NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWAHO EN WWSB&AÖSBt
Vieren Twintigste Jaargang.
1885.
b
LANDBOUW EN VEETEELT
No. 9.
j
f
VOOR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
F
s
AM
DONDERDAG 26 FEBRUARIJ.
1
M. E. van der MEULEN.
meer prijs
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ej
DE TOEKOMST
in NEDERLAND.
een overgroot aantal veldartille-
en jagers, daar vele artilleristen
hunne sabels trokken en verwoed daarmede in
Aan een officier gelukte het
op stellen, dat zijn land goed bewerkt wordt, dan
dat hij door hooge huurprijzen, den huurder dwingt
het land steeds meer uit te putten en de huur
der moet in zijn eigen belang zijne verplichtin
gen begrijpen en getrouwelijk nakomen. We
tenschap en praktijk, eigenaar en huurder, alles
en allen moeten samen werken en het zal blijken,
dat ook in dezen, beproeving heilzame vruchten
afwerpt. Met groote instemming las ik dan ook,
wat dienaangaande de Heer H. J. van der Heim
schrijft in een zeer belangrijk artikel, getiteld
Amerika en Europa en geplaatst in „de Gids”
van Februari jl. en haal daaruit het volgende
aan ten besluite van mijn opstel
„De krachtigste en meest afdoende verbetering
moet van den landbouwer zelf uitgaan.
Verhoogde opbrengsten bij vermindering van
kosten, deze alleen kunnen hem in staat stellen
den wedstrijd vol te houden.
Indien bij den graanbouw de gemiddelde op
brengst van 22 a 24 hectoliter per hectare op
30 kan gebracht worden, dan kan de vreemde
mededinging gerust worden afgewachtindien
de zuivel-producten uit Holland, gelijk vóór wei
nige jaren, als de beste in het buitenland bekend
blijven, behoeft onze landbouwer niet te vreezen
en zoolang het steeds veredeld ras van ons rund
vee voor hooge prijzen door het buitenland wordt
aangekocht, hebben wij met onze voortreffelijke
weidelanden, mits goed gedraineerd en goed be
mest. een bezit, dat elk land van Europa ons
De Duitsche Rijksdag heeft Zaterdag de
beraadslaging over de tariefwet voortgezet en het
inkomend recht op mousseerende wijnen bepaald
op 80 mark. Het artikel betreffende „krachtmeel”
werd verwezen naar de cemmissie. Het inko
mend recht op gemalen graan werd in plaats
van op 6 mark, zooals de Regeering had voor
gesteld, op 71/2 mark bepaald. Het artikel be
treffende druiven werd zonder discussie aange
nomen.
Een voorstel van Windthorst om de zitting
"voor 8 dagen te schorsen, werd met 137 tegen
118 stemmen aangenomen, ofschoon Bismarck er
tegen opkwam. Als men zich aan den Landdag
stoort zal het zeer dikwijls onmogelijk zijn, lange
zittingen te houden. Avondzittingen zullen noo-
dig zijn om het bezwaar van het dubbele man
daat eenigszins tegemoet te komen. Er is nog
zooveel arbeid onafgedaan, dat de Rijksdag niet
voor Paschen gereed zal zijn, als men acht dagen
pauze houdt.
Nadat nog de afgevaardigden Windthorst,
Richter en Rickert voor de verdaging hadden
gesproken, werd over het desbetreffende voorstel
gestemd met den bekenden uitslag.
De eerstvolgende zitting is bepaald op 8 Maart.
Dat Italië eene vierde expeditie naar de
Roode Zee voorbereidt, wordt door de Rassegna
en de Popolo Romano tegengesproken, ofschoon
vele andere bladen vol zijn over de bedrijvigheid
in de oorlogshavens.
Een onderwerp, dat mede druk besproken wordt,
is de verhouding van Italië tot de overige Mo
gendheden. Het schijnt, dat de toenadering tot
Engeland geacht wordt, voor Italië een reden te
zijn, om zich weder los te maken van Duitsch
land.
Men wordt er op voorbereid, dat de Engel-
schen in Soedan nog verder zullen terugtrekken.
Uit Korti wordt gemeld, dat wel is waar nu
nog de gezondheidstoestand volmaakt is, maar
dat de naderende groote hitte het noodzakelijk
zal maken, meer Noordwaarts eene legerplaats
op te zoeken, waar men beter zich tegen de hitte
zal kunnen verdedigen. In de woestijn bij Korti
zou het niet zijn uit te houden in tenten.
De door de woestijn naar Korti terugtrekkende
kolonne van Buller wordt voortdurend door na
zettende Arabieren bestookt, wier scherpschutters,
met Remingtons gewapend, uitstekend vuren. Vele
Engelschen werden gedood of gewond.
Brackenbury’s kolonne heeft eenige relieken
en papieren van generaal Stewart en van den
verslaggever der Times, Power, teruggevonden.
Prins Hassan is nog niet naar Wolseley’s
hoofdkwartier vertrokken. Deze vertraging is een
gevolg van Hassan’s eisch, dat hem een escorte
van 60 man en 250 kameelen zou worden mede
gegeven.
Een geheimzinnige diefstal heeft er aan boord
van het transatlantische stoomschip Celtic plaats
gehad. Het bleek dat de mailzakken van den
Britschen consul te Nieuw-York, bevattende
dépêches voor de Britsche Regeering, geopend
zijn geworden. Men meent, dat dit door Fenians
geschied is.
Een jeugdig Florentijner, Antonio Carletta
Het is volstrekt niet te verwonderen, dat vele
zwaarmoedigen, en niet deze alleen, de toekomst,
in een klein land vooral als het onze, voor den
landbouwer donker inzien. De zoozeer verme
nigvuldigde en versnelde middelen van gemeen
schap hebben gemaakt dat er eigenlijk op de
wereld maar ééne markt isde wereld. De
beefsteak in onze stad gereed gemaakt, wordt in
Rotterdam te koop aangeboden, de bloemkool in
Italië gekweekt, wordt langs onze deuren gevent,
onze versche zeevisch prijkt in 't hart van
Duitschland op den disch, Australië zendt zijn
versche vleesch naar London, uit Amerika stroomt
het graan met scheepsladingen vol naar heel
Europa en ons puike Friesche vee reist naar
het verre westen van Noord-Amerika.
Er mogen zeer velen zijn, die juichen dat al-
zoo voor hongersnood, om zoo te zeggen, geen
mogelijkheid meer bestaat, daar staat tegenover,
dat niet weinigen klagen, dat er nu door over
vloed gebrek ontstaat. Daar zijn er dan ook,
die meenen, dat de ure gekomen is, waarin men
de beschermende hand moet uitsteken naar den
handel in het algemeen en den landbouwer in
het bijzonder. Het vrijehandelstelsel moet zoo
veel noodig beperkt worden. Den vreemdeling
moet worden belet, zijn koopwaar in te voeren,
opdat de prijzen onzer producten tot een flinke
hoogte zich mogen kunnen staande houden, of
indien al niet belet, door direct verbod, dan toch
bemoeiehjkt door hooge inkomende rechten.
Men moet daarbij noodzakelijk meten met twee
maten. Is de uitvoer voordeelig, b.v. met vee,
dan zal men wenschen, dat Duitschland, Enge
land, Amerika, Belgie, Frankrijk, den invoer
voor ons niet belemmeren of sluiten. De
grenzen moet men gemakkelijk overschrijden
kunnen, de havens moeten openstaan, of de
klachten komen en men spant alle krachten in,
om de belemmeringen te doen opheffen. Doch
zijn de tarwe en rogge laag in prijs, dan moet
de regeering den bouwboer bijstaan en invoer
rechten heffen van deze en andere granen. Die
gelukkige toestand is dan ook reeds in het
Duitsche rijk in het leven geroepen. De rijks
dag heeft een wet aangenomen en zelfs dadelijk
in werking gesteld, waarbij verscheidene pro
ducten van den landbouw, niet anders dan tegen
tamelijk hooge rechten kunnen ingevoerd wor
den. Sommigen noemen dit wel een sperrgezetz
(een wet van af- en uitsluiting), er wordt wel
op gewezen, dat nu noodzakelijk het volk in zijn
eerste levensbehoeften getroffen wordt, want dat
de prijs van het brood zal moeten stijgen, bij
vermindering van invoer, maar zelfs een voorstel,
om althans bij mislukking van oogsten, tijdelijk
den invoer vrij te laten of de rechten te ver
minderen, mocht geen meerderheid van stemmen
verwerven. De bouwboer moet beschermd wor
den, evenals op een ander oogenblik, de fabri
kant, de industriëel en de schatkist wordt ge
stijfd, als er toch invoer plaats heefteen dub
bel voordeel dus.
Zou dit nu werkelijk de weg zijn, om de toe
komst van den landbouwer te verzekeren Ik
geloof het niet. Het is een kunstmiddel, waar
door men dezen stand, tegenover anderen bevoor-
deelen wil en zelfs hém op den duur benadeelen
zal. Men kent de neiging tot traagheid bij ons
allen. Weet eenmaal de boer dat men zijn pro
ducten koopen moet, omdat er te weinig aanvoer
en keuze is, menigeen zal zich veel minder in
spannen, om zijn akker te verbeteren, zijn oog
sten te vermeerderen en in hoedanigheid te doen
stijgen en in plaats van vooruit zal hij ten slotte
toch achteruit gaan, ’t Komt mij veel wenschelij-
ker voor, dat er vrije handel en mededinging blij ve,
geen bevoorrechting van standen meer of weer.
Een algemeene prikkel moet blijven bestaan en
zijn er tijdeljjke of duurzame oorzaken van da
ling van prijzen, dan moet bedrijf of handel
daarnaar ingericht worden of gewijzigd. Meestal
zal blijken, dat er schuld is bij den producent.
Men leze wat de heer Jules van Hasselt schrijft
in het Handelsblad van 15 Febr. jl. en overge
nomen is in de Reeuw. Courant van den 23sten
dezer. Is het niet treurig dat de Deensche bo
ter zooveel betere prijzen maakt in Londen dan de
Friesche? Verdient het geen overweging, of er, naar
de wijze der Denen, in onze prachtige greidstreek,
geen zuivelschool moet opgericht worden, geen zui-
velhuis moet verrijzen, waar, door samenwerking,
stellig evenals in het Noorden, zeer gunstige
uitkomsten zullen worden verkregen Zou het
niet op den weg liggen van de Friesche maat
schappij van landbouw, om in dezen het initiatief
te nemen en zou zij daartoe niet wellicht bereid
bevonden worden daar het blijkt, dat zij door
het aanschaffen van een separator, reeds in dien
geest wil werkzaam zijn De uitstekende hoe
danigheid onzer landerijen, wettigt de verwach
ting, dat het bij inspanning van alle krachten,
gelukken zal op de Londensche markt veel be
tere, ja de hoogste prijzen te bedingen. Geen
moedeloosheid, geen tegenzin in het bewandelen
van een nieuwen weg, als deze blijken zal een
betere te zijn, mag den landman terug houden.
In zekeren zin heeft men de toekomst in zijne
hand. Een verblijdend verschijnsel is het, dat
in de laatste jaren de huurprijzen merkelijk ge
daald zijn. De eigenaar moet er meer prijs
mest, een bezit, dat elk land van Europa
benijden moet.
Maar ook hier komt het bovenal aan op een
kloeken en kundigen landbouwerstand. Het
Arcadië, waarvan onze dichter Poot eenmaal
zong, is, zoo het werkelijk bestaan heeft, voor
goed voorbij. Het „rustige” leven van den „ver-
genoegden” landman heeft plaats gemaakt voor
die onpoëtische „struggle for life” (strijd om het
bestaan), waaraan niemand zich meer onttrekken
kan. De landbouwer is koopman geworden in
den volledigen zin des woords en hij moet al
zijn vlijt en al zijn intelligentie inspannen om te
blijven op de plaats, die hij eenmaal heeft in
genomen.”
te kwaad met
risten, grenadiers
’t rond zwaaiden.
de opgewonden militairen uiteen te doen gaan.
Op het terrein van het feest, voornamelijk in
de omgeving van den muziektempel, werden zij
zelfs baldadig en rukten eenige palen, waaraan
de verlichte guirlandes bevestigd waren, uit den
grond, waardoor de inhoud van de vetglazen, tot
groote ergernis van velen, op de kleeren der
omstanders neerkwam.
Door den burgemeester zal een officiëele klacht
bij de militaire autoriteiten worden ingediend.
De aandeelen in den Parkschouwburg, die
in het jaar der oprichting, 1883, genoteerd waren
op 120 pet., staan thans 9 pet.
Te Amsterdam had een meisje van 8 jaren
het ongeluk, een gulden in te slikken. De moeder
spoedde zich hevig ontsteld met het kind naar
bet gasthuis, doch kreeg den raad, het geval
maar voorloopig aan de natuur over te laten.
Prinses Hendrik wordt in de laatste dagen
dezer maand uit Duitschland in den Haag ver
wacht.
Volgens de Haagsche Ct. zouden twee
officieren van het Nederlandsche leger, een kapi
tein van den staf en een luitenant der cavalerie,
de Engelsche expeditie naar Soedan vergezellen.
Te Schiedam is uit de Schie, op korten
afstand van de spoorwegbrug, het lijk opgehaald
van den heer E. A. R., in leven boekhouder aan
de stedelijke gasfabriek aldaar, die sedert den
Isten dezer werd vermist.
Er heeft zich te Amersfoort een geval van
schijndood voorgedaan. De zoons van de weduwe
G., in de groote Haagstraat, meenden dat hunne
moeder Donderdagavond te 9 uren het tijdelijke
met het eeuwige had verwisseld.
Men begaf zich naar het liefdehuis, verzocht
daar een paar zusters om het lijk te ontkleeden,
aan welk verzoek gevolg werd gegeven het ver
meende lijk werd door haar ter kisting gereed
gemaakt en Vrijdag te 3 uren ’s morgens ont
waakte de moeder.
De Kamer van Koophandel te Maastricht
heeft in hare laatste vergadering besloten, gunstig
te adviseeren omtrent het ontwerp van tabaks
belasting, zooals die door den Minister wordt
voorgesteld.
Voor zoover een menschengeheugen reikt,
had Vrijdagmorgen te Kuilenburg een nimmer
aldaar voorkomend geval plaats. Eene van Am
sterdam per spoor aangekomen vrouw had plaats
genomen in den omnibus, toen zij tot groote
ontsteltenis van hare mede-passagiers, dat aantal
vermeerderde door een Hinken knaap het levens
licht te schenken. Dr. P. Versteeg, mede in den
omnibus gezeten, verleende verloskundige hulp en
begeleidde moeder en kind in de geïmproviseerde
kraamkamer naar het ziekenhuis, waar beiden
ter verpleging zijn opgenomen.
In den laatsten tijd wordt er veel over ge
sproken en geschreven, dat, wanneer een officier
een mantel draagt, men niet zien kan, welken
rang hij bekleedt.
Verscheidene middelen zijn voorgesteld, om de
rangen zichtbaar aan te geven.
Met de bescheidenheid, die een burger past
tegenover de zaken des legers, zouden wij even
wel durven vragen, of het er zooveel toe doet, dat
•men aan een officier, als hij op straat loopt,
die een mantel draagt, zien kan of hij kolonel,
majoor, kapitein of luitenant is. Heeft tot dus
verre het vaderland daarbij eenige schade gele
den wordt onze weerbaarheid grooter, als door
gouden of zilveren sterretjes of banden op de
mantels der officieren hunne graden worden aan
gegeven Of strekt het alleen ter bevrediging
van persoonlijke ijdelheid In het laatste geval
echter bestaat dan .toch eene kleine illusiede
burgerij onthoudt het toch niet wat de strepen
en sterren te beduiden hebben en als het hard
vriest, waait, regent of sneeuwt, hebben de
menschen, die een officier in een mantel pas-
seeren, wel wat anders te doen dan te vragen,
welken rang hij bekleedt.
Bovendien heeft, zonder distinctief, de kolonel
kans dat men hem voor een kapitein houdt,
omgekeerd kan een luitenant voor een generaal
gehouden worden, zoodat het een het ander
compenseert.
Er schijnt een misbruik in de dienst der
posterijen te bestaan, dat bijzonder geschikt is
om het vertrouwen in dezen dienst te schokken.
Het schijnt nl., dat niet alle drukwerken door
de post in handen van de geadresseerden komen,
meer bepaaldelijk zoodanige waarvan de niet-
ontvangst afzender ongeadresseerde onbekend kan
blijven, zooals van de bekende modeboekjes en
dergelijke. De heer C. J. Langendam, boekdrukker
en uitgever te Utrecht, heeft dienaangaande (met
zijn Betrekking-gids') een zoodanige ervaring opge
daan, dat hij gemeend heeft, in een adres aan
den Minister van Financiën dat wezenlijk aange
legen punt onder de aandacht te moeten brengen.
„Hebzucht” of „gemakzucht” van sommige be
stellers noemt hij als de oorzaak van de niet-
bestelling van bedoelde drukwerken. De adres
sant verzoekt Z. Exc., „die maatregelen te willen
nemen, welke de Minister ter bestraffing van het
gepleegde verzuim oorbaar acht en noodig oordeelt
om voor het vervolg een misbruik te voorkomen,
dat zeer nadeelig in veler belangen ingrijpt.”
geheeten, was de eerste die in het jaar 1606
de chocolade uit West-Indië naar Italië over
bracht.
In Spanje kende men dezen drank al sedert
het begin der 16e eeuw, doch men legde er
zich niet op de bereiding toe. In Frankrijk werd
de chocolade eerstalleenals geneesmiddel gebruikt.
De eerste vermelding hiervan vindt men in
de mededeeling, dat mgr. Alphonse de Richelieu,
aartsbisschop van Lyon, in het jaar 1653 dezen
drank niet als lekkernij maar als geneesmiddel
tegen de miltziekte gebruikte. De bereiding der
chocolade leerde men in Frankrijk het eerste van
de Italianen, die hierin zeer bedreven waren en
zich een welverdienden naam hadden verworven.
Kardinaal Mazarin ontbood uit Italië den wel
bekenden chocolade-fabrikant Moro, en de hertog
de Grammont den niet minder beroemden Salva
tore. De eerste Franschman, die zich als cho
coladefabrikant een welverdienden naam heeft
verworven, was Audiger. In het jaar 1758
fabriceerde een zekere Bastide, te Parijs, de eer
ste vanille-chocolade, nadat de verbetering door
kruiderijen en vanille reeds in het jaar 1697
te Londen door een onbekenden fabrikant was
uitgevonden.
Lodewijk XIV had in het jaar 1659 een ze
keren David Chaillou vergunning gegeven tot
bereiding en verkoop van chocolade, en zóó groot
was de aftrek, dien deze nieuwe drank ondanks
de hooge prijzen had, dat Chaillou reeds na
verloop van weinige jaren een vermogend man was.
In het gezin van een rijk Amerikaansch
echtpaar, in de nabijheid van het Bois de Bou
logne, heeft een vreeselijk voorval plaats gehad.
De echtgenoot ontdekte, dat zijne vrouw hem be
droog haar minnaar was de tuinman. Hij vond
een brief, waarin deze de dame aanraadde haar
man te vergiftigen zij zouden dan samen naar
Amerika vluchtten. De echtgenoot gaf geen blij
ken, dat hij van den toestand of van dit plan
kennis droeg. Vrijdagavond maakte zijne vrouw
toen zij zich ter rust zouden begeven, twee glazen
suikerwater gereed. Haar man verzocht haar
een voorwerp aan te geven, dat achter haar
lagvan dat oogenblik maakte hij gebruik, om
het blad met de glazen om te draaien. Beiden
dronken gelijktijdig den inhoud op en mevrouw
stortte dood ter aarde. Het vergif was waar
schijnlijk strychnine.
De echtgenoot en de tuinman zijn beiden in
hechtenis.
Voor de echtgenoote van den Italiaanschen
Minister van Financiën, Magliani, wordt een
prachtige baljapon vervaardigd, die reeds thans
druk besproken wordt, omdat zij zeer eigenaardig
belooft te worden.
De robe zal ongeveer vijftienduizend livres
kosten en uit rood fluweel en wit atlas met groote
gouden ringen. Iedere ring zal een bloemrui-
kertje bevatten.
De sleep wordt ruim drie meter lang en zal
als bezaaid zijn met kleine gouden schelletjes,
die bij iedere beweging, die de danseuse maakt,
een zacht geklingel zullen doen hooren.
Naar aanleiding van deze bal-robe vertelt het
te Rome verschijnende blad Capitate twee anec-
doten.
Eenige jaren geleden gaf Koningin Victoria
een bal, waarop eene hofdame verscheen, die een
zakdoek in de hand hield, welke met prachtige
en zeer kostbare kanten was versierd.
Toen ook de vorstin den doek bewonderde
zeide de dame „ik heb onlangs twaalf derge
lijke zakdoeken gekocht, uwe majesteit, en er
twaalf honderd pond sterling voor betaald.” „Ik
moet eerlijk bekennen,” antwoordde de Koningin,
„dat mijn inkomen mij niet veroorlooft om zulke
dure zakdoeken te koopen.”
De tweede herinnering betreft de Koningin van
Italië eenigen tijd geleden bood men der vorstin
Margherite een prachtig voorwerp te koop aan
„Het is prachtig, wonderschoon en een waar
kunststuk,” riep de vorstin, „maar wanneer ik
het wilde koopen, zoude ik schulden moeten
maken.”
Bolsward. Wij vernemen van verschillende
zjjden klachten van timmerknechten over bazen,
die, met voorbijgang onzer stadgenooten, vreem
den in het werk nemen. In hoeverre deze ge
grond zijn, valt moeilijk te beoordeelen. Het
kan ook zijn, dat er knechten zijn, die zelve aan
leiding geven, dat men hen niet gaarne in zijn
dienst neemt. Indien het echter eenigzins mo
gelijk is, achten wij het zeer wenschelijk, dat
men zijn werkelooze stadgenooten in de eerste
plaats helpt en niet het getal vreemde ambachts
lieden vermeerdert, meer dan noodzakelijk is,
opdat ook deze niet later weer tot de werkeloo-
zen gaan behooren.
De militairen in garnizoen te ’s Hage heb
ben den verjaardag van hun „vader” zoo luid
ruchtig en brooddronken gevierd, dat men in de
residentie algemeen verontwaardigd is. Veel werd
van het geduld der politie gevergd om, door ar-
restatiën, geen aanleiding te geven tot botsingen.
Doch niet alleen de troepen der residentie zijn
de schuldigen, de wapenbroeders uit Delft en
andere garnizoensplaatsen hadden een groot aan
deel in de wanordelijkheden. Bij lOOtallen
zonder overdrijving versperden de soldaten de
straten en wegen, en namen, inzonderheid tegen
over de politie, een vijandige houding aan. Zoo
kregen b. v. in de Korte Houtstraat agenten het
Bolswardsche Courant
VAN
U
jj
l
a
p