NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OJLSWARD EN WONSERADEEJ. 1884. Drie en Twintigste Jaargang. No. 44. J»s VOOR BEKENDMAKING. BUITENLAND. BINNENLAND. WEETGIERIGHEID. ^xxxxxxxxxxxxxxxxxx^ DONDERDAG 30 OCTOBER. lil e ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Het lijdt geen twijfel, of de drang om de voor werpen, die in de wereld ons van alle zijden omgeven, niet alleen naar het uitwendige waar te nemen, maar ook in hun innerlijk wezen door te dringen, is den mensch aangeboren, en dus een karaktertrek onzer menscheïijke natuur. Het is ons onmogelijk de tallooze schepselen en won dervolle gewrochten der natuur te aanschouwen, hun leven en werken te bespieden, de betrekking gade te slaan waarin zij wederkeerig tot elkan der staan, en op te merken, hoe zij allen, van het grootste tot het kleinste, op en met elkander werken, zonder dat zich in ons de drang verheft om dieper in hun aard en wezen door te drin gen. De mensch, wiens geest genoeg ontwikkeld is om te denken en te oordeelen, heeft geen vrede met het waarnemen en onderzoeken der schaal; om de kern is het hem te doen. Hij wil van de dingen weten niet alleen hoe, maar ook wat zij zijnde macht opsporen, die het einde loos wisselend spel der verschijnselen te voor schijn brengt, en met deze kennis verrijkt, tegelijk den omvang der wereld leeren kennen en haar doel bepalen. In dit opzicht gelijken wij op het kind, dat ook spoedig zijn speelgoed met een anderen blik dan dien van blijde verrassing be schouwt, en niet tevreden met de pop in bewe ging te brengen of de muziekmakende doos hare tonen te laten geven, zien wil wat er van bin nen schuilt, dat de beweging veroorzaakt en de toonen verwekt. En de trek om het raadsel op te lossen is zoo sterk, dat geene vermaningen en waarschuwingen van de ouders baten, maar het kind niet rust eer het zijne nieuwsgierigheid heeft bevredigd, al gaat die bevrediging met de vernieling van het speelgoed gepaard. Deze nieuwsgierigheid, welke reeds het kind onderscheidt, ontwikkelt zich later en in rijpere jaren tot weetgierigheid. Met den mensch groeit de drang naar het kennen en weten; en telkens en overal ontmoeten wij in het leven den vra- genden en zoekenden mensch, den mensch, die de bevrediging van hoogere behoeften najaagt, en op vragen en aangelegenheden peinst, welke door de belangstelling en den weerklank die zij Het nieuwe Belgische Ministerie wordt door de Moniteur openbaar gemaakt. Het is aldus samengesteld Beernaert, Financiën Thonissen, Binnenlandsche Zaken en onderwijsPontus, Oorlog; Vandenpeereboom, Openbare Werken; Caraman ChimayBuitenlandsche Zakende Moreau, Landbouw en Koophandel; de Volder, Justitie. Het gerucht, dat de Kamers toch zullen ont bonden worden, houdt aan. De Moniteur de Rome keurt de zwakheid af van het Ministerie-Malou, dat de ontbinding der Kamers had moeten vragen en de nieuwe ver kiezingen had moeten afwachten. De hoofden der liberale partij te Brussel heb ben reeds verscheidene malen geconfereerd tot het gereedmaken eener candidatenlijst, voor ’t geval eener ontbinding van de Kamers. Door wederzijdsche concessies tracht men toteene lijst te komen, waarmede alle fracties der liberale partij zich zouden kunnen vereenigen. De uitslag der herstemmingen voor de gemeen- teraadverkiezingen is in 4b der belangrijkste plaatsen bekend. Van deze komen 26 ten goede der liberale partij en 12 aan de Katholieken, terwijl in 10 gemeenten o. a. te Tongeren, waar de liberale burgemeester en een clericaaal zijn gekozen de uitslag van gemengden aard is. In een paar gemeenten hebben, na de herstem mingen, vrij ernstige ongeregeldheden plaats gehad. Te Leuven hebben, men weet het reeds, naar aanleiding van de berichten omtrent de gedwon gen aftreding der Ministers Jacobs en Woeste ernstige ongeregeldheden plaats gehad. Bijzonder heden daaromtrent houden het volgende in Reeds des morgens bij de opening van de colleges der Katholieke universiteit veroorloofden zich de clericale studenten allerlei beleedigingen jegens hunne liberale confraters. De clericalen verstoor den de lessen onder het geroep van „Weg met den KoningLeve de Republiek! Weg met Co burg!” Des namiddags liep een groep van onge veer 700 studenten, allen met dikke stokken gewapen, door de stad, onder het zingen van schimpliedjes op de liberalen, waarbij tevens ver scheidene achtenswaardige ingezetenen werden uitgejouwd en beleedigd. Des avonds ten half 7 ure volgde er een oploop, waarbjj drie studenten, ieder met een blooten ponjaard in de hand, wer den gearresteerd. Ten 8 ure werd er in de stu- denten-societeit eene bijeenkomst gehouden, waarin besloten werd, een adres van hulde aan de hee- ren Jacobs en Woeste te zenden. Tevens Werd ér bepaald, geen kamers meer te huren dan bij ingezetenen, die lid van den Cercle Catholique zijn, of zich verbonden, het te worden. Een paar uren later liep de vergadering ten einde en gingen een duizendtal studenten in aaneengesloten rijen de straat op. Voor het gebouw van den Cercle Libéral gekomen, maakten zij zulk een spektakel, dat de aldaar aanwezige burgers, ten getale van ongeveer 200, eindelijk naar buiten kwamen en op hen aanvielen, met het gevolg dat de studenten naar drie kanten op de vlucht werden geslagen. De meesten namen de wijk naar de Stationstraat en begonnen daar een nieuw rumoer. Spoedig echter kwam er eene talrijke menigte op de been en sloeg er zoodanig op los, dat vele studenten erg werden toegetakeld. Een jongeling uit Brussel werd hierbij gekwetst en door een lid van den gemeenteraad gerbd, die hem medesleurde naar een huis, waarin beiden de vlucht namen. Dergelijke standjes vielen onderwijl ook voor op het groote plein en op de Oude Markt, ter wijl er bij het universiteitsgebouw een woeste oploop kwam, waarop de politie met den bloo ten sabel een uitval deed, die echter mislukte, daar zij letterlijk werd teruggedrongen. Op dat oogenblik verscheen aldaar de burgemeester met een der schepenen. Beiden vermaanden de aan wezigen uiteen te gaan. Doch juist werden er een paar gekwetste studenten aangedragen, en nu deden hunne confraters een beroep op den burgemeester om hen tegen het volk te be schermen. Hij beloofde dit en ontving daarvoor hunne toejuichingen, terwijl daarentegen één hunner hem begon te beleedigen en daarom naar de gevangenis werd gebracht. Nauwelijks was dit afgeloopen of in de Stationstraat raakte men weer handgemeen. Een jongen had aldaar het liedje O Vandenpeereboom gezongen en werd daarvoor afgeranseld door drie studenten, die het nu met de voorbijgangers te kwaad kregen. Dit veroorzaakte alweer een heftig rumoer, waar aan de politie echter spoedig een einde maakte. Onderwijl waren de studenten afgezakt naar het café des Brasseurs. De burgemeester kwam al daar met eene sterke politiemacht, rangschikte de studenten in groepen en zond iedere groep onder geleide van een aantal agenten naar huis. Doch nauwelijks waren ze op straat, of het volk begon met steenen te gooien. De burgemeester liet ze daarom weer naar binnen gaan en gaf bevel om het gebouw te sluiten. Eerst tegen den ochtend konden ze veilig naar huis gaan. Er zijn een paar honderd personen gearresteerd. De gezondheidstoestand van Napels is in de laatste dagen aanmerkelijk verbeterd. Vrijdag zijn er slechts negen gevallen van cholera voor gekomen, waarvan er twee een doodelijken af loop hadden, ongerekend de sterfgevallen van personen, die reeds vroeger aangetast waren. Dezelfde verbetering in den toestand wordt in de omstreken van Napels waargenomen. Een aantal van de veroordeelden in het laatste politiek proces in Rusland zijn begena digd, dat wil zeggen de doodstraf is in levens lange of vijftienjarige gevangenisstraf veranderd. Onder hen zijn twee vrouwen, de overigen zijn officieren. Twee slechts, baron Storm berg, lui tenant bij de marine, en Rogatschew, luitenant der artillerie, zijn gewurgd. De overige beschul digden, vijf jongelieden en eene jonge vrouw, zijn tot dwangarbeid van vier tot twintig jaren veroordeeld. Bedankt voor het beroep naar Geesteren, door ds. J. Breukelaar, te Arum. Leeuwai’den, 27 Oct. De lijst der punten van behandeling voor de aanstaande winterverga dering der Staten van Friesland bevat 32 nummers, waaronder voorkomen voorstellen tot wijziging der begroetingen van 1884 en 1885 aanwending der post ad f53.412.61, nl. welke vaarten daarvoor in 1885 zullen worden uitgedieptvoorstel om in 1885 in plaats van in 1888 het vaarwater door de Houkesloot en de Zuiderstadsgracht van Sneek tot in de Geeuw te verdiepen; verzoek van Frane- keradeel om de Achlumervaart bij de provincie in onderhoud en beheer aan te nemen; adres van Duursma te Dragten c.s., betreffende een onder zoek omtrent eene verbeterde communicatie te water tusschen Friesland en Drenthe; wijziging regl. van politie op de prov. waterstaatswerken wijziging regl. prov. waterstaatsdienst, betreffende vergoeding voor reis- en verblijfkosten; wijziging der regl. voor de waterschappen het Nieuwe Bildt en Ferwerderadeelvoorstellen om subsidie te ver- bij allen vinden, het geestelijk leven prikkelen en wakker houden, en daarom aan het men- schelijk verkeer een bloei en veerkracht verlee- nen, die het uit de sfeer van het eentoonig on beduidend plantenleven tot eene even rijke als gezegende en veelzijdige werkzaamheid verheffen. In hoe vele dingen die te voren in eene geheim zinnige duisternis waren gehuld, heeft niet reeds dat geestelijk verkeer den mensch een helder inzicht gegeven Hoeveel kennis en wetenschap hebben wij niet aan dat onvermoeid en ijverig zoeken van den geest te danken Toch is er nog meer, waarvan wij in het geheel geene, of slechts eene hoogst gebrekkige kennis bezitten. In zoo menig opzicht moeten wij ons met onklare nevelachtige voorstellingen vergenoegen, of stui ten bij ons zelven op vooroordeelen, aan welker wegruiming wij ongaarne de hand slaan, uit vrees dat daarmede voor ons denkbeelden en begrippen zullen verloren gaan, met welke wij van kindsbeen af zijn vertrouwd geworden begrippen die met onze gemoedsrust zijn saam- geweven, die men ons zegt, dat wij niet kunnen prijs geven, zonder ons tijdelijk en eeuwig heil op het spel te zetten, en die eens verloren, door niets kunnen worden vergoed. Toch is het niet waarschijnlijk, dat de men- schelijke geest reeds tot aan de grenzen der kennis zou zijn gekomen, en de menscheïijke wetenschap, na in de diepte en in de hoogte alles te hebben onderzocht Wat zij met haar on derzoek kan bereiken, haar laatste woord zou hebben gesproken. Veeleer meenen wij, op grond van de nimmer rustende, altijd voorwaarts dringende beweging, die tot op den dag van heden zich heeft doen gelden, en van de uitkom sten, die wij aan haar zijn verschuldigd, met recht mogen verwachten, dat de menscheïijke geest niet kan stilstaan, maar moedig zal voort schrijden, om allengs en stap voor stap dichter tot het doel zijner volmaking te naderen, en op dien tocht achtereenvolgens een tal van geijkte doch onware voorstellingen af te leggen, en de vooroordeelen te overwinnen, die nu nog zijn vrijen blik benevelen. Zoo dikwijls hij een hoo- ger standpunt zich verovert, ziet hij met triom- feerende zelfvoldoening op den afgelegden weg terug en stelt zich met weemoed de vraag, hoe het toch zoo lang heeft kunnen duren, en zoo veel inspanning kosten om van de oude dwalin gen zich te ontdoen en nieuwe wegen tot loute ring en vermeerdering zijner kennis in te slaan. De aangeboren weetgierigheid van den mensch heeft die doen vinden en dringt hem naar steeds hooger ontwikkeling op geestelijk gebied. En al strijdt en worstelt sinds de dagen van ouds de onzinnige verkleefdheid aan ijdele vormen en gebruiken tegen het gezond verstand en den vooruitstrevendeu geest des menschen, al ver zet zich de macht van het bijgeloof tegen het flikkerend licht der waarheidde geest van reactie tegen het streven naar vrijheid van be weging tweespalt, haat en vervolging tegen eendracht en menschenliefde, despotieke willekeur en onderdrukking tegen menschenwaarde en menschenrecht, de weetgierige mensch voelt zich geroepen om moedig te volharden in den strijd van het menscheïijke tegen het onmenschelijke. Hij worstelt om den lauwerkrans der overwin ning te behalen, bestaande in het zoo vurig ge- wenscht geluk, den heiligen vrede Gods. leenen aan de waterschappen het Nieuw Bildt en Hem. Oldephaert en aanhoorige zeedijken enz. Zwolle, 26 October. Door stemhebbende le den der Doopsgezinde gemeente alhier is tenge volge het bedanken van Ds. Lulofs te Koog en Zaandijk, het drietal waaruit deze onlangs be roepen werd, aangevuld met Ds. Koekebakker te Giethoorn en uit dat aangevulde drietal terstond Ds. S. Cramer te Enschede beroepen. Van het Koninklijk kasteel Bergin Luxem burg schrijft men, dat de gezondheidstoestand van Z. M. den Koning sedert zijn komst in Luxemburg niets te wenschen overlaat. Jl. Dins dag heeft in de bosschen van Walferdange de eerste groote jachtpartij plaats gehad, waaraan Z. M. met vijf heeren deelnam. Des ochtends vroeg vertrok de Kon. jachtstoet per extra trein van Berg naar Walferdange, waar het déjeuner gebruikt werd. Te 5 uren ’s namiddags kwam de stoet op het kasteel Berg terug. Om den anderen dag maken HH. MM. met het prinsesje des middags een rijtoer in de om streken van Berg en op de dagen dat dit uit stapje niet plaats heeft, rijdt Z. M. met de gra ven Dumonceau en de Villers, de secretaris voor de zaken van het Groothertogdom, terwijl dan de Koningin met de Hofdames van dienst een rijtoer maakt. Prinses Wilhelmina was eenige dagen geleden licht ongesteld. Onmiddelijk is een doctor uit Mersch ontboden, die verklaarde, dat de onge steldheid van voorbijgaanden aard was. H.K.H. is dan ook nu weder veel beter, zoodat de doctor slechts nu en dan zijn visites herhaalt. Het is zeker, dat HH. MM. den 14den No vember naar de residentie zullen komen, doch nog niet zeker is het, of zij daar zullen blijven, dan wel nog eenige weken op het Loo zullen gaan vertoeven. Te Groningen is Zaterdagavond een Vola- pükclub opgericht, de tweede in ons land. Te Rotterdam bestaat reeds sedert eenigen tijd zoo danige club. Zondagavond heeft een ongeval plaats gehad met eene Amsterdamsche post-depêche. Uit den postwagen van den sneltrein, die te zeven uur Schiedam passeert, wordt aldaar de zak welke de Amsterdamsche correspondentie bevat, uitge worpen, en door een postbeambte in bewaring genomen. Deze zak is nu onder den trein ge raakt, die hem tot op eenige honderden meters ver meesleepte. De brieven en couranten werden over den weg en in de sloot geworpen en ge deeltelijk vernield. Vele couranten waren aan flarden gescheurd, andere minder gehavend, bij na alle van de adressen beroofd; brieven, post wissels enz. trof hetzelfde lot, zoodat van deze post zeer weinig terecht gekomen is. Het schijnt geraden dat ieder, die met deze post verzond, zich informeere of het verzondene is aangekomen. Het lijk van den persoon G. K., die, zoo men wil, Maandagmorgen den 20sten te Grolloo door ophanging een einde aan zijn leven maakte, is nog niet ter aarde besteld. Op den dag des overlijdens werd het naar het huis zijner ouders te Borger vervoerd en zou j.l. Vrijdag aan de aarde worden vertrouwd. Op hooger bevel is hieraan geen ge volg gegeven en nieuwsgierig wacht men de dingen af die komen zullen, terwijl vreem de geruchten omtrent dit geval in omloop wor den gebracht. Bij gerucht vernam men onlangs, dat de anti revolutionaire Kamerclub ontbonden was. De Standaard stelde het voor, als had de ontbinding der Kamer van zelf die van de club ten gevolge gehad. Maar nu meldt het Wageningsch Week blad, dat de club is ontbonden geworden, „naar men verluidt, omdat de heeren het met Keuche- nius niet konden vinden.” De heer Keuchenius namelijk was indertijd den heer van Wassenaer opgevolgd als president van de club. De heer mr. W. van Welderen baron Ren ders heeft verklaard af te zien van de candidatuur in het district Dokkum, ter wille van de eensge zindheid onder de liberalen. Dit is inderdaad een edel voorbeeld van zelf verloochening, omdat de heer Rengers zeker niet minder kans had dan zijne medestanders. Hij is liever zelf teruggetreden, om de kansen, die aan zijne tegenstanders de verdeeldheid van stemmen geven zou, te ontnemen. Maar doet de heer Rengers vrijwillig afstand van zijn mandaat, hij wint er mede in de ach ting van alle vrijzinnigen, die zijn beweeggrond, vaderlandsliefde, op hoogen prijs stellen. Als eene herinnering aan de afgeschafte ker mis te Baarn, heeft men Zondagavond aldaar eens duchtig huisgehouden. Een vijftigtal ingezete nen waren nog laat in den avond met de politie in aanraking. Er werd duchtig gevochten. Eenige belhamels zijn in hechtenis genomen, doch wisten zich weder vrij te vechten en te ontvluchten. Uit Staphorst wordt aan het Hbl. gemeld, dat aldaar de ruiten in de pastorie zijn ingewor pen. Er zijn die dit toeschrijven aan ontevreden heid der nog wel orthodoxe bevolking, met de wijze waarop de predikant zich ten behoeve der anti revolutionaire candidaten en voor de school met den Bijbel weert. De predikant zelf was aanwezig. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Wonseradeel, Gelet op de bepalingen der Wet van den 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4), houdende de be lasting op het personeel, zooals die zijn gewijzigd laatstelijk bij de Wet van den 9 April 1869 (Staatsblad No. 59) Gezien de resolutie van den heer Staatsraad Gouverneur van Friesland, d.d. 14 September 1833, opgenomen in het provinciaal blad van dat jaar No. 103 Herinneren bij deze de Ingezetenen, dat 1. Ingevolge het bepaalde bij art. 27 der aan gehaalde Wet, belasting naar tijdsgelang ver schuldigd is a. Wegens de eerste Vier Grond slagen, voor zoodanige perceelen, die na den 15 Mei des dienstjaars in gebruik worden genomen. b. Wegens de Vij fde en Zesde Grond slagen, ter zake van dienst- en werkboden of paar den, die na evengenoemd tijdstip in dienst of gebruik genomen of aangeschaft worden, zoomede van het aanwenden tot belastbaar of wel tot hooger belastbaar gebruik van zoodanige voorwerpen, als aanvankelijk tot niet of minder belastbare einden waren ge bezigd, en wat aangaat de paarden, derzelver geheel verlies van het tweede viertal hunner melktanden, mitsgaders het gelijktijdig span nen voor een en hetzelfde rijtuig van paar den bij verschillende personen in gebruik. 2. De belastingschuldigen op wie de voor- schrevene bepalingen geacht kunnen worden van toepassing te zijn, overeenkomstig Art. 42 der meergenoemde Wet, verpligt zijn tot het indienen der vereischte aangiften, ten kantore van den betrokken Rijks-Ontvanger, door invulling van daarvoor vastgestelde beschrijving-biljetten, die ten gezegden kantore zijn te bekomen. Voorts worden de belanghebbenden bij deze herinnerd aan de bepalingen der Wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad No. 82) volgens welke, ter bekoming van vrijdom van Grondbelasting voor gebouwen, nieuw gesticht, vernieuwd of uitge breid wordende, eene aangifte moet worden in gediend bij het Bestuur der Gemeente, waar de eigendommen gelegen zijn, binnen drie maan den, nadat die perceelen voor het eerst geheel of gedeeltelijk in gebruik zijn gesteld, bij ver zuim van welke aangiften de aanspraak op de vrijdommen, bij de aangehaalde Wet toegekend, wordt verbeurd. Witmarsum, den 18 October 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. II. de JONG. L.-B. De Secretaris, E. JANSEN. Bolswardsclie Courant 'lil 4

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1