NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
8O1SWA&® ene wwseaAögse
BERICHT.
s
r
No. 7,
1885.
Vieren Twintigste Jaargang.
4
SLECHTE TIJDEN.
I
8
DONDERDAG 12 FEBRÜARIJ.
VOOR
1
BIN N EN LA ND.
BUITENLAND.
Firma B. CUPERUS Az.
BOLSWARD.
■5»
1"
dat
we
1
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ter dezer zake
we onzen lezers
„Voor velen zijn ’t slechte tijden tegenwoordig,
wie zal dat willen ontkennen De fabrikanten
en hunne slijters, de kleine winkelhouders vooral,
de verschillende handwerkslieden, de arbeiders
en daglooners ondervinden dat en allen klagen
er meer of minder over. Geen week gaat voorbij,
dat men niet van eenige verkooping op regterlijk
gezag, van eenige nieuwe boedelopschrijving of
van een faillissement hoort. Zoo is er wel veel
behoedzaamheid noodig, om eigen val te voor
komen, zoo dient men wel goed toe te zien, om
niet in dien van anderen te worden meegesleept.
Zoo dient men zich zelfs wel in te krimpen en
de tering met alle zorgvuldigheid naar de nering
te zetten, want zijn budget te overschrijden is
nog minder in de burgerlijke huishouding, dan
in die van den staat aan te bevelen.”
Misschien denkt meer dan een lezer, dat ik
hier neerschreef, eene beschouwing van den tijd
dien wij nu doorleven. Toch is dit geenzins het
geval. Hetgeen gij laast, is het begin van een
artikel, dat in 1852 werd geschreven en heeft
betrekking op den toenmaligen tijd. Het zou
mij betrekkelijk weinig moeite kosten, om uit
onderscheiden tijdperken aanhalingen te verzame
len, waaruit een zelfde klaagtoon ons tegenklinkt.
Zullen wij daaruit de gevolgtrekking maken, dat
dus eigenlijk alle tijden slecht zijn of wel, dat er
ten onrechte geklaagd wordt en dat „klagers
geen nood hebben” Noch het een, noch het
ander. Er zijn tijdperken en daaronder behoort
het onze in niet geringe mate, waarin oorzaak
is, in menigerlei opzicht, meer tot klagen, dan
tot roemen, al moge er ook overdrijving zijn bij
velen. De opbrengst onzer belastingen, die, in
plaats van steeds te stijgen, zooals gedurende
eenige jaren gewoonte werd, is in de laatste jaren
dalend en blijft beneden de ramingen. Hierin
nu treedt een onwraakbaar getuige op, dat de
algemeene welvaart niet vooruit, maar achteruit
gaat. In 1883 brachten de middelen op
f 104,525,397,97% en in 1884, f 103,759,369,25.
Toch zijn er in deze hoofdsommen cijfers begrepen,
die onze verbazing wekken en tot nadenken
stemmen. Ik denk aan de opbrengst van het
gedistilleerd. Deze gaat van jaar tot jaar vooruit
en dat niet slechts omdat de accijns in de laatste
5 maanden van 1884 is verhoogd van f 57 tot
f 60 per Hl. maar geregeld, ook in het gebruikte
getal Hl. Zoo werden in 1880 veraccijnsd, in
ronde cijfers, 395,000 Hl. en in 1884, 399,000 Hl.
De belasting hiervan bracht op in ’80 f 22,542,000
en in ’84 f 23,204,852,35, terwijl alleen ’84 tegen
’83 ruim f 700,000 meer heeft opgebracht. Veilig
mag men aannemen dat dus in het verloopen
jaar, meer dan 40 millioen guldens aan sterken
drank is uitgegeven.
Geven die cijfers niet te denken Komt de
vraag niet voor den geest hoe kan een volk,
dat in welvaart achteruit gaat, in zulke slechte
tijden, als die wij, naar het algemeen oordeel,
doorleven, nochtans steeds meer uitgeven aan
iets, dat, men denke over het gebruik van sterken
drank zoo men wil, toch wel strikt genomen,
niet volstrekt noodzakelijk, zelfs onmisbaar is,
tenzij dan wellicht voor geneeskundig gebruik
Waar komt die 40 millioen vandaan Wie
gaven de zeven tonnen gouds, welke in waarde
aan drank veel meer dan een millioen vertegen
woordigen, in 1884 meer uit Ook de meer en
zeer vermogenden hebben daaraan hun deel. De
sociëteiten en drankpaleizen kunnen het getuigen.
Toch zal een groot deel dier vermeerdering wel
komen voor rekening der achteruitgaande klassen.
En dan vraag ik: is dat niet een treurig
verschijnsel Zou ’t niet alzoo moeten zijn, dat
bij achteruitgang in welvaart, dit allereerst en
allermeest moest worden gemerkt, daaraan, dat
de accijns op het gedistilleerd een zeer sterke
vermindering ondergaat en dus het gebruik van
sterken drank in toenemende mate afneemt. Zoo'
gaat het met den wijn. De wijnkoopers klagen en
op hun standpunt niet zonder reden. De welvaart
vermindert en ’t gebruik van dit weeldeartikel
vermindert. Dat ligt in de rede. Met het
gedistilleerd heeft juist het tegendeel plaats. Dat
noem ik verschrikkelijk. Ik zwijg ditmaal van
de zedelijke ellende, door den drank te weeg
gebracht, ik bespreek de zaak alleen uit het
oogpunt van stoffelijke welvaart. En dan erken
ik ten volle, dat „de Werkmansbode” gelijk heeft,
’t Is eene nare gewoonte, om elke mensche-
lijke daad van een hooggeplaatst persoon terstond
in de couranten te vertellen. Maar even onaan
genaam, ja nog onaangenamer voor die personen
zelven, is het, hun op zoo in het oog loopende
lastige wijze belangstelling te betoenen, als in
den Haag blijkt plaats te hebben.
Terwijl het Vaderland mededeeelt, dat het
Prinsesje eene wandeling heeft gemaakt, voegt
het blad er bij
„’t Moet, dunkt ons, èn voor het kind, èn voor
de dames die haar vergezellen, verre van aange
naam zijn, steeds op hare wandelingen door een
gevolg van kinderen en menschen te worden om
ringd. Dat de kinderen dit niet begrijpen, daar
voor zijn ze kinderen, maar de menschen moesten
wijzer zijn en daardoor den kinderen een goed
voorbeeld geven”.
De moord te Eibergen bepaalt zich tot een
onderzoek naar de oorzaak van den dood van
een kind, dat door een onderwijzer in de school
zou geschopt zijn en spoedig daarna ziek gewor
den en overleden is, De openbare meening brengt
een en ander met elkaar in verband, zoodat de
justitie een onderzoek instelt en het lijkje van
het kind heeft doen opgraven.
>aar te Suameer (Fr.) bericht
de Leeuwarder Courant het
Een ouderp;
bij advertentie in
overlijden van hun viertal kinderen oud resp.
9, 7, 5 en 21/a jaar. De eerste stierf den 20 Ja
nuari, de laatste den 30ste van diezelfde maand.
Thans zijn die menschen kinderloos.
Aan een boekdrukker te ’s Bosch is toe
stemming gegeven zijne drukkerij naar de ge
vangenis over te brengen, teneinde zoodoende de
jeugdige veroordeelden, die van de „Kruisberg”
naar ’s-Bosch zijn overgeplaatst, zich te doen
oefenen in het letterzetten, het hanteeren der
pers en hetgeen verder tot het vak behoort.
In het Maandblad van het Nederlandsch
Velocipedistenbond wordt medegedeeld, dat te
Nijmegen zal worden opgerichteen naamlooze ven
nootschap, ten doel hebbende het aanleggen en
exploiteeren van eene baan voor velocipède-wed-
strijden aldaar. De verhouding van deze maat
schappij tot het bond zal zijn, dat het bond zich
verbindt, minstens eenmaal ’s jaars een wedstrijd
op het terrein der maatschappij te houden. Deze
wedstrijden zullen zooveel mogelijk een interna
tionaal karakter dragen zij zullen door het bond
worden uitgeschreven, geregeld, bestuurd, doch
niet bekostigd.
Nederland heeft een aanzienlijken uitvoer
van gedrukte platen en gravures naar Engeland,
zooals blijken kan uit het handels-overzicht van
laatstgenoemd land over het laatste jaar. Op een
invoer van 30,000,000 stuks, geschat op eene
waarde van 256,159 p. st., komen voor Neder
land 16,674,981 dus meer dan de helft, terwijl
uit Frankrijk ingevoerd werden 5,776,261,
Duitschland 5,078,294, België 2,046,030 en de
Vereenigde Staten 347,482.
zal 106 kilometer lang worden, doch aan beide
zijden van de landengte zijn bevaarbare rivieren,
zoodat er eigenlijk slechts 10 kilometer doorge
graven behoeven te worden. De geologische
toestanden zijn zeer gunstig, het klimaat ver te
verkiezen boven dat van Panama en materialen
en arbeidskrachten zijn er overvloedig en goed
koop. De tonneninhoud der vaartuigen, die het
kanaal zullen passeeren, wordt geraamd op an
derhalf millioen en men zal voor ieder ton 4
francs rechten heffen, wat met het oog op het
bekorten van de reis en het vermijden der ge
vaarlijke Straat van Malakka niet te hoog schijnt.
De ontvangsten worden op zes millioen geschat.
In de zaak van den student Alfred Oehlke,
die den 5den Januari te Berlijn den student Hol
zapfel in een duel neerschoot, heeft het Konink
lijk Kammergericht te Berlijn verworpen het door
den pleitbezorger gedane verzoek om den aange
klaagde tegen een borgstelling van 24,000 mark
op vrije voeten te stellen. Het Kammergericht
werd tot dit besluit geleid door de overweging,
dat Oehlke in de hoogste mate verdacht wordt
van plannen tot ontvluchten, en die verdenking
schijnt te meer grond te hebben nu men weet,
dat de waarborgsom niet een deel van Oehlkd’s
vermogen zou zijn, maar een vrijwillige bijdrage
van partijgenooten.
Een huisschilder te Straatsburg is op het
denkbeeld gekomen, de vleugels van eenige ooie
vaars van onderen rood en blaauw te verwen.
Met de witte kleur van den buik dezer vogels
ziet men nu, als deze in de lucht zweven, de
Fransche driekleur, tot groot genoegen der Fran-
sche inwoners en tot spijt van de Pruisische
autoriteiten natuurlijk, die echter de ooievaars
niet durven dooden, omdat zij stadsvogels zijn.
Te Audubon, in den Amerikaanschen Staat,
Iowa, heeft weder eene lynchpartij plaats gehad.
In de maand April 11. werd een bejaarde kreu
pele, Jellersen genaamd, op gruwelijke wijze door
zijn zoon Cicero en zijne twee schoonzoons ver
moord. Het duurde zoo lang voordat zij terecht
stonden, dat de bevolking, verwoed, Dinsdag
avond de gevangenis bestormde, bres maakte in
den muur, de beambten opsloot, de cellen openbrak
en de twee schoonzoons doodschoot. Daarop
sleepten zij de lijken naar buiten en hingen die
op. Vervolgens werd Cicero met een strop om
den hals naar de marktplaats gebracht en daar
ook opgehangen.
als hij, tegenover den heer Boissevain, die beweerd
had, dat deze sommen hadden kunnen bespaard
worden en voor den kwaden dag bewaard, schrijft,
dat vooral zoover de werkman schuld heeft aan
deze noodelooze uitgaaf, dit geld wel op andere
manier in de huishouding zou versmolten zijn.
Dat is het juist wat ik zou begeeren. Laat ons
aannemen, dat 1 op de 4 inwoners in ons land
geregeld sterken drank drinkt, dat de overigen,
mannen, vrouwen, kinderen en zieken 10 millioen
gebruiken, (dat zal immers wel niet te laag
geraamd zijn welnu, dan heeft een millioen
op de vier millioen inwoners in ons land, 30
millioen guldens uitgegeven voor sterken drank.
Nog eens dat noem ik verschrikkelijk. Is dat,
bij achteruitgang in landbouw, in nijverheid, in
winkelnering, in arbeidsloon, te verdedigen, te
verklaren zelfs Ik wil niet beweren, dat de
mannen dit geld op spaarbanken hadden moeten
en kunnen beleggen, ik zou hun willen vragen
of zij zich niet hadden kunnen tevreden stellen
met b.v. voor 10 millioen aan jenever, cognac,
grog enz. te besteden en dan 20 millioen voor
hun vrouwen en kinderen te bewaren? Wat
zou dat voor menige moeder, die zich nu pijnlijk
bekrimpen moest, een verkwikking geweest zijn,
wat een geluk als men hier eens wat vleesch
had kunnen koopen, daar een noodig stuk onder
goed (voor bovenkleeren schijnt meestal wel
raad)
Moge 1885 ’t eerste zijn van zeven of meer
vette jaren en dan vooral ook, maar ten minste
als de slechte tijden nog voortduren, beginne
elk die schuldig is met met deze bezuiniging en
zelfverloochening, dat hij dagelijks of wekelijks
zich oplegge, om zijn uitgaven voor sterken drank
b.v. tot op terug te brengen en dan met het
overblijvende 2/3 te doen naar bevind van zaken
ten behoeve van zijn gezin. Van afschaffing
spreek ik niet, dat middel is voor de meesten
toch te radikaalvan sparen spreek ik niet, dat
kan niet in zulke slechte tijden, hoewel ’t zon
derling is, dat de postspaarbank en zoo menige
andere toch zelfs in ’84 ’t goed hadden. Maar
dit houd ik vol, dat ’t onvergeeflijk is, dat in
zulke slechte tijden, een klein volk van vier
millioen zielen, veertig millioen aan sterken drank
uitgeeft in één enkel jaar.
M. E. van der MEULEN.
De Engelsche Ministerraad houdt zitting
op zitting maar het publiek wordt er niet
veel wijzer door. De beraadslagingen worden ge
heim gehouden. Trouwens, de hoofdzaak weet
menAan generaal Wolseley is volmacht van
handelen gegeven, het komt er nu slechts op
aan, van Wolseley te vernemen, welke middelen
bij noodig acht, om zijn doel te bereiken, name
lijk het verijdelen van des Mahdi’s pogen, om
den val van Khartoem te bezigen als aansporing
tot een algemeenen opstand onder de Arabische
stammen tegen de Engelschen.
Volgens depêches uit Kaïro adviseert Baring
zijn 20,000 man Indische troepen naar Soeakin
te zenden. Ook wordt gezegd, dat de Italiaan-
sche Regeering aan Engeland 35,000 man Itali-
aansche troepen heeft aangeboden om in Soedan
samen te werken met de, Engelschen. Een feit
schijnt het te zijn, dat reeds spoedig denlln
dezer 1500 man Italiaansche troepen naar
Soeakin vei trekken, terwijl te Rome het gerucht
loopt, dat 12000 man troepen zullen mobiel ver
klaard worden. De Prins van Wales, die te Cannes
vertoeft, zou Koning Humbert een bezoek te
Rome komen brengen. Er komt zelfs een tele
gram uit Rome, waarin beweerd wordt, dat de
Engelsche Regeering zijn gezant daar last gaf om
de Italiaansche Regeering te polsen over eene
samenwerking in Soedan. Eene forrneele vraag
was nog wel niet gedaan, maar men geloofde,
dat de onderhandelingen zullen worden hervat
en dat er binnenkort een traktaat zal worden
gesloten. Dat er feitelijk nog niet tot iets van
gezegden aard besloten is, kan overigens blijken
uit de verklaring van den Minister Mancini,
in antwoord op eene vraag van den heer Crispi,
in de Italiaansche Kamer van Afgevaardigden.
Mancini zeide, dat hij niets had te voegen bij
zijn vorige verklaringen omtrent de overeenstem
ming met Engeland. Het Ministerie zal altoos
handelen overeenkomstig de belangen en de waar
digheid des lands.
Eene particuliere depêche uit Metamneh meldt,
dat Gordon nog leeft, maar zwaar gewond is bij
zijne pogingen om een oproer onder zijne solda
ten te dempen. Deze berichten vinden intusschen
te Londen geloof.
Aan de Daily Chronicle wordt geseind, dat
eene aanzienlijke krijgsmacht van den Mahdi op
Metamneh aanrukt. De Arabieren krioelden in
de straten van Khartoem. Deze correspondent
meldt, dat het geweervuur der „rebellen” op
de stoombooten van den vluchtenden Wilson be
trekkelijk onschadelijk was, doch niet alzoo hun
kanonvuur, dat goed gericht werd. Ettelijke
Krupp-bommen barstten aan boord. De Arabie
ren hadden te Khartoem niet minder dan zestien
stukken en hunne musketiers alleen werden op
7000 geraamd.
Het kanaal, dat Ferdinand de Lesseps voor
stelt door de landengte van Kra, het noordelijk
deel van het lange schiereiland Malakka, te gra
ven, zal voor de schepen naar Oost-Azië den
weg vier dagen bekorten. De kosten van aanleg
worden op 25 millioen frs. geraamd. Het kanaal
Wij berichten, dat we evenals
vroeger zullen voortgaan met het
verstrekken van een Verslag van de
handelingen van den Raad der gemeente
Bolsward, als gratis bijvoegsel
bij deze courant.
Het zal zooveel mogelijk één of
twee dagen na iedere vergadering
verschijnen.
Betreffende het plaatsen van eene opiumkit
op den grond van den heer de Raat, bevat de
Aanwijzer als naschrift onder een artikel van Q.
N. over die zaak het volgende
Zoo juist ontvangen wij eene
betrekkelijke mededeeling, die
niet mogen onthouden.
De Gouverneur-Generaal, van Rees, zou hebben
geadviseerd (de dagteekening van het advies wordt
niet opgegeven)
„de zaak als een vergissing van het Indisch
bestuur te doen voorkomen en de kit met een
Gouvernementsbesluit naar het Gouvernements-
grondgebied te doen verhuizen”.
Wanneer de Minister van Koloniën mocht ont
kennen, dat zulk of dergelijk voorstel hem heeft
bereikt, dan zullen wij duidelijker spreken.
Mag men een dagbladbericht gelooven, dan
heeft het Nederlandsch e Tooneel het recht om de
jongste comedie van Dumas, Dénise, te doen op
voeren gekocht voor 1000 francs.
Wanneer voor een tooneelstuk van een der
eerste dramaturgen niet meer dan vijfhonderd
gulden wordt betaald voor het recht van opvoeren,
dan mag dit wel een bewijs geacht worden, dat
door eene internationale regeling van het auteurs
recht althans het tooneel niet kwijnen zal.
De Stand, verklaart thans voorbarig te zijn
geweest met het bericht, dat er van het bericht
van de verplaatsing van het Zettensche gymna
sium niets aan was. Zij had dit bericht ter
informatie uitgezonden en het terug ontvangen,
met het bijschrift„leugens van den beginne tot
het einde”. In die uitdrukking lag echter, zooals
nu nader blijkt, niet opgesloten, dat er van de
geheele zaak niets aan was. Wat er dan wèl
van aan is, meldt de Stand, niet.
De schrijver van de Haagsche Kroniek in
de N. Gron. Ct. zegt
Z. M. de Koning ontvangt nog niemand, of
schoon zijn gezondheidstoestand deze week niet
ongunstiger is geworden. Dr. Loudon, die Z.M.
toevallig, zegt men, op reis naar Engeland
zijnde, kwam bezoeken en die bij uitzondering
wèl „in audiëntie” werd ontvangen moet den
Koning nog al geruststellende verzekeringen
hebben gegeven. Ook de Koningin ontving den
Carlsbader arts. Na dit bezoek staat ’t vast dat
de kuur van verleden jaar in den aanstaanden
zomer zal worden herhaald. Dr. Loudon, die
voortdurend met ’s konings lijfarts in briefwisse
ling is gebleven, heeft ook met dr. Vinkhuysen Sr.
geconsulteerd. Uit alles blijkt gelukkig dat Zr.
Ms. toestand voorloopig geenerlei gevaar ople
vert.
Te Zalt-Bommel woonde eene hoogbejaarde
weduwe met haren zoon, welke laatste men-
schenschuw en niet wel bij het hoofd was.
Gedurende twee dagen bleven de luiken voor
hunne woning, tot veler bevreemding, gesloten,
tot een harer kennissen, haar Vrijdagnamiddag
bezoekende, den zoon voor het bed zijner moeder
vond staan, welke laatste bleek dood te zijn.
De politie, hiermede onmiddelijk in kennis ge
steld, is daarop met den Burgemeester en twee
geneesheeren de woning binnengegaan, en men
bevond nu, dat het lijk der moeder reeds in
ontbinding verkeerde. De zoon werd onmiddelijk,
ofschoon tegen zijn zin, per rijtuig naar het ge
meentehuis overgebracht.
De met bijna algemeene stemmen herkozen
leden van den Gemeenteraad van Andel hebben
eenparig geweigerd den ambtseed in handen van
het hoofd der gemeente af te leggen,
Zeker iemand te Rotterdam, die gestoffeer
de kamers verhuurt, gaf in Augustus j.l. huisves
ting aan een vreemdelingdeze overleed, en van
de Som gelds, welke hij moet bezeten hebben
(men zegt f 6000), werd niets gevonden. De ju
stitie deed dezer dagen het lijk opgraven en schou
wen. Sporen van vergiftiging moeten gevonden
zijn. De kamerverhuurder en zijn knecht zijn
althans daarop gearresteerd en naar de gevan
genis overgebracht.
De bekende harddraver „Graaf Adolf”
vroeger beboerende aan wijlen den heer T. J
Ritzema te Garsthuizen en later aan den heer
G. Sevenhuizen te Warmenhuizen, is dezer dagen
in de laatst genoemde plaats gestorven. Het
beroemde paard was in September 1866 te Tjerk-
gaast, in Friesland, geboren, bij den heer de Jong,
aldaar en had dus den ouderdom van ruim 18 jaar
bereikt. Het aantal door hem gewonnen prijzen
bedraagt pl. m. 60. behalve de premiën. Hieronder
behooren 7, gewonnen te Groningen en 6 te Ap-
pingedam, alsmede de prijs bij de harddraverijen
met paard en chais te Amsterdam in 1876, bij
gelegenheid van het Nederlandsch huishoudkun
dig congres aldaar, bij welke gelegenheid de baan,
330 meter lang, door hem in 30 seconden werd
afgelegd. Verder is „Graaf Adolf” meermalen
bij de voornaamste hardrijderijen te lande, zoo
als te ’sGravenhage, Leeuwarden, Zwolle, Veen-
dam, Wildervank, Winschoten, Edam, Schagen
enz. prijswinnaar geweest. Met alle recht mag
dus „Graaf Adolf” een der beroemdste harddra
vers genoemd worden, die Nederland ooit heeft
opgeleverd.
Het O. M. bij het kantongerecht te Assen
heeft tegen een winkelier in galanterieën enz.
wegens overtreding van de Zondagswet, geëischt
f 5 boete. De rijksveldwachter verklaarde Zon
dagsmiddags omstreeks 4 uren tegen den winkelier
procesverbaal te hebben opgemaakt naar aanlei
ding van het feit, dat het gordijn voor een der
ramen van den winkel meter hoog was op
getrokken.
Bolswardsclie Courant
I