NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 80I.SWAS0 EN We«SBBAÖEEt I 1885. Vieren Twintigste Jaargang. No. 20. VOOR BINNENLAND. BUITENLAND. DONDERDAG 14 MEI. Gemeenschappelijk of particulier grondbezit? Septem- t t s r r n zou zijn geworden, ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Het gerucht, dat Gladstone zou aftreden als hoofd van het Britsche Kabinet, maakte te Petersburg een verontrustenden indruk. Uit Ber lijn echter kreeg men daar de stellige verzeke ring, dat het gerucht volkomen zonder grond was. Wanneer op de derde lezing van het cre- dietvoorstel in het Lagerhuis de aanneming ervan met eene groote meerderheid volgt, zal er van een terugtreden van Gladstone zeker nog niet dadelijk sprake zijn. Dat de Premier naar rust verlangt, en is eenmaal het geschil met Rusland beslecht, de politiek voorgoed zal vaar- welzeggen, klinkt niemand vreemd in de ooren. Met de onderhandelingen tusschen Engeland en Rusland vordert men met dat al slechts zeer langzaam. Sommige bladen trachten nog altijd de zaak als zeer wrak staande voor te stellen. Rusland moet stellig weigeren, zich bij traktaat te verbinden, dat het in de toekomst geen po gingen zal aanwenden tot het bezetten van Herat. Vóór omtrent alle bijzonderheden, die de scheids rechterlijke uitspraak zal behoeven, tusschen En geland en Rusland eene volkomen overeenstem ming is verkregen, zullen er waarschijnlijk nog wel een paar weken verloopen. Het is te ver wachten, dat in dien tusschentijd de geruchten betreffende tegenstand van deze of gene zijde elkander zullen verdringen. Al te goed van ver trouwen op de juistheid dier geruchten zal men evenwel niet mogen zijn. Geruststellend is het in elk geval, dat de Britsche Regeering de oorlogsuitrusting staakt en reeds tegen bevelen gaf voor transporten. In Canada blijft de opstand der Indianen tegen het Engelsche bestuur voortduren. Men kan intus- schen niet voldoende oordeelen over de enkele telegrammen, welke nu en dan dien opstand be treffen. Dat hij „algemeen” zou zijn geworden, valt sterk te betwijfelen. De Koning van België heeft, naar uit Ant werpen wordt gemeld, als Minister van Koop handel en van Buitenlandsche Zaken voor den Congo-Staat benoemd den heer Van Eetvelde, thans Belgisch consul-generaal te Bombay en die zich in deze betrekking zeer onderscheiden heeft. De heer Van Eetvelde, nauwlijks dertig jaar oud, is een kweekeling van de Antwerpsche handels- school en heeft als leerling-consul in China zich de Chineesche taal eigen gemaakt waarvan zich evenwel de Congo-negers al even weinig zullen bedienen als de Europeanen daar. Van Eetvelde zal nu, zegt de Chronique, onder ’s Ko- ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Een gehuwde vrouw, moeder van zes kin deren, wilde met haar kostganger uitgaan toen haar echtgenoot haar op de Nieuwmarkt te Am sterdam tegen kwam. Hij maande haar aan naar huis terug te gaan, doch kreeg in plaats van antwoord, klappen. Hieruit ontstond een wor steling en, natuurljjk, een dichte kring van toe schouwers. De politie kwam zich in het geschil mengen en bemerkende dat de vrouw zich in verregaanden staat van dronkenschap bevond, haalde zij bij een kruier een stootkar, waarop de weerbarstige schoone geplaatst werd. Door een dichte volksmenigte omstuwd en voorafge gaan door een jongen met een groote bel, die al luidende haar aankomst verkondigde, werd zij naar het politiebureau gebracht, waar tegen haar minnaar, inmiddels te voet daar heen ge voerd, reeds proces-verbaal wegens handtaste lijkheden was opgemaakt. Volgens de Post is de reden, waarom de raadsleden van Borgharen niet ter vergadering verschijnen, de omstandigheid dat de burgemees ter Protestant is en zij liever een Roomsch-katho- lieken burgemeester hadden gehad. Een paar honderd ingezetenen hadden aan de Regeering verzocht den heer Ponjé te benoemen, die door kneed is in de gemeenteadministratie, terwijl altijd volgens de Post den heer Gramser elke geschiktheid voor het burgemeestersambt ontbreekt. Na het eerste motief, dat voor de houding der raadsleden van Bergharen is aangevoerd, ware de vermelding van alle verdere motieven geheel overbodig. Dit zijn we van die zijde ge woon als het met ’t kerkgenootschap niet in orde is, deugt er ook niets meer in iemand. Nader schrijft men omtrent deze zaak Naar wij vernemen heeft de Commissaris des Konings in Gelderland een onderhoud met de wethouders en den secretaris der gemeente Berg haren gehad, naar aanleiding van de werksta king van den Raad. Men meent echter uit het daarbij voorgevallene de gevolgtrekking te moe ten maken, dat ook in het vervolg de raads leden zullen weigeren met den nieuwen burge meester te vergaderen. Zaterdagmorgen om half negen is H. M. de Koningin van het Loo vertrokken. H. M. wan delde met het Prinsesje aan de hand naar den gereedstaanden trein. H. M. zou zich eerst naar Arolsen, de woon plaats harer ouders begeven. Van daar zal H. M. den 16n dezer vertrekken naar Carlsbad en voorts den 27n daaraanvolgende naar Töplitz. in Bohemen. De duur van het verblijf der Ko ningin in laatstgenoemde badplaats is van de omstandigheden afhankelijk gesteld. Op de Vrijdag j.l. te Borger gehouden jaar markt werd door J. A. te Buinerveen eene koe verkocht voor f 98. Toen de kooper, een Israëliet van Nieuwbuinen, het gekochte dier wilde ont vangen, bleek het, dat hij een andere koe had bedoeld, welke daarnaast stond en toebe hoorde aan J. M. te Buinerveen. Hierdoor ont stond eene twist, welke eene vechtpartij ten gevolge had, zoodat de politie tusschenbeide kwam en aan den schuldigen deed weten dat een proces-verbaal zou volgen. De koop der koe van J. A. is daardoor vernietigd. Men schrijft uit Alkmaar De wet van 16 April jl. (Stbl. no. 78) tot wijziging der wet van 28 Juni 1881 (Stbl. no. 97) houdende wettelijke bepalingen tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteu geling van openbare dronkenschap, op den len dezer in werking getreden, mag op eenige pun ten verbetering hebben aangebrachtzeker zal zij dit niet doenwaar het geldt de openbare dronkenschap tegen te gaan. Een slijter in wijn en gedistilleerd alhier, te vens winkelier in sigaren enz., verkoopt flesch- jes van verschillende grootten gevuld metjene- ver en zorgvuldig gesloten met een kurkje; het étiqet draagt ten opschrift„Genever” Hk. (Heemskerk) 1 Hk., 1(4 Hk. enz. Wanneer nu iemand een half Heemskerkje vraagt, dan betaalt hij daarvoor 4(4 cent, of liever 6(4 cent, maar ontvangt 2 cents terug indien hij hetfleschje (een gewoon „apothekertje”) terugbe zorgt; dat fleschje (zoo’n half Heemskerkje) houdt veel meer in dan een „borrel” in een kroeg voor 5 of 6 cent. Nu ligt het voor de hand dat jon gens zelfs beneden den leeftijd van 16 jaar en anderen die zich geneeren voor de toonbank een borrel leêg te drinken, een Heemskerkje koopen en dat op hunne wandeling in de plantsoenen of als zij elders onbespied zijn, verorberen. ’t Is treurig, maar waar Wanneer de wetgever gelooft het kwaad op deze wijze te bestrijden, dan heeft hij zeker wel erg buiten den waard gerekend, die bewijzen zal gevendat al de leden der 2e Kamer niet zoo knap zijn als hijwanneer het betreft de ver zekering van zijn bestaan. Kort voor het vertrek van den sneltrein van 10 u. 35 van Dordrecht naar Rotterdam, was Donderdagavond de lampenist op een personen rijtuig geklommen om het licht te ontsteken, toen het sein tot afrijden werd gegeven, zoodat de man in doodelijken angst de reis bovenop den wagen moest medemaken tot een der tus- schenstations, waaraan per telegraaf kennis was gegeven den trein te doen stoppen. Geheel naar mijn hart schrijft Piet Ploeger in het Friesch Volksblad van 3 Mei jl.„Mijne bewe ring is in het geheel niet, dat de tegenwoordige grondbezitters op slinksche wijze aan grondbezit kwamenneen, het thans levende geslacht heeft volkomen te goeder trouw de instellingen van het voorgeslacht toegepast, en ik zou de laatste zijn om er in toe te stemmen, dat hun „in naam der Rechtvaardigheid alles ontnomen werd, w'aarop zij naar oud gebruik rekenden aanspraak te hebben. Met het oog op den tegenwoordigen tijd te zeggen „particulier grondbezit is diefstal” schijnt mij onredelijkzelfs is het niet onwaar schijnlijk dat (elk feit beschouwd in het licht van den tijd, waarin het voorviel), niemand mag volhouden, dat particulier grondbezit zelfs in den beginne met „diefstal” mag worden gebrandmerkt”. Hij erkent dat ik hem in mijn opstel in deze courant van 26 Maart jl. goed begrepen heb en hecht er aan „om vooral op dit punt niet te worden misverstaan.” Wij hebben dus niet te doen met iemand, die met geweld aan velen iets zou willen ontrooven, wat hun wettiglijk toebe hoort, ten einde daarmede anderen te verrijken, hij is een verstandig en eerlijk man. Toch acht hij „particulier grondbezit onrecht vaardig" en haalt met instemming Henry George aan, als deze schrijft„Den blik terug slaande kunnen wij overal waar licht is om ons te lei den, bespeuren, dat in hunne eerste voorstellin gen alle volken het gemeenschappelijk grondbezit hebben erkend, en het bizonder grondbezit eene daad is van aanmatiging, eene schepping van geweld en bedrogdat overal waar eene men- schelijke maatschappij ontstaat, het gemeenschap pelijk recht der menschen op het gebruik der aarde wordt erkend en nergens vrijwillig onbe perkt particulier grondbezit aangenomen wordt. Nergens wordt het uit overeenkomst geboren nergens kan het uit gevoelens van rechtvaardig heid of nut worden verklaardoveral heeft het zijn ontstaan te danken aan oorlog en verovering én aan het baatzuchtig gebruik dat de sluwen en listigen van bijgeloof en wet hebben weten te maken.” Het is volkomen verklaarbaar, dat het eerlijk gemoed van Henry George, den Amerikaan, er tegen opkomt, dat zijn volksgenooten de inland- sche stammen steeds meer naar het verre westen hebben teruggedrongen, hen hebben vervolgd, ja uitgeroeid, hun land hun hebben ontroofd. Het is ook waar, dat verschillende stammen, dorps- genooten, bewoners van bepaalde streken, al het land of een zekere uitgestrektheid in gemeen schappelijk bezit hebben, maar de ervaring leert niet, dat dit iets heeft van een idealen toestand, dien wij behoeven terug te wenschen, waar hij niet meer bestaat en evenmin is het waar, dat het particulier grondbezit „nergens vrijwillig aangenomen wordt, dat het nergens uit overeen komst wordt geboren, dat het nergens uit gevoe lens van rechtvaardigheid of nut kan worden verklaard, dat het overal zijn ontstaan te danken heeft aan oorlog en verovering. Het recht van den sterkste liet en laat zich wel degelijk gelden en ik vrees, dat als de in het oog van Henry George en Piet Ploeger heerlijke toestand, op welke wijze dan ook, zou verwezenlijkt zijn, dit zelfde verschijnsel zich weer zou voordoen, tenzij men de menschelijke heb- en heerschzucht tege lijkertijd zou hebben uitgeroeid. Doch naar mijne ervaring leert juist de geschiedenis, dat naarmate de beschaving vorderingen maakt en de stam- of dorpsgenooten hun belang goed inzien, het ge meenschappelijk grondbezit in particulier grond bezit verandert. Ploeger bedenke wat in ons land, in onze Indische bezittingen, vooral op Java, geschiedt en voorbereid wordt. Het zal hem be kend zijn, hoe op dat eiland in de desa’s, hun dorpen, het gemeenschappelijk grondbezit bestaat, maar dan ook hoe dat aanleiding gaf en geeft tot velerlei misbruik bij de inlandsche hoofden, die dikwerf met groote willekeur lasten opleg gen, vaak zichzelf verrijken ten koste der dorps genooten, terwijl het land dikwijls grootelijks verwaarloosd wordt. Daarom is met zeer goed gevolg reeds hier en daar eene verdeeling van den grond tot stand gebracht en wordt door on- partijdigen met groote ingenomenheid de regeling begroet, waarbij het opperbestuur de grondslagen vaststelt voor eene voortgaande verdeeling dier desagronden, terwijl volstrekt geen dwang mag uitgeoefend worden, maar de dorpsgenooten in de gelegenheid gesteld moeten worden, daartoe vrij willig over te gaan. Ook in ons eigen vaderland kunnen de voorstanders van gemeenschappelijk grondbezit, in onderscheiden oorden, de schade lijke werking daarvan nagaan, terwijl dan ook meer en meer pogingen in het werk gesteld worden, om dezen toestand in het belang van het land en de bewoners te veranderen. Als jongeling woonde ik te Meerssen en her inner mij zeer goed, hoe ik er iets aantrekkelijks in vond, om des morgens vroeg de tonen te hooren van het eenvoudig instrument, waarmee de koeherder van het begin der dorpsstraat af- aan, al de beesten waarschuwde, dat zij de stal len mochten verlaten. Ik schrijf „de beesten”, want de stallen stonden open, de beesten waren los gemaakt en zoodra zij het sein hoorden traden zij naar buiten en volgden de steeds grooter wor dende drift, terwijl de oude herder met zijn trou wen hond aan den riem vooruit klotste op zijn Bolsward. Door het Provinciaal Kerkbe stuur van Noord-Holland is tot de Evangelie bediening toegelaten de heer A. de Jong, van de universiteit te Leiden. Te Veendam is tot gemeente-geneesheer benoemd, de heer L. O. van der Meulen M.E.zn., arts aldaar. Wonseradeel, 9 Mei. In de heden gehou den vergadering van den Gemeenteraad is be noemd tot onderwijzeres in de handwerken aan de school te Hartwerd, Feikje Wielsma en tot armvoogd te Kimswerd T. H. Roorda. Besloten werd 1. Uit de gemeentekas te voldoen een bedrag van f 17,40, zijnde het tekort aan de door de Re gering gestelde opbrengst van het telegraafkan toor te Makkum. 2. Te bepalen, dat er in de gemeente kermis zal worden gehouden van Dingsdag voorm. 9 tot Vrijdag avond 12 uur, te: Makkum, aanvangende den 2n Dingsdag na Pinksteren Witmarsum, aanvangende den Dingsdag na den In Zondag in Augustus; Kimswerd, idem na den 3n Zondag; Pingjum, idem na den In Zondag in ber Arum, aanvangende den Dingsdag vóór Leeu warder kermis. 3. Afwijzend te beschikken op een verzoek van den aannemer van de uitdieping der haven geul in zee te Makkum, om de uitgebaggerde specie, in stede van in de bogt van Sotterum, achter den steenen dam te mogen brengen. Ingekomen is eene resolutie van Gedeputeerde Staten, waarbij ’s Raads advies wordt gevraagd op de door den burgemeester verzochte toepas sing van art. 225 der Gemeentewet met betrek king tot de door de wethouders geweigerde af gifte van een bevelschrift tot betaling ten behoeve van den policiebediende J. Mulder te Parrega. Een voorstel van den voorzitter, om deze zaak commissoriaal te maken, werd verworpen. De behandeling is tot de volgende vergadering aan gehouden. Een man te Amsterdam, den vreemden naam van Hemelrijk dragende en, o zonderling toevalwoonachtig in het Gebed zonder End, heeft zich met Duivelschen lust schuldig gemaakt aan verzet tegen de politie en is des wege gearresteerd. De vorige week is te Delft een zelfmoord gepleegd, die door de omstandigheden waaronder zij plaats vond buitengewoon treurig genoemd moet worden. Een jong jeugdig student, die een veld vol vruchtbaren arbeid voor zich had, werd des morgens dood op zijne legerstede gevonden. Onder de dekens had hij zich een kogel door het hoofd gejaagd. De persoon die hem aldus vond, was zijn vader, die zijn zoon eens kwam opzoeken. klompen, nauwelijks omziende, omdat hij vast vertrouwde op zijn vee, dat verlangde de muffe stal, te verlaten en in de frissche morgenlucht te genieten. Bij den kruisweg midden in het dorp hield hij stil. Daar liet hij zijn hoorn nog eens duchtig klinken en van de andere zijden kwamen de runderen bijeen, totdat hij aan ’t hoofd van 200 a 300 beesten den dalweg afdaalde, die langs onze woning naar de gemeenschappelijke weide voerde, waar een „broek” zich uitstrekte langs den „heiberg”, een reeks allerliefste groene heu velen, over eene oppervlakte van vele tientallen hectaren. Zoo ging ’t daar eeuwenlang, mis schien gaat ’t nog zoo. De herder was belast met de zorg voor de verspreiding der mest, welke daar dagelijks werd geleverd, en voorts zorgden zon en regen en wind voor de dagelijksche ver nieuwing des aardrijks. Dat er geen spoor was van akkers, van greppelen en afvoer van water, maar dat er als in ieder broek moerassige plek ken en kuilen in overvloed waren, zal ieder lich telijk begrijpen. Zoo strekt zich langs de Zuiderzee in het Gooi tusschen Laren en Huissen een gemeenschappe lijke weide uit, waarheen in ’t voorjaar de boe ren van die dorpen, van Bussum en Hilversum zelfs, hun vee jagen en waar over eene uitge strektheid van eenige honderde hectaren meer dan 400 beesten grazen, terwijl des morgens en des avonds een stoet wagens en karren daarheen trekt, om het vee er te melken. Zoo heeft Drente zijn heiden en zijn elders de „marken”. Hoe idyllisch dit alles nu moge zijn, idealisch is het zeker niet. De heiden worden niet ont gonnen, de „marken” en „broeken” konden tien voudige vruchten geven en waar ik daarentegen in Gelderland een stuk heide verdeeld heb ge zien en in particulier grondbezit veranderd, daar was ’t een lust, om na enkele jaren reeds waar te nemen, hoe de arme heidebewoner, die eerst huisde onder in den grond, daarna een hutje bouwde van plaggen met strooien dak er boven, na enkele jaren reeds een houten huisje bezit, terwijl hij ieder jaar met noeste vlijt en enkele centiaren meer bewerkt en zijn geit betrekkelijk spoedig met een koe kan verwisselen. Die twee of drie hectaren zijn nu zijn eigendom, betrek kelijk of geheel. Daaraan wijdt hij al zijn zorg, hij met vrouw en kroost. Wat baatte hem vroe ger zijn aandeel in die onafzienbare heide, hij was arm en bleef arm, nu ziet bij vruchten van zijn arbeid, hij plukt ze feiteljjk in zijn kleinen boomgaard en oogst ze van zijn rogge- en boek weit- en aardappelakker. Gewis, ’t komt mij onweersprekelijk voor, dat particulier grondbezit, al zijn ook daaraan na doelen verbonden, het verreweg wint van ge meenschappelijk bezit, met al zijn meest schijn bare voordeelen. M. E. van der MEULEN. nings onmiddelijke bevelen de politieke en ad ministratieve organisatie van den nieuwen Afri- kaanschen Staat ter hand nemen. De Spaansche Minister van Binnenlandsche Zaken, Romero y Robledo, moet in den uitslag der gemeenteraadsverkiezingen aanleiding hebben gevonden, om zijn ontslag te vragen. Slechts op aandrang van den Minister-president Canovas, en anderen zijner ambtgenooten, is hij op dat ont slag weder teruggekomen, teneinde de Regeering niet te verzwakken tegenover de geallieerde op positie. In meer dan dertig groote steden, behalve nog in Madrid, hebben de saamverbonden liberalen, dynastieken, possibilisten, republikeinen enz. de zege behaald. Te Madrid geschiedde dat met 13,000 tegen 8613 stemmen. In de provinciën Arragon, Castilie, Catalonie, Galicie is de oppo sitie met kleine meerderheden verslagen. Alleen ten plattelande hebben de conservatieve candi- daten, dank zij den steun der geestelijkheid en der Carlisten, gezegevierd. De Italiaansche Kamer van Afgevaardig den heeft de buitenlandsche politiek der Regee ring goedgekeurd, althans de motie van vertrou wen, door Tagani voorgesteld, met 188 tegen 97 stemmen aangenomen. De Fransche Kamer heeft een wetsontwerp goedgekeurd, waarbij het verboden wordt, biljet ten, die in formule, vorm en kleur van papier de bankbiljetten of ander geldswaardig papier nabootsen (zooals ook hier te lande door som mige firma’s in omloop zijn gebracht), te ver vaardigen, te verkoopen of te verspreiden. De rentenier Niedermayer uit Regensburg keerde met zijn zoon dezer dagen uit Arco terug, waar beiden wegens gezondheidsredenen verblijf hadden gehouden, begeleid door den schoonzoon van eerstgenoemde, dr. Emmerich uit Neuren berg. Zij bevonden zich op den sneltrein, die te acht uur des avonds te Regensburg moest aan komen, toen de vader, zonder over eenige voor afgaande ongesteldheid te hebben geklaagd, onder het rijden plotseling stierf. De zoon werd door het spoedig sterven van zijn vader zóózeer door ontroering overmeesterd, dat ook hij door den dood getroffen werd, waardoor de trein bij zijn aankomst twee lijken medebracht. Bolswardsclie Courant 1 l l 1 1 1 T it s b

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1885 | | pagina 1