NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OLSWARD EN WONSERADERÏ. 1 No. 25. Onze staatkundige toestand. Kermissen in Wonseradeel. Vieren Twintigste Jaargang. 1885. VOOR BINNENLAND. BUITENLAND. I t g DONDERDAG 18 JÜNIJ. r' E ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS; 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. wetsontwerp ingekomen. Daarin wordt als ver- valsching van wijn gequalificeerd iedere ver menging met stoffen, die niet met de natuurlijk in wijn voorkomende stoffen identiek zijn. Ook wordt als vervalsching beschouwd, dat de in wijn gewoonlijk voorkomende bestanddeelen in eene van de gewone proportie al te veel af wijkende hoeveelheid voorkomen. Zulk een aan gezette wijn wordt als „kunstwijn” aangeduid en mag alleen in den handel worden gebracht met eene duidelijke verklaring van de samenstelling. Door een koninklijk besluit zullen de stoffen, welker gebruik in wijn niet is geoorloofd, worden opgegeven, evenals de quantiteit welke van andere stoffen met wijn mag worden vermengd. Over tredingen worden met boeten van 51 tot 300 lire gestraftde vervalschte wijn wordt verbeurd ver klaard, terwijl bovendien de bepalingen van het wetboek van strafrecht, voor zooverre zij toepasse lijk zijn, van kracht blijven. Verkoopers, die wei geren, aan de autoriteiten of aan particuliere per sonen, die wijn voor een analyse verlangen, te verkoopen, worden met eene geldboete van hoog stens 100 lire gestraft. Belgie. De verkiezing, welke (Zondag) te Brussel plaats had voor een lid van den Senaat, heeft tot geen rechtstreeksche uitkomst geleid. Er moet eene herstemming worden gehouden tusschen den heer Demeur (radicaal), die 3084, en de heer Goblet (liberaal), die 2883 stemmen verkreeg. De verkiezing gaf blijk van weinig opgewektheidvan de 12,500 ingeschreven kiezers hadden slechts 7766 hunne stem uitgebracht. De heer Jourdain, candidaat der clericalen, verkreeg 1680 stemmen. Dat de Keizers van Duitschland, Rusland en Oostenrijk ook dezen zomer eene vriendschap pelijke bijeenkomst zullen hebben, wordt beves tigd is een bericht uit Weenen, dat als plaats van samenkomst het slot Reichstadt in Boheme noemt. De oneenigheid in den boezem der socialisti sche partij in den Duitschen Rijksdag, waaromtrent dezer dagen eenige verschijnselen medegedeeld werden, blijkt eene wezenlijke scheuring te wezen, die in de eerste plaats is gemunt tegen den per soon van Bebel. Een der nieuwe leden moet, op de vraag waarom hij in gewichtige aangelegen heden niet langer den eigenlijken aanvoerder, Bebel, als spreker liet voorgaan, het volgende antwoord hebben gegeven: „Wij kweeken geen groote mannen.” Deze weinige woorden zeggen genoeg en dat ze niet louter aan jaloezie zijn toe te schrijven, kan uit menig ander kenteeken worden afgeleid. De diepere oorzaak ligt in een verschil van zienswijze omtrent de houding tegen over de bestaande orde in Staat en Maatschappij. Reeds in den vorigen Rijksdag hebben er bij de partij wat al te levendige redetwisten plaats gehad over de vraag, welke gedragslijn er ten opzichte der wetten op de ziekenfondsen en op de werk liedenverzekering moest worden gevolgd en in de jongste zitting heeft de quaestie over de stoom vaartlijnen eene volledige scheuring teweegge bracht, die met hulp van een voorwendsel zooveel mogelijk in de schaduw is gehouden. Er zijn nog kenteekenen van oneenigheid. Het meest in het oog loopende feit isdat de socialistische partij het algemeen verwachte voorstel tot af schaffing der zoogenaamde socialistenwet heeft achterwege gehouden. Men zal wel niet mis tasten, wanneer men aanneemt, dat ook daarover strijd is ontstaan. Intusschen zou men veel te ver gaan met reeds eene ontbinding van de so cialistische partij te verwachten. Of de socialis tische partij in den Rijksdag veel of weinig in commissie-zittingen heeft gedaan, dit zal haren kiezers wel zeer onverschillig zijn; maar dat zij, na hare hooggeroemde versterking, als eerste teeken van leven een schouwspel van erge twee dracht levert, dit kan op de groote menigte der socialisten niet zonder invloed blijven. Meermalen reeds werd er gewezen op de steeds heftiger wordende beweging der Welfen in Pruisen ten gunste van den hertog van Cumberland. Het Regentschap in Brunswijk doet al het mogelijke om elke opruiing van het publiek tegen te gaan; maar nu is er eene niet minder heftige oppositie in den boezem van den Duitschen Bondsraad tegen Pruisen’s voorstel van uitsluiting ontstaan. Zelfs wordt beweerd dat Saksen, dat men steeds aan de zijde van Pruisen vond, nu insgelijks tegen het voorstel zou zijn. De behandeling van het voorstel is dan ook weder voor geruimen tijd uit gesteld en waarschijnlijk heeft de Kreuzzeitung geen ongelijk, wanneer zij volhoudt dat Pruisen, door dezen heftigen tegenstand verrast, bezig is naar degelijker en meer afdoende gronden te Rooseboom, ophoudt lid te zijn, omdat hij tot majoor is bevorderd, wordt het voorstel aange nomen. Alweer werken de kerkelijke partijen harmonisch samen in het tegenhouden en onmo gelijk maken der grondwetsherziening en daar mede tevens der ontbinding van de kamer, als gevolg dier herziening. Is dat niet allertreu rigst Het is der regeering het regeeren on mogelijk maken en de kamer met onmacht slaan. Is het niet een bewijs, dat men wel met groote woorden schermt, maar toch als ’t er op aan komt, het beroep op de kiezers niet aan durft; een bewijs dat men het in eigen boezem niet eens is en evenmin onderling, wat de twee partijen betreft, zoodat men zich tot regeeren niet in staat acht Met belangstelling zien ze kerlijk velen uit naar de slotsommen der onder zoekingen van de voorstellen van wet, vooral dat van Lohman en die tot grondwetsherzie ning, welke bij de afdeelingen in behandeling zijn en de openbare beraadslagingen die daar over zullen worden gevoerd. En mocht het blijken, dat de anti-revolutionairen en Roomsch- Katholieken voortgaan met hun stelselmatige tegenwerking der regeering en der liberalen in de kamer, dan zal het niemand behoeven te verwonderen, als het ministerie Heemskerk, en nu waarlijk niet zonder grondige reden, besluit den koning de ontbinding der tweede kamer voor te dragen, opdat de kiezers uitspraak mogen doen, al zou het te betreuren zijn, dat dit dan nog zal moeten geschieden op den nu bestaanden grondslag. De houding der liberalen is in de Kamer in den laatsten tijd waardig geweest en vaak hebben ze in gesloten gelid gestaan. Ze zullen het, dunkt mij, best zonder „de liberale Unie” kunnen doen en bleek het dat zij de meerderheid erlangden, dan ware het te wenschen, dat een krachtig ministerie uit hun midden kan op treden. Maar blijkt het, dat de kiezers uitspraak doen, ten voordeele der verbonden tegenpartijen, welnu, laat dan een anti-revolutionair-roomsch- katholieke regeering het bewind aanvaarden en met voorstellen komen tot regeling van kies recht, onderwijs enz. in haar geest. Mogen we maar verlost worden uit den treurigen, verlam- menden toestand, waarin wij ons voor ’toogen- blik bevinden op staatkundig gebied. M. E. van der MEULEN. zoeken, dan die waarop het voorstel berust, dat den hertog van Cumberland voor altijd van den troon in Brunswijk wil uitsluiten. Ditzelfde blad gelooft, dat men daarin wel zal slagen. Ook wij willen niet, schrijft het, dat in Brunswijk een hertog regeere, die niet volkomen en zonder bij bedoeling bereid is zijne plichten als Duitsch Bondsvorst te vervullen, maar wij gelooven dat dat doel kan worden bereikt zonder het recht te verdraaien. Te Berlijn maakt een incident, dat plaats greep bij de behandeling van het proces, hetwelk de bekende antisemitische hofdprediker dr. Stoc ker voert tegen de Freie Zeitung, groote sen satie: Stöcker is namelijk door de getuigen beschuldigd van in een vroeger proces een valschen eed te hebben gezworen, of eene valsche verklaring te hebben afgelegd. Intusschen be- teekent de zaak, naar het schijnt, niet heel veel. Stöcker zou bij eede hebben verklaard, dat hij het thans als socialist verbannen lid van den gemeenteraad Ewald nooit te voren had gezien, terwijl het nu bleek, uit het getuigen verhoor der zaak tegen de Freie Zeitung (die wegens beleedigende artikelen wordt vervolgd door Stöcker), dat Stöcker zelfs meermalen met Ewald in aanraking was geweest. De verdediging van de Freie Zeitung vorderde, dat Ewald zou worden gehoord, omdat deze als voornaamste getuige kon optreden tegen Stöcker. Het gerechts hof echter willigde deze eisch niet in. Het O. M. achtte de eer van Stöcker ongerept; het bedoelde getuigenis zal door geen gerechtshof als een valschen eed worden beschouwd, omdat het ge bleken is, dat Stöcker met zeer vele personen in aanraking kwam en zijne onvoorzichtige ver klaring alleen geschiede, omdat hij zich den man niet meer herinnert. Nu de verkiezingen voor den Oostenrijk- schen Rijksraad geheel zijn afgeloopen, kan men tot het tellen der stemmen overgaan. De sterkte der ministerieele rechterzijde wordt thans op 193 leden, die der middenpartij op 22 en die der Duitsch-liberale linkerzijde op 131 leden geschat; voorts telt men 4 anti-semieten, 3 democraten en 1 zonder bepaalde kleur. De linkerzijde ver liest in het geheel 15 mandaten, doch blijkt ook op zich zelf nog krachtig genoeg, om Grondwets herziening onmogelijk te maken. In Rusland zelf verneemt de rustige burger niet zooveel omtrent de nihilisten als de geregelde courantenlezer in het buitenland, die zich allengs de verkeerde voorstelling gaat maken, dat de nihilisten de openbare veiligheid zóó erg bedrei gen, dat men geen rustig oogenblik meer geniet. Integendeel denkt men te Petersburg zelf minder dan ergens ter wereld aan de nihilisten. Ook daar las men voor een paar dagen met eenige verbazing dat er te Charkoff weder een paar van _dio revolutionairen zijn gearresteerd, terwijl men er vrij onverschillig onder blijft, als men langs een of anderen weg verneemt, dat er een scheu ring is ontstaan in de nihilistische partij, waarvan de eene helft de revolutie wil voorbereiden door het verspreiden van brochures en manifesten, terwijl de andere helft vasthoudt aan het regime van het dynamiet. Omtrent den ministerieele crisis in Engeland is sinds Zaterdag nog niets beslist. De Cobden-club heeft Zaterdagavond te Green wich hare vergadering gehouden. Sir Oh. Dilke nam het voorzitterschap waar. Over de crisis werd in de officieele toosten niet gerept. Van de Egyptische quaestie sprekende, zeide Dilke dat Engeland’s doel in Egypte was, dat land te vrij waren voor eene inlijving bij eene vreemde Mo genheid en er na het vertrek der Engelsche troepen de rust te verzekeren. Hij, spreker, heeft gepleit voor Egypte’s neutraliteit, gewaarborgd door de Mogendheden, evenals het geval is met Belgie. Men kan echter de rust in Egypte reeds verzekeren door onderhandelingen met den Sultan, wiens rechten men niet uit het oog mag verliezen. De Köln. Zeit. verneemt, dat de onderhande lingen tusschen Engeland en Rusland over de Afghaansche grensquaestie nog niet recht willen vlotten. Het heet, dat Rusland het gebied van den Zoelfikar-pas niet aan Afghanistan wil laten, omdat deze strook gronds als eene wig gelegen is in aan Rusland behoorende weidegronden, zoo dat de Afghaansche grenswacht steeds midden in het Russische gebied zou staan, en daardoor voort durend het gevaar voor moeilijkheden zou voort spruiten. Rusland houdt den Zoelfikar-pas bezet en is besloten, in geval de onderhandelingen worden afgebroken, onmiddelijk in Penjdeh bin nen te rukken. Uit Madrid wordt gemeld, dat de wetenschap pelijke commissie met dr. Ferran te Alberique in Valencia is aangekomen, waar zich 159 chole ragevallen voordeden, waarvan 59 met doodelijken afloop. Sedert het begin der epidemie werden 342 personen ingeënt, waarvan er drie werden aan getast en daaronder één met doodelijken afloop. Men hoopt de versperring van het Suez- kanaal spoediger uit den weg te ruimen dan eerst was geraamd. De gezonken moddermolen zal niet worden gelicht maar door dynamiet worden vernield. Ook in Italië neemt de wijnvervalsching geducht toe, zoodat de regeering het noodig heeft geacht, haar door strenge maatregelen tegen te gaan. Bij de Kamer is een daartoe strekkend Onze staatkundige toestand is door en door ongezond, vooral door de samenstelling der tweede kamer van onze Staten-Generaal. Wij hebben een ministerie uit geen der partijen voortgekomen, een zoogenaamd „ministerie van zaken”, maar dat geen zaken van groote betee- kenis kan doen, omdat het niet rekenen kan op eene meerderheid in die kamer. Het geval kan zich voordoen, dat een zware verkoudheid, het oponthoud van een trein of wat ook, ’t welk een kamerlid verhindert bij eene stemming te genwoordig te zijn, beslist over hoogst belang rijke landsbelangen. Het kan gebeuren, dat als de twee partijen, waaruit de kamer bestaat trouw opkomen, de stemmen staken en geschiedt dit tweemalen, dan wordt „het voorstel van wet geacht niet te zijn aangenomen”, zooals de grond wet bepaalt. Dit kan een toestand zijn, altijd treurig, maar onvermijdelijk, als het waar is en blijkt, dat ons volk verdeeld is in twee gelijke helften, dat de vrijzinnige en de kerkelijke par tijen tegen elkander in evenwicht staan. In officieelen zin zou men zelfs kunnen beweren, dat wij in dezen toestand geraakt zijn. De ker kelijke partijen toch steunen elkander met kracht, zou men zeggen. De anti-revolutionaire kamer leden zenden een nota, waarin zij verklaren aan geen grondwetsherziening te kunnen meedoen, tenzij Art. 194 der grondwet worde gewijzigd en de Roomsch-Katholieken zenden een nota, waarin zij volkomen ’t zelfde beweren. Welk 'een harmonie 1 In één accoord wordt het krijgslied gehoordDe Staatsschool moet vallen. Daarin, zoo wordt van die zijde geleerd, gesproken, geschreven, zijn niet alleen wij ka merleden eenstemmig, daarover is veel meer dan de helft, is het grootste deel des volks ’t met ons eens. Toch is dit officieele vertoon van eenstemmigheid, gelijk met het „officieele” meer malen plaats heeft, niet meer dan eene vertoo- ning. De regeering heeft in een harer voorstellen tot grondwetsherziening duidelijk en onvoor waardelijk de handhaving voorgesteld van het bekende Art. 194. Als nu de anti-revolutionai ren en Roomsch-Katholieken het werkelijk zoo eens zijn niet alleen in het af breken, maar ook in het opbouwen, dan ligt het op hun weg en is het hun plicht, om juist de grondwetsherzie ning ter hand te nemen en als het hoofdstuk aan de orde komt, dat het onderwijs regelt, met een tegenvoorstel voor den dag te komen, waarin duidelijk uitgesproken wordt, hoe naar hun over tuiging het onderwijs moet geregeld worden. En is het, dat zij zich misschien willen verdedigen met de bewering, dat zij dit nalaten omdat zij bij deze samenstelling der kamer toch geen kans zien, om het vereischte getal van der kamerleden te winnen voor hun voorstel, welnu er wordt immers beweerd, dat de meerderheid des volks op hunne hand is, laat er dan een beroep op het volk gedaan worden. Dan zal het immers blijken dat zij de meerderheid hebben, de re geering zal moeten aftreden en zij zullen de teugels des bewinds in handen kunnen nemen. Doch ook dit werken zij tegen. De weg daartoe was gebaand. Algemeen wordt de aanslag in de belasting afgekeurd als grondslag tot regeling van het kiesrecht. In een der voorstellen weder om tot grondwetsherziening wordt een andere grondslag aangegeven. Ik laat in het midden of men het met dezen eens is, ja dan neen. Dat kan later blijken. Doch wat geschiedt Even vóór dat de voorstellen tot grondwetsherziening in de afdeelingen onderzocht zullen worden, dient het anti-revolutionaire kamerlid, Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman een voorstel in tot censusverlaging wel, maar dan toch met behoud van denzelfden maatstaf en daar twee liberale kamerleden ziek zijn en een ander, kapitein BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Wonseradeel brengen bij deze ter algemeene kennis 1°. dat door den gemeenteraad bh besluit van 9 Mei 1885, no 95, is bepaald, dat in de gemeente eenmaal in het jaar kermis zal worden gehouden te Makkum, Witmarsum, Kimswerd, Arum en Pingjum; die kermis zal beginnen, te Makkum, op den tweeden Dinsdag na Pink- steren Witmarsum, op den Dinsdag na den eersten Zondag in Augustus Kimswerd, op den Dinsdag na den derden Zondag in Augustus Arum, op den Dinsdag voor Leeuwarder kermis. Pingjum, op den Dinsdag na den eersten Zondag in September, des voormiddags om 9 uur en eindigende den volgenden Vrijdag, des avonds om 12 uur dit besluit in werking zal treden na ontvangst van de vereischte goedkeuring 2°. dat voormeld raadsbesluit door Gedep. Staten van Friesland is goedgekeurd bij besluit van 4 Juni 1885, no. 22. Witmarsum, 13 Juni 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. H. de JONG, L. B. De Secretaris, E. JANSEN. Te Eindhoven is een knaapje van 5jaren, terwijl het met een potlood in de hand door de gang van de ouderlijke woning liep, gestruikeld, tengevolge waarvan de punt van bet potlood in het oog drong, en het kind zoo hevig werd ge kwetst, dat het een paar dagen later overleed. Tegen een knaap te Leeuwarden, die in een gevecht tusschen jongens van twee scholen had deelgenomen, is wegens het toebrengen van eene verwonding met een steen, een celstraf geëischt van 7 dagen. Het is te hopen, dat de straf niet verzacht wordt en er een afschrikwekkend voorbeeld worde gesteld. Weet men waarom het Calvinistische bloed niet dweept met het „Wien Neerlandsch bloed?” Men zou het zoo spoedig niet raden. In het vierde couplet komen de regels voor. „Hier smelt het eerst en dierst belang van allen staat en stand tot één gevoel in de’eigen zang voor Vorst en Vaderland.” Het eerst en dierst belang nu is, zegt de Standaard voor de Calvinisten, voor „heel het Puriteinenras” het vaderland, niet. Nu, dat behoefde ook niet meer gezegd te wordenMaar dat op dezen grond de menschen met het Wien Neerlandsch bloed niet ingeno men zouden zijn, is een dwaling. Van de duizend is er maar één, die er meer van kent dan het eerste en vijfde couplet en ge zongen worden de overige coupletten nooit. Uit soortgelijke dwaling spruit de meening voort, dat het Calvinistische volk het Wilhelmus zooveel hooger stelt, omdat men daarin leest „Dan dat ik God den Heere, der hoogste Ma jesteit, heb moeten obidieeren in der gerechtig heid.” Ook die regels kennen slechts de letterkundig ontwikkeldende overgroote massa weten niet, dat ze er in te vinden zijn. Maar met het „Puriteinenras” en „het Calvi nistische volk” gelijk de Standaard ze noemt, geven er zeer velen aan het oude Wilhelmus de voorkeur, omdat men voelt, dat daarin merg en pit is, en de melodie opwektterwijl de statige breede galmen van ons tegenwoordig volkslied hoofdzakelijk slechts indruk maken, omdat we weten dat het ons volkslied is en om de herin neringen, die er zich voor ieder aan verbinden. De heer van Houten geeft in zijn 13en staatkundigen brief aan de liberalen den raad, om, óf het struikelblok door de anti-revolutio- nairen op den weg der Grondwetsherziening gelegd, uit den weg te ruimen, of een tegen-ont- werp van Grondwetsherziening in te dienen, dat den hervormingsgezinde bevredigt. Besluit men tot het eerste, dan moet dadelijk de census worden verlaagd, waarna de Kamer wordt ontbonden. Wil men dit niet, dan moeten zij een voorstel indienen, waarbij het kiesrecht wordt toegekend aan allen, die in hun onder houd kunnen voorzien. Als men niet met hem medegaat, zal de heer van Houten zich bij eene ingrijpende census verlaging aansluiten. Zoo ja, dan denkt hij aan geen afscheiding. Zaterdagavond werd, in bijzijn van ver scheidene menschen, door den brigadier der rijks- veldwacht. G. A. Prins te Winschoten, gevangen genomen de arbeidster Harmke B., wonende op het zandpad aldaar, en zulks tengevolge van een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, waarbij zij wegens vergrijp tegen de zeden, in hooger beroep van een vonnis der Rechtbank te Winschoten, was veroordeeld tot 8 maanden eenzame opsluiting. Zooals bekend is werd haar cassatie-beroep door den Hoogen Raad verworpen. Bolswardsche Courant i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1885 | | pagina 1