NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD SM WQMSERAÖEEI.
1884.
Drie en Twintigste Jaargang.
No. 51.
BUITENLAND.
BEKENDMAKING.
BINNENLAND.
DONDERDAG 18 DECEMBER.
VOOR
Aan het laatste Bolwerk
van Bolsward.
ML
jggh
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Hij stond op
vrouw was
zich iets
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
De Haagsche correspondent der P. Gr. Ct.
weet mede de deelen dat in de afdeelingen der
Tweede Kamer weder ernstig de opheffing van
het departement van waterstaat, handel en nij
verheid ter sprake is gebracht. Zelfs schijnt de
meerderheid, anti-revolutionairen en katholieken,
een voorstel daartoe te willen doen. Het depar
tement zou dan weer bij „binnenlandsche zaken"
gevoegd worden.
Te Meppel deden Vrijdag jl. tweepersonen
de ronde, een blinde, geleid door iemand die
geen werk kon vinden, de eerste met eenige ne-
die liever verdiensten dan gaven hebben, hopen
we spoedig de bijl aan den wortel der boomen
te zien.
Zij, die zich wenschen
te abonneren met 1 Janua
ri} 1885, op deze courant met Raads-
verslagen Bolsward en Wonseradeel,
ontvangen het nog verschijnend num
mer gratis.
Art. 17. Voor de militie wordt niet inge
schreven
de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon
een ingezeten, die geen Nederlander is
de in een vreemd Rijk verblijfhoudende
„ouderloozen zoon van een vreemdeling, al is zijn
„voogd ingezeten.
„Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort
„te worden ingeschreven, is verpligt, zich daar-
„toe bij Burgemeester en Wethouders aan te
„geven tusschen den Isten en Bisten January.
„Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis
„is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder,
„of zijn beiden overleden, zijn voogd 'tot het doen
„van die aangifte verpligt.
„Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van
„zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van
„zijn 20ste ingezeten wordt, is verpligt, zich,
„zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
„geven bij Burgemeester en Wethouders der ge
nmeente, waar de inschrijving, volgens art. 16,
„moet geschieden".
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen
maken zij de jongelingen, die geboren zijn in
1866 indachtig op hunne verpligting om zich in
de aanstaande maand January ter inschrijving
voor de nationale militie aan te geven. Daartoe
zal alle werkdagen van des vöormiddags 9 tot
des namiddags 1 uur ter gemeentesecretarie te
Witmarsum gelegenheid bestaan. Overigens zal
ter bevordering van regelmatigheid en in het ge
mak van de militieplichtigen expresselijk voor de
inschrijving zitting worden gehouden op
Maandag, 12 January, ’s voorm. 10 uur, inde
Hoofdwacht te Makkum, voor de jongelingen uit
Makkum CornwerdEngwier, Idsegahuizum,
Piaam, Gaast en Ferwoude
Dinsdag, 13 January, ’s voorm. 10 uur, in het
Gemeentehuis, voor die uit Kimswerd, Arum,
Lollum, Pingjum, Zurich, Exmorra en Allinga-
wier
Woensdag, 14 January, ’s voorm. 10 uur, in
het Gemeentehuis, voor die uit Witmarsum, Schet-
tens, Schraard, Longerhouw, Wons, Burgwerd,
Hartwerd, Hichtum, Olde-en Ugoclooster, Tjerk-
werd, Dedgum, Greonterp, Hieslum en Parrega.
Witmarsum, 6 December 1884.
De Burgemeester,
C. W. C. T. VISSER Fzn.
De Secretaris,
E. JANSEN.
Nog is uw vonnis niet geveld, maar het dreigt
al meer en meer, het is er om te doen. De tijd
komt en is aanstaande, dat er tot u gezegd
wordt: verdwijn. Uw bestemming wordt mis
schien een gedeelte gracht te dempen, waarin
door wjjlen „Hasebroek” veel is gevischt naar
visch die er niet was, en waarop ’s winters als
zij was toegevroren de beste hardrijders op
schaatsen elkander de overwinning betwistten,
ten aanschouwe van duizende toeschouwers en
opgeluisterd door de regementsmuziek uit Leeu
warden, die wel mooi is maar duur, dat weet de
YsclubkasGij, bolwerk hebt bij die prachtige
dagen ondervonden, dat honderde beenen op uw
rug trappelden van genoegen als die rijder waar
voor men sympathie gevoelde de reed won, of
wel door dat de oostewind zoo fel woei, dat
het gevoel als het ware uit de beenen werd ge
blazen.
Doch die tijden zijn voorbij. Winters krijgen
we niet meer en de gracht wordt al drooger en
smaller. Wat is daarom nog uw nut Geschikt
om den vijand te beletten onze stad in te drin
gen, daarvoor zijt ge te nietig geworden, bij
stukken en brokken zijt gij gesloopt, tot een stuk
bolwerk, alleen nog nuttig om bij westewind de
achteruitgaande werklieden van de lijnbaan te
beschutten en bij oostewind het Convent en
eenige huisjes voor de gevolgen van de uitwa
seming van een minder aangenaam riekende
gracht te bewaren. Doch neen, dit is uw nut
niet alleen. Wanneer gij in het voorjaar voed
sel geeft aan een dubbele rij oude boomen, waar
door zij ’s zomers een allée vormen, zijt gij een
aangename wandelplaats en de eenigste bescha
duwde plek buiten het prachtig aangelegen
plantsoen, achter de Sociëteit „Amicitia” en het
Stadswerkhuis, waartoe gij toegang of uitgang
verleent.
Dit alles bij elkander is echter niet genoeg
om u te behouden gij kunt meer nut stichten,
uw grond kan behalve onbruikbare grachten te
dempen, voedsel geven aan plant en dier, en al
kondet gij nu wenschen, dat de plek welke mis
schien eeuwen als wandelplaats is gebruikt, we
der na afgraving verfraaid als zoodanig zou wor
den ingerigt, en al wilden tal van uwe bezoe
kers dit nog zoo gaarne, omdat van dat terrein
zooveel fraais was te maken, het baat niet, er
zijn plannen wier nuttigheid die wenschen verre
overtreffen. De stad toch die ge vroeger ge
heel insloot, en thans nog gedeeltelijk beschermt,
is te klein geworden, om allen die daar wen
schen te wonen te bevatten, daarom zult ge wor
den geslecht, opdat er huizen kunnen worden
gebouwd, die vrij zeker meest bewoond zullen
worden door renteniers, die zoowat precies in
de termen vallen, om aangeslagen te kunnen
worden in den Hoofdelijken omslag, en deze is
in onze stad zeer laag. Rustige, vredige bur
gers zullen dan voortaan op de plek wonen, zit
ten en slapen, welke thans alleen voor wandel
weg wordt gebruikt, daarvoor moet ge verlaagd
worden, en laag blijven. Meent niet dat er fa
brieken en prachtige gebouwen zullen verrijzen,
neen een kalme plek wordt ge, waar meestal
vreemdelingen zich zullen vestigen, om rustig
hunne laatste levensjaren door te brengen.
Het zielental der gemeente wordt daardoor
grooter, en dit is voordeel voor neringdoenden,
hoe weinig de nieuwe bewoners ook kunnen la
ten verdienen, omdat zij geen affaires uitoefenen.
Zij moeten toch driemaal daags eten, zich klee-
den enz. De aanblik op de stad zal door al die
huisjes veel worden verfraaid, want mooi zijt ge
niet, men kan zoo zien dat ge een overblijfsel
zijt van een vroeger geheel en van uwe boomen
zijn vele oud en ziek. Om al die redenen zul
len wij uw verdwijnen dan ook niet betreuren,
maar wenschen zelfs dat uw lot spoedig worde
beslist, er komt dan weder voor vele handen
werk, en daar is wel behoefte aan. Indien er
nu reeds konde worden begonnen, dan moest ge
u zonder tegenstand laten slechten. Waart ge
tot in het hart bevroren dan zou de executie
tegenstand en vertraging ondervinden, ja voor
eerst onmogelijk zijn. Daarom nog eens, wij
hopen een spoedige uitvoering in het algemeen
belang. Uit vele plaatsen leest men in dezen
gedrukten tijd over het wenschelijke van werk
verschaffing, hetwelk echter zoo moeijelijk is te
vinden, en laten werken zonder nut, zooals men
dat hier en daar wil doen, is voor de werklieden
niet aangenaam. Het is voor hen dan bijna ge
lijk als met het ontvangen van een aalmoes, en
dit is velen hard. Nuttig werk te geven, als
daaraan behoefte is, aan velen en voor geruimen
tijd is èn voor Gemeentebestuur èn voor parti
culieren zeker moeijelijk. Toch is er bij ernsti-
gen wil nog wel het een en ander te vinden, dat
iets aanbrengt, misschien bestaan er bij particu
lieren even als bij het Gemeentebestuur plannen
voor het voorjaar of' zomer die ook wel nog de
zen winter, ’t zij geheel, ’t zij gedeeltelijk kun
nen uitgevoerd worden. Daarmee zal men toch
weinig of geene schade lijden en zijn evenmensch
op eerlijke wijze aan verdienste helpen.
Gij oud stuk bolwerk geeft nog wat te kluiven,
uw ondergang kan voor geruimen tijd aan velen
werk geven, alleen het gerucht dat het misschien
zal geschieden geeft velen reeds hoop, niet ge
noodzaakt te zijn den geheelen winter zonder
verdienste te moeten door worstelen. Voor hen
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Gemeente WONSERADEEL
Brengen bij deze in herinnering de volgende
bepalingen in de Wet van 19 Augustus 1861
(Staatsblad no. 72) betrekkelijk de Nationale
Militie
„Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie
„ingeschreven alle mannelijke ingezetenen, die op
„den Isten January van het jaar hun 19de jaar
„waren ingetreden.
„Voor ingezeten wordt gehouden
„1. hij, wiens vader, of, is deze overleden,
„wiens moeder, of, zijn beide overleden, wiens
„voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten
„Julij 1850 (Staatsblad no. 44)
„2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende,
„aedurende de laatste, aan het in de eerste zin
snede van dit artikel vermelde tijdstip vooraf
gaande, achttien maanden in Nederland verblijf
„hield
„3. hij van wiens ouders de langstlevende
„ingezeten was, al is zyn voogd geen ingezeten,
„mits hij binnen het rijk verblijf houdt.
„Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling, behoorende tot eenen Staat, waar de
„Nederlander niet aan den verpligten krijgsdienst
„is onderworpen of waar ten aanzien der dienst-
„pligtigheid het beginsel van wederkeerigheid is
„aangenomen.
„Art. 16. De inschrijving geschiedt:
„1. van een ongehuwde in de gemeente, waar
„de vader, of, is deze overleden, de moeder, of,
„zijn beiden overleden, de voogd woont
„2. van een gehuwde en van een weduwnaar
„in de gemeente, waar hij woont
„3. van hem, die geen vader, moeder of voogd
„heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens
„voogd buiten ’s lands gevestigd is, in de ge
beente, waar hij woont
„4. van den buitens ’s lands wonenden zoon
„van een Nederlander, die ter zake van ’s lands
„dienst in een vreemd land woont, in de ge
beente waar zijn vader of voogd het laatst in
„Nederland gewoond heeft.
„1.
„van
„2.
gotie. ’s Avonds in de slaapstee teruggekeerd,
moest de opbrengst van den dag verdeeld wor
den. Bij die gelegenheid ontstonden groote on
aangenaamheden en wel naar aanleiding van het
feit, dat op de dagwandeling beiden niet even
veel hadden geofferd op het altaar van Bachus.
De een had slechts „acht borrels” (waarde 40
cts.), de andere acht maatjes (waarde 64 cts.)
gebruikt. De man nu, die het kleinste deel
had genoten, eischte thans 24 cts. vooruit.
Hiermede kon de „maatjesman” zich niet ver-
eenigen en vandaar de hevige twist, die overi-
Belgie. De Minister van Binnenl. Zaken
heeft eenige dagen geleden aan den Koning ter
onderteekening aangeboden een Koninklijk be
sluit, waarbij de heer Buis wordt herbenoemd
als burgemeester van Brussel. De Koning
heeft Vrijdag dit besluit onderteekend, dat dus
weldra in den Moniteur zal verschijnen.
Te Weenen zijn den 9n dezer ernstige on
geregeldheden voorgekomen onder de studenten
in de medicijnen, bij gelegenheid van eene be
stuursverkiezing in eene hunner vereenigingen.
De vergaderingen van die vereeniging waren den
laatsten tijd zeer woelig, door de pogingen der
„anti-semiten”, om daar de meerderheid te ver
krijgen. Er waren in den avond van den 9den
140 studenten bijeen, om aan de verkiezing deel
te nemen en buiten het vergaderlocaal stonden
nog honderden andere studenten. De verkiezing
liep met twee stemmen meerderheid in het na
deel van de anti-semiten af en de minderheid
wreekte zich met het roepen van „Weg met de
jodenToen daarop de joodsche studenten op
een twintigtal na waren heengegaan, vielen de
anti-semiten dat troepje met stokken aan en toen
de aangevallenen er eindelijk in slaagden, den
uitgang te bereiken, werden zij door de buiten
gebleven studenten nog erger toegetakeld. Er
werd zelfs van messen gebruik gemaakt, zoodat
velen vrij ernstige wonden bekwamen.
Gedurende de vorige week zijn er te Parys
21 personen aan de cholera gestorven, alle in
het oostelijk gedeelte der stad. Vergeleken met
de daaraan voorafgaande week, is het cijfer der
dooden verminderd met 53.
Zaterdagavond om 6 uur geschiedde te Lon
den eene poging om de drukst begane en bereden
London-bridge over de Theems door middel van
dynamiet te vernielen. De poging mislukte. De
brug leed geen noemenswaardige schade. Wèl
echter deden de gevolgen der ontploffing zich op
een vrij aanmerkelijken afstand gevoelen. Om
liggende gebouwen werden beschadigd, en® drie
personen gekwetst.
Eene onafzienbare menigte nieuwsgierigen be
woog zich Zaterdagavond en Zondag den geheelen
dag op en by' de brug. Nog is er niemand ge
arresteerd.
Het vonnis van Dudley en Stephens, de schip
breukelingen van het yacht Mignonnette, die ter
dood veroordeeld waren omdat zij den scheeps
jongen Parker gedood en opgegeten hadden, is
door Koningin Victoria in zes maanden gevan
genisstraf veranderd.
Hoe men roovers vangt en ridderorders,
daarvan kan nog de geschiedenis der heden-
daagsche beschaving in Turkije ons staaltjes
vertellen. De gouverneur van Smyrna kreeg
zijn ontslag, omdat hij de roovers niet streng ge
noeg vervolgde. Zijn opvolger Naschid-pacha
nam zich voor, klachten van dien aard te voor
komen. Er ging geen week voorbij dat niet aan
het departement van Binnenlandsche Zaken een
depêche werd ontvangen, die meldde, dat weder
eenige gevaarlijke bandieten waren gevangen.
Toen eindelijk het bericht kwam, dat de berucht
ste van alle, kapitein Andrea, was gevat, zond
de Sultan aan zijn wakkeren stedehouder zijne
gelukwenschen met het grootkruis der Osmanieh-
orde. Het proces tegen kapitein Andrea werd
zonder uitstel begonnen. De gouverneur had
slechs één ding verwaarloosdhet tijdig bewer
ken der getuigen. Nu kwamen er verscheidene
getuigen, en onder hen ook de Grieksche consul,
die onder eede verklaarden dat de aangeklaagde
niet kapitein Andrea was. Ook de instructie
had in zijn indentiteit twijfel gelaten en de pre
sident van het gerechtshof zeide ronduit, dat het
on mogelijk was den man te veroordeelen. Na
schid-pacha speelde nu zijn laatste troeven uit
de president werd door een gewilliger werktuig
vervangen en er werden getuigen gevonden, die
alles verklaarden, wat den pacha welgevallig kon
zijn. De aangeklaagde werd tot 15 jaren tucht
huisstraf veroordeeld, ofschoon hij bij honderden
bekend was als Georghi Bialaukos, van beroep
paardenkooper. De Grieksche consul protes
teerde tevergeefs. Daar kwam plotseling uit
Athene de tijding, dat de Grieksche politie den
waren kapitein Andrea in den Pireus had ge
vangen. De Grieksche gezant te Konstantinopel,
wien daarvan per telegraaf was kennis gegeven,
deelde het dadelijk aan de Porte mede. Aan de
waarheid viel niet te twijfelen. Naschid-pacha
is niettemin nog altijd gouverneur van Smyrna
en grootkruis der Osmanieh-orde.
vandaar de hevige twist, die overi
gens zonder bloedverlies afliep, maar die weder
het bewijs leverde, dat losse giften zelden het
doel treffen dat de gever zich had voorgesteld.
Ten huize van den loods P. J. Cornelissen,
te Zaandam, op het Vinkepad, is Vrijdag j.l. het
volgende voorgevallen. Er was dien dag familie
over geweest, en Cornelissen geleidde zijn gasten
des avonds naar den trein van 8 uur 52 m., ter
wijl zijne vrouw alleen thuis was gebleven. In
dien tusschentijd trad een haar onbekende kerel
het huis binnen en sprak de vrouw op brutalen
toon toe„ge moet me geld geven”. Toen de
vrouw antwoordde„ik heb geen geld”, was
zijn wederantwoord„ge moet geld in huis heb
ben”. Tengevolge van deze op luiden toon ge
sproken woorden schoot de .New-Foudlander uit
het achterhuis toe, viel op den indringer aan,
drong hem de deur uit, en wierp hem ter aarde.
TT 11 en maakte zich uit de voeten. De
door het gebeurde te verschrikt, om
van het uiterlijk van den brutalen in
dringer te kunnen herinneren.
Aan de Midd. Ct. wordt uit den Haag
geschreven, dat de bedoeling van het nieuwe
ontwerp tot drankwetherziening schijnt te zijn de
vergunning van drankverkoop aan banketbakkers
en ook aan andere winkeliers te geven, mits deze
laatsten maar zorgen, dat de verkochte drank
niet in hun winkel worde gedronken. De wet
is reeds bij den Raad van State om advies inge
komen. Een ander wetsontwerp, evenzeer bij den
Raad van State aanhangig, betreft de Zondagsrust.
Te Renkum had Zaterdagnamiddag bij het
laten springen van boomstammen door middel
van kruit een treurig ongeluk plaats. Een jongen
van 13 jaren had de onvoorzichtigheid, eer de
stop in het geboorde gat was geslagen, met een
brandende lucifer den boomstam te doen sprin
gen. Dit gelukte dan ook, maar het gevolg was,
dat de zware lading en de stukken hem in ’t
gezicht vlogen. Met hevige brandwonden in het
gezicht viel de jongen neer, en hij zal, althans
voor eenigen tijd, het gebruik zijner oogen
moeten missen.
De kanonnier Pape, die de vorige maand
van Kerkhoven met drie revolverschoten trachtte
te dooden, en daarna dat wapen op zich zeken
richtte, is thans zoover hersteld, dat hij het
militair hospitaal kan verlaten. Hij is j.l. Dins
dagochtend per Holland spoor naar Haarlem
overgebracht, om voor den krijgsraad wegens
poging tot moord terecht te staan.
Een tegenhanger van de afschuwelijke St.-
Nicolaasgrap, waarvan onlangs uit ’s-Gravenhage
melding werd gemaakt, vonden wij in het N. v.
d. D. vermeld. Een oude vrouw, die buiten
hare schuld tot de diepste armoede vervallen
was en met twee kleinkinderen, die zij te ver
zorgen had, in een afschuwelijk, ongezond krot
leefde, ontving eerst voor St.-Nicolaas eene
breimachine cadeau, door de zorg van eenige
menschlievende jonge meisjes, die bij vrienden
en kennissen geld ophaalden om haar doel te
bereiken. Diezelfde jonge meisjes wisten tegen
St.-Nicolaas een klein, gezond, frisch kamertje
voor de arme grootmoeder te huren, even duur
in huurprijs als hetgeen het oude mensch be
woonde. Het kamertje werd aardig gemeubileerd,
een knap bed met toebehooren en een kook-
kacheltje er in geplaatst en een aardig voor
ziene linnenkast maakte, dat de grootmoeder
zichzelf en de twee kinderen goed kon kleeden.
Op den morgen van St.-Nicolaas werden de kin
deren gebaad, schoon aangekleed en ’s middags
de oude grootmoeder met de kinderen in die
voor haar zoo rijk gemeubileerde en gestoffeerde
kamer gebracht.
Wonseradeel, 15 Dec. In een onzer groote
bouwdorpen is voor eenige duizenden guldens
vlas aangekocht om dit in dezen winter door de
arbeiders, die anders geen werk hebben, te la
ten braken. Toch is die voorraad niet groot
genoeg om ieder zooveel te laten bewerken als
hij wel af kan. Om nu zooveel mogelijk allen,
die er behoefte aan hebben, in de gelegenheid
te stellen toch iets te verdienen, krijgt ieder
braker een bepaalde hoeveelheid, gedachtig aan
het zeggen„Een half ei is beter dan een leege
dop.” De wenschelijkheid van uitgebreider vlas
bouw is reeds dikwerf betoogd, maar de slechte
reüsite weerhield in de laatste jaren steeds de
landbouwers om voor dit product eenige akkers
af te zonderen. Thans begint evenwel de mo
gelijkheid van meerderen verbouw weer een
glimpjen van waarschijnlijkheid aan te nemen.
Waar men verneemt van een landbouwer, die
dit jaar van één pondemaat 120 bundels schoon
vlas gekregen heeft, vlas van een kleinen kroon
den bundel en daarenboven 10 zak puik zaad,
daar is de vlasbouw stellig voordeeliger dan de
verbouw van granen of aardappelen. Met eeni
ge zekerheid kan men dan ook zeggen met een
kleine verandering in den bekenden versregel
„Het daghet in het Westen.”
(rA -is
EO
Bolswardsclie Courant,
V)
V