NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
ROLSWARB EN WGNSERAOEEL
18 8 4.
I
No. 52.
1884.
iJsl
8
BEKENDMAKING.
Drie en Twintigste Jaargang.
VOOR
BINNENLAND.
BUITENLAND.
I
KORT VERSLAG
BEKENDMAKING.
5 DONDERDAG 25 DECEMBER.
<1
Gemeente Bolsward,
Punten van Behandeling
'5
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
C?»
VMi
e> fa"
redelijk gunstige omstan- wederonderredelijk gun-
digheden op te nemen.
Men zou door tegemoet
koming in de kosten de tegemoetkoming in
v~ 1- J-
vergemakkelijken en zoo
doende den stroom tot ken
zijn oorsprong kunnen stroom tot zijn oorsprong
terug leiden. 1
Het schijnt dat de raad door den heer
gelegenheid isom hen, die platte land gelegenheid is
-1-om hen, die in de groote
deloos zijn, weder onder centra als milionair leven
i n i i i
stige omstandigheden op
te nemen. Men zou zonder
i de
verhuizing wel kunnen kosten de verhuizing wel
kunnen vergemakkelij-
en zoodoende den
VAN ZD2ETT ZRJkyAID DER
op DINGSDAG den 23 December 1884’s avonds
7 uur.
L
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
kunnen terug leiden.
Utrecht in de Tijd gegeven om tegenover de
schouwburgen der vrijmetselaars veredelende
schouwburgen op te richten, reeds vruchten be
gint te dragen. Althans er worden weder rede
rijkerskamers opgericht, die tooneelstukken in
die nemen. Zoo lazen wij in onderscheiden
n
'ud-lid van een der rederijkerskamers te
De BURGEMEESTER van Wonseradeel
brengt bij deze ter algemeene kennis dat het
zoogenaamde NIEUWJAARWENSCHEN
aan de huizen der ingezetenen is verboden
en tegen de overtreders van dit verbod Proces
verbaal zal worden opgemaakt.
Witmarsum, 22 December 1884.
De Burgemeester voornoemd,
C. W. C. T. VISSER. Fzn.
De BURGEMEESTER van
- Wonseradeel maakt bekend,
SSSw dat hij zijne zittingen in de Hoofd
wacht te Makkum voortaan zooveel mogelijk
zal houden op den 3den en 4den Maan
dag in ie«le re maand.
De Burgemeester voornoemd,
C. W. C. T. VISSER Fzn.
en Weths. tot het
den onderwijzer
De stemmen over gratificatie ad f 100 staakten.
6. Voorstel van Burgem. en Weths. om goed
te keuren tot f 500.bedrijfskapitaal der bank
van leening.
Aangenomen.
7. Behandeling van het rapport der commissie
tot herziening der verordeningen op de markt-
gelden.
Aangenomen.
8. Benoeming van leden in verschillende col
lege’s tengevolge periodieke aftredingen.
Alle aftredende leden herbenoemd.
9. Benoeming van twee leden der commissie
tot het ontwerpen van verordeningen tegen wier
overtreding straf is bedreigd.
Herbenoemd de HH. v. d. Weij en Lunter.
10. Benoeming van twee leden der commissie
voor de gemeentelijke gasfabriek.
Herbenoemd de HH. v. d. Weij en Eisma.
11. Benoeming van een lid van het bestuur
der gijmnastiekschool.
Herbenoemd de heer Lunter.
12. Voorstel van de heeren van der Weij,
Eisma en Lunter leden van de raadscommissie
voor de plannen tot afgraving van het bestaande
bolwerk enz.
Aangenomen. Rapport ter visie.
1. Resolutiën van Gedep. Staten houdende
goedkeuring der rekening van den weg Bolsward
Harlingen en BolswardSneek over 1883.
Notificatie.
2. Missive van den heer Inspecteur der pos
terijen in zake eene vergrooting van het post
en telegraafkantoor.
Vergrooting kantoor aangenomen. Notificatie.
3. Adres van de leden der plaatselijke commissie
van Schooltoezicht om eervol ontslag.
Besloten motieven voor het adres aangaande
’t ontslag te vragen.
4. Adres van de firma B. Cuperus Azn. om
eene toelage voor het drukken van rapporten
enz. in het raadsverslag.
Ter visie gelegd.
5. Voorstel van Burgem.
toekennen eener gratificatie aan
A. Brussen.
Omtrent de gezondheidstoestand van den Ko-
ning van Spanje blijven ongunstige geruchten
loopen. Men beweert, dat Koning Alfonsus den
winter in Italië zal gaan doorbrengenen
dat koning Humbert reeds het fraai gelegen pa
leis van Caserta, niet ver van Napels, ter zijner
beschikking heeft gesteld.
Te Milaan is Vrijdag de hand gelegd opeen
jongmensch, die bij het gebouw der politie een
bom trachtte neer te werpen. Eene andere bom
werd ontdekt bij het paleis van justitie.
Acht jongelieden, die manifesten van de ver-
eeniging Garibaldi, te Triest, rondventten, werden
in hechtenis genomen.
Zaterdagnacht werd door de politie te Rome
een aanplakbiljet afgescheurd, waarop geschreven
stond „Oberdank”.
Uitgewekenen uit Trente en Istrië legden on
der den historischen amandelboom van de villa
Glori eene kroon neer ter eere van Oberdank.
De politie verwijderde die.
Een kunstvriend, die ongenoemd wil blijven,
heeft aan het Leipziger Conservatorium eene som
van 300,000 M. geschonken tot het oprichten van
een nieuw gebouw.
In Engeland maakt de electriciteit ook groo
te vorderingen, doch volgens de Mechanical World
zouden de resultaten nog veel belangrijker zijn,
indiende fabrikanten van gloeilampen b. v.
zich met 100, in plaats van gelijk nu met 750
pet. winst geliefden tevreden te stellen.
Schotsche toestanden. Een rijk Amerikaan
de heer Winans, die in de Schotsche Hooglanden
een uitgestrekt boschland heeft aangekocht met
geen ander doel dan om privatim daarop de ge
noegens der hertenjacht te smaken, stelde dezer
dagen eene rechtsvervolging in tegen een schoen
makertje, dat aan den zoom van zijne bezitting
woont, en dit wel wegens het laten grazen van
een lam op Winan’s grondgebiedDe heer Wi
nans komt er rond vooruit, dat hij niet rusten
zal alvorens hij niet alleen al de lammeren, maar
ook al do menschen, die aan den zoom van zijne
jachtgronden woonachtig zijn, van daar verdre
ven zal hebben. Op deze wijze werden, en wor
den nog, in Schotland gansche distrikten ontvolkt
ten behoeve der hertenjacht van eenige rijke
heeren; en het landvolk, dat zich elders op een
lapje grond verdringen moet, ziet daar halve
provinciën ongebruikt liggen, op welke het zelfs
geen lam mag laten weiden.
De commissaris van politiete Delft bericht
in het Politieblad, dat het gerucht, als zou de
familie van den vermisten mijn-ingenieur H. C.
Stork diens opsporing thans minder op prijs stel
len, onjuist is. Integendeel wordt voortzetting
van het onderzoek naar dien vermiste aanbevolen.
Door een lid der firma gebr. Koster is aan
de gemeente Loosdrecht eene som van f300 ge
geven, ter uitreiking aan behoeftigen. Deze gift
moet, naar men zegt, een gevolg zijn van de om
standigheid, dat de door een houder van een
Anecdoten-Villa-Scheurkalender” voor 1884 ge
wonnen villa „Fortuna” niet binnen den bepaal
den tijd is opgeëischt.
Vrijdagavond, toen de trein no. 10 der Neder-
landsche Centraalspoorwegmaatscbappij te Zwolle
reeds in beweging was om naar Utrecht te ver
trekken, kwam nog een veekooper aanloopen en
sprong op de treeplank, zich vastklemmende aan
een coupé le kl. en reed zoodoende mede, niet
tegenstaande de trein allengs zijn snelheid ver
kreeg.
Nadat hij zoo een poos had gestaan, beproef
de hij een coupé le klasse geopend te krijgen.
Terwijl hij hiermede bezig was, werden een
heer en dame, die zich daarin bevonden, hevig
verschrikt, toen zij hem zagen. Vermeenende dat
het iemand was met kwade bedoelingen, tracht
ten zij hem dan ook het binnendringen te beletten.
Even voor dat men de IJselbrug bereikte,
werd het incident door den conducteur uit den
achtersten bagagewagen opgemerkt, die fluks naar
den veekooper ijlde en hem in zijne alles behalve
benijdenswaardige positie vasthield, tot aan ’t
station Hattem, waar de zaak zich ophelderde.
Bij het bedoelde indringen der coupé le klasse
heeft de heer den veekooper zoo geducht op zijn
bol geslagen, dat diens hoed afvloog.
In het tuchthuis te Leeuwarden is dezer da
gen eene gevangene op den dag, voorafgaande aan
dien, waarop hij in vrijheid zou worden gesteld,
door een zijner medegevangenen (die intertijd op
den veldwachter te Vollenhove moord pleegde)
met eene schaar op een vijftal plaatsen verwond
geworden, na twist met hem gezocht te hebben.
De verwonde, die zich gedurende den tijd zijner
gevangenschap door het beste gedrag had onder
scheiden en bij zijn vertrek een getuigschrift
daarvan ontving, benevens ruim f 140,doorhem
in de uitgaanskas gestort, wordt in het stadszie
kenhuis verpleegd. De wonden schijnen echter
niet gevaarlijk.
In eene uitvoerige beschouwing over „de
mindere man” toont de Standaard aan, dat die er
wel altijd blijven zal, in strijd met de stelling
der sociaal-democraten, die van oordeel zijn, dat
hij er niet wezen mag. Maar de Standaard is van
gevoelen, dat hij als mensch verdrukt wordt en
teneinde daaraan een einde te maken, verlangt
zij de aanvulling van eene leemte in onze wet
geving. Zij zegt
„Gelijk de handel door de overheid onder rechts
regels wierd gebracht door een Wetboek van
Koophandel, zoo ook moest de arbeid onder
rechtsregels komen door een Wetboek op den
arbeid.
„Die rechtsregeling dient èn den arbeid, èn de
organisatie, èn de arbieders, èn de beslechting
van geschillen op het arbeidersterrein te ordenen”.
Het blad is van meening, dat nu er „warmer
politieke groepen, die met het geloof rekenen,
aan het woord zijn gekomen”, ook deze regeling
zal worden ter hand genomen en spoedig ook,
„want er valt wel veel te zuiveren in den Augias
stal der liberalen, maar deze nood spreekt zoo
luide, dat zelfs de schoolstrijd den strijd voor
den minderen man niet mag overschaduwen”.
In het Advertentieblad voor de provincie
Friesland {Provinciale Friesche Ct.) komt het
volgende dubbelstukje voor
ACCOORD
Het Dagbl.van 'sllage Het Nieuw Adverten-
wijst op de verhuizing tieblad wijst op de ver-
van ’t platte land naar
de groote steden, als een
Art. 17.
„schreven
,L
„van
„2. de in
„ouderloozen
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Gemeente WONSERADEEL
Brengen bij deze in herinnering de volgende
bepalingen in de Wet van 19 Augustus 1861
(Staatsblad no. 72) betrekkeliik de Nationale
Militie
„Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie
„ingeschreven alle mannelijke ingezetenen, die op
„den Isten Januarij van het jaar hun 19de jaar
„waren ingetreden.
„Voor ingezeten wordt gehouden
„1. hij, wiens vader, of, is deze overleden,
„wiens moeder, of, zijn beide overleden, wiens
„voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten
„Julij 1850 (Staatsblad no. 44)
„2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende,
„gedurende de laatste, aan het in de eerste zin
snede van dit artikel vermelde tijdstip vooraf-
„gaande, achttien maanden in Nederland verblijf
„hield
„3. hij van wiens ouders de langstlevende
„ingpzeten was, al is zjjn voogd geen ingezeten,
„mits hij binnen het rijk verblijf houdt.
„Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem-
„deling, behoorende tot eenen Staat, waar de
„Nederlander niet aan den verpligten krijgsdienst
„is onderworpen of waar ten aanzien der dienst-
„pligtigheid het beginsel van wederkeerigheid is
„aangenomen.
„Art. 16. De inschrijving geschiedt:
„1. van een ongehuwde in de gemeente, waar
„de vader, of, is deze overleden, de moeder, of,
„zijn beiden overleden, de voogd woont
„2. van een gehuwde en van een weduwnaar
„in de gemeente, waar hij woont
„3. van hem, die geen vader, moeder of voogd
„heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens
„voogd buiten ’s lands gevestigd is, in de ge
beente, waar hij woont
„4. van den buitens ’s lands wonenden zoon
„van een Nederlander, die ter zake van ’s lands
„dienst in een vreemd land woont, in de ge
beente waar zijn vader of voogd het laatst in
„Nederland gewoond heeft.
„Art. 17. Voor de militie wordt niet inge-
de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon
een ingezeten, die geen Nederlander is
V 1.1 een vreemd Rijk verblijfhoudende
i zoon van een vreemdeling, al is zijn
voogd ingezeten.
„Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort
„te worden ingeschreven, is verpligt, zich daar-
„toe bij Burgemeester en Wethouders aan te
„geven tusschen den Isten en 31sten Januarij.
„Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis
„is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder,
„of zijn beiden overleden, zijn voogd 'tot het doen
„van die aangifte verpligt.
„Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van
„zjjn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van
„zijn 20ste ingezeten wordt, is verpligt, zich,
„zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
„geven bij Burgemeester en Wethouders der ge
beente, waar de inschrijving, volgens art. 16,
„moet geschieden”.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen
maken zij de jongelingen, die geboren zijn in
1866 indachtig op hunne verpligting om zich in
de aanstaande maand Januarij ter inschrijving
voor de nationale militie aan te geven. Daartoe
zal alle werkdagen van des voormiddags 9 tot
des namiddags 1 uur ter gemeentesecretarie te
Witmarsum gelegenheid bestaan. Overigens zal
ter bevordering van regelmatigheid en in het ge
mak van de militieplichtigen expresselijk voor de
inschrijving zitting worden gehouden op:
Maandag, 12 Januarij, ’s voorm. 10 uur, in de
Hoofdwacht te Makkum, voor de jongelingen uit
Makkum CornwerdEngwier, Idsegahuizum,
Piaam, Gaast en Ferwoude
Dinsdag, 13 Januarij, ’s voorm. 10 uur, in het
Gemeentehuis, voor die uit Kimswerd, Arum,
Lollum, Pingjum, Zurich, Exmorra en Allinga-
wier
Woensdag, 14 Januarij, ’s voorm. 10 uur, in
het Gemeentehuis, voor die uit Witmarsum, Schet-
tens, Schraard, Longerhouw, Wons, Burg werd,
Hartwerd, Hichtum, 01de-en Ugoclooster, Tjerk-
werd, Dedgum, Greonterp, Hieslum en Parrega.
Witmarsum, 20 December 1884.
De Burgemeester,
C. W. C. T. VISSER Fzn.
De Secretaris.
E. JANSEN.
Bij het neerschrijven van dit jaartal vervullen
zeer gemengde gewaarwordingen onze ziel. Neen,
wij willen ze niet vergeten, de vele zegeningen,
de groote weldaden, welke ons deel zijn geweest.
Een wolkelooze hemel breidde zich uit over ons
lieve vaderland, een wonderschoons zomer lokte
tot genieten uit, een bloemenbed bleef het aard
rijk tot aan den winter toe, de laatste rozen
staken heur ontluikende knoppen door het witte
sneeuwdek heen en lieten moedig zich tooien met
een doorzichtig, schitterend, ijzig kleed. Een
milde overvloed daalde op bijna alle akkers neer
en werkelijk verlegen is de landman met wat de
bodem en de dorschvloer hem biedt. De gezond
heidstoestand onzes volks was bevredigend, de
gevreesde ziekte, die in het zuiden zooveel slacht
offers eischte en nu en dan de grenzen scheen
te naderen, bleef van ons afgewend. Dit alles
en zooveel meer, in kleinen kring genoten, is
onbetwistbaar en dringt tot dankend genieten.
En toch velen zullen met mij instemmen, in
de Génestet’s klacht
„Ik smacht, vermoeide
Van ’s levens loop
Mijn hope is weemoed,
Mijn weemoed hoop
Daar is niet zoozeer sprake van nedergebo-
genheid, veel meer van neergedruktheid. Men
legt, vermoeid van ’s levensloop den staf ter
neer en zucht en smachtdaar is meer weemoed
dan hoop. En daar is reden voor te over. Door
jaren langen meer schijnbaren, dan werkelijken
voorspoed verwend en verwijfd, tot genotzucht
geprikkeld, is weelde behoefte geworden en so
berheid vreemd. Goud en zilver zijn de Goden
geworden voor welke men knielt, voor wier dienst
men ijvert, voor wie men alles over heeft, ook
eer en eerlijkheid. De arbeider, de kleine bur
ger, de welgestelde, de meer gegoede, de rijke,
allen hebben schuld. Naarmate de Goden en
Godinnen van vreugde en wellust in de wonin
gen binnenslopen en de huisgenooten naar bui
ten lokten, vloden de engelen van reinheid en
vrede en vroomheid en zwierven als ballingen
rond. Toen nu de zonne des voorspoeds taande
en de dagen van den tegenspoed kwamen, kwa
men de booze nachtgeesten mede en vonden een
wel toebereiden grond in tal van menschenhar-
ten. Moedeloosheid maakte zich van duizenden
meester en zij zetten zich neer op de puinhopen
van hun genot en geluk, slechts met weemoed
zonder hoop. Ze hebben geen zout in zichzelve,
de geestkracht is verlamd, het heil, den zegen
van den rampspoed kennen zij niet, levensmoe
zetten zij zich neer, klagend en jammerend. On-
beschaamden grijpen naar hetgeen eens anderen
is, eigen schuld wordt niet erkend, verwijten
doet de een den ander, gemor wordt gehoord,
met omverwerping der maatschappij wordt
gedreigd, in dynamiet wordt de kracht gezocht,
met God wordt gespot in alle standen is be
derf.
Wie zal loochenen dat het ras vervlogen jaar,
een jaar vol tegenspoed is geweest, vol stilstand
en achteruitgang in allerlei vakken, neringen,
bedrijven? Niet alleen voor den lichtzinnigen,
gewetenloozen speculant, die zijn eigen geld heeft
gewaagd, of dat anderen hem toevertrouwd had
den, maar ook voor den eerzamen landbouwer,
ook voor den ij verigen, moedigen fabriekant, ook
voor den schranderen, eerlijken koopman? Al
leen de verblinde zou het kunnen. Ongetwijfeld,
de prijzen van verschillende handelsartikelen zijn
beneden de werkelijke waarde gedaald, de toe
stand van zeer soliede maatschappijen, handel
huizen, ondernemingen is onrustbarend geweest
of is het nog. Dit oefent een noodlottigen in
vloed op zaken van minderen omvang en zoo
lijdt in afdalende linie ieder onzer er door.
Dit alles is niet te ontkennen. De tegenspoed
is er, volstrekt niet alleen voor den werkman,
die met handenarbeid ’t meest het brood verdie
nen moet, evenzeer voor hem en haar, die schijn
baar behooren tot een meer bevoorrechten stand.
In de binnenkameren van vele grootere wonin
gen, wordt dikwerf niet minder gebrek geleden,
dan in het enkele vertrek van den arbeider.
Doch zullen wij daarom nu het jaar vloeken dat
henensnelt, zullen wij moedeloos blijven neerzit
ten, zullen wij schimpend en ophitsend den een
tegen den ander, verwarring stichten en grooter
ellende in het leven roepen Laat ons wijzer,
edeler zijn. Er zij wel weemoed in onze ziel,
maar geen moedeloosheid, geen bitterheid. Wee
moed met schuldbesef gepaard. Soberheid in
leefwijs en kleeding openbare zich. Strenge ze
delijkheid kenmerke ons leven. Ware vroomheid
wone in ons hart. Geen priestermacht beheersche
ons, maar geestkracht beziele ons. Onze wee
moed zij hoopNeen, niet alléén in donkere
nevelen gaat ’84 onder. De liefde leeft. *Zij
strooit mildelijk haar gaven rond, in het open
baar en in het verborgen. Zie, op hoe menige
plaats gorden zich mannen aan, om aan werke-
loozen werk te verschaffen. Balsem verzacht de
pijn van menige wonde, engelen der vertroosting
gaan overal rond.
Door den tegenspoed gestaald, wijzer en beter
geworden, nemen wij eerlang afscheid van het
jaar dat in den afgrond van het verledene weg
zinkt, met een traan van weemoed, maar ook
met een glimlach der hope.
M. E. van der MEULEN.
ten; het vraagt of de com-
fing niet zouden kunnen
Het Dagbl.van 'sHage
van arbeiders van het huizing van landbezitters
platte land naar de groote
steden, als een der oorza
ken van de werkeloosheid der oorzaken van de gel-
in vele steden; het vraagt delooshexd in velegemeen-
of de commiss. tot werk-
verschaffing niet zouden missiën tot greMverschaf-
kunnen onderzoeken,
waarop het platte land onderzoeken, waarop het
in de groote centra broo-
i
S '.-Mr-''--
VAN DE VERGADERING
f
Bolswardsche Courant.
van
u 1