NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
O L SWARD EN WWOSAMB&
i
LEDEN DER TWEtDE MMEB
1884.
No. 43.
Drie en Twintigste Jaargang.
DONDERDAG 23 OCTOBER.
De Verkiezing
VOOR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Staten-Generaal.
M“. PH. VAN BLOM.
S. WIJBENGA.
A. BUMA.
Het vijftigjarig Jubilé
CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK.
I»
M. E. van der MEULEN.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. vanl7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
I
r
i
op l)I\(;S3)AG 2M>( TOIH Ila s
fit
De geldleening groot f8000 der gemeente
Wonseradeel is tegen 4.3 geplaatst. Er was
in het geheel f40,000 aangeboden. Bij loting is
toegewezen nan de firma Posthuma te Harlingen
f5000, Simon Gaastra te Workum f2500 en de
Spaarbank te Workum f500.
Als eene bijzonderheid kan gemeld worden,
dat een aantal aardbeziënvelden onder Prinsen-
hage, bij Breda, in vollen bloei staan en dat er
dezer dagen zelfs vele rijpe aardbeziën geplukt zijn.
Dezer dagen las men in de Haagsche bladen
de min of meer geheimzinnige mededeeling, dat
een praatje omtrent eene onderwijzeres volkomen
onwaar was. In het U. D. wordt daaromtrent
het volgende verhaald
„Het praatje betrof eene hoofdonderwijzeres,
die onlangs een Engelschman huwdeDeze Brit
nu zoo luidde het praatje had zich voor
een schatrijken lord uitgegeven, maar was
noch rijk, noch lord, en had beweerd vrijgezel
te zijn, wat hij ook niet was, alles met détails
naar keuze. En wat blijkt nu Dat de man
nooit beweerd heeft, lord te zijndat hij nooit
voorgaf, schatrijk te zijn, maar niettemin een
zeker vermogen bezit, en dat zijne tweede vrouw
geheel uit de lucht is gegrepenKort en goed
moet de oorsprong van al die praatjes te vinden
zijn in de tong van een jaloersch vrouwspersoon
die hare wraak koelde, door een en ander te
verzinnen en behendig uit te strooien.”
Eene zeldzaam belangrijke verkie
zing staat den Kiezers op aanstaanden
Dingsdag te wachten. De geheele
Kamer moet worden gekozen, zes en
tachtig volksvertegenwoordigers. Eene
grondwetsherziening staat voor de
deur en daarbij zal moeten worden
beslist over de hoogste belangen, die
het volksbestaan raken. In waarheid
is ons volk in drie partijen verdeeld
en daardoor ook de volksvertegen
woordiging. De liberale die tot heden
over 44 stemmen in de Kamer te
beschikken heeft, de Anti-revolutio-
naire en de Roomsch-Katholieke. De
twee laatste staan lijnrecht tegenover
elkander op meer dan een gebied.
Zij bestrijden elkander dan ook met
allerlei wapenen. Nochtans zullen wij
het liefelijke schouwspel te zien krij
gen, dat zij gezamenlijk ter stembus
opgaan en elkanders candidaten steu
nen. Daartegenover heeft dan ook
de liberale partij begrepen, dat zij, in
beginselen één, alle persoonlijke veeten
moet laten rusten en, met opoffering
zelfs van eenige op zich zelf belang
rijke persoonlijkheden, alleen die man
nen moet afvaardigen, welke geza
menlijk eene aaneengesloten meerder
heid zullen vormen. Moge een der
afgevaardigden van ons district, de
Heer A. BUMA, vooral door zijne
stem uit te brengen tegen de inge
diende klassenbelasting een deel der
kiezers hebben ontstemd, na zijne
rondborstige verklaringen is hij weer
met de Heeren Ph. VAN BLOM en
S. WIJBENGA tot candidaat gepro
clameerd in de centrale kiesvereeni-
ging. En nu dit is geschied, mogen
wij er geen oogenblik aan twijfelen
of al de Kiezers zullen opkomen en
stemmen als één man op het gekozen
drietal, dat wij ten zeerste aanbeve
len, de Heeren:
De Stembus is geopend van des voorm.
9 tot des nam. 4 uur.
kans meenden te hebben, behaalden zij de zege.
Ook te Namen, Luik, Doornik, Verviers, Dinant,
Boitsfort, Hussingnies, Welkenraedt, Wavre,
Philippeville, Arion, Gembloux, Covin, Esschen,
Berghem, Guedinne Fosses, Roquelange, Chaud-
fontaine, Walcourt, Chimay, Bouillon, Lessinci,
Ensival, Ostende, Flénu, Viloo, Chapello, Hal
ley, Felny, Ledeberg, Jemappes, Floreffe, Mes-
sancy, Josoigne, Otrognies, Diest, Houffalize, Uc-
cle Gosselies, Virtou, St.-Eloy, Dreghem, Have-
lances, overal bleven of kwamen de liberalen in
de meerderheid.
Tot nog toe worden slechts uit Mechelen,
waar de clericalen meester van het terrein ble
ven, zij het dan ook met een kleine meerder
heid, ernstige ongeregeldheden gemeld. Men
ging elkaar daar met messen te lijf. Te Brussel
hebben eenige zingende troepen de ruiten van
het bureau der Patriote ingeslagen. Er hadden
ook eenige onbeteekenende vechtpartijen plaats,
enkele personen zijn gearresteerd, maar de orde
werd niet ernstig verstoord, reeds om halfnegen
kon de burgerwacht inrukken. Te Antwerpen
behoefden de troepen niet te patrouilleerenwel
kwamen er eenige botsingen voor, maar de poli
tie was voldoende in staat, erger dingen te voor
komen. De liberalen trokken in optocht met
muziekcorpsen door de stad en vergenoegden zich
met van harte vroolijk te zijn. Ook te Brussel
legde men op deze wijze zijn blijdschap over den
welsprekenden afloop der verkiezingen aan den
dag.
Behalve te Mechelen, hebben de clericalen ook
te Brugge, Turnhout, Hal, Neville, Oudenaerde,
Grammont hunne zetels behouden.
Eene der laatste pogingen van het clericale
Ministerie, om zich van den steun der twijfelaars
te verzekeren was de officieuse mededeeling in
het Journ. de Bruxelles, dat het plan bestond,
eene gemeenschappelijke Belgische en Nederland-
sche academie voor Vlaamsche en Nederlandsche
letterkunde te stichten.
Brussel, 21 Oct. De Koning ontbood heden
de ministers en de ministers van Staat. Het
geheele ministerie diende zijn ontslag in. De
Koning heeft dit aangenomen, behalve van Malou
en Beernaert, die belast zijn een nieuw kabinet
te vormen. De liberale bladen eischen krachtig
eene ontbinding der Kamers en optreding van
een liberaal bewind.
Rusland. Onlangs verbood het gouvernement,
dat de naam van leden der Keizerlijke familie
aan schepen werd gegeven, behalve aan stoom
schepen der eerste klasse. Thans heeft de politie
gelast, dat de portretten van den Keizer en de
Keizerin uit de gelagkamer, eetzalen enz. van
logementenrestaurants en herbergen moeten
worden verwijderd, „omdat de gasten niet altijd
behoorlijken eerbied bewijzen aan die afbeeldin
gen,” Dit is eene merkwaardige getuigenis.
Te Moskau hebben van wege de studenten
ongeregeldheden plaats gehad. Ook heerscht er
bij de studenten te St. Petersburg, sedert de
sluiting der universiteit te Kiew, eene bedenke
lijke spanning. Zij hebben reeds oproerige pro-
clamatiën verspreid.
Duitschland. Mevrouw de Kolemine, gravin
von Hutten-Czapska, heeft hare toestemn.mg in
de echtscheiding ingetrokken. Het gerechtshof
te Darmstadt had die toestemming als een der
argumenten beschouwd, om haren echtgenoot, den
groothertog van Hessen, de ontbinding van het
morganatisch huwelijk toe te staan. De gravin
komt nu in appèl bij het oppergerechtshof te
Darmstadt en zal daarna de zaak voor het Kei
zerlijk oppergerechtshof te Leipzig brengen.
De gemeenteraadsverkiezingen in België zijn
een zegepraal voor de liberalen geweest.
In sommige gemeenten is de nederlaag der
clericalen vernietigend geweestin vele, waar de
laatsten zich zeker waanden van de overwinning,
zijn ze verre in de minderheid gebleven.
Uit de opgewonden telegrammen, die uit Brus
sel worden ontvangen, blijktdat hét alge-
meene resultaat van den verkiezingsstrijd op 19
October verpletterend is voor het stoute Mi
nisterie, dat de openbare meening in het aange
zicht durfde slaan en niet gerust heeft, vóór het
den slag terug had bekomen. De natie werd tot
spreken gedwongen en zij heeft het gedaan, dui
delijk, nu zonder aarzelen, met geestdrift, zich
haastende om te ontkomen aan de gevolgen der
clericale verrassing.
Te Brussel waren van de 12,100 ingeschreven
kiezers p. m. 11,000 opgekomen. Den geheelen
dag was het buitengewoon levendig op straat
bijna iedereen zag men met het liberale strikje op
de borstde opgewondenheid nam toe met het
bekend worden van elke nieuwe overwinning.
De liberalen hadden te Brussel eene meerderheid
van 3750 stemmen. Maar ook in al de voorste
den, te St.-Josse-ten-Noode, Schaerbeck, St.-Gi
les, Laeken enz., werden de clericalen totaal ge
slagen. De geestdrift was tegen half vier onbe
schrijfelijk.
Te Antwerpen behaalden de liberalen de zege
praal met 1110 stemmen. Het behoeft niet ge
zegd te worden dat deze uitslag ook daar de
geestdrift ten top deed stijgen.
Te Leuven, waar de liberalen zelven niet veel
Op den 14den October, die toen evenals dit
jaar op een Dingsdag viel, knielden des avonds
in eene bijzondere woning te Ulrum, een dorp in
de provincie Groningen, de predikant H. de Cock
met zijne ouderlingen en diakenen en een aantal
gemeenteleden neder en na gebeden te hebben
teekenden dezen eene akte van afscheiding of
wederkeering, van of tot de Nederlandsche Her
vormde Kerk.
Door deze daad was de grondslag gelegd voor
harte gevoelen en gelooven, „dat al de artikelen
en stukken der leer, begrepen in de Belijdenis
des geloofs, den catechismus en de leerregels der
Synode van Dordrecht, gehouden in 1618 en 1619,
in alles met Gods woord overeenkomen.” Wel
nu, al zouden wij hun gaarne weer een plaats
inruimen als zij tot ons wilden wederkeeren en
broederlijk met ons samenwonen, hoe zouden zij
het kunnen terwijl zij, op niet zeer liefelijke wijze
beweren, dat in ons genootschap Christus en
Belial gelijkelijk kunnen worden gediend. Im
mers, al drukken wij het anders uit en willen
liever zeggen dat wij Gode het oordeel laten
over wat tarwe en wat onkruid is, toch kunnen
wij niet meer beweren, dat ons genootschap staat
op den grondslag in de 17de eeuw gelegd, sints
verschillende richtingen, feitelijk en wettelijk toe-
gelatén zijn en zelfs mannen als Dr. Kuyper be
vonden worden onzuiver in de leer te zijn, als
die in strijd met Art. XXXVI der geloofsbelijde
nis, leert dat het niet meer „het ambt der overheid
is, om de hand te houden aan den heiligen ker
kendienst, om te weren en uit te roeijen alle af
goderij en valschen godsdienst, om het rijk des
Antichrists ten gronde te werpen” enz. Het moet
worden erkend, dat niet alleen de evangelischen
en modernen, maar ook de orthodoxen, behoudens
enkele uitzonderingen, vooral wat de predikanten
betreft, zijn afgeweken van de leer in de formu
lieren van eenigheid vastgesteld. Dit wordt wel
door velen der laatsten verbloemd, bedekt, ont
kend zelfs, zoolang zij samenstemmen in de be
wering en den eisch dat volgens Art. 11 Alge
meen Reglement de leer moet worden gehandhaafd,
maar zoodra het komt tot de formuleering wat tot
„de leer” moet gerekend worden, dan blijkt het dat
nog immer de strijd bestaat over het „quatenus”,
d. i. „hoe verre,” want afgeweken zijn bijkans
allen, de vraag is slechts„hoe verre” Om
één voorbeeld te noemen. Van de kansels kan
men hooren, in de boeken kan men lezen, dat
de rechtzinnigen tegenover de vrijzinnigen den
Bijbel achten als „Gods woord” en de göe ge
meente is gerust, als zij die uitspraak heeft ge
hoord. Doch als men nu nagaat, hoe door zeer
velen het recht der kritiek wordt erkend, allerlei
uitzonderingen worden gemaakt, dan vraagt men
zich af, of ’t geen spelen met woorden is, als
evenwel wordt volgehouden, dat men alles gelooft,
„omdat en zooals het in den Bijbel staat”? De
Christelijke Gereformeerde kerk heeft volkomen
gelijk, als zij verklaart tot eene „wederkeering”
niet te kunnen overgaan, omdat de overgroote
meerderheid der Nederlandsche Hervormde kerk
van de zuivere leer der vaderen is afgeweken
en als zij degenen welke in die kerk daaraan in
waarheid nog vasthouden, uitnoodigt den moed
te hebben, om ook van haar uit te gaan en tot
de kleine kudde der getrouwen over te komen.
Zoolang zij blijft gelooven, dat de handhaving
der ware leer onvermijdelijk noodzakelijk is voor
het waarachtig geloof en innige vroomheid, is de
Christelijke Gereformeerde kerk gerechtigd en
verplicht haar zelfstandig bestaan te handhaven,
evenzeer als de Roomsch-Katholieke.
Ons aangaande wij verblijden ons in de vrijheid
van onderzoek waarop wij als Protestanten, ook
in onze Nederlandsche Hervormde kerk volkomen
recht hebben, wij geven gaarne aan alle richtingen
plaats, die met ons zoeken naar dat innige geloof
dat God werkt in het hart van alle vromen en
en dat zich in Jezus op zoo heerlijke wijze heeft
geopenbaard.
eén nieuw Kerkgenootschap in ons Vaderland of
willen wij schrijven in den geest der Christelijke
Gereformeerden, dan was door deze daad de echte,
oude Gereformeerde kerk in eere hersteld. Een
nieuwe loot werd afgesneden van den ouden
stam en in nieuwe aarde gezet, omdat de oude
stam in ’t hart verkankerde. Voor ’t uitwendige
droeg deze nog wel een breede bladerenkroon,
maar giftige sappen waren door twijgen en tak
ken binnen gedrongen en zouden vroeg of laat
den eerwaardigen, tweehonderdjarigen stam doen
kwijnen en sterven.
Eene halve eeuw is sedert verloopen. De loot
heeft wortel gevat en is zelve een stam geworden
met vele takken en twijgen. Zij kan wijzen op
381 gemeenten met 371 leeraars, op hare kerken
en pastoriën, op hare Theologische school te
Kampen met zeven docenten en een leeraar, op
haar eigen Synode en Synodale commissie, op
haar armenzorg en haar zendingijver, i. e. w. op
al den zegen dien zij ervoer en al de werkkracht
die zij openbaarde.
De onpartijdige navorscher, die ’t oog vestigt
op het ontstaan en de ontwikkeling dier kerk,
denkt met weerzin aan al de onverdraagzaamheid
en vervolging, waaraan de Hervormde kerk en
de Staat, door zijne rechterlijke en militaire macht,
zich schuldig hebben gemaaktmet eerbied aan
het geduld en de volharding, vooral door de Cock
en velen met hem betoond bij de onredelijke en
onzedelijke bejegeningen die zij moesten onder
gaan met bewondering aan al ’t geen deze ge
meente van „daglooners”, gelijk een harer leeraars
haar noemde, heeft tot stand gebracht.
Waarlijk, als wij vernemen, dat de Cock eerst
geschorst en daarna afgezet is als Predikant bij
de Ned. Herv. Kerk, dat hij met zware geld
boeten gestraft is, dat 150 militairen in Ulrum
werden ingekwartierd en in zijn pastorie alleen
twaalf, dat hij tijdens zijn verblijf te Groningen
en later te Leeuwarden, door het volk met steenen
werd gegooid, dan zou men meenen, dat wij hier
te doen hebben met een mensch allergevaarlijkst
voor de rust van kerk en staat. Maar als wij
dan vernemen dat hij integendeel was een zeer
rustig burger, die zich steeds gewillig onderwierp
aan de hem opgelegde straffen en dat de eenige
beschuldiging tegen hem was, dat hij, evenals
de eerste Synode van de afgescheidenen, die in
1836 te Amsterdam bijeenkwam, verklaarde
„dat hij van harte gevoelde en geloofde, dat al
de artikelen en stukken der leer, begrepen in de
Belijdenis des geloofs, den catechismus en de
leerregels der Synode van Dordrecht, gehouden
in 1618 en 1619, in alles met Gods woord over
eenkomen,” dan doet het ons smartelijk aan dat
voor een halve eeuw nog zooveel onverdraagzaam
heid in ons Vaderland heerschte op het gebied
van den godsdienst. De vervolging toch welke
de Cock te verduren had trof niet slechts hem
persoonlijk en stond niet op zich zelve, zij trof
allen, die met hem zich wilden afscheiden, ’t Is
waar, één gebod werd ook door de Cock, gelijk
door velen overtreden, hij liet nam. de Evangeli
sche gezangen niet zingen en verklaarde zich bij
monde en in geschrifte daartegen, maar behalve
dat men dit deed, omdat men ze in strijd achtte
met de echt Gereformeerde leer en niet uit moed
wil, hoe kan toch ooit eene Synode er toe komen,
niet om ze in te voeren, wat te verdedigen is,
maar om de gemeenten te gebieden ze te zingen?
Hetgeen in dit opzicht in het verledene geschied
is, vervulle ons met diepe schaamte en zij ons
eene ernstige herinnering, dat het Koningrijk
Gods niet komt met kracht en geweld en dat ’t
eenige zwaard, dat wij mogen gebruiken, is ’t
zwaard van den geest. Overigens blijkt ’t ook
hier wederom, dat het martelaarsschap het zaad
der kerk is geweest. Eenigen mogen er door
teruggehouden zijn, velen werden er door geprik
keld en aangevuurd tot volharding. Het is merk
waardig om na te gaan hoe het kleine kuddeke
twintig jaren lang gestreden heeft tegen voort
durende miskenning, ook toen de vervolging op
hield, totdat het in 1853 eindelijk als kerkgenoot
schap erkend werd en dat, terwijl het juist in
den beginne ook met inwendige verdeeldheid en
teleurstelling te worstelen had. Het is onbe
grijpelijk vanwaar al het geld gekomen is en
komt, terwijl toch slechts bij hooge uitzondering
enkele rijken zich hebben aangesloten en de
Staat niets gaf en geeft, ’t Is waar, zij bouwen
geen cathedralen, maar ’t zijn toch aanzienlijke
kapitalen, die zij bijeen brengen voor hun bedehui
zen, pastoriën, tra ktementen en verdere behoeften.
Het ontstaan alzoo van dit genootschap of
deze kerk is eene noodzakelijkheid geweest, ’t
was meer een uitstooting, dan een Exodus, een
uittocht. Doch het voortdurend bestaan is dat ook
te verdedigen Moest, kan men vragen, de „weder
keering” niet reeds lang hebben plaats gehad,
waarvan immers ook het hoofd der eerste akte
van afscheiding gewaagt Moest dit niet geschied
zijn, nu in het Hervormd Kerkgenootschap sints
geruimen tijd, het echt „gereformeerd” heeten,
niet meer een aanfluiting, maar veel meer een
eere is, niet meer een oorzaak van vervolging, maar
bijna van vergoding ’t Komt mij voor, dat het
antwoord op deze vragen beslist ontkennend moet
zijn, althans zoolang de Christelijke Gereformeerde
Kerk op haren eenmaal gelegden grondslag blijft
staan. Die grondslag is immers uitsluitend, dat
men alleen kan samenwonen met hen, die van
j
8
VAN
DER
■Q* I
Bolswardsclie Courant,
DER
W