NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWAR® EN W4MÏS8RABR 8i
i
r
1884.
Drie en Twintigste Jaargang.
No. 45.
VOOR
NA DEN STRIJD.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
4
DONDERDAG 6 NOVEMBER.
h
ft
M. E. van der MEULEN.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
wege de stad, Er
en toen ging de
1
If,
kan op den duur niet bestaan. De anti-revolu-
tionairen hebben dan ook reeds bij de verkie
zingen eerlijk hier en daar erkend, dat zij de
Roomsch-Katholieke candidaten niet kunnen
steunen en dat de Katholieken zooals in dit ge
west „tot den laatsten man hun best hebben ge
daan” volgens „Ons Noorden”, om de anti-revo-
lutionairen te helpen, moge tijdelijk een middel
zijn, dat door het doel wordt geheiligd, naar
mate we meer komen tot ware inzichten en toe
standen, zal dit verbond verbroken worden, want
’t is niet op waarheid gebouwd. Dat ik van de
oude conservatieve partij niet gewaag, begrijpt
ieder. Die oude garde is er niet meer, mis
schien komt Wintgens nog, als een wakkere strij
der, door herstemming in de Kamer terug, zijn
eenige kracht zal dan wel liggen in zijn isole
ment.
Te Petersburg is zekeren Lopatin, een oude
revolutionnair, in hechtenis genomen, en dienten
gevolge werden twee plaatsen ontdekt waar de
samenzweerders hunne bijeenkomsten hielden. In
een dier huizen vond men een doodvonnis, geveld
tegen den heer Muraview, procureur-generaal te
Moskou, onderteekend door het uitvoerend comité.
De moord zou moeten gepleegd worden in October
door een student, en ook deze is in handen der
justitie gevallen. Meer dan veertig personen zijn
bij dit nieuwe complot betrokken. Reeds gedurende
zestien jaar was Lopatin een der voornaamste
hoofden van een'omwentelingspartij. Hij was het
die in 1869 Peter Lawrow in staat stelde te
vluchten uit Archangel, waar hij geïnterneerd was.
Duitschland. De nederlaag, die de Duitsch-
vrijzinnige partij bij de verkiezingen voor den
Rijksdag geleden heeft, is volkomen.
Van de 106 zetels, die zij bezat, behield zij er
slechts 31, terwijl zij bij niet meer dan 50 her
stemmingen in aanmerking komt. Hoogstens kan
zij daarvan de helft winnen, zoodat het aantal
leden der partij in het gunstigste geval ruim 50
zal bedragen.
Het blijkt nu evenwel, dat niet de sociaal
democraten het meeste hebben gewonnen. Dit
scheen aanvankelijk zoo, omdat de uitslag der
stemmingen in de groote fabrieksteden het eerste
bekend werd. De sociaal-democraten zijn wel
vooruit gegaan, maar daarbij moet men ook in
aanmerking nemen, dat een groot aantal werk
lieden in de laatste jaren van het platteland naar
de groote steden verhuisden. Tot dusver hebben
de sociaal democraten 10 zetels veroverd, terwijl
zij nog deel moeten nemen aan 25 herstemmingen.
Daarvan kunnen zij hoogstens op een vierde re
kenen, zoodat zij in allen gevalle in grooter ge
tale in den Rijksdag terugkeeren.
Het grootste succes hadden de conservatieven,
die 50 leden sterk waren, maar nu reeds 67
zetels hebben veroverd en nog bij 31 herstem
mingen in aanmerking komen.
De nationaal-liberalen kunnen ook tevreden
zijn. Voorheen telde hun partij 45 leden, maar
nu hebben zij reeds 40 zetels en moeten nog in
46 plaatsen aan de herstemming deelnemen.
De centrumpartij blijft ongeveer op haar oude
getalsterkte van omstreeks 100 leden, evenals de
Polen, de Elzassers en de Denen.
De uitslag der verkiezingen is van dien aard,
dat Prins Bismarck nu met volkomen recht zijn
handelsstaatkunde en arbeiders-wetgeving kan
voortzetten. Daarbij is de uitslag een votum van
vertrouwen in zijn koloniale staatkunde. Zonder
twijfel heeft de oppositie der Duitsch-vrijzinnige
partij tegen de postboot-voordracht het meest tot
haar nederlaag bijgedragen, daar duizenden kie
zers deze oppositie als een soort van „nationaal
verraad” beschouwden. Van het meeste belang is
nu ook dat de nieuwe samenstelling van den
Rijksdag het den Kanselier zeer gemakkelijk
maakt om het „Septennaat” te doen hernieuwen,
d. w. z. eene wet te doen aannemen, waarbij de
begroeting van Oorlog weer op denzelfden voet
voor den tijd van zeven jaren wordt vastgesteld.
Belgie. Zaturdag gingen de Franschen, die
te Brussel wonen, kransen leggen op het graf
monument, opgericht ter herinnering aan de
Fransche soldaten, die in den oorlog van 1870/71
gesneuveld zijn.
Een journalist wilde eene redevoering houden,
doch de redenaar werd door de Franschen in de
rede gevallen, die hem toeriepengeen politiek!
De Belgen riepenleve de Koning! De redenaar
sprak te midden van hevige protesten de hoop
uit, dat Belgie weldra republikeinsch zal zijn.
Den 30s ten October zijn voor het eerst sedert
den Isten Juli de schepen uit Marseille weer in
zee gegaan met een schoonen gezondsheidspas.
De Parijsche bakkers hebben opnieuw eene
vergadering gehouden om te beraadslagen over
hetgeen te Parijs „de quaestie van den dag”ge-
heeten wordt, namelijk over de broodprijzen. De
afgevaardigde Gatineau nam weer het voorzit
terschap waar. De heer Ramé, die in de vorige
vergadering zich voor eene schikking en dus voor
eene verlaging van de broodprijzen had verklaard,
kreeg het eerst het woord om verslag te doen
van zijne zending bij den Minister van Landbouw.
Ik ben, sprak hij, een uur lang bij hem geweest.
Ik heb hem uit uw naam verzocht de wet van
1791 af te schaffen, die den maires het recht
geeft eene broodzetting in te voeren. De Minister
heeft kortweg geweigerd. Hij verklaarde, dat,
zoo wij het brood niet met 5 centimes per kilo
verminderen, de broodzetting van 6 November
weer in werking zou komen. Ik was vergezeld
van de heeren Berrier en Notaire. Zij kunnen
de juistheid van hetgeen ik u overbreng getuigen.
De heer Gatineau nam nu het woord. Hij
raadde de bakkers aan toe te geven, ’t Is in
hun belang de Parijsche bevolking niet van zich
te vervreemden. Men heeft nu de ministerieele
verklaring, dat er den 6den November eene brood-
Leeuwarden, 2 Nov. Gisteravond was de
Amelandsstraat alhier het tooneel van verre
gaande ongeregeldheden. Een drietal korporaals
van het garnizoen alhier, die aldaar passeerden,
kwamen zonder eenige noemens waardige reden
in botsing niet een aantal poldergasten, die hen
beleedigden en al spoedig tot vechten en mis
handeling overgingen.
De militairen waren genoodzaakt, om, tot zelf
verdediging, gebruik te maken van hunne sabels,
wat niet belette dat een hunner onder den voet
geraakte en toen op laaghartige wijze werd ge
schopt en getrapt, zoodat het bloed hem langs
het aangezicht liep.
De politie heeft eenige der belhamels in be
waring genomen.
Uit een groot getal sollicitanten naar de
betrekking van gemeente-architect te Harlingen
is een viertal gemaakt, bestaande uit de heeren
De Mazure, te ’s Gravenhagevan Reenen, te
Arum; Springer, te Purmerend; van der Werf,
te Ternaardwaaraan werd toegevoegd de heer
M. Lamminga, te Harlingen, die de betrekking
geruimen tijd voorloopig waarneemt.
Nader wordt uit Nieuw-York het volgende
gemeld omtrent het verbranden van de Maasdam:
De gezagvoerder rapporteert, dat het stoomschip
in brand geraakte doordat een matroos naar het
lek in een petroleumketel zocht, waartoe hij eene
ontstoken lamp bij den ketel plaatste, tengevolge
waarvan eene ontploffing plaats vond en het
stoomschip in brand geraakte. Alles werd vruch
teloos in het werk gesteld om den brand te blus-
schen. De booten werden te 4 uur in den ach
termiddag over boord gezet, waarin zich de pas
sagiers en equipage begaven. Zij bleven bij het
brandende schip tot 9 uur des avonds van den
24en October, toen zij door het stoomschip Rhein
opgemerkt en aan boord werden genomen.
Niemand heeft eenig letsel bekomen, doch van
hunne kleederen kon niets worden geborgen.
Zondag is door de politie te Nijmegen in
hechtenis genomen en naar de gevangenis te
Arnhem gebracht zekere P. K., alias „de Boter-
klets,” die wegens geweldpleging en landlooperij
6 maanden gevangenisstraf heeft te ondergaan,
om daarna naar een der bedelaarsgestichten te
worden opgezonden. Dit individu zwierf in den
laatsten tijd steeds zonder huisvesting rond en
was door zijne brutaliteiten de schrik der be
woners. Des nachts nam hij in allerlei plaatsen
zijn intrek, zelfs bracht hij dezer dagen op de
algemeene begraafplaats den nacht door in een
des avonds te voren gedolven graf, en deed des
ochtends, door plotseling daaruit op te rijzen,
den doodgraver niet weinig ontstellen. Hij was
vroeger een knap werkman. Misbruik van ster
ken drank bracht hem echter tot verval.
Volgens den regenmeter van de Rijksland-
bouwschool te Wageningen is gedurende de maand
Oct. jl. 71 m.M. regen gevallen, tegen 82 mM.
over dezelfde maand van het vorige jaar.
Zaterdagnacht omstreeks 1 uur brak er te
Vuren op drie verschillende plaatsen tegelijk
brand uit in onderscheidene hooibergen en hooi
mijten. De pogingen der brandweer werden
daardoor zeer belemmerd, en alleen doordien de
wind landwaarts was, is het mogelijk geweest
de in de onmiddelijke nabijheid staande wonin
gen te bewaren. Algemeen vermoedt men, dat
hier kwaadwilligheid in het spel is. Het ver
brande hooi was slechts gedeeltelijk verzekerd.
De werklieden, tegen wie door de Haagsche
politie proces-verbaal is opgemaakt voor het op
Zondag werken aan het Passage-gebouw op het
Buitenhof, zullen niet voor den rechter verschij
nen, omdat B. en W.. als plaatselijke regeering,
schriftelijke toestemming tot het verrichten van
dien arbeid op Zondag gegeven hadden.
Met primo November is het personeel van
Z. K. H. Prins Alexander, Prins van Oranje, de
finitief van alle verdere diensten ten paleize ont
heven. Het paleis op den Kneuterdijk is thans
onbewoond.
Blijkens eene advertentie in de N. R. C.
is de echtgenoote van den heer L. van der Lee
te Vucht, Quittie Mimmie Amelia Stuers, van
drie welgeschapen kinderen bevallen.
Door den burgemeester van de stad Am
sterdam zijn de commissarissen van politie uit-
genoodigd om, naar aanleiding van het groote
getal werklieden, die thans zonder werk zijn, te
onderzoeken, hoe groot dit aantal is, tot welk
ambacht die werklieden behooren en hoe zij
thans in het onderhoud der hunnen voorzien.
Dit geschiedt met het oog op de in deze stad
heerschende werkeloosheid en met het oog op
het gebrek, dat velen burgers van de hoofdstad
des rijks met de wintermaanden voor de deur
staat.
In den Gemeenteraad van Doesburg klaag
de, bij de behandeling der begrooting het raads
lid Chevalier, dat een der gemeenteambtenaren,
met het aplomb zijner waardigheid pressie uitoe
fende ten gunstte der openbare school op ouders
die hunne kinderen op eene bijzondere school had
den.
De burgemeester eischte dat de heer Chevalier
den ambtenaar zou aanwijzen.
Het was de bode van ’t stadhuis! die met
het aplomb zijner waardigheid de openbare school
begunstigde.
Hetzelfde raadslid wilde het schoolgeld voor
het m. u. 1. o. verhoogen en voerde als argument
aan dat er te Vianen ook meer werd betaald.
En toch vond zijn denkbeeld geen ingang.
Eene bedelares uit Tiel, die ’s wekelijks
Maas en Waal en een gedeelte van Noord-Bra-
bant afloopt, wisselde eenige dagen geleden hare
opgehaalde centen bij een herbergier te Ooien.
Het bleek hierbij dat zij die week, behalve oude
kleeren, boterhamen enz., ruim f 30 aan centen
had opgehaald, en tevens dat een of ander haar
bij vergissing in plaats van een cent een gouden
tientje had gegeven Toen de herbergierster dit
ontdekte en er haar opmerkzaam opmaakte, ver
klaarde de vrouw dat zij ’t voor een nieuwen
cent had aangezien,
In de Haagsche kroniek van de N. Gron.
Crt. lezen wij het volgende
De liberalen, versterkt door den val der leiders
van ’t obstructionisme, zullen wellicht een of twee
stemmen verliezen, maar ze behouden in elk geval
vermoedelijk de helft der stemmen en zullen dus
de kracht blijven uitoefenen van een scherp con-
troleerende partij. Juist omdat de vooruitzichten
niet van dien aard zijn dat de liberalen zelf de
teugels van ’t bewind in handen kunnen nemen,
wordt hun positie beter. Men kan aan een partij,
die 42 of 43 van de 86 leden tegenover zich heeft,
niét verwijten dat ze aarzelt aan de groene tafel
plaats te nemen, evenmin als men eischeu mag,
dat de rechterzijde, met haar balanceerende frac-
tiën van ultramontanen en anti-revolutionnairen
de teugels van ’t bestuur zullen aanvaarden. Een
Kabinet van het juiste milieu, een modderaars-
Ministerie, een Kabinet-Heemskerk of van Lijnden
alzoo moet het roer in handen houden. Doch
dan zijn de liberalen krachtig genoeg om, tegen
over de schromelijk verdeelde rechterzijde, de
richting te blijven aan wijzen waarin gestuurd moet
worden. Voor de grondwetsherziening ziet het er
echter bedroevend uit. Mij dunkt, dat de heer
Heemskerk het wel kan opgeven. Toch zal hij
dit niet doen. Ik meen u met zekerheid te kunnen
meedeelen, dat binnen enkele weken reeds de
herzieningsvoorstellen gereed zullen komen.
Onder de politieke poëzasterij verdient het
volgende versje, op een dpr stembiljetten in Al
melo gevonden, opgenomen
Ofschoon ’t bezoek van ’d ooievaar
Niet meer begeerd wordt door Van Laer.
Toch bied ik hem een Stork” aan
Om mede naar Den Haag te gaan.
Opdat zij samen hand aan hand
Hun best doen voor geheel het land.
Een ieder zal hieruit begrijpen,
Dat ’k de kat niet in ’t donker wil knijpen,
Maar openlijk hiermee verklaar
Dat ik stem Stork en Van Laer.
Hoe gevaarlijk het is zonder erg zijn naam
te zetten, ondervond in de laatste dagen iemand
te Bergum. Door een ander werd hij in kennis
gebracht met een nieuwe soort van penhouder
(de zoogen. Wiesfiogsof vingerpen) en om die te
Nog eenige dagen scheiden ons van de her
stemmingen en als deze zijn afgeloopen, zal het
groote werk der verkiezing van heel de Tweede
Kamer der Staten-Generaal tot het verledene
behooren. De leden der Provinciale Staten zul
len weldra, in alle kalmte en deftigheid, vrij zeker
dezelfde leden die aftraden herbenoemen voor de
Eerste Kamer, behoudens enkelen, die verlangen
niet weer herkozen te worden. Daarbij echter
worden geen pennen in beweging gebracht en
de hartstochten blijven in rust. Er komt dan
alzoo een einde aan al het geschrijf en gewrijf,
aan alle edele geestdrift en allen partijhaat, aan
alle noodzakelijke opwekkingen en alle verkeerde
overleggingen en booze bedenkingen, aan desamen
werking van hen die in beginsel eens zijn en aan
die van de zoodanigen, welke meer en meer gaan
begrijpen dat zij niet samen behooren, doch die
om bijzondere redenen elkander tijdelijk steunen.
Zien wij terug op ’t geen er geschied is, dan
blijkt dat de getalsterkte der partijen in de
Kamer weinig of geen verandering heeft onder
gaan. Uit de herstemmingen zal het openbaar
worden of de liberale partij een enkel lid ver
liezen zal, ja dan neen, doch in beteekenis heeft
zij voorzeker gewonnen, omdat er meer eenheid
is gekomen. Het bleek toch in de laatste jaren
meer en meer, dat er in haar midden een twee
spalt was gekomen, die haar kracht verlamde.
Voor hen die nu en dan een blik achter de scher
men konden slaan, was dit sints lang geen ge
heim meer. In intieme kringen waren bij her
haling pogingen in het werk gesteld, om de een
heid te herstellen, omdat er voortdurend bejveerd
werd, dat er in beginsel overeenstemming was.
In letterlijken zin moge dan ook Lieftinck gelijk
hebben als hij beweert, niet te weten of er een
Kappeyne-cZw6 bestaateen afgesloten club be
stond vrijzeker niet, maar feitelijk waren 34
liberalen ’t in hoofdzaken eens en stond een
tiental er meestal tegenover. Dit liep meer en
meer in ’t oog, de meest invloedrijke dagbladen
vestigden er de aandacht op, eenige mannen van
invloed brachten de zaak ter sprake in daartoe
belegde samenkomsten, enkele aftredende kamer
leden verklaarden in een brief aan de Amster-
damsche kiesvereeniging „Burgerplicht” dat de
klove bestaat en niet te dempen is, dan door de
keuze der kiezers voor de mannen der meerder
heid of der minderheid. In verschillende kies
districten is de zaak of onder de kiezers alleen
of met de afgevaardigden besproken. En het einde
is geweest, dat de liberale kiezers in veel grooter
getal zijn opgekomen dan in de laatste jaren en
op ondubbelzinnige wijze hebben te kennen ge
geven, dat zij verlangen dat de tweedracht op-
houde in de liberale partij en dat er, met vol
komen erkenning van ieders persoonlijke over
tuiging, nochtans in algemeenen zin eenheid
moet zijn in de toepassing der beginselen, die
het kenmerk zijn der partij. Om dezen hunnen
wil duidelijk te kennen te geven, hebben zij
eenige mannen van naam en beteekenis opge
offerd en is in moties of op andere wijze aan
enkele herkozenen gebleken welke verwach
tingen de kiezers in het vervolg omtrent hen
koesteren. „Geen program” heeft men gezegd
zullen wij stellen of eiseben, maar toch is
genoegzaam gebleken, uit verklaringen van de
candidaten en van sprekers in kiezersvereenigin-
gen, dat men algemeen de afschaffing wil van
den census als maatstaf van kiesrecht, behoud,
wat de hoofdbeginselen betreft, van Art. 194 in
de grondwet en dat men, neigende tot persoon
lijken en algemeenen dienstplicht, in elk geval
zooveel mogelijk de uitgaven voor leger, vloot
en landsverdediging wil beperken tot het onver
mijdelijke. Men moge verschillen in het antwoord
op de vraag, of er eene rente- eene inkomsten-
eene klassenbelasting moet komen, algemeen is
men overtuigd dat het zoo kolossale vermogen
in portefeuille, dat steeds aan de belasting ont
snapt, zijn evenredig aandeel in ’s lands lasten
meedragen moet en dat over ’t geheel de lasten
meer evenredig moeten worden verdeeld, vooral
ook met ’t oog op de zoo onredelijk drukkende
patentbelasting.
Moge het nu zijn, dat de liberale partij, na
deze zuivering en daaruit ontstane versterking,
nog niet in staat is, de teugels van het bewind
in handen te nemen, nochtans zal zij in de Ka
mer veel meer invloed uitoefenen kunnen en
mogen wij in zooverre tevreden zijn met ’t geen
de verkiezingen hebben aan ’t licht gebracht en
uitgewerkt. Wij kunnen met meerderen moed
de toekomst tegen gaan, vooral ook omdat
bij de twee andere partijen in de Kamer,
de anti-revolutionaire en de Roomsch-Katho
lieke evenzeer meer licht schijnt te rijzen,
’t Wordt steeds meer openbaar, dat wij niet kun
nen zeggener zijn in de Kamer twee partijen,
neen, er zijn feitelijk drie en van deze is de
liberale verreweg de sterkste. De eenheid der
tegenpartij komt ’t meest uit op ’t gebied van ’t
onderwijs, maar ook dit is niet meer dan schijn.
Immers de Anti-revolutionair wil op de school
juist datgene wat de Katholiek niet mag. De
een wil den Bijbel tot een volksboek maken en
de andere komt juist daartegen op met het gezag
zijner Kerk. De eenheid is louter negatief en
zetting zou komen, indien de bakkers niet goed
schiks den prijs verlaagden.
Niet toegeven, neen! werd er geroepen.
Men dreigt ons sprak de bakker Isard, wien
reeds in de vorige vergadering een stormachtige
bijval was ten deel gevallen en de Franschen
willen nog wel eene beschaafde natie heeten.
De Regeering behandelt ons, zooals de deur
waarders de slechte betalers behandelen, sprak
een andere bakker, Benoist genaamd. Zij geeft
ons 48 uren bedenktijd.
Gaandeweg werd het stormachtig, zoo zelfs dat
de voorzitter zich dekte en de zaal verliet.
Een assessor nam nu zijne functiën over, terwijl
tot stemmen werd overgegaan. Met 1149 stem
men tegen 130 werd besloten de broodprijzen
niet te verlagen. De uitslag werd met een don
derenden bijval begroet.
Iemand, die met de minderheid had gestemd,
riep: Welnu, den 6 November zult gij de brood
zetting hebben.
Dan zullen wij het werk staken, en laat het
Ministerie dan maar zelf het brood bakken, sprak
een bakker van de tegenpartij.
Er volgde eene onbeschrijfelijke opschudding.
Hier en daar werd gezegd, dat de gemeenteraad
bakkerijen zou oprichten van
kwam eindelijk wat kalmte
vergadering uiteen.
6
Bolswardsche Courant
EM