NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OiSWARÖ EN WWSSBA0SB&
ARBEID.
No. 42.
1884.
Drie en Twintigste Jaargang.
VOOR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DONDERDAG 16 OCTOBER.
^ACACACACACAC AC AC ACACAC ACAC AC ACAC ACAC^
e>
de Schoolcom-
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 35 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
L®>
Wonseradeel, 11 October. In de heden ge
houden vergadering van den Gemeenteraad is
benoemd tot lid van het armbestuur voor Lon-
gerhouw c.a. de heer D. de Boer te Schettens,
en zijn de volgende besluiten genomen
1. Aan het hoofd der school te Zurich eene
gratificatie van f 25 toe te kennen voor buiten
gewone diensten tijdens de vacature van onder
wijzer aan zijne school.
2. Eervol ontslag te verleenen aan H. T. van
Warners als hoofd der school te Gaast.
3. Eenige werkzaamheden aan de bestrating
te Makkum en het bevloeren en bepuinen van
Ieder, die zelfstandig en van zijne waarde als
mensch zich bewust is, moet arbeiden om de
middelen zich te verschaffen, ten einde in het
levensonderhoud voor zich zei ven en de zijnen te
voorzien. De tallooze en uiteenloopende be
hoeften, die van zijn eersten tot zijn laatsten
ademtocht onophoudelijk zich aan hem opdringen,
en meer of minder gebiedend en nadrukkelijk
bevrediging eischenal de verschillende plichten,
die hij in zijn beroep, in zijne betrekking als
hoofd van een gezin, of als burger van den staat,
om kort te gaan, als lid en bestanddeel der
menschenwereld ontmoet, laten hem rust noch
verademing. Zij nemen zijne gedachten als ge
vangen, zij binden zijn wil, en dwingen hem zijne
krachten te wijden aan eene geregelde werk
zaamheid.
De mensch moet arbeiden. De nood, dienaar
het spreekwoord zegt, leert bidden, en de zorg,
die met bleek gelaat en ingevallen wangen den
sterveling op al zijne wegen vergezelt, zijn on
tegenzeggelijk de sterkste prikkelen en drijf-
veeren tot den arbeid. Waar zulk een noodza
kelijkheid haar gewicht in de schaal werpt, hebben
wij wel niet noodig te vragenwaarom geen
godsdienst, vóór alles, het gebod voorschrijft
„Gij zult werken!”
Arbeid is de eerste levensvraag voor den mensch,
zoodra de natuur ophoudt hem hare goederen
en gaven met milde hand als in den schoot te
werpen, maar door de moeitevolle inspanning van
een naauwlettend huishoudelijk beheer gedrongen
moet worden de onontbeerlijkste benoodigdheden
tot dekking der allereerste behoeften, namelijk
voedsel en kleeding, ,te geven op eene wijze en
in een mate, die zeker en voldoende zijn.
Wat heeft de mensch niet al aan dezen zijnen
arbeid te danken
Met de ontginning van wildernissen en woes
tenijen, werd het voor den landbouw geschikte
aardrijk vergroot, en daarmede de mogelijkheid
geschapen om aan eene steeds aangroeijende be
volking voedsel te verschaffen. Aan de geweldige
woest daarheen bruischende wateren van stroomen
en rivieren werden zorgvuldig aangelegde, door
dijken bevestigde kanalen den weg eener onscha
delijke afvloeijing voorgeschreven; ja zelfs op
daartoe geschikte plaatsen, de verwoestende kracht
van den golfslag door zinrijke kunstwerken in
eene nut brengende werkkracht veranderd, en,
evenals zoo menige andere natuurkracht, aan het
menschelijk belang dienstbaar gemaakt.
Door de drooglegging van moerassen en poelen
is meer dan ééne doodelijke ziekte verminderd en
verdrongen. In een woord, de menschelijke ar
beid, die op duizenderlei wijzen den oorspronke-
lijken toestand des aard bols heeft aangetast en
gewijzigd, verhief hem tot een paradijs van nut
en genoegen.
En vervult reeds al het geen de nimmer rus
tende hand des menschen op stoffelijk gebied en
met behulp van lichamelijken arbeid heeft tot
stand gebracht, ons met billijke bewondering, hoo-
ger nog stijgt onze verbazing, als wij op de
vruchten en uitkomsten van zijn geestelijken
arbeid den blik vestigen. In eene oneindig lange
reeks van gewoonten erkennen wij den welda-
digen invloed van ’s menschen geestelijken arbeid,
de rol vervullende van leider en bestuurder der
lichamelijke inspanningen dat van de eenvou
digste ontdekking aan, die de bandelooze natuur
kracht leert te beteugelen en te gebruiken, door
de tallooze menigte van uitvindingen van allerlei
aard en soort heen, tot aan de diepst doordachte
en kunstvolste samenstelling eener machine toe,
welke den mensch zelven schier alle krachtsin
spanning bespaart, en door haar werkvermogen
Aan de restauratie der cathedraal van St.
Jan te ’s Hertogenbosch, is men thans gedurende
een kwart eeuw werkzaam geweest. De heer L.
C. Hezenmans is van den beginne af aan dat
werk verbonden geweest, en vierde jl. Donderdag
het zilveren feest van zijne werkzaamheid, om
dat monument van bouwkunst tot zijn vroegeren
luister te herstellen.
Zaturdag avond werd voor de tweede maal
te ’s Hage Macbeth gegeven. Na de slaapwandel-
scéne werd Sarah Bernhardt drie maal terugge
roepen en haar een reusachtige bloemkorf aan
geboden. Na afloop der voorstelling werd haar
eene serenade gebracht. Toen zij voor een der
geopende vensters van het Doelen-Hotel verscheen,
werd zij toegejuicht, vooral toen de Marseillaise,
gevolgd door het Wien Neerlandsch bloed, ge
speeld worden.
Het Hbl. schrijft nog naar aanleiding der voor
stelling te Amsterdam het volgende„Wij dach
ten gisteravond aan Ristori. Toen zij in onzen
stadsschouwburg ten tweede male optrad in Mac
beth, en het publiek in ademlooz'e stilte het ver
rukkelijke tot in het diepst der ziel dringende,
onvergefelijke tooneel van de slaapwandeling
volgde, verscheen een kat ten tooneele. Men stelle
zich het bespottelijke daarvan voor, Poes snuf
felde langs de schermen, wandelde rechtstreeks
naar Ristori, bekeek lady Macbeth en verdween.
Bekend is, dat ’t minste wat op het tooneel ge
beurt, buiten de handeling, om, al is die nog zoo
tragisch, het publiek doet lachen. Daarvan zijn
verhalen en anecdoten te over bekend. Welnu,
deze kat bedierf den indruk niet van Ristori’s
spel. Men hoorde in de zaal gedurende een halve
seconde wellicht, een onmiddelijk gedempte kreet
van verbazing, maar verder werd geen notitie
genomen van het lieve dier, ook niet door Ristori
wier vriendelijke secretaris, de heer Soubeyranne
ons verhaalde dat de groote tragédienne door
die dadelijk gesmoorde kreet wel had bemerkt
dat er wat gaande was, maar de kat niet had
gezien. Ware dat gisteravond gebeurd, Sarah
Bernhardt zou er niet tegen opgewassen zijn ge
weest, want zij boeide niet.”
De gemeenteraad van Almelo heeft besloten
dat met ingang van 1 Januari e, k. de gemeen-
tegasfabriek het gas zal leveren voor 8% cent
per kub. meter. De prijs is thans 10 cent, ter
wijl verbruikers van 2000 M*. 9 cent betalen.
Deze reductie of korting zal nu vervallen.
Z. M. den Koning wordt in de helft van
November voor korten tijd uit Luxemburg in
Den Haag verwacht, om de leden der Eerste
Kamer te beëedigen. De dag is nog niet bekend.
Het Weekblad van het Recht heeft de vraag
behandeld of er in legalen zin eene Regentes be
noemd is. Thans is de Koningin slechts bur
gerrechtelijk zegt de Standaard eene Neder-
landsche, omdat Zij met den Koning, een Neder
lander, gehuwd is Door den dood des Konings
zou het huwelijk worden ontbonden en de Ko
ningin haar Nederlanderschap weder verliezen.
Als vreemdeling ware zij dan niet gerechtigd eene
landsbediening te bekleeden.
De Standaard is van oordeel, dat nu óf de
Koningin zou moeten worden genaturaliseerd en
dan nogmaals benoemd tot Regentes, of wel bij
de wet deze landsbediening wierde uitgezonderd
van de bepaling van art. 6 der Grondwet en
aan die wet eene terugwerkende kracht wierd
gegeven.
In den geest van de Grondwet ligt het zeker
niet in eene Koningin uit te sluiten van het re
gentschap, en daarom zou men nu ook de letter
kunnen toepassen.
Er staat in art, 6, dat geen vreemdeling be
noembaar is. Welnu, de Koningin was, toen zij
benoemd werd, geen vreemdelinge. De Grondwet
zegt evenwel niet, dat geen vreemdeling eene
landsbediening vervullen kan. Er is alzoo met
de letter der Grondwet geen strijd.
De som welke de Regeering aanvraagt voor
de Nederlandsche inzendingen ter Wereldten
toonstelling te Antwerpen, bedraagt f 150,000.
Uit de talrijke ingekomen adressen van handel
en nijverheid, om een commissie te benoemen,
maakt de Regeering op, dat Nederlanders in
geen mindere mate dan aan andere, ook aan
deze expositie zullen deelnemen. De wenschen
onzer handelaren en nijveren behooren nu h. i.
te worden bevredigd, daargelaten nog dat de
van de Regeering gevraagde bemoeiing passend
is tegenover de Belgische, die zich aan de Am-
sterdamsche tentoonstelling 1883 veel heeft laten
gelegen zijn en van wier vriendschappelijke ver
houding tot de Nederlandsche regeering in den
laatsten tijd opnieuw genoegzaam gebleken is.
De aangevraagde som zal als volgt worden be
steed f 37,500 voor plaatsruimte, om den prijs
gelijk te stellen met dien, welke door de Belgi
sche inzenders wordt betaaldf 35,000 voor de
coratief, daar vermoedelijk aan de Nederlandsche
afdeeling eene eereplaats aan den hoofdingang zal
worden aangewezen; f15,000 voor vervoer; f7000
voor bewaking; f 15,000 voor reis- en verblijf
kosten van commissie- en juryledenf 20,000
voor rijksinzendingen.
(Voor de tentoonstelling te Weenen werd
f 94,000, voor die te Parijs f 250,000 besteed.)
In mijn Artikel over „de aan
staande verkiezingen van volks
vertegenwoordigers” enz. ging ik
uit van de opvatting „dat in ’t volgend jaar de
helft der leden in de tweede kamer aftreden
moet”. Van geachte zijde is mij gevraagd of
dit wel was in overeenstemming met Art. 115
der wet regelende het kiesrecht Gaarne erken
ik dat ik aan dat artikel niet heb gedacht en
nu ik het heb ingezien blijkt mij dat ik mij heb
vergist. Dit artikel toch luidt„Bij ontbinding
van eene der Kamers of van beide, begint de
rooster van aftreding telkens op nieuw te werken,
voor de Eerste Kamer over twee jaren, voor de
Tweede over één jaar, te beginnen met den
eerstvolgenden derden Maandag in September”.
Daar nu de derde Maandag dier maand in dit jaar
juist voorbij is, begint het jaar voor hen die het eerst
aftreden moeten op den derden Maandag 1885
en duurt hun zitting tot den derden Maandag van
September 1886. De verkiezing alzoo voor de ka
merleden, die alsdan zullen moeten aftreden, moet
plaats hebben in Juni 1886. Hieruit volgt echter dat
de verkiezing des te belangrijker wordt, want de
zittingduur dergenen zelfs die ’t eerst aan de
beurt van aftreding zijn, is feitelijk omstreeks
twee jaren. In die twee jaren nu zal het lot der
grondwetsherziening meest waarschijnlijk wel
geheel of grootendeels zijn beslist.
M. E. van der MEULEN.
het Schoolplein te Pingjum publiek aan te besteden.
4. In 1885 over te gaan tot de uitdieping van
de havengeul in zee te Makkum, ter diepte van
2 M. beneden volzee en een bodembreedte van
15 M. met glooijingen van 5 op 1, mits door de
provincie 50 pet. subsidie worde verleend.
Onder meer is ingekomen
a. Het rapport van het onderzoek in de af-
deelingen van de gemeente-, dorps- en armvoog-
dij begrootingen, voor de dienst 1885. Bij dit
rapport, dat gedrukt en in de volgende vergade
ring behandeld zal wordenworden tal van
wijzigingen voorgesteld, tengevolge waarvan het
cijfer van hoofdelijken omslag, geraamd op
f 66,425, tot f 59,950 kan worden verlaagd.
b. Het rapport in zake de school te Wons.
De betrokken Raadscommissie stelt voorde
school met 1 January op de heffen, op grond,
dat alle inwoners uit Eng wier en Wons die
kinderen de school te Wons doen bezoeken, eene
schriftelijke verklaring hebben ingezonden, dat
zij deze met het vertrek van den onderwijzer
Canne van de school zullen afnemen en op andere
wijze in hun onderwijs zullen voorzien.
Dit rapport zal in handen van de Schoolcom
missie worden gesteld.
Arum, 12 Oct. In de heden gehouden gods
dienstoefening zijn als lidmaten bevestigd de cate
chisanten van ds. W. Mekking te Arum, die als
ingezetenen van Achlum en Hitzum geen ge
tuigschrift van hunnen Kerkeraad konden ver
krijgen, maar zich daartoe tijdelijk met der woon
naar Arum, Witmarsum, Tzum en Herbaijum
hadden begeven. Na bekomen getuigschrift zijn
ze Donderdag jl. te Arum als lidmaten der Ned.
Herv. Kerk aangenomen. De kerkeraad aldaar
had hiertegen geene bezwaren, zoodat deze kwes
tie zonder verder requestrerén is opgelost.
Blaauwhuis, 8 Oct. Aan de heden gehou
den harddraverij namen 12 paarden deel. De
prjjs van f 60 werd behaald door den bruinen
ruin van den heer G. Keulen te Mirns, pikeur
A. Hettinga.
Het laatst liep mede in de baan het paard
van den heer J. de Boer te Burgwerd.
De redactie van de Standaard heeft het
zoo druk met de verkiezingen, dat zij zich geen
tijd gunt de dagbladen met eenige aandacht te
lezen. Wij haalden eene uitdrukking aan uit de
Tijd. deze bron duidelijk noemende en nu vraagt
de Standaard: waar leest gij dat? Het is nimmer
door ons (Standaard) gezegd. Maar dit is ook
niet door ons (Arnh. Ct.) beweerd. De nauwe
aansluiting tusschen de beide bladen schijnt de
redactie zóó in de war te hebben gebracht, dat
zij zelve niet goed meer het onderscheid tusschen
Tijd en Standaard weet.
(Arnh. Ct.)
Men schrijft uit Nijmegen: Zaturdagnacht om
streeks halftwee ure hoorden eenige bewoners in den
omtrek der Roomsch-katholieke kerk in de Hout
straat alhier een hevig kloppen, alsof men op een
ijzeren ketel sloeg, zonder dat men evenwel de moei
te nam om te zien, waar dat plaats vond. Toen
de Pastoor des ochtends in kerk kwam, bemerk
te hij dat een der deuren open stond, hoewel die des
avonds was gesloten, terwijl hem al spoedig bleek,
dat twee offerbussen met geweld waren openge
broken en al het daarin aanwezige geld daaruit
gestolen was. Het hameren van des nachts was
dus opgehelderd. Men vermoedt, dat de dief zich
des avonds na afloop der godsdienstoefening in de
kerk heeft doen insluiten en daarna het nachte
lijk uur heeft afgewacht om zijn handwerk uit te
voeren. Naar de gissing van den pastoor, moet
de buit niet groot zijn geweest. Men is den da
der nog niet op het spoor.
Te Molenaarsgraaf zijn door den directeur
van het postkantoor eenige sollicitanten voor het
ambt van bode uitgenoodigd, ieder drie dagen de
reis te doen en dan verslag uit te brengen, of
het vol te houden is, namelijk 8 uur marcheeren
per dag, met een gemiddelden last van 10 kilo.
De Amsterdammer bericht„De uitnoodi-
ging, door eenige Amsterdamsehe heeren. gericht
aan de Amsterdamsehe kamerleden, tot het hou
den van een politiek „Onder-onsje”, is jl. Don
derdag aan de genoemde leden verzonden.”
De kommandant der Willem Barents zal
behalve de huid van een geschoten ijsbeer, waar
van hij in zijn brief uit Hamersfest spreekt, ook
een levenden ijsbeer medebrengen, dien hij in
genoemde haven verkreeg en levend in Nederland
hoopt te brengen.
Onder het opschrift„Let wel” leest men
in het Bat. Handelsblad de volgende advertentie:
„Er biedt zich aan een Engelsch matroos, goed
geconditioneerd en voorzien van de vereischte
legitimatiepapieren, om dienst te doen als schip
breukeling bij een der Atjesche kuststaatjes, dat
langs dezen thans gebruikelijken weg openstel
ling zijner havens mocht willen verkrijgen. Als
voorwaarde wordt niets anders verlangd dan eene
goede behandeling, vier niet leelijke vrouwen en
een aandeel in het door Nederland te betalen
losgeld.
Te Joure is door eenige jonge dames
aan de gymnastiek-vereeniging „Vriendschap en
Kracht” een fraai vaandel aangeboden.
Belgie. Behalve door de Etoile Belgie, wor
den door verschillende commission over het ge-
heele land maatregelen genomen, om ondersteu
ning te verleenen aan de onderwijzers en onder
wijzeressen, die door de nieuwe schoolwet broo-
deloos geworden zijn. Ook de Ligue de l En-
seignement, die een tiental jaren geleden door
den burgemeester van Brussel, Buis, in het leven
werd geroepen, sluit zich daarbij aan. Zij heeft
besloten
1. eene commissie van rechtsgeleerden samen
te stellen, wier taak het is den afgezetten on
derwijzers van raad te dienen2. aan eene com
missie op te dragen om afgezette onderwijzers
en onderwijzeressen, die in Belgie geen voldoend
bestaan kunnen vinden, behulpzaam te zijn in
'het verkrijgen van betrekkingen bij buitenland-
sche families, en 3. eene inschrijving open te
stellen, ter verkrijging van een fonds, tot onder
steuning van scholen en onderwijzers. Voorzit-
ter van de Ligue is de oud-afgevaardigde en
hoogleeraar aan de Brusselsche universiteit, de
heer Léon van der Kindere.
Frankrijk. In Frankrijk verwacht men, nog
voordat de Kamers bijeenkomen, eene wijziging
in het Ministerie, die, naar men meent, het ho
mogener zal maken. De Minister van Koophan
del, de heer Hérisson, zou aftreden en worden
vervangen door den heer Maurice Rouvier.
Het duel tusschen kapitein Fournier en Roche
fort had Zaterdagmiddag plaats. Een van Roche
fort’s getuigen was Camille Pelletan.. Rochefort
werd aan den hals gekwetst, kapitein I ournier
ontving eene ernstige wond aan de benedenste
ribben der rechterzijde.
Nog steeds komen te Marseille, Toulon en
in eenige andere plaatsen in het zuiden des lands
enkele gevallen van cholera voor. Doch volgens
het bulletin van den lOden uit Marseille was
aldaar in de laatste 24 uren niemand aan de
cholera overleden. Dat is de tweede maal sedert
het verschijnen der cholera te dier plaatse, dat
zij in een etmaal geen slachtoffer heeft geëischt.
Het comité der nationale verdediging in
Frankrijk heeft besloten dat Nizza eene vesting
zal worden. Het zal een belangrijke plaats in
het verdedigingstelsel worden, het middelpunt van
een reusachtig versterkt kamp. De gemeente zal
met dit plan weinig ingenomen zijn.
Uit Marokko wordt geschreven dat de gou
verneur van Azimour een Fransch onderdaan
zonder medeweten van den consul heeft doen ge
vangen zetten. De Franschen in het binnenland
van Marokko zijn het voorwerp van allerlei ver
volgingen, onder voorwendsel, dat zij de bevol
king tegen het gezag des Sultans opzetten.
de hulp der dieren, ja, niet zelden zijne eigene
kunstvaardigheid overbodig maakt.
Met diepen eerbied staren wij echter op de
reusachtige vorderingen, welke de menscheljjke
geest in den loop der eeuwen dank zij zijne
onvermoeide inspanning heeft gemaakt op het
veld van kennis en onderzoek, alsmede in de ge
niale scheppingen der kunst.
Zoo hebben wij aan de Boekdrukkunst te dan
ken, dat al die geestelijke arbeid na weinige
eeuwen met onweerstaanbare macht zich verbrei
den en het gemeenschappelijk eigendom der
menschheid worden kon.
Zoo ontdekken wij heden ten dage in het ui
terlijk en inwendig leven der menschheid eene
bedrijvigheid, zooals de wereldgeschiedenis in geen
van hare tijdperken 'heeft gekenden deze be
drijvigheid is het gevolg van een geestelijken ar
beid, die zich zelven uit de knellende boeijen van
bijgeloof, stompzinnigheid en vooroordeel heeft
verlost, en na eene hevige worsteling de roem
volle baan van de vrije gedachte en het vrije
onderzoek betreden heeft. In zooverre nu als die
arbeid niet om eigen voordeel, maar veeleer tot
vermeerdering van het algemeen welzijn der groote
menschheid wordt verricht, is zij de arbeid die
eensdeels de menschheid tot het licht der waar
heid opvoert, en anderdeels haar leidt op het pad
van werkdadige deugd, om daardoor de aarde
tot een paradijs van geluk te maken.
Aangezien echter hieraan nog veel ontbreekt,
gevoele ieder zich geroepen tot aanhoudenden ge-
meenschappelijken arbeid, waarvan de vruchten
zeker niet zullen uitblijven.
Bolswardsche Courant
f