen zonder zich te bedenken ge
heel gekleed te water; een hunner bracht de
meid op ’t droge. De tweede, die niet kon zwem
men, zonk weg in de diepte, en bleek, toen hij
opgehaald was, het bewustzijn te hebben ver
loren. Na veel moeite werden door twee genees
kundigen de levensgeesten weder opgewekt, doch
Zondag is hij aan de gevolgen zijner menschlie-
De Belgische clericalen hebben Zondag te
Brussel de aangekondigde contramanifestatie
trachten te houden. Zij is grootendeels mislukt,
niet rechtstreeks evenwel door hun toedoen, maar
door de schuld van het volk, dat reeds des mor
gens begonnen was de deelnemers aan de contra
manifestatie, waar zij zich vertoonden, om zich
naar de verzamelplaats te begeven, uit te jou
wen en met gefluit te begroeten. De vijandig
gezinde houding nam hand over hand toe met
de nadering van het uur, waarop zich de stoet
der clericalen in beweging moest stellen. Van het
Noorder- en het Zuiderstation moesten de van
elders komende manifestanten door een dubbele
haag van schreeuwers en fluiters zich een weg
banen naar de boulevards. Het was een schan
delijk lawaai en het zal er niet ontbroken hebben
aan antwoorden op de uittartingen, althans op
verschillende plaatsen werden de clericalen hand
gemeen met de hen uitjouwende menigte.
Langzamerhand had zich op de boulevards eene
ontzaglijke menschenmassa op elkaar gepakt.
De stoet der manifestanten, die om 1 uur op
weg zou gaan, liet op zich wachten trouwens
men slaagde er ternauwernood in hem op te stellen.
De politie moest reeds om twaalf uur verschei
dene personen arresteeren.
Het was kwart voor éénen geworden, toen de
optocht, die uit talrijke corporatiën bestond, zich
in beweging stelde. Het gefluit en gejoel en
getier was ongehoord. Het duurde niet lang of
op verschillende gedeelten van den stoet lever
den de manifestanten geregeld slag met den uit
tartenden en sarrenden volkshoop. Eenige per
sonen werden gekwetst, vlaggen werden ver
scheurd, banieren en cartels onder den voet ver
trapt. Er hadden talrijke arrestatiën plaats, maar
het hielp niet. De gendarmerie kon zelfs niet
beletten, dat verscheidene politie-agenten gewond
werden.
Om halfdrie was het volk er in geslaagd den
optocht te breken. Eerst waren het nog slechts
twee deelen, die elk afzonderlijk zich trachtten
gesloten te houdenmaar om drie uur was de
wanorde algemeen, en bleek het dat de stoet
geheel versnipperd was. Het was onmogelijk de
orde te herstellen.
Eerst tegen den avond keerde de rust zoowat
terug, ofschoon men hier en daar troepen door
de straten zag trekken, die nu eens„A bas la
calotte!” dan weder „O Vandenpeereboom
aanhieven, neen uitgalmden als bezetenen.
Wij zullen de geweldmakers niet verdedigen.
De clericalen hebben den vorigen Zondag, toen
de liberalen hunne manifestatie hielden, zich
onthouden van elke uiting van vijandige gezind
heid, terwijl zij zelven thans op een schandelijke
wijze beleedigd werden. Maar men mag hierbij
niet buiten beschouwing laten de uittartende
houding, die de clericalen reeds dadelijk hebben
aangenomen, toen de liberalen van hun voorne
men deden blijken om eene groote demonstratie
te houden, en evenmin het onvoorzichtig door
drijven der clericale leiders, om in eene stad als
Brussel, waar het volk geenszins gediend is van
de clericalen, eene algemeene betooging te orga-
niseeren, die slechts de uiting moest zijn van het
beginsel hart tegen hart en niet voor de nieuwe
onderwijswet, maar tegen de liberalen was ge
richt. De clericalen hebben willen toonen: „Wjj,
meerderheid, dulden het niet, dat de minderheid
zich aldus verzet tegen onze besluiten. Wij zijn
aan het bewind en wij moeten gehoorzaamd
worden. Als de minderheid meent het met de
monstraties te kunnen winnen, zullen wij die
demonstraties met contrademonstraties te niet
doen wij willen niet gedwarsboomd worden.”
Brussel is niet de plaats, waar de clericale
meerderheid deze redeneering in practijk moet
brengen.
Brussel, 8 Sept. Het aantal personen, dat
gisteren gewond werd, bedraagt ongeveer 100,
waaronder eenige ernstig. Dat er drie personen
reeds zouden zijn overleden, zooals een gerucht
zeide, is niet bevestigd. In verschillende gedeel
ten der stad hadden gisterenavond, toen de cle-
ricale manifestanten zich naar ’t station begaven,
botsingen plaats.
De cholera, maar meer nog de paniek, heeft
in vele plaatsen van Italië een stilstand van za
ken teweeggebracht. In Napels heerscht een
doodsche stilte, die alleen afgebroken wordt door
eene haastige verhuisdrukte, omdat verscheidene
families als tersluiks de stad ontvluchten. De
ziekte vindt haar meeste slachtoffers, zooals te
verwachten was, in de lage wijken der stad, in
dat labyrint van smalle straten en stegen, waar
de armste en vuilste wezens als in een mieren
hoop op elkander gepakt leven. Waskaarsen
worden voor de geloovigen den geheelen dag
gebrand voor het beeld van San Gennaro, den
patroon der stad. Des avonds wordt op ver
schillende plaatsen bengaalsch vuur aangestpken,
gedeeltelijk om het volk afleiding te bezorgen,
gedeeltelijk om door den zwaveldamp de lucht
te zuiveren. Verschillende comités zijn gevormd
om bijstand te verleenen en den geduchten vij
and te bestrijdenook de pers heeft er een op-
„Hoe genoeg’lijk rolt het leven des gerusten
landmans heenZoo zong en bezong vader
„Poot” in zijn tijd, met poëtischen gloed de voor
treffelijkheid van zijn bedrijf boven het woelige
stadsleven, wanneer hij daar zoo tusschen de ne
velen van den morgendauw, bij ’t opkomen der
zon, zijn ploeg langs de voor liet snijden. De rus
tige gerustheid van den landman echter werd door
den stedeling niet benijd deze mocht, na eenige
maanden tusschen de duffe muren eener stad te
hebben doorgebracht, zich al eens vermeien in de
bekoorlijkheid eener schoone natuur, doch het
leven van den landman, zooals dat hier en daar
nog, als in de dagen van Poot, in werkelijkheid
geleefd werd, kon hem niet aanlachen, tenzij hij,
bij tijd en wijle het eigenaardige er van als iets
merkwaardigs in zijn dagboek mocht aanteeke-
nen. Hij, die niet in de omgeving van een stad
zijn bedrijf uitoefende, bleef wat hij waseen
man op het land, wiens waren ’t meest door
schippers werden afgehaald en binnen de stad
gebracht, waar hij zelden en dan nog na een pijn
lijken rid, op een hortenden wagen, zijn voeten
neêrzette. Hij zag dat alles groeide en wies,
beriep zich steeds in zijn doen en laten op het
autoriteitsschap van zijn vader en had den meesten
eerbied voor diens pantoffels, als een nalatenschap,
die ook eenmaal, zooals hij hoopte, zijn zoon zou
aanvaarden.
Zoo lag en bleef, als het ware het landbouw
bedrijf zelf onder den grond begraven en de
welvaart van zijn beoefenaar toekende zich af
in ’t armoedig voorkomen der woning, die een
waardige vertegenwoordigster was van de een
voudigheid en onwetendheid barer bezitters.
Lang heeft het geduurd, eer dit vak, dat een
macht in het leven der volken is geworden, door
de wetenschap in dien dommeligen toestand werd
opgeheven. Natuur- en scheikunde, plant- en
dierkunde, voorheen primitief eigendom van ka
mergeleerden, heeft menig landman reeds als
onmisbare factoren voor den bloei van zijn be
drijf leeren waardeeren, hoogschatten en beoefe
nen. Landbouwscholen reiken aan de alge
meene ontwikkeling op dat gebied haar hand;
veeartsenijscholen werden in ’t leven geroepen
om langs wetenschappelijken wég den grond der
kwalen en gebreken van het vee op te sporen
en ze daarna te leeren bestrijden. Nieuwe, vroe
ger onmogelijk geachte werktuigen brachten,
naast de verbeterde, een geheelen ommekeer in
de wijze van produceering en bewerking der stof
teweeg, terwijl thans èn door tentoonstellingen,
wedstrijden èn door ’t verspreiden van weten
schappelijke bladen, zoowel gewerkt wordt op de
ontwikkeling en beschaving van den landbouwer
zelven als op de veredeling en den bloei van
zjjn bedrijf. Geen wonder dus dat hij, ’t zij door
zijn persoon als door zijn beroep, in de heden-
daagsche maatschappij zoo hoog in eere is ge
komen. Zal echter ’t beroep des landmans, die
stand tot zijn volle recht komen, zoo dient mede
gelet te worden op de vorming der toekomstige
boerin. Wordt dit gedaan en is dit noodig?
Ziedaar een paar vragen, die wel der overweging
waard zijn.
Wanneer we nagaan, dat de boerin met den
boer samenwerkt tot uitoefening van ’t geheel,
dan ligt de noodzakelijkheid dier vorming voor de
hand. De minst ervaren landbouwer zelfs behaalt
voor zijn boteren kaas aan de markt den hoog-
sten prijs, waardoor In Friesland is de berei
ding dér boter hoofdzakeljjk aan de boerin toe
vertrouwd. In de zuidelijkste provincieën ne
men de vrouwen belangrijk deel aan den land
arbeid, vooral ook bij den tabaksverbouw terwijl
i n honderd andere dingen, die tot bovengenoemde
gevallen min of meer in betrekking staan, ont
zettend veel van ’t beleid der vrouw afhangt. En
bovendien, wanneer tegen den winter, voor den
landman de dagen van rust aanbreken, kan het
hem dan onverschillig zijn als hij zijne uren slijt
in gezelschap eener onwetende of welontwikkelde
vrouw, die, op grond van verworven kennis, hare
gevolgtrekkingen met verstand weet te toetsen,
te weerleggen of te verdedigen met en tegenover
die des mans Is het geen in het oogvallend
verschijnsel, dat er heden ten dage, zoovele jonge
dochters, zelfs van gegoede boeren gevonden
worden, wier belangstelling in het vak schier tot
nul is gedaald Is de grond er van gelegen in
eene ziekelijkheid der maatschappij, die het boe
renvak beneden de waardigheid eener welopge
voede dame wil plaatsen Als dit zoo is, dat
zij zich dan haaste, die kwaal weg te nemen en
wel ten eersten door flink lager onderwijs, want
het is maar al te waar, dat ten plattenlande door
de ouders het onderwijs aan meisjes al spoedig
voldoende wordt geacht, zoo dat ’t tot de zeld
zaamheden behoort als hun dochters tot 13 a 14
jaar de school geregeld bezoekende meesten
eindigen den leertijd gewoonlijk een paar jaren
vroeger en zetten, zonder eenige verdere weten
schappelijke ontwikkeling aldus hun leven voort.
Ten tweede zou eene inrichting, al stelt zij hare
eischen ook niet zoo hoog als die voor den we
tenschappelijk gevormden landbouwer, maar in
overeenstemming met de behoeften der vrouw
en der boerin, kunnen bijdragen liefde en waar-
deering voor het vak ook bij de vrouw aan te
kweeken.
kruis,” en geld, medicijnen en persoonlijke hulp
verschaft. Alle couranten houden er een nacht
dienst op na van redacteuren en geneesheeren.
De syndicus is zeer dankbaar voor de van alle
zijden aangeboden hulp. Wat hem zelven aan
gaat, hij geeft een voorbeeld van toewijding.
Met hem maakt de prefect zich zeer verdienstelijk
en eveneens, zooals vroeger reeds medegedeeld
werd, de kardinaal San Felice. Allen spannen
hunne uiterste krachten in, maar het kwaad is
groot, en wordt nog erger door den zenuwachti-
gen angst, de dwaze vooroordeelen en de ver
spreiders van valsche berichten. De verschrik
kelijke tooneelen der eerste dagen, toen de on-
gelukkigen elke reddende hand met afschuw
afstootten, uit vrees van vergiftigd te worden,
beginnen echter reeds veel minder voor te komen.
Koning Humbert heeft Napels nog niet be
zocht. Op den dringenden raad van den Minis
ter-president Depetis heeft hij zijn bezoek nog
uitgesteld.
In verscheidene kleine plaatsen weigeren de
inwoners te gehoorzamen aan het bevel van den
Minister van Binnenlandsche Zaken tot opheffing
van de quarantaine, die zij eigenmachtig ver
ordend hebben. Elders, zooals te Ancona en
Campobasso, heeft het volk gemanifesteerd tegen
de door de Regeering tot de prefecten gerichte
aanschrijving, om geen door de plaatselijke over
heid eigenduukelijk 'verordende quarantaine-
maatregelen te dulden. De syndicus te Civita
Vecchia is door de Regeering ontslagen, omdat
hij zich niet gehouden heeft aan de bedoelde
ministerieele aanschrijving.
In Spanje blijft de cholera gelukkig nog tot
weinige gevallen met doodelijken afloop beperkt.
Te Novelda overleden in één dag 4, te Nimfute
ook 4, te Villena 2 personen aan de epidemie.
Te Alicante kwam in de laatste dagen geen nieuw
geval voor.
Te Novelda zijn 25 balen uit Frankrijk bin
nen gesmokkelde lompen en kleederen verbrand.
Men vermoedt dat deze de cholera naar de stad
overgebracht hebben.
Frankrijk. De verjaardag van het uitroepen
der republiek (4 September) is te Parijs bijna
ongemerkt voorbijgegaan. Er hebben enkel een
paar bijeenkomsten van socialistische revolutio
nairen plaats gehad, die elk slechts door een dertig
of veertig personen werden bjjgewoond. De Temps
ziet er een heugelijk verschijnsel in, dat het feest
vieren op dien dag van lieverlede aan kant ge
daan wordt. De Parijsche bevolking kent blijk
baar geen anderen officieelen feestdag dan dien
van 14 Julij. Vroeger werd alles tot voorwendsel
aangegrepen, om hetgeen men een journée noemde
te gedenken. Thans brengt de verjaardag der
derde republiek, ondanks de aanvallen van de
onverzoenlijken der linker- en rechterzijde tegen
’s lands instellingen, de volkshartstochten niet
meer in beweging. De staatkundige opvoeding
des volks is door de langdurige uitoefening van
het algemeen stemrecht aanmerkelijk vooruit
gegaan. De democratie begint zich hoe langer
zoo meer af te wenden van al wat revolutionair is.
Ook in de provinciën zijn zoo goed als geen
vergaderingen gehouden. Te Lyon is een hoopje
anarchisten bijeengekomen.
Aan de Neue Freie Presse wordt uit Berlijn
geschreven, dat men in kringen, die tot het Chi-
neesche gezantschap in betrekking staan, niet
gelooft aan een spoedig einde van den strijd.
„Frankrijk is niet in staat, ons zóóveel slagen
toe te brengen, als wij kunnen verdragen”
zeggen de Chineezen, en al moge dit niet vol
komen juist zijn, de heer Ferry zal ongetwijfeld
bemerken, dat het passief weerstandsvermogen
van China grooter is, dan hij zich aanvankelijk
had voorgesteld.
In diplomatieke kringen te Parijs wordt een
maatregel besproken, die schijnbaar tyranniek,
inderdaad veel nuttigs zal hebben. De Parijsche
salons en clubs wemelen van Russische prinsen,
Poolsche gravinnenItaliaansche markiezen
vooral grootheden uit Brazilië en de Spaansche
koloniën, wier adellijke titels vaak geheel door
de dragers gefantaseerd zijn. Deze avonturiers
weten door hun naam vaak zeer onrechtmatig
crediet en aanzienlijke kennissen te krijgen. Er
is nu sprake van, dat de ambassades ieder de
namen harer aanzienlijke landslieden zullen ver
zamelen en daarvan lijsten zullen verkrijgbaar
stellen.
Omtrent de gezondheid van Koning Alfonso
van Spanje worden nog telkens onrustbarende
geruchten verspreid en officieus, tegengesproken.
Het Berliner Tageblatt heeft in de laatste tijden
een Madridsch correspondent, die wel betrouw
baar schijnt, en ontvangt van dezen een langen
brief over het onderwerp, waaruit blijkt dat de
Koning tegenwoordig betrekkelijk gezond is, maar
zeer zwak van gestel. In allen gevalle schijnt
het gerucht als zou hij op eene parade in Duitsch-
land door een stortregen koude gevat en tenge
volge daarvan eene longontsteking opgedaan
hebben, onjuist.
Iemand, die bij 95 graden warmte, in de
schaduw doodvriest. De 35jarige Louis Myers,
die sedert jaren te Windfield op Long Island
een vleeschouwersaffaire dreef, legde zich den
Bolswardsche Courant