NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOfcSWAR» EU WH688AI)m
i'
No. 5,
Vieren Twintigste Jaargang.
1885.
VOOR
Op het IJ'S-
o
BUITENLAND.
KORT VERSLAG
DONDERDAG 29 JANUA BIJ. g
BIN N E N L AM).
ft
bijna
I
ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
F
Het onweer is voorbij, want waarlijk ’t was
geen weer. Of weet iemand mij te zeggen, wat
’t was en wat ’t deed, vóórdat de heerlijke zon
ons als met nieuw leven bezielde? ’t Was dag,
maar ’t bleef schemerdonker, ’t Vroor en er
waren er, die konden zeggen, dat ze hadden
schaatsen geredenmaar veel grooter was 't
getal dergenen, die volhielden, dat er geen rijd-
baar ijs was en ’t rijden niet anders dan kinder
werk. Het dooide, want het regende, neen, het
vroor want het sneeuwde en de straten werden
glad. Ik was ten einde raad, als iemand mij
vroeg, welk weer ’t was, want hadt ge bij ’t
binnenkomen uwe meening gezegd, ’t was bijna
zeker, dat het bij ’t heengaan zou blijken, heel
anders te zijn.
Nu, althans op ’t oogenblik dat ik deze regelen
schrijf, is ’t anders. Een flinke, scherpe ooste-
wind heeft gewaaid, al de nevelen zijn wegge
dreven, ze poogden nog even ’t verloren gebied
te heroveren, maar gelukkig duurde dit slechts
enkele uren. Nu gloort des daags de zon in ’t
heerlijkst blauw en glanst de maansikkel des
avonds met vriendelijken gloed, duizende sterren
schitteren in den nacht, ’t Is koud, maar niet
bar. Wij voelen dat wij een zuivere, verfris-
schende lucht inademen. Nieuwe levenskracht
doorstroomt ons. Ook uit ons hoofd worden ne
velen verdreven, in onze ziel wordt ’t helderder,
onze stemming wordt opgewekter. Alles is als
met een tooverstaf aangeraakt. Het sombere
watervlak is veranderd in een vloer van kristal.
Onze glasruiten schitteren in het zonlicht met
den glans van duizende diamanten. De ijsbanen
zijn gereed gemaakt. Nu hier, dan daar wappe
ren de vlaggen en wimpels. De trommelslag
klinkt ons vroolijk tegen, de muziek doet ons
haar juichtonen hooren. Meer en meer worden
alle plaatsen van ons gewest met elkander ver
bonden, door veilige, gladde banen. Alles jubelt
en juicht, ’t is in Friesland feest.
O, ik weet het, de roekeloosheid heeft haar
offers geëischtniet, het brooze ijs, maar der
menschen lichtzin is oorzaak, dat zooveel jonge
levens zijn afgesneden. Wie deelt niet in de
diepe smart van ouders en bloedverwanten, bij
wie ’t lijk wordt binnengebracht van den zoon
of de dochter, die straks blozend en vol levens
lust de woning had verlaten
Toch mag dit innig mededoogen ons oog niet
doen sluiten voor al de zegeningen, die aan een
toestand zijn verbonden, als welken wij nu door
leven. Evenmin als de brooddronkenheid, waar
mee sommigen hun misschien zuur verdiende
penningen verteren en zich overgeven aan zon
dig genot, ons mag doen voorbijzien de door
duizenden gesmaakte onschuldige vreugde.
Want onschuldig genot wordt er gesmaakt.
Zie, die moeder op de walkant. Op ’t lage
stoeltje zit haar zes- of achtjarig kind. Met tee-
dere zorg heeft ze de banden om de zwakke en
kels gebonden. Daar wordt het stoeltje op ’t
jjs gezet, het kind laat ze langs de walbeschoei-
ing glijden, fluks grijpt dit een sport en daar
glijdt ’t voortsoms valt ’t op de knietjes, maar
’t richt zich weer op en glijdt weer voort. Een
vriendelijk zonnetje beschijnt dit aardig tafreel
en met een vroolijken glimlach ziet moeder naar
het moedige kind, dat zijn eerste schreden zet
op de gladde baan.
Hoort gij dat vroolijk gesnap en gejoel Op
de breede ijsvlakte, waar onderscheidene vaar
ten en grachten op uitkomen, krioelt het van kin
deren, knapen, meisjes, jongelingen, maagden,
mannen en vrouwen in des levens kracht en
grijsheid. Hoort gij een onvriendelijk woord,
ziet gij een onaangename bejegening Integen
deel. Een glans van vergenoegen ligt op aller
aangezicht. Alle stijfheid is geweken. Gelijk
men los en bevallig zwiert langs de baan, zoo
is ook de ontmoeting en bejegening van de ver
schillende standen en leeftijden onderling. Zelfs
kleinere en grootere veeten schijnen voor een tijd
gewekenook om nurksche lippen speelt een
glimlach.
En dan, hoe menige ontmoeting heeft men aan
het ijs te danken Van heinde en verre komt
bezoek, naar alle oorden reist men heen. De
huismoeder heeft ’t wel wat drukop ’t koffie-,
op ’t etensuur, telkens komen nieuwe gasten,
maar zij verkwikt graag de hongerigen of dor-
stigen, want allen genieten van ’t vroolijke we
derzien van bloedverwant en maag en vriend.
Doch er is meer dan genot alleen te smaken.
Sommige werken mogen stilstaan en daardoor
een tijdelijke werkeloosheid hier en daar ontstaan,
in ons gewest vooral, is dit vriezend weder voor
zeer velen een uitkomst, voor neringdoenden een
oorzaak van groot vertier. Honderde baanvegers
zwaaien met blijden moed hun bezems, want zij
verdienen nu weer hun eigen brood, dat ze an
ders misschien moeten vragen. In tal van tent
jes zit de vrouw of dochter en prijst haar „hiete
melk” met levendige gebaren en luide stem den
rijders en rijdsters aan. In allerlei winkels is
drukte, de schoenmaker juicht, de opgetaste hoo-
pen schaatsen worden kleiner en kleiner, met
volle sleden worden winkelwaren, vrachtgoede
ren, marktproducten vervoerd, i. e. w. overal
komt leven en juist het werk op veld en akker,
nu rustend voor een wijle, noopt straks tot ver
dubbelde krachtsinspanning, den arbeider ten
zegen. En dan lees de dagbladen. IJsisde
hoofdschotel. Bij vele tientallen telt gij eerst de
aankondigingen van al de hardrijderijen die zul-
Bolsward. L.l. Zondagavond had een aan
genaam feest plaats in „de Doele”. De feest
commissie, belast met de regeling der feestvie
ring van het lOOjarig bestaan der maatschappij
tot Nut van ’t Algemeen door het departement
verborgen hunne misdaden voorbereiden en ze
in het verborgen ten uitvoer leggen Zij zel-
ven loopen niet eens groot gevaar van ontdekt
te wordeneen dynamietlading met een lont,
die lang genoeg brandt voor het ontploffings-
middel te bereiken om den dader in veiligheid
te brengen, is het lage, lafhartige middel, dat
door de mannen der duisternis gebezigd wordt,
om onschuldigen te treffen. Er wordt nu
het plan geopperd, om comités van waakzaam
heid te organiseeren, maar wat zal het baten, er
zijn slechts enkele personen noodig om een in ’t
duister gesmeed complot van dezen aard te doen
gelukken.
Een telegram uit Londen van Zondag meldt,'
dat een gewonde politieagent stervende was
Verder wordt gezegd, dat het vermoeden bestaat,
dat het dynamiet in de gebouwen is gebracht
door vrouwen, die den schijn aannamen van
in gezegende omstandigheden te verkeeren.
„De Engelsche Regeering koestert het plan,
om stroken lands in het Zuiden van Nieuw-
Guinea te annexeeren?’
Dit bericht der Daily News maakt den indruk
alsof het annexeeren van een stuk vreemd land
zoo ongeveer gelykstaat met het vertalen ten
onzent van een boek uit eene vreemde taal.
Evenals de uitgever tijdig, om een concurrent
voor te zijn, het werk bij de vereeniging ter ver
taling aankondigt, die dat voornemen dan in zijn
eigen orgaan aankondigt, zoo doet ook Engeland.
Deze voorloopige mededeeling der Daily News
is als ’t ware eene waarschuwing aan de con-
curreerende Mogendheden, dat Engeland zich de
voorkeur verzekerd heeft. Intusschen kon het
wel eens gebeuren dat bijv. Duitschland bleek
geen lid der vereeniging te zijn, en voor het va
derland weg annexeerde, ondanks de door ande
ren gedane „aanteekening.”
Bij den Amerikaanschen Senaat is nu een
wetsontwerp ingediend, om misdadige plannen
met ontplofbare stoffen, ook al wil men die in
het buitenland uitvoeren, te verhinderen en te
straffen. Moge op O’Donovan Rossa deze eerste
poging van de Regeering der Unie, om hem in
zijn schandelijk bedrijf te belemmeren, eene uit
werking ten goede hebben.
Te Chicago werd eene bus met dynamiet en
buskruit, benevens eene helsche machine gevon
den onder de voorwerpen, toebehoorende aan
zekeren Otto Funk, die volgens de politiebe
richten een socialist en brandstichter is. Hij
verklaarde, de helsche machine te hebben ver
vaardigd om zich van kant te maken.
len gehouden worden, internationale, nationale,
provinciale, van mannen, van vrouwen, van man
nen en vrouwen, van kinderen zelfswelk dorp,
welk gehucht haast heeft er geen Daarna ver
neemt gij den uitslag van alle deze, wordt de
roem verkondigd der winners, worden de feesten
vermeld die bij de prijsuitdeelingen werden ge
houden. Beluister voorts de gesprekken. IJs
is weer het hoofdonderwerp. Verhalen zijn het
van de tochten, die gedaan zijn, van de stoute
stukken die bestaan zijn, van de snelheid waar
mee de een rijdt en het gescharrel van vele an
deren. Soms hoort men gemopper, omdat men
zegt, wat anderen als stellige waarheid verkon
den, dat de snelste rijders onder elkaar een ver
bond hebben gesloten, om alle groote prijzen te
deelen en elkaar beurt voor beurt de eer der
overwinning te gunnen, tot gemeenschappelijk
voordeel wel, maar niet tot meer glorie van den
strijd.
Hardrijderijen heeten het en hard wordt er
gereden. Toch waag ik een vraag in naam van
den goeden smaak en gelukkig de vraag is niet
nieuw meer. Zouden de besturen der hardrijde
rijen er niet toe kunnen komen om enkele be
palingen op te nemen in hun reglementen, waar
door het schoonrijden met het hardrijden zooveel
mogelijk wordt verbonden Het bevallige ont
breekt bijna geheel, bij zooveel uitsluitende
krachtsinspanning, bij al dat gezwaai der armen,
dat geklauw met de beenen, die voorover gebo-
gene houding, waardoor bovenal het hardrijden
der vrouw een gevoel opwekt, dat naar weerzin
gelijkt? Als daardoor iets minder snelheid be
reikt wordt, wat nood De kamp blijft voor
allen gelijk, de strijd wint in sierlijkheid, het
gevaar voor de gezondheid vermindert ongetwij
feld, als het afbeulen niet meer hoofdzaak is.
Ik eindig met den wensch, dat het ijs niet al
te veel geld uit de beurzen der rijders en rijd
sters moge lokken en dat niemand moge verge
ten, hoe wij, in het Noorden, tot nu toe niet
anders dan de zegeningen der koude genieten,
terwijl in het anders zoo schoone Zuiden honder
den sterven door de ontzachlijke sneeuwstormen
die er heerschen en de sneeuwstortingen, die
als lawinen, huizen en menschen bedelven en
doen sterven in dat zoo kille graf.
M. E. van der MEULEN.
Helaas het schoone winterweer is reeds voorbij.
De zuidewind giert en loeit, regen valt op het
schoone ijs. Men leze mijn stukje als eene
herinnering aan eenige schoone dagen.
ter dezer stede, had het denkbeeld geopperd,
om nog een feestavond te bereiden voor het
volk. Na eenige overleggingen werd besloten,
aan ieder lid van het Nut twee kaarten aan te
bieden, voor een man en vrouw, waarmee deze
als gasten van het departement zouden worden
ontvangen. Namens de feestcommissie deed het
bestuur in eene onlangs gehouden departements-
vergadering dit voorstel en werd het met alge-
meene instemming begroet. Het bestuur nam
welwillend de leiding op zich efl kweet zich
op uitstekende wijze van zijn taak. Omstreeks
200 menschen waren bijeen. Het gemengde
koor, dat bij het Departementsfeest op zoo ver
dienstelijke wijze twee liederen had gezongen,
trad ook nu weer op en vergastte de vergade
ring op zijn schoonen zang. Na het eerste lied
sprak de heer P. Peereboom, in plaats van den
voorzitter, den heer N. de la Lande Cremer, die
door een treurig sterfgeval zich niet tot spreken
voelde opgewekt, op gepaste wijze tot de ver
gaderden. Hij ontwikkelde kortelijk de geschie
denis van het onti taan der Maatschappij, wees
op al het belangrijke dat zij had mogen tot
stand brengen in gansch het land en ook in
deze stad, op het gebied van het onderwijs voor
al, voor het spaarbankwezen, voor volksbiblio
theken, voor den zang, voor het onderwijs in
handenarbeid enz. Zijne rede werd met belang
stelling aangehoord en met warmte toegejuicht
Daarna trad onderscheidene malende heer Wa
ling Dijkstra op, die op zeer afwisselende wijze,
in, voor ieder eenigzins geoefende zeer verstaan
baar Friesch, het publiek in verrukking bracht,
door zijn luimige, geestige voordrachten. Op
zijne bekende wijze wist hij ook nu den volks
toon te treffen, al lachende de waarheid te zeg
gen en vermaakte niet alleen, maar leerde en
stichtte meteen. Gewis was het woord van dank
en hulde, door den heer S. Kutsch Lojenga tot
den bescheiden volksspreker gericht, ook met
het oog op zijn 25jarig jubilé, dat hij als zoo
danig eerlang hoopt te vieren, uit aller hart ge
sproken en oprecht gemeend was het lied, dat
de gansche vergadering staande den geliefden
spreker toezong. Tusschen de voordrachten in
verrasten ons de heeren D. van der Meer en B. de
Vries op eene variatie op El Trovatore van
Verdi voor viool en piano, waarvan de zangerige
inhoud en de verdienstelijke voordracht een zeer
aangenamen indruk maakten. Een ongedwon
gen toon heerschte onder de feestvierenden, met
opgewektheid zong de gansche vergadering een
paar vaderlandsche liederen, met aller instem
ming sprak de heer IJ. J. Nijdam een woord van
dank aan het bestuur voor het door het Departe
ment gegeven feest en toen, ter geschikter ure,
de heer Peereboom de vergadering sloot, ging
ongetwijfeld ieder huiswaarts, dankbaar en vol
daan.
Bolsward. Door een onwillekeurig verzuim
is verleden week geen melding gemaakt van de
benoeming van Mr. A. H. Roessingh tot Kan
tonrechter te ter Borch. De stad verliest in
hem een geacht ingezetene, een humaan rechter,
menige arme een vriend.
In Eigen Haard wordt in een artikel over
het spiritisme, dat het „geloof der zenuwen”
wordt genoemd, onder anderen medegedeeld, dat
in 1848 het omgaan met de geesten in Amerika
begon en twee jaren daarna er reeds drie-en-
dertig duizend mediums warenin 1856 werd
het getal spiritisten op drie millioen en in 1871
op elf millioen geschat.
Over den gedachtenlezer Cumberland handelt
een groot deel van het artikel en zijne kunst
wordt er eenigszins in verklaard. De gedachten
lezer vraagt eerst aan zijn geleider of deze er
prijs op stelt, dat de toer gelukt. Bij een beves
tigend antwoord wordt hij geacht een goed me
dium te zijn en nu is het eigenlijk het medium,
dat onwillekeurig den gedachtenlezer leidt, daar
deze zijn eigen wil onderdrukt en aan den pols
slag van den geleider gehoorzaamt.
In het begin der vorige week ontstond ten
huize van zekeren J., te Woudrichem, brand,
daar diens vrouw plotseling ongesteld wordende
en bewusteloos neervallende, een op een tafel
zich bevindend petroleumtoestel en tegelijk de
brandende kachel omverwierp. Intijds genomen
maatregelen mochten een grooter ongeluk ver
hoeden. De vrouw intusschen, door hulp bijge
komen zijnde, verliet in allerijl hare woning,
nog met zich nemende een kistje met gelds
waarde, hetwelk zij in haren zenuwachtigen toe
stand aan enkele vreemde personen overgaf die
haar zeiden er voor te zullen zorgen. Totnogtoe
is noch van die gedienstige geesten, noch van
het geldkistje iets ontdekt.
Uit Leeuwarden schrijft men van 23 January:
In jarenlang hadden wij hier geen zoo druk
ken dag als heden, den wekelijkschen marktdag.
Duizenden en duizenden schaatsenrijders uit alle
streken van Friesland hadden zich over de in
gladde ijsvlakten herschapen talrijke kanalen en
vaarten herwaarts gespoed, om weer een kijkje
in Frieslands hoofdstad te nemen. Wegens den
marktdag waren daaronder ook velen, om zaken
te doen maar verreweg de meesten, mannen en
vrouwen, oud en jong, waren louter voor hun
pleizier overgekomen. Het waren gansche men-
schenstroomen die langzamerhand de stad in
hare geheele uitgestrektheid vulden en zich wel
moesten verdeelen, daar anders het verkeer hier
en daar geheel gestremd zou zijn geworden. Niet
temin kostte het ook nu nog in de voormiddag
uren soms moeite, zich een doortocht te banen.
^docdocdcdocdcdcdcdcdooc^
^DCDCDCDCDVDV DC XDCDCDCDCDCDCDCDCDCDC^è
Te Mannheim is zekere Busch gearresteerd
die in de politiewacht van het raadhuis twee
groote keisteenen door het venster onder de daar
verzamelde politieagenten wierp. Een hunner
werd licht gekwetst. De dader vluchtte, doch
werd gegrepen. Men vond een aantal revoluti
onaire geschriften bij hem en verder een notitie
boek met verscheiden goedgelukte schetsen van
den vermoorden politieraad dr. Rumpff en het
onderschrift„vrijheid of dood.”
Op de vraag wat hem aanleiding tot de daad
gegeven heeft, antwoordde hij„Politieke rede
nen
Dat geen wet ooit tegen de anarchisten zal
kunnen beschermen, leert de ervaring bijna da
gelijks nu weder de schandelijke aanslag der
dynamietmannen in Engeland. Zaterdagmiddag
werd te Londen plotseling schrik en ontsteltenis
verwekt door drie dynamietontploffingendie
kort na elkander plaats grepen, de eerste in de
crypt van de Westminster Hall, de tweede in de
gang, welke na de openbare tribune der zittings
zaal van het Lagerhuis voert, de derde in den
Tower. De eerste verbrijzelde de ramen en een
gedeelte van het dak. Zy had plaats om kwart
over tweeën. Eene dame wees een politieagent
er op, dat er een pakje lag in een nis. De
agent nam het opmaar op hetzelfde oogen
blik ontplofte het. Twee politieagenten en twee
toeschouwers werden gewond. Drie minuten
later hoorde men een tweeden slag in het La
gerhuis. Het publiek vloog, door schrik bevan
gen, de straat op door de dwarrelende stofwolken
heen, die alles onzichtbaar maakten. Bijna alle
zetels werden vernield, ook de plaats van den
speaker. De vloer werd opgelicht, de foyer en
de vestibule waren vol puin. Het is merkwaar
dig, dat er hier slechts drie personen gewond
werden, terwijl toch Zaterdag de eenige dag is,
dat het Parlementsgebouw voor het publiek te
gen betaling toegankelijk is.
Gelijktijdig had de derde ontploffing in den
Tower plaats, en wel in den zoogenaamden W it-
ten Toren, waar het gewerenmagazijn is. Er
bevonden zich een aantal bezoekers in het ge
bouw. Alle vensters van den genoemden Toren
werden vernielder ontstond brand, maar die
werd spoedig gebluscht. Er werden hier zestien
personen gewond, waaronder ook vrouwen.
De toestand van enkele gewonden moet zeer
ernstig zijn.
De politie heeft natuurlijk de gebouwen on
middellijk doen afzetten. Zij heeft ook verschei
dene personen gearresteerd, maar enkelen hun
ner terstond weder losgelaten. Het blijkt niet,
dat zij iets omtrent de daders weet tenzij,
wat iedereen weten kan, dat deze tot de fenians,
of, beter gezegd, tot de Amerikaansche Ieren
behooren.
Wat nu zal men doen tegen lieden, die in het
Punten van Behandeling.
1. Procesverbaal van kasverificatie over het
4e kwartaal 1884.
Notificatie.
2. Adres van den onderwijzer A. Brussen
omtrent zijn overplaatsing en werkkring in de
Burgerschool.
Ter visie.
3. Adres van R. en R. K. Hettinga om de
procedure in zake „de Nijezijl” te doen beëindigen.
Ter visie.
4. Aanbieding van het Kohier van hoofde-
lijken omslag over 1885.
In handen van eene commissie van 3 leden ge
steld.
5. Benoeming van commissien tot opname
der rekeningen van de gestichten, over 1884.
Benoemd voor ’t Gasthuis de Heeren de Boer,
v. d. Oever en Eisma, vooi’ ’t Weeshuis Schoon-
hoff. Vos en van Ringh, voor ’t Armhuis v. d.
Weij, Eerdmans en Lunter.
6. Benoeming van leden der bureau’s van
stemopneming voor de verkiezingen in 1885.
Benoemd tot stemopnemers voor de 2e Kamer
de hh. Binkes en v. d. Weij, Prov. Staten Feen-
stra en v. d. Oever en Gem. Raad de Boer en Vos.
_7. Rapport van de Plaatselijke Schoolcom
missie op het adres om eervol ontslag, met ant
woord van Burgem. en Weth.
Zal in ’t officiëele verslag worden opgenomen.
8. Resolutie van Gedep. Staten omtrent de
verordeningen in zake de marktgelden.
In handen eener commissie gesteld.
9. Rapport der Commissie omtrent de supple-
toire begrooting van den weg Bolsward—Har
lingen.
Begrooting goedgekeurd.
10. Antwoord van Burgem. en Weth. op het
rapport betreffende de voorstellen tot afgraving
van het bolwerk enz tusschen de voormalige
Sneekerpoort en St. Janspoort. Behandeling van
voormelde voorstellen c. a.
Voorstel commissie aangenomen, om alleen de
gracht te doen baggeren. Het bolwerk blijft
voorloopig bestaan.
VAN DE VERGADERING
VAN ID ZEIST RAAI ZDZEZR,
Gemeente Bolsward,
op DINGSDAG den 27 January 1884, ’s avonds
ten 7 ure.
Bolswardsclie Courant.
ftg
■'■‘A"-'t
v. D. M.