NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 8et,SWA.R0 ES W0S6ERA0EEE h f. O 1885. wil No. 10, Vier en Twintigste Jaargang. VOOR w BEVROREN VLEESCH. BUITENLAND. BINNENLAND. V DONDERDAG 5 MAABT. g 1' t Het I V ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. r 1 t l ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. klaren. Het aangevoerde bevroren vleesch is aanmerkelijk lager in prijs dan hetgeen het le vend vee, door den veehandelaar ter markt ge bracht, kan opleveren, hetzij het afkomstig is van den inlandschen vetweider of van elders le vend wordt aangevoerd. Heerscht er veeziekte in Europa in de staten, van waar levend vee in den regel wordt uitgevoerd, dan wordt de in voer verboden en men moet tot andere middelen zijn toevlucht nemen, hetgeen nadeelig werkt op de prijzen van het artikel. Daarenboven brengt het invoeren van levend vee zijne eigenaardige bezwaren mee en menig stuk vee gaat er mede verloren. De Londen sche slachters vinden er dus groot voordeel in het goedkooper bevroren vleesch in te slaan, het te ontdooien en als versch vleesch aan hunnen klanten te verkoopen, die blijkbaar aan den smaak niets kunnen be merken. Toen het bevroren vleesch in zulke hoeveel heden kwam, dat het onmogelijk dadelijk aan den man kon worden gebracht, was er dadelijk een groot bezwaar. Men had te Londen geene ge schikte inrichtingen om de massa’s vleesch ge durende eenigen tijd voor bederf te bewaren. Dit drukt den prijs en hetgeen niet terstond kon verkocht worden, bedierf. Dit euvel is men echter reeds te boven gekomen door de inrichting van koelkamers waar het vleesch in bevroren toestand kan bewaard worden. Eerst had men zulke koel kamers in verschillende dokken, maar de be schikbare ruimte bleek al gauw te klein te zijn. Onder de Smithfieldmarkt liggen van die koel kamers, maar ook op andere plaatsen zijn er ge- heele rijen van gebouwd. In die lokalen wordt door middel van eene vernuftige inrichting de warmtegraad altijd onder het vriespunt gehouden. Tevens wordt er gezorgd, dat er steeds versche lucht door de vertrekken stroomt, om bedorven lucht te voorkomen. De inrichting in het Oost- en West Indiadok is eerst sedert eenige weken voor den dienst ge opend en gedurende dit korte tijdsbestek zijn er bij de 70,000 runderen en schapen in opgeslagen in bevroren toestand, die reeds meerendeels bij grootere en kleinere gedeelten zijn verkocht. Londenaars zijn bij lange na nog geen vege- tarianen, dat is klaar. Wie een klein denkbeeld heeft van de groote menschenmassa, die daar op een klein aantal vierkante mijlen is opgehoopt, kan zich een flauwe voorstelling maken van het geen daar aan levensmiddelen noodig is. Alleen door zulke middelen als bovenstaande is daar mogelijkheid toe. Wanneer de maatschappijen hare oogen ook eens naar ons land richtten, dan zou ook hier willicht goedkooper goed vleesch een goeden aftrek vinden en menigen gedwon gen planteneter tot een vleescheter maken, zeker niet tot schade van zijne gezondheid. Fr. Crt. Nu de meerderheid, waarop het Ministerie- Gladstone in het Engelsche Lagerhuis nog kan rekenen, zoo uiterst klein is geworden, zal Gladstone ten slotte toch gedwongen worden, af te treden, zoo gelooft men in Engeland vrij al gemeen. De Pall Mall mag al betoogen, dat het Lagerhuis het beste heeft gedaan, wat het onder de gegeven omstandigheden kon doendicht langs het kantje de Ministers veroordeeld zonder hen echter nog tot aftreden te dwingen dat het Kabinet zich nu zal kunnen staande houden, valt inderdaad zeer te betwijfelen. In politieke kringen te Berlijn gelooft men dat ook niet; daar verwacht men de optreding van een coali- tie-Ministerie. Zaterdag hielden de Ministers een Kabinetsraad die niet minder dan 4% uur duurde. Het pu bliek gerucht zegt, dat besloten werd, aan te blijven. Omdat evenwel juist nu van zoo ver scheidene kanten de aandacht gevestigd wordt op de verzwakte gezondheid van den Premier, die zelf naar rust heet te verlangen, moeten nadere berichten worden afgewacht. Dat het weifelen langer dan bij andere crisissen zal duren, is te voorzien. In de Belgische Kamer van Vertegenwoor digers heeft de Minister Jacobs, bij de behande ling der begrooting van Onderwijs, uitvoerig getracht aan te toonen, dat de schoolwet van 1884 niet de rampen heeft veroorzaakt, welke de liberalen hadden voorspeld. De openbare scholen, die opgeheven zijn, hadden toch nauwlijks leer lingen die welke behouden zijn, bloeien thans, terwijl zij onder de wet van 1879 kwijndende grieven der linkerzijde tegen de uitvoering der wet zijn öf overdreven öf ongegrond. Dit zegt een Minister in ’t openbaar, ofschoon hij beter dan iemand zich kan hebben overtuigd van de onwaarheid zijner beweringen. Wat voegde de afgevaardigde Bouvier hem tegemoet? Dat er dag aan dag lijsten worden opgenoemd van gemeentebesturen, die de wet onvoldoende schij nende te achten, scholen opheffen, de gemeente gelden ter beschikking van bijzondere scholen stellen, welke dien naam niet verdienen, onder wijzers wegjagen, voor een deel van hun trakte ment berooven, of hen maandenlang op de uit betaling laten wachten. De Ministers Jacobsen Thonissen antwoordden op die beschuldiging met allerlei uitvluchten en groote woorden, over de autonomie der gemeenten en de vrijheid der ouders, maar de feiten veranderen er niet door. De clericalen rusten niet, vóór de openbare school te gronde is gericht. De Minister Jacobs vond ook, dat er nog te Twee miliciens uit dezelfde gemeente wer den bij een zelfde compagnie te den Haag inge deeld. Een er van is de steun eener weduwe. Hij werd bij loting aangewezen om 17 maanden onder de wapenen te blijven, terwijl de andere een gelukkiger nummer trok. Geheel gratis stond deze ’t is de korporaal de Vries nu zijn nummer, waarvoor soms f 120 en meer wordt betaald, af aan den anderen milicien, op dat deze voor zijne moeder zou kunnen werken. Zaturdag is van den loodsschoener „no. 4”, die op zijn post in zee was en een loods zou over brengen, de sloep omgeslagen met 4 man van het loodsvaartuig, waarvan een loodskweekeling zijn graf in de golven heeft gevonden. De drie overigen, waaronder de loods, zijn na lang rond zwemmen gered De verongelukte laat een jonge weduwe met een kindje na. Zaterdagmorgen werden de bewoners van een woning op de Lindengracht te Amsterdam, man, vrouw en drie kinderen bewusteloos te bed gevonden. De brandweer werd gealarmeerd en nu bleek, dat de gaskraan niet goed gesloten was en hun toestand aan ’t ontsnapte gas moest worden geweten, ’t Gelukte den brandweerman nen het vijftal vrij spoedig weder tot bewustzijn te brengen. veel normaalscholen zijn. Wat wil de Minister met de normaalschool te Verviers doen vroeg daarop de heer Mallar. De heer Thonissen ant woordde, dat ei voorloopig geen meer opgeheven zouden worden, maar hij later daaromtrent be slissen zou. De heer Mallar merkte daarop op, dat dit „later” waarschijnlijk wezen zou na 2 Maart, wanneer te Verviers eene verkiezing voor de Kamer moest plaats hebben; de kiezers waren nu gewaarschuwd. De instructie in de zaak van het complot tegen het Zwitsersche Bondspaleis te Bern is begonnen. Er is een groot aantal personen in hechtenis genomen. Behalve die te Bern en te Zürich, waarvan reeds melding gemaakt werd, te St.-Gallen zeven en te Biel vijf. Het zijn meeren deels Duitschers en Oostenrijkers. Slechts enkele Russen zijn er onder. In de Spaansche provinciën Grenada, Ma laga en Loja zijn Vrijdag weder eenige schokken van aardbeving gevoeld. Eenige gebouwen zijn ingestort, maar niemand is er bij omgekomen. In de zitting van Vrijdag van het algemeene Postcongres te Lissabon heeft Bolivia, de eenige Staat van Amerika die nog niet aangesloten was, verklaard tot de wereldpostvereeniging toe te treden. Buitendien hebben in deze zitting de volgende Staten zich bij het postpakketverkeer aangeslo ten de Argentijnsche Republiek, Brazilië, Chili, Haïti, Paraguay, Venezuela en Spanje. - Woensdagnacht brak er op het riddergoed Wegefarth bij Freiberg in Saksen een brand uit die hoogstwaarschijnlijk door een misdadige hand was aangestoken en waarin niet alleen acht paar den, doch ook vijf menschen om het leven kwamen. Het dorp Wohlen, in het Zwitsersche kanton Aargau, is het tooneel geweest van een brand, die veel overeenkomst had met dien welke eenige weken geleden het gesticht voor behoeftige krankzinnigen te Philadelphia vernielde. Een doofstomme knaap heeft daar het armenhuis in brand gestoken en van de 120 verpleegden zijn er 5 in de vlammen omgekomen, terwijl er nog een aantal vermist worden. Brunswijk. De te Berlijn verschijnende bladen bevatten opzienbarende berichten. De Keizer van Oostenrijk zou zich persoonlijk tot Keizer Wil helm gewend hebben in het belang der toelating van den Hertog van Cumberland op den troon van Brunswijk. Een bijzondere afgezant van Koningin Victoria zou onlangs deze bemiddeling van het Weener Hof hebben ingeroepen. De Groothertog van Saksen-Weimar zou met eene dergelijke zending naar Weenen zijn vertrokken, terwijl de Erf- groothertog onderhandelingen voert te Berlijn, om te verkrijgen, dat Keizer Wilhelm het ligiti- miteits-beginsel niet verzwakke. In liberale kringen wekken deze beroeringen veel misnoegen. In Elzas en Lotharingen is van wege de overheid eene waarschuwing afgekondigd tegen Engelsche wervers. De groote mode-magazijnen te Parijs heb ben zoo wordt op grond van een officieel on derzoek verzekerd 15.000 kleine winkels ten gronde gericht, waardoor ook de Staat door min dere opbrengst van de patent- en andere belas tingen voor eenige millioenen schade lijdt. Nu vraagt men, of het niet billijk zou zijn, die schade door de groote magazijnen te laten vergoeden. Zij verkoopen veertig of vijftig soorten van waren, die anders slechts in afzonderlijke winkels werden gevonden. Zij deelen groote dividenten uit en het weinige, wat zij aan den Staat opbrengen, staat daarmede in geene verhouding. De „Banque populaire du travail et de l’épargne” te Parijs is failliet verklaard. Deze bank bestond nog slechts eenige maanden. De heer Cyprien Girard, oud-ondersecretaris bij de Ministeriën van landbouw en koophandel, was er directeur van, althans nog op 1 Januari. Onder de commissarissen telde men voorts verscheidene senatoren en afgevaardigden. Er is eene klasse van personen, die beweren dat de mensch voor zijn voedsel niet bepaald vleesch noodig beeft. Niet alleen dat zij dit zeggen, maar zij bewijzen dit met zich zelven en gebruiken niets dan plantaardig voedsel en be vinden er zich wel bij. Zij noemen zich vegeta- rianen, planteneters. Zij zeggen dat het eten van vleesch de booze hartstochten van den mensch opwekt, dat het hem wreed en bloeddorstig maakt, dat hij zich met de wilde dieren gelijk stelt. Zij meenen dat wanneer de zegen van het vegetarianisme over de geheele wereld zal gekomen zijn, het duizendjarig rijk aanstaande is, de eeuw van geluk zal zijn aangebroken, dat het oorlogvoeren dan van zelf zal ophouden. Zij maken, waar zij kunnen, propaganda voor hunne leer en winnen ook steeds proselieten, maar toch is het getal vegetarianen nog betrekkelijk zeer klein. De groote meerderheid keert zich nog niet zoo gemakkelijk van de vleeschpotten af: voor hen is het streven van de planteneters eene ijdele poging. Degenen die veel van hun lichaam en geest vergen, hebben volgens die meerder heid behoefte aan dierlijk voedsel, zullen zij niet van uitputting bezwijken. Het is maar jammer dat dikwijls juist degenen die het meest van hunne krachten moeten vergen, die het zwaarste werk moeten doen, maar zelden in de gelegen heid zijn hun trek en hun behoefte naar vleesch te kunnen voldoen. Dat komt niet omdat er geen vleesch genoeg is, maar dat komt daar van daan, dat het slechts overvloedig is op die plaat sen, waar de menschen er het minst aan heb ben, namelijk op zeer grooten afstand van de menschenmassa’s die het noodig hebben. In de groote vlakten van Zuid-Amerika loopt het rundvee in troepen van duizenden in het wild rond en als het daar geslacht wordt dan is het hoofddoel de huid en het vleesch blijft onge bruikt liggen. Bleef, mochten wij liever zeggen, want degenen die nauw bekend zijn met de be hoefte van het volk aan dierlijk voedsel, hadden op dat vleeschverspillen op groote schaal reeds lang de aandacht gevestigd en zochten naar middelen om het te voorkomen en het wegge worpen voedsel productief te maken. Het vee levend over te voeren werd herhaalde malen beproefd, maar, gelukte het al eenige ma len, in de meeste gevallen mislukte de poging. De Professor Liebig uit Weenen kwam op het denkbeeld de voedende bestanddeelen scheikun dig af te zonderen en zoo het voedende gedeelte tot de kleinste proportie te brengen zoo kwam het Liebig vleeschextract in de wereld. Eerst was men er hoogelijk mede ingenoraon, het werd aanbevolen en gebruikt voor bouillon, voor saus, voor soep, maar spoedig kwam aan het licht dat het voornaamste ontbrak, namelijk de voedende kracht. Later werd het vleesch, ter plaatse waar het geslacht was, gekookt, in luchtdichte busseu gepakt en zoo naar Europa verzonden. Ook deze wijze van handelen bleek niet aan de ver wachting te beantwoorden. Het grootste ongemak was dat het vervoerd moest worden door streken, die de warmste der aarde zijn en met de grootste voorzorgen kon men het bederf niet altijd voor komen. Eindelijk schijnt men het ware middel gevon den te hebben. Men kende het wel, maar men wist het niet toe te passen. Het was genoeg bekend dat visch of vleesch dat bevroren was, niet bedierf. Men kon wel iets kunstmatig laten bevriezen, maar nog niet onkostbaar genoeg om het op groote schaal te doen. Dan was het nog de kunst om dien bevroren toestand te doen voortduren. Ten laatste is het gelukt al die moeilijkheden te overwinnen. Het is nu vier jaar geleden dat voor de eerste maal een stoomschip, de Struth- leben, uit Australië in de havens van Londen aankwam met een lading kunstmatig bevroren vleesch dat zich in volkomen goeden toestand bevond. Nauwelijks was het bericht van dezen uitslag in Australië bekend, of vele maatschap pijen voor den uitvoer van bevroren vleesch vormden zich in Melbourne, Sidney en Brisbane, drie van de voornaamste steden in het oosten van Nieuw-Holland. De maatschappij te Melbourne opgericht, maakte geene goede zaken. De beide andere slaagden beter. Die te Brisbane vestigde ook te Batavia depóts en zette daar haar vleesch af. In het eerst konden de Australische Maatschappijen de concurrentie niet volhouden tegen het invoeren van Amerikaansch, Spaansch en Russisch vleesch, maar sedert 1882 overvleugelde de Australische invoer die uit alle andere landen. De invoer sedert 1880 uit Nieuw-Holland en Nieuw-Zeeland neemt steeds toein twee jaar werden alleen uit het laatste eiland een kwart millioen geslachte schapen in bevroren toestand naar Europa ge bracht. Een raadsel is het voor de Londenaars, hoe de millioenen ponden smakelijk rund- en scha- penvleesch uit de vreemde werelddeelen naar Groot-Brittanië gezonden, weder spoorloos ver dwijnen. Bekend is dienaangaande dat men het vleesch dat bevroren aankomt te Londen van daar naar Smithfieldmarkt,de groote beestenmarkt wordt gebracht, maar bijna niemand weet te zeggen waar het dan blijft, wie het koopt en wie het gebruikt. Zeer waarschijnlijk zouden de slachters het raadsel kunnen oplossen, maar die hebben het tot heden niet noodzakelijk geacht inlichtingen daarover te geven. Maar op de volgende wijze is de zaak gemakkelijk te ver- De heeren A. van Asdonk en F. Domela Nieuwenhuis hebben bij de Tweede Kamer een bezwaarschrift ingediend. Zij voelen zich zeer gegriefd over de wijze, waarop de weigering der rechtspersoonlijkheid in Nederland en in de Kamer werd behandeld. Het rechtspunt was niet aangeraakt, maar opgeofferd aan de voorop ge plaatste meening, die niet berustte op onderzoek. De houding der Ministers is onwaardig en on waar. De Minister van Binnenlandsche Zaken had gezegd, dat wanneer men bekend was met de archieven van sommige Ministerien, men niet beweren kon dat de socialisten geen oproermakers en dynamieters waren. Adressanten verlangen, dat de Kamer den Minister zal uitnoodigen de stukken openbaar te maken, waaruit dit blijken zou. Ook Damas spreekt in zijn „Haagsche Omtrekken” niet met onvoorwaardelijke sympathie over de gedachtenlezers en de sciences occultes in het algemeen. Hij zegt in het jongste nommer van het Vaderland op eene vraag, door hem zelven gesteld, hoe hij over het spiritisme denkt „Ik zal u eerlijk antwoorden, ook al vrees ik dat mijn antwoord u niet bevredigen zal. In die ruime kamers, waar ik geen compere van het medium ook maar vermoeden mocht, heb ik dingen gezien en dingen gehoord, die me volko men onverklaarbaar voorkomen. Maar van den anderen kant staat mijn geheel gemoed in feilen toorn op tegen de gedachte dat waarlijk geesten van afgestorvenen zich, op aandrang van een be taald, professional medium, naar het huis mijns vriends zouden begeven hebben, om bloemen en tabak uit te deelen of met een tafelbel te spelen, ten pleiziere van een paar jongelieden die niet de minste ernstige gedachte bij de zaak hadden gebracht. Zoolang dus de spiritisten ons niets anders dan dergelijke lafheden kunnen toonen en sedert vijf-en-twintig jaar komen ze geen stap verder zoolang ook de gedachtenraders het niet hooger brengen dan het uitvinden der tel kens terugkeerende spelden, cijfers en moorde naars, zal ik zoo vrij zijn het overtollig te achten me op die punten een geloof aan te schaffen. De oorzaken worden hier door het luttele der gevolgen veroordeeld. Want het is aan de vruch ten dat men den boom kent.” Bij de commissie voor de werkverschaffing te Amsterdam is weder f 5000 ingekomen. totaal bedraagt thans f 161.848. Er ontbreekt nog f 10.000. Een heer, die Zaterdag in den trein van Utrecht naar Arnhem zat, deelde aan de Amst. Ct. het volgende staaltje mede: Voor hem in eene coupé 3de klasse zat een rijksveldwachter, begeleidende eene vrouw met haar kindje van 1 jaar en haar jongste, 14 dagen oud. Zij had met haar man te Gouda, in een logementje, intrek genomen, doch werd den derden dag na hare bevalling moedwillig door haar echtgenoot ver laten. Nog verre van geheel hersteld, werd zij als Duitsche en zonder middelen van bestaan, over de grenzen gezet en daartoe als eerste station ter verdere uitleiding, aan de Arnhemsche politie toevertrouwd. Diep medelijden moest men hebben met de uitgehongerde vrouw, die slechts langzaam zich kon voortbewegen en zelfs het noodige voedsel miste voor haar jonggeborene, die door den veldwachter in een korf over de straat moest worden gedragen. Wij stelden hieromtrent een onderzoek in en tot ons leedwe zen bleek deze opgave juist. Maar wij verna men, zegt de Arnh. Ct., bij die gelegenheid, dat onder onze Arnhemsche politie-agenten mannen met een warm hart worden gevonden, daar allen zonder onderscheid hun eigen karige beurs open den, om de ongelukkige een goed maal te bezor gen. Zoo dikwijls wordt over weinig mededoogen van de politie geklaagd, dat wij vermeenden, ook dit feit wel eens te mogen releveeren. Door honderd vijf-en-dertig Urker visschers is een adres gericht aan den Minister van Wa terstaat, Handel en Nijverheid, verzoekende de opheffing der belemmeringen, die het visschers- bedrijf door art. 8 der visscherijwet ondervindt. Dit optreden van Urk is voor Volendam niet zonder beteekenis. Dat het Engeland in zijne buitenlandsche betrekkingen tegenwoordig niet naar wensch gaat, is toch waarlijk niet toe te schrijven aan gebrek aan werkzaamheid bij het departement van Buitenlandsche Zaken. De heer Bismarck deelde mede, dat sedert den vorigen zomer niet minder dan honderd acht-en-twintig nota’s van Engeland over de Egyptische quaestie waren verschenen, te zamen acht honderd folio bladzijden vullende. Dit was meer, zeide hij, dan in drie-en-twintig jaar door al de andere Mogendheden te zamen aan Duitschland waren gezonden. Het blijkt alweder, dat quaestien met inkt niet zijn op te lossen. Een tragi-komisch voorval had jl. Zaterdag te Apeldoorn plaats, waar de sneltrein er van doorging met den lampenist J. H„ die bovenop de wagens nog niet geheel gereed was met zijn werk. Uit zijn werkelijk gevaarlijke positie werd hij te Voorst verlost en een wagon met een 60-tal kostleerlingen reed onverlicht door tot Zutphen. De hervormde gemeente te Kootwijk o/d. Veluwe is thans reeds 17 jaren vacant. Alle beroepen, zoowel op gevestigde predikanten als op candidaten in dien tijd uitgebracht, waren steeds vruchteloos. 5U W - Bolswardsche Courant 3 1 EÜKJG 1 1 1 r 3 t I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1885 | | pagina 1