NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD SOES WAR i Bekendmaking. S« WeSSBRABBBR.4. No. 2. Vieren Twintigste Jaargang. 1885. VOOR aa BINNENLAND. BUITENLAND. Kijkjes in ’t leven. 1 i DONDERDAG 8 JANUARIJ. g f' ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. De kleine van te voren De VOORZITTER van den RAAD der gemeente Wonseradeel, Gezien art. 7 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37) Noodigt de inwoners der gemeente uit, om, zoo zij elders in de Directe Belastingen zijn aan geslagen, waardoor het bedrag van aanslag, ge vorderd voor de kiezers van leden voor de Tweede Kamer der Staten Generaal, de Provin ciale Staten en den Gemeenteraad kan worden bereikt, daarvan vóór den vijftienden Februari; ter Secretarie, door overlegging van het aanslagbillet of van een uittreksel uit het kohier der directe belastingen, te doen blijken. Witmarsum, den 3 Januarij 1885. De Voorzitter voornoemd, O. W. C. T. VISSER Fzn. '-r ABONNEMENTSPRIJS; 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. I BURGEMEESTER en WET HOUDERS van Wonseradeel, Gezien art. 228 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad no. 85) Brengen in herinnering, dat volgens art. 3 der wet van 8 November 1815 (Staatsblad no. 51) alle pretentiën ten laste der gemeente, over 1884, met het eindigen der maand Juni 1885 verjaren. Zij verzoeken de schuldeischers hunne vorde ringen in de maand Januarij ter Secretarie in te leveren. Witmarsum, den 3 Januarij 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Secretaris, E. JANSEN. In het laatste nommer van het tijdschrift Russ- kaja Myssl komt een artikel voor over de ver houding tusschen Rusland en Duitschland, dat veel sensatie heeft gemaakt. Men leest daarin het volgende„Pruisen gaat voort, aan onze grenzen vestingen te bouwen, die zoowel voor verdediging als aanval zijn ingericht. Pruisische onderdanen, die uit staatsmiddelen worden onder steund, beginnen zich in onze westergrenzen te vestigenzij zijn de landweer, de verspieders en de voorposten bij een inval der Pruisen in Rusland. Een geducht net van strategische spoor wegen is tegen Rusland uitgevoerd. Ook Oos tenrijk, onder Pruisen’s invloed, bouwt sterke vestingen aan zijne grenzen en strategische spoor wegen. Zelfs Rumenië is door de bondgenooten gewonnen en heeft hun zijn bijstand beloofd. Te Konstantinopel heerscht Duitschland. De Duit- sche ambassadeur heeft een overwegenden in vloed in den raad der PorteDuitsehe onderda nen zijn aangesteld bij het Turksche leger, de financiën en de administratie, Duitschland ves tigt een gezantschap te Teheran om voor ieder geval vasten voet in Perzie te hebben. Eindelijk wordt China door Duitsehe leveranciers van Europeesche wapenen en schepen voorzien Duit- sche instructeurs oefenen de Öhineesche troepen onder hun toezicht worden de aan Rusland gren zende landen gekoloniseerd en worden vestingen opgericht Duitschland sluit ons in met een ijzeren ring, die ons tot een gedienstige, onder danige en toegevende houding dwingt of zich, waar men het te Berlijn goedvindt, knijpen kan.” Omtrent de rede van den Paus tot de kar dinalen, waarin de mogelijkheid eener vlucht uit Rome werd aangeduid, had de Temps vernomen, dat zij aan de pauselijke nuntii was medegedeeld, vergezeld van eene nota van den kardinaal- staatssecretaris. In deze nota zouden de nuntii uitgenoodigd zijn, de ondragelijke positie van den Pauselijken Stoel in Rome wel te doen uitkomen en de quaestie van een herstel der wereldlijke macht te bespreken. Dit bericht wordt door de officieuse organen van het Vaticaan tegengesproken. Zij zeggen, dat alleen eene vertrouwelijke toespraak is ge houden, die niet gelijk de ^llocutiën aan de con- Een haast ongeloofelijk bericht wordt op den toon van groote zekerheid door de Haagsche Ct. medegedeeld „Het zal velen opgevallen zijn, dat te Rotterdam de opvoering van „Richard III” dezer dagen uitgesteld moest worden, wegens een kwetsuur, welke de heer Louis Bouwmeester aan het oog heeft bekomen. Thans wordt ons van zeer wel ingelichte zijde een voorval geschreven, dat met het bovenstaande allerwaarschijnlijk verband houdt. „Gisteravond”, zoo luidt dit schrijvenr „vernam ik dat de heeren Louis Bouwmeester en A. C. Loffelt, de kunstverslaggever van het Vaderland, samen een partijtje gebokst hebben, waarbij de heer L. B. een blauw oog heeft op- geloopen en de heer A. C. L. zoo bont en blauw gestompt is, dat hij ontoonbaar is.” Nadere information, ofschoon overbodig tegenover de ernstige zijde waarvan wij dit bericht ontvingen, hebben deze bijzonderheden helaas bevestigd”. Aangaande het verdrinken van een jongman met zijn meisje bevat het Friesche N. Adv. bid. de volgende bijzonderheden Pier Hollander, van Gorredijk, de 30-jarige meesterknecht bij den bakker Hepkema te Lang weer, was met zijn meisje Tjitske Koopmans, van Rauwerd, dienende bij W. Cnossen te Zandgaast, in prettigen en gezelligen kring op Nieuwjaars avond in hetJogement van Sjoerd Bakker aldaar. Ongeveer één uur namen zij goed en wel, zon der opgewonden stemming, afscheid, om langs de goedvertrouwde ijsbaan over de Koevoet naar Zandgaast terug te rijden. Voorzichtigheidshalve liepen zij tot achter de plaats van Freerk Zand- stra, op den Hoek onder dit dorp, eerst daar bonden zij zich op de schaatsen en hadden dus niets anders dan recht over het meer te steken. Door welke noodlottige samenloop zij onmiddelijk de juiste richting hebben gemist, zal altijd onop gelost blijven. Vermoedelijk hebben zij door den nevel den boomgroep van het Koevorderhuis voor Zandgaast aangezien, zijn ze ietwat te noordelijk afgeslagen en zoodoende in de geul gereden, waarlangs de stoomboot van Jaansloot naar Jeltesloot en zoo naar Lemmer vaart. Daar liet het paar ’t meisje was bijna 20 jaar oud het jeugdig leven, dat vroolijk en opgeruimd het Nieuwjaar was ingegaan, en zoo pas met vriend en magen zegenwensch op zegenwensch had gewisseld. Toen de boot dien weg passeerde, trok aanvan kelijk een ijshaakje en een pet, die op het ijs lagen, de aandacht der manschap spoedig daarop ontwaarde men het lijk van Hollander, in staande houding even onder het ijs en in de onmiddellijke sistoriën door de Pauselijke kanselarij gedrukt en rondgedeeld wordt. De Kölnische meent, dat dit démenti waarheid bevat, en de toespraak vooral dienen moest om aan Italië te doen zien, van hoeveel belang het voor Rome en Italië is, dat de Paus aldaar zijn zetel houdt. In het gebouw der Nationale Bank te Ant werpen heeft een gelijksoortigen diefstal plaats gehad als in den afgeloopen zomer te Amster dam in de vestibule der Associatie-cassa. Een jong bediende, Selens geheeten en 18 jaren oud, had aldaar voor zijn patroon een betaling van ruim 12000 fres. te doen en tot dat doel 13 biljetten van 1000 fres. medegekregen. Aan de Bank gekomen, begaf hij zich eerst naar het loket om één dier biljetten te wisselen, teneinde het te betalen bedrag te kunnen afpassen. Na één biljet uit het pakje genomen te hebben, stak hij de overblijvende 12 weder in den zak, doch toen hij de gewisselde 1000 fres. had nageteld, ontdekte hij tot zijn schrik, dat de 12 biljetten uit zijn zak verdwenen waren. Onmiddellijk gaf hij van zijn verlies kennis, de directie liet alle toegangen tot de Bank sluiten, hopende den dief op die wijze nog te vangen, maar deze was na tuurlijk reeds lang gevlogen; althans er werd na een streng onderzoek ten laste van geen en kelen persoon in het gebouw aanwezig, iets ver dachts gevonden. - In het dorp Nippen bij Keulen werd ver leden week naar alle waarschijnlijkheid eene belangrijke ontdekking gedaan. Uit België kwam een kist aan, waarin zich volgens de opga ve oude kleederen moesten bevinden. De kist werd aan een besteller afgegeven om haar aan het aangegeven adres te bezorgen aan een werk man, die tot in den nazomer van 1884 in het buitenland had vertoefd. Onderweg ontsnapte een zwarte stof uit een der voegen van de kist. De besteller hield er zijn brandende sigaar tegen en de stof ontbrandde. Nadat hij de kist aan de woning van den werkman had afgegeven, verwittigde hij de politie. Deze begaf zich naar de woning van den werkman en nam de kist in beslag zij bevatte buskruit, dynamiet en lonten. De werkman is gearresteerd. Eenige dagen geleden verscheen voor den ambtenaar van den burgerlijken stand te Gelsen kirchen een paar, dat zich wenschte te doen aanteekenen. De bruid werd echter op hetzelfde oogenblik herkend als een dienstmaagd uit Stol berg bij Aken, die voor diefstal werd vervolgd en in het politieblad gesignaleerd was. Zij werd in hechtenis genomen en de bruidegom was, na dit voorval, zoo volkomen van zijn liefde gene zen dat hij terstond van het geheele huwelijk afzag. De Burgemeester van Wonseradeel Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134) maakt bekend, dat in de week van ZONDAG 28 DECEMBER 1884 tot en met ZATERDAG 3 JANUARIJ 1885 in deze gemeente vier per sonen aan mazelen overleden zijn. Witmarsum, 5 Januarij 1885. De Burgemeester voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Burgemeester van Wonseradeel brengt door deze ter kennis van belanghebbenden, dat het kantoor tier 15 i reet e Bteiaslêngen te Hlakkuin met ingang van 8 Fehru- arif flSSS geopend zal zijn: ’s Maandags ’s voorm. van 9 tot 12 en ’s nam. van 2 tot 4 uur, de overige dagen der week van ’s voorm. 9 tot ’s nam. 1 uur. Het zal echter gesloten zijn op den laatsten werkdag van iedere maand, den Nieuwjaarsdag en de algemeene Christelijke feestdagen. Witmarsum, 2 Januarij 1885. De Burgemeester voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. den verjaardag danste hij over „Morgen ben ik jarig, We weten niet of een vader of moeder er wel goed aan doen, doch wij beiden verheugden ons zeer met den knaap en toonden ons even uitgelaten als hij. Die blijd schap werd nog verhoogd, toen onze oudste zoon van nog geen 12 jaren, in zijne eenvoudig heid een verjaringsgedichtje voor hem opstelde: dat we zoo vrij zijn hier te laten volgen W die is jarig, O, wat zijn wij blij, Drinken chocolade, Met een koekje er bij. La, la, la, enz. Wij zijn nu niet treurig, Zien er vroolijk uit, Daarom zeg ik, jongens, Drink je kopjes uit. La, la, la, enz. Hij is nu de Koning, Hier al aan den disch, Bij ons in de woning, Dat geloof ik wis. La, la, la, enz. Uit die woorden spreekt, dunkt ons, zijn goed hart en kinderlijke eenvoudigheid. Ten minste we konden ons met die woorden zeer wel ver- eenigen, en licht er al geen poëzie in, ze waren poëzie voor ons gemoed. We hebben ze dan ook hartelijk meê gezongen op den verjaardag. Om half vijf zou op dien dag de pret beginnen. Neefjes en nichtjes waren itgenoodigd. Moeke tracteerde op chocolade. Krakelingen, taartjes, pepermuntjes, noten en wat niet al, prijkten op den disch. Ieder gaf wat, hoe veel of weinig het dan ook wezen mocht. Wat hebben die kinderen gejuichtWat hebben ze gezongen en toen alles op was, wat hebben ze nog prettig gespeeld Vooral toen het einde van het feest werd geleid door een oudere, en men aan ’t spelen met noten ging, en tot besluit aan ’t gooien met dobbelsteenen, wie wel de hoogste oogen kon werpen. Alle dingen nemen een einde, zoo ook dit kinderfeest. Allen echter gingen welgemoed naar huis. Geen enkel woord van ongenoegen had er op dien genoegelijken avond plaats. Om 8 uur was de pret finaal geëindigd. Dit tafreeltje uit de werkelijkheid gegrepen is niet eenig in zijne soort. We verwachten, dat in vele gezinnen, op nagenoeg dezelfde wijze, de verjaardagen der kinderen worden gevierd. Maar stel u nu den tweemaal achtjarigen knaap voor. Deze is ook jarig. Hij viert niet meer zoo’n kinderlijk feest. Hij denkt over meer, hij ziet rondom zich, hij denkt over de toekomst. „Was ik maar wat ouder!” zegt hij met een zucht en hij verlangt vurig naar den tijd, dat hij den mannelijken leeftijd heeft bereikt. Hij droomt van eene glansrijke toekomst. O, wat ik u bidden mag, verstoor zijne vreugde nietSta zijne idealen niet in den weg. Die gedachten zijn de poëzie zijns levens. Hij zal vroeg genoeg reeds de koude werkelijkheid on dervinden. Gelukkige jongeling, die aan de illusie des levens een goede werkkracht verbindt en het harte rein houdtdie van den morgen tot den avond tracht toe te nemen in wijsheid en deugd, die aan de vroolijkheid den ernst des levens paart, die de paden des geluks betreedt, en daardoor u zelven een toekomst schept, die eenigszins in overeenstemming is met de ideën in de jongelingsjaren gevormd. Doen wij nogmaals een trede voorwaarts. Thans heeft hij den driemaal achtjarigen leef tijd bereikt. Wederom viert hij den verjaardag. Wat heeft hij zich ijverig moeten kwijten om zijn levensdoel nader te komen. Hij heeft ge werkt met levenslust. Hij heeft zijn krachten goed besteed, zijn tijd niet verwaarloosd. Op de klippen der ondeugd is hij niet gestrand. En mogen vele illusiën verdwenen zijn, nieuwe heeft hij zich geschept, die, al mogen ze niet alle worden verwezenlijkt, toch zijn levensgeluk ver- hoogen. Wat viert hij een genoeglijken ver jaardag in ’t ouderhuis, waar hij in de laatste jaren zoo weinig de voeten zette. Hoe verheugd zijn allen om hem heen. Hoe hartelijk wenscht hem ieder geluk met het beleven van dezen dag, en niet het minst zij, die hij gevonden heeft op zjjn pad en die weldra, zoo wij van harte hopen, zijn levensgeluk nog meer zal volmaken. Zie, zoo ongemerkt zijn we er toe gekomen om de schoone zijde van het leven te schetsen. Wie, die kinderen heeft zou ook in staat zijn iets anders dan alles goeds te denken. Mogen alle kinderen, mogen alle jongelingen, mogen alle jonge mannen aan mijn ideaal beantwoor den Ik noem den mensch gelukkig die nog altijd de beste zijde van ’t menschenleven weet te vinden of tracht op te sporen. Dat wij dat dan steeds doen. Ons eigen leven zal er steeds vroolijker door zijn en de onderlinge liefde der huisgenooten er door worden versterkt. de R K. Kiesvereeniging te man zou spoedig jarig zijn. Dagen had hij zich daar reeds in verlus tigd. Moeke zei hij van daag is het Nieuw jaar en dan nog 4 dagen dan hebben wij de pret. Alle dagen sprak onze 8jarige lieveling er over. Daags voor den vloer en zong blijde wat een groote pret.” nabijheid ook het andere beklagenswaardige offer des doods. Door het stilhouden van de boot meende men in het dorp dat zij averij hadsleden gingen derwaarts, om weer te keeren met den droeven last. Zelden heeft een ongeval dieper indruk gemaakt, dat in wijden kring van zich zal doen spreken, dan dit aangrijpende drama in den eersten Nieuw jaarsnacht. Te Deventer is op Nieuwjaarsdag een 50- jarige smid door overmatig gebruik van sterken drank gestikt. De heer J. van ’t Lindenhout hoopt nog dit jaar, dank zij de ingekomen giften, bij zijne bestaande weezeninrichtingen te Neerbosch een nieuw gebouw te stichten, waar voor ruim 100 weezen plaatsruimte zal zijn. Alsdan zullen in het geheel circa 830 weezen verpleging kunnen vinden in deze inrichtingen. Thans zijn bij den directeur voor meer dan 200 heele weezen aan vragen tot plaatsing ingekomen. Te Ooltgensplaat (eiland Overflakkee) is op Nieuwjaarsdag een man gedood. Sinds verleden jaar is het daar aanwezige fort „Prins Frederik” evenals het aan de overzijde der rivier gelegen fort „de Ruyter” (behoorende tot de Willemstad) door overkapping en overdekking in bet'nieuwe defensiestelsel overgebracht. Ten einde nu beide genoemde forten telephonisch met elkaar te ver binden, waren aan dat te Ooltgensplaat 12 mi neurs werkzaam. Deze kregen oji Nieuwjaarsdag twist in een herberg op het dorp met eenige burgers, die weldra zoo hoog liep, dat de mineurs verplicht waren de wijk te nemen naar het op circa 15 minuten afstand van ’t dorp gelegen fort. Daar bedoelde herberg, gehouden door den mo lenaar L., juist aan ’t uiterste punt van ’t dorp gelegen is, konden twee der mineurs niet spoedig genoeg ontwijkenzij werden ingehaald door hunne vervolgers, die hen zoo geducht toeta kelden, dat een hunner reeds kort daarna overleed. De zaak is ter nader onderzoek in handen der justitie. Volgens den Haagschen correspondent der Zaanl. Ct. hebben de heeren van Houten, Rut gers en de Bruyn Kops geweigerd tot de club der liberale Kamerleden toe te treden. Dr. H. J. A. M. Schaapman, lid der Tweede Kamer, zal 15 dezer eene lezing houden in eene vergadering van de R K. Kiesvereeniging te Sneek. In de Werkmansbode" komt een inge zonden stuk voor over een som van f 13.000, die zou verspild zijn aan de landsdrukkerij met het doen van proeven om tot de uitvinding te ge raken, hoe men plakzegels moet drukken. Daarin wordt o. a. gezegd „De f 13.000, aan de plakzegelfabriek besteed, zijn gevlogen. Het onbegrijpelijkste van deze zaak is, dat de Wetgevende Macht de Regeering niet voorhield in het vervolg dergelijke roeke- looze proefnemingen na te laten. Om een staaltje te geven van geld verkwisting in deze diene het volgende De luchtdrukmachine werd gekocht voor f 870 en toen de mislukte postzegelfabrikatie was af geloopen, weder van de hand gedaan voor f 60, dus met f 810 verlies. Ik spreek nu alleen van het geldelijk nadeel, dat de Staat geleden heeft, zonder van andere teleurstellingen te ge wagen, die echter niet onbesproken mogen blijven. Er werden namelijk twee menschen aangesteld, die de zegels moesten drukken. Het waren misschien knappe lui, doch van de pers en de zegels hadden ze beiden evenveel kennis als de uitvinder zelf. Zij zochten alle drie even hard en toen de geheele affaire fiasco gemaakt had, werden twee van hen eenvoudig ontslagen en aldus broodeloos gemaakt. „En thans, na de zooeven besproken jammer lijke geschiedenis, die den lande volgens eenigen f13000 en volgens anderen f17000 gekost heeft, fluistert men weder van eene nieuwe uitvinding, grootscher, indrukwekkender dan de eerste, na melijk het maken van muntbiljetten. Is de uit vinding verschillend, de uitvinder is dezelfde in propria persona.” Zondagavond had in het „Kleine Veentje” te ’s Gravenhage een betreurenswaardig ongeval plaats. Twee zandgravers uit Delft, baas en knecht, waren bezig met het laden van een schuit. Tijdens het afgraven van een der dui nen schoot een zandmassa af, die eerst den knecht tot het bovenlijf bedolf, doch deze wist zich er uit te werken. Een oogenblik daarna kwam een tweede zandlaag naar beneden, die ditmaal den baas geheel begroef, zoodat geen spoor van hem te zien was. Gisterenmorgen werd met veel moeite zijn lijk uit het zand ge dolven. In de gemeente Grafhorst nabij Kampen was men in 1884 al bijzonder weinig trouw lustig slechts één paar stapte het huwelijks bootje in. Een schoenmaker te Wassenaar, die zich uit zijn zeer warme werkplaats naar buiten be gaf, bleef eensklaps, waarschijnlijk door koude bevangen, dood. De stoomboot die Zaterdag morgen van Amsterdam naar Harlingen zou vertrekken, moest even buiten de Oranjesluizen, door het vrij sterke ijs, dit voornemen opgeven en daar aan omkee- ren geen denken was, was men genoodzaakt achteruit naar den aanlegsteiger terug te keeren. ^acacacacacacacacacacacacacacacacacat^ ACACACACACACAC AC AC AC AC ACACACACAC ACAC$ i t Bolswardsclie Courant,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1885 | | pagina 1