NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OtSWARD ER WRRSERAOEE1 1 No. 29. 1885. Vier en Twintigste Jaargang. VOOR BUITENLAND. BINNENLAND. DONDERDAG 16 JULIJ. GRONDWETSHERZIENING ónmogelijk gemaakt, ook door de Katholieken. i 1 i F ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ^XCXCXCXC3XXCXC2XDCDC?XDCDCDXXC2<XC2^ deel zij heeft daarmede een zeer positieve daad gedaan, gelijk ik meer in het breede heb aan getoond in het 2e Blad van het „Nieuws van den Dag" van 28 April jl. Deregeering heeft,” zoo schrijft zij in hare memorie van toelichting bij het voorstel van verandering in het le hoofdstuk der grondwet, „aan die bepalingen, evenzeer als aan de overige, al hare aandacht gewijd, maar zij is tot heden niet overtuigd, dat verandering van die hoofd stukken door de noodzakelijkheid of door een evident staatsbelang wordt geboden. Met name laat Art. 194 der grondwet, juist opgevat, vol doende vrijheid aan den gewonen wetgever.” Kan het duidelijker uitgesproken worden? Nadat de regeering al hare aandacht aan deze zaak heeft gewijd is zij overtuigd, dat er geene noodzakelijkheid is, geen evident staatsbelang, waarom zij dit Hoofdstuk, dit artikel zou wijzi gen. Gaat het nu aan, de regeering te willen pressen, om tegen hare overtuiging in, toch Art. 194 te gaan wijzigen De regeering keurt het art. goed, kan zij het nu gaan afkeuren Moeten dan niet de ontevredenen optreden, hoe kunnen zij het doen, die tevreden zijn met den gang van zaken Maar zonderling genoeg is het, dat wij in de nota der katholieken lezen „Zij (de ondergeteekenden) willen niet betwisten, dat art. 194 der grondwet, juist opgevat, voldoende vrijheid van beweging aan den gewonen wetge ver zou laten. Veeleer mogen zij zeggen, dat deze stelling steeds door hen verdedigd werd.” Hunne bezwaren, zoo blijkt uit het vervolg, gelden de op dit Art. gegronde onderwijswetten van ’57 en ’78. Alzoo omtrent het grondwets artikel, geldt de meest mogelijke eenstemmigheid zelfs. Maar is dat zoo, dan is geen tegenvoor stel en geen tegenstand tegen den grondwetgever noodig, zelfs ongeoorloofd. Laten de Katholieke leden zich dan tegen den gewonen wetgever verzetten, want bij hem behooren dan hun be zwaren tehuis. De kamers moeten geheel „om”, laat hen daarvoor zorgen, dan kan een andere regeering het grondwetsartikel juist opvatten en beter toepassen en een nieuwe wet op het lager onderwijs zal tot stand komen. Een van beide dusof Art. 194 is goed, zooals de nota be weert, maar dan geen oppositie meer tegen grond wetsherziening en deze niet onmogelijk gemaakt; of het is verkeerd, maar dan legge men den plicht tot wijziging niet op de schouders eener regeering, die ze na rijp'beraad niet noodzakelijk acht, doch aanvaarde zelf dien taak, moedig en vol vertrouwen op zijn goed recht. M. E. van der MEULEN. Een groote politiemacht had daar dan ook handenvol werk, om de nieuwsgierigen tot door- loopen aan te manen. Ook hier was echter geen spoor van ontevredenheid te ontdekken en om halfnegen was het in den omtrek van het Hogen dorpsplein en de Pauwensteeg volkomen rustig. Nadat daarop de schutters op de Beurs ver zameld waren, trok te 9 uur een bataljon naar het plein voor het Rijksentrepót, oostelijk deel, en een bataljon naar de Doele, westelijk deel der stad. Het derde gedeelte bleef op de Beurs. Alleen de Pauwensteeg en het Hogendorpsplein werd door de politie afgezet. Het brandpunt der samenscholingen werd hedenavond voornamelijk de Korte Hoogstraat, waar twee ruiten werden ingeworpen, een in Café du Passage en een in den winkel van Dollée. Daar maakte de politie enkele malen charges, waarbij, volgens gerucht, eenige personen ge kwetst werden. Te ruim elf uur verminderde de volksmenigte en scheen de politie teruggetrokken te zijn. Van oproerigheid was geen schijn, zoodatde diensten der schutterij zoomin als die der ma riniers behoefden te worden ingeroepen. De schutters op de Beurs leidden een vroo- lijk leventje. Onder het genot van bier en brood zongen zij het hoogste lied. In de laatste afgeloopene drie maanden zijn onder het vee in de provincie Drenthe geene besmettelijke ziekten voorgekomen. Naar aanleiding der plechtige opening van het Rijksmuseum te Amsterdam, is ’t niet overbodig in herinnering te brengen, zegt de N. Rott. Ct., dat de stichting van dit museum te danken is aan het initiatief van het lid der Tweede Kamer der Staten Generaal mr. van Houten. In de zitting der Tweede Kamer van 4 December 1872 stelde de heer van Houten voor, om op de begrooting van het Ministerie van binnenlandsche zaken een artikel te brengen, luidende„Kosten voor het verkrijgen van nieuwe lokalen, voor den Staat toebehoorende of aan zijne zorgen toevertrouwde voorwerpen van beeldende kunst”. Dit voorstel werd aan genomen met 72 tegen ééne stem, zijnde die van graaf van Zuylen van Nyeveld, thans lid van den Raad van State. Men kent de wordingsgeschiedenis van het Museum. Na veel tegenwerking is het Museum thans bijna voltooid, en niet slechts is het een sieraad van Amsterdam, maar ook kan het de vergelijking met Musea in andere landen met eere doorstaan. Voor een groot deel is deze goede uitslag te danken aan de bekwaamheid en de energie van den architect Cuypers en aan den referendaris mr. Victor de Stuers. Het museum heeft ongeveer twee millioen gulden gekost. Bij gelegenheid van de inwijding van het Museum wordt door den Minister van binnen landsche zaken, mr. J. Heemskerk Az., te Amsterdam een luisterrijk diner gegeven. Hoe wel Z. M. de Koning door zijn verblijf buitens lands, tot herstel van gezondheid, de opening van het Museum niet kan bijwonen, mag met grond verzekerd worden, dat Z. M. toch van zijne belangstelling in dit feest zal blijk geven. Een vreeselijk onweder gepaard met hevi- gen regen, trok Zaterdagmiddag over Wichen in Noordwestelijke richting. Was de regen zeer welkom, het onweder richtte nogal schade aan. Even buiten het dorp sloeg de bliksem in een huis, nam een stuk van den schoorsteen mede, sloeg een gat in het dak en den zolder, en ver nielde eenige meubels en alle aardewerk in een kast. Te Bergharen werden drie koeien doodelijk getroffen. De Ruïne te Leiden schijnt nu inderdaad tot park te zullen worden ingericht. Door B. en W. toch is, volgens het L. Dbl., aan den Ge meenteraad machtiging gevraagd om schutting over te nemen van de aannemers der inrichtin- tingen van het feestterrein voor de som van f 410, waaronder begrepen zijn de kosten van het doortrekken in de Raamsteeg der schutting voor dat deel, dat vrij zal vallen, wanneer het feestgebouw afgebroken is, en wel om te blijven dienen tot omheining van de Gioote Ruïne, wanneer tot den aanleg van een park zal wor den overgegaan. Onlangs heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken verzocht, een plan van aanleg met bestek en raming hem ter goedkeu ring te doen toekomen, met het oog op de Staatsbegrooting voor 1886, hetgeen geschieden zal, zoodra de nieuwbenoemde gemeente-archi- tect, in functie zal zijn getreden. De moordenaar Veringmeier is Zaterdag van Schiedam naar Rotterdam overgebracht. De jolitie wist de nieuwsgierigheid van de bevol king te verschalkenzij liet het publiek on kundig van het uur van vertrek. Des middags te 1 ure ongeveer, toen er schier niemand voor het politiebureau was, werd V. ijlings in eene vigelante naar het station van den Holl. spoor weg getransporteerd om, bij aankomst te Rot terdam, naar de cullulaire gevangenis te worden vervoerd. Aan het station te Schiedam kreeg hij een zenuwtoeval. Des ochtends ten 7 ure is hij voor het lijk van zijn slachtoffer gebracht. Hij verklaarde zich volstrekt niet te herinneren den moord ge pleegd te hebben, hoewel hij niet ontkende, dat het best mogelijk was, dat hij de misdaad had be gaan. Overmatig gebruik van sterken drank en Bolsward. Den llden dezer mocht een onzer zeer geachte ingezetenep, de heer S. Lycklama a Nijeholt zijn 80sten verjaardig beleven en vie ren. Hij heeft dien dag tot een feestdag gemaakt voor de armen in het Armenhuis, het Convent en het gesticht der Roomsch-katholieken, door hen op zeer aangename wijze des avonds te onthalen. Men meldt uit Rotterdam Ofschoon de ongeregeldheden der vorige avonden Zaterdag den ganschen dag het hoofdonderwerp der gesprek ken was, bestond niet de geringste schijn van on tevredenheid. Dit nam echter niet weg, dat de burgemeester het noodig achtte tegen den avond de noodige maatregelen te nemen, teneinde tegen alle ge beurtenissen voorbereid te zijn. Werd zooals gemeld reeds in den vroe gen morgen de kennisgeving aangeplakt, waar bij samenscholingen verboden werden, in den loop van den dag werd de geheele schutterij aan gezegd zich bij het eerste alarm ter beuze te ver zamelen, terwijl de officieren en onderofficieren bevel kregen te 7 uur te dier plaatse aanwezig te zijn. Den vorigen avond was alleen het piket aan geschreven, heden de geheele schutterij. Dat de mariniers in de kazerne geconsigneerd waren, spreekt vanzelf. Het verschijnen der officieren ter beurze lokte, zooals te begrijpen is, een groote massa volk daarheen, dat nog belangrijk aangroeide toen even 7 uur de trommelslagers uittrokken, om door hun geroffel door de gansche stad de schut ters op de been te roepen. van deze werkstaking zal zich dus spoedig en gedurende geruimen tijd doen gevoelen. Omtrent de anarchisten, die in de Belgische hoofdstad zijn opgespoord, verneemt men nader het volgende Het huis waar te Brussel de anarchisten bij eenkwamen, is gelegen in de rue Notre Seigneur. Er werd daar een uitgebreide bibliotheek ge vonden en een volledig arsenaal van revolvers, pistolen, dolken, dynamiet-patronen enz. De commissaris van politie heeft beslag gelegd op een aantal belangrijke papieren, o.a. een lijst van geabonneerden op het dagblad Ni Dieu ni maitre. Ook de wapenen zijn in beslag genomen en aan het parket gezonden. Al de Belgen, die aangehouden waren, zijn, na een langdurig verhoor te hebben ondergaan, weder op vrije voeten gelatende overigen zijn ter beschikking gesteld van den officier van justitie Willemaers. Het zijn de Russische nihi list Jaffa en twee Fransche anarchisten, Mon- tael, bijgenaamd Dupont, en Furet. De Rus Reiffen heeft tijdig weten te ontkomen. Zijn signalement is allerwegen getelegrafeerd. De anarchisten hebben eene groote protest meeting belegd. De rechterlijke ambtenaren, met de instructie belast, werden opgeroepen om zich voor de dynamietmannen te verantwoorden. De politiebeambten werden slechts toegelaten tegen betaling van een hoogen entreeprijs Men verzekert aan de Indépendance, dat de ontdekking van het lokaal plaats had op aanwij zingen van de Fransche en Russische Gouverne menten. Uit de gevonden papieren moet gebleken zijn, dat het komplot gericht was togen den Czaar. Volgens de Moniteur betreft het onderzoek in de zaak der anarchisten niet anders dan eene vervolging voor het dragen van valsche namen, ten laste van twee vreemdelingen, die in Frankrijk voor landlooperij veroordeeld waren. De zitting der Spaansche Cortes is Zater dag gesloten. En juist nu hebben de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Marine hun ontslag genomen. Welke reden thans tot dien stap wettigen, wordt niet medegedeeld. In verschillende plaatsen, met name te Leri- da, is een oproer uitgebroken naar aanleiding van plaatseljjke belastingen. Een soldaat is gedood en drie zijn gekwetst. Van de muitelin gen weiden er 3 gedood en 14 zwaar gewond. Den Hen werden in Spanje weder 1371 per sonen door de cholera aangetast, terwijl 587 patiënten overleden. De cholera vermindert in eenige steden der provincie Valencia, maar vermeerdert op eene verschrikkelijke wijze in andere steden. Er worden in de besmette plaatsen groote vuren in de straten gebrand. Dr. Ferran heeft aan het Parijsche Journ. des Débats een telegram gezonden, waarin hij opkomt tegen de verklaring van dr. Gibier dat hij (Ferran) geld slaat uit zijne inëntingen. Ik heb meer dan 20,000 personen kosteloos inge ënt, schrijft hij, met name allen die ik te Alei- ra, Benefayo, Puyg en Cartagente heb ingeënt. Aan de armen te Aleira heb ik 6000 fr. gege ven, die mij door de Regeering waren aangebo den voor mijne verrichtingen. Ik heb aan de armen te Benifayo het geld afgestaan, dat de gemeenteraad mij had toegekend. In de zie kenhuizen, bij het leger, bij de marine ent ik kosteloos in, zoomede alle armen. De regeering moet het verbod van de chole- rainenting thans volstrekt hebben gemaakt. Men weet, dat voor eenige dagen het besluit kwam, waarbij dat verbod zich bepaalde tot alle ge- neesheeren met uitzondering van dr. Ferran. Het is volkomen verklaarbaar dat het talrijk gehoor van Dr. Schaepman, toen hij den 29sten Juni jl. hier optrad, den redenaar met groote belangstelling hoorde. Deze spreker heeft de gave der tale in hooge mate. Hij beschikt over een machtig stemgeluid, spreekt met het meeste gemak, in een vrij onzuiveren dampkring, ander half uur lang en boeit van het begin tot het einde. Hij heeft de gevatheid om beelden te kiezen, vergelijkingen te maken, zaken in een belachelijk daglicht te stellen, waardoor hij van een oogenblikkelijke zege verzekerd kan zijn. Op mij maakte hij den indruk dat hij meer overreedt dan overtuigt, meer meesleept dan bezielt, gemakkelijker een lach dan een traan ontlokt. Het is mijn doel niet de rede in bijzonderhe den na te gaan en te bespreken. Ik zou baar willen noemen eene memorie van toelichting op de bij de Kamer ingediende nota der katholieke leden, terecht en helaashun ultimatum ge noemd, hun „laatste woord”. Ik schrijf„te recht”, want in de nota lezen wij, dat hunne overtuiging „kort en scherp is neergelegd in het woord: Zonder herziening van Art. 194 geen grondwetsherziening", en ook Dr. Schaepman sprak, zoo al niet in hun naam, dan toch in hun geest, toen hij bij herhaling deed uitkomen, dat hij voorzeker, de herziening verlangde van velerlei, maar alles ondergeschikt maakt aan de herziening van Art. 194. Dat betreur ik echter ten zeerste en het verbaast mij, dat de Katho lieken ook in dezen met de anti-revolutionairen meegaan, hen nadoen eigenlijk, al treden zij schijnbaar zelfstandig op. Dat de anti-revolu tionairen met alle kracht ijveren voor een school met den Bijbel, dat begrijp ik, maar dat de bijbel een schoolboek zou zijn, nemen de Ka tholieken evenmin aan als de liberalen. Dat de anti-revolutionairen het leerstellig onderwijs in den godsdienst aan onderwijzers op de lagere school toevertrouwen, moeten zij zelve weten, maar ook hierin zijn Katholieken en liberalen het eens, dat dit onderwijs behoort uit te gaan van den priester en den godsdienstleeraar. Het is dan ook opmerkelijk dat dezer dagen volgens „de Volksvriend" van Roermond, Monseigneur Paredis, de Bisschop aldaar, aan een maaltijd, gegeven door den heer Boermans na zijne wij ding tot Bisschop var Thermopilis in partibus infidelium, in een toost, waarin hij de nage dachtenis huldigde van „den grooten Thorbecke,” ook dit zeide„Daarom meen ik dat wij blijde mogen zijn, dat wij in Nederland leven met zoo’n vrije weten de liberalen hebben ons nooit veel kwaad gedaan, want die schoolwet van 1857 is maar tot stand gekomen, omdat wij ze goed vonden” enz. Het is zooals Msgr. Paredis zegt, onder me dewerking der Katholieken is het lager onder wijs geregeld en ook Art. 194, tot nu toe meer bespot dan weerlegd, tot stand gekomen. Ik heb 15 jaren in Limburg en N.-Brabant te midden van Katholieken gewoond, de wet zien uitvoeren, door Protestantsche onderwijzers zelfs in overwegend Roomsche streken, maar ik heb nooit een zweem van ontevredenheid bij de be volking waargenomen. Ja, ik vraag met ver trouwen, waar en wanneer zijn er noodkreten gehoord, uit den boezem des volks voortgeko men, wie heeft ooit aan zich zelven waargeno men en in zijne omgeving opgemerkt, dat der ouderen rechten zoo werden verkort Het ge heele verzet tegen de regeling van het lager onderwijs hier te lande maakt den indruk van een kolossale opwinding. Als de agitators eens zwegen, de drijvers niet meer opzweepten, zou er heel wat minder hartstocht en heel wat meer vrede zijn. Ziet in tal van dorpen en steden. Er heerseben rust en tevredenheid totdat een orthodox predikant of priester optreedt en de rust is geweken, de bevolking wordt tegen elk ander in het harnas gejaagd, ijver ontstaat, maar voorwaar niet immer ijver met verstand, het heet dat het geloof ontwaakt, maar in elk ge val de liefde vlucht heen, want zij tiert niet te midden der doornen. Vraagt het aan Katho liek en Protestant of zij ervaren hebben, dat de lagere school bij hen zulke slechte indruk ken heeft achtergelaten. Heeft dat lager onder wijs allen zoo geneutraliseerd, vanwaar dan zooveel godsdienstijver, als men beweert dat be toond wordt en dat bij een geslacht ’t welk zijn eerste vorming juist onder dienu zoo gevloekte wet heeft ontvangen Doch laat ons aanne men, dat de leiders en volksvertegenwoordigers der Katholieken hun redenen hebben om nu tegen Art. 194 der grondwet te zijn en dus niet instemmen met Roermond’s Bisschop en de Hoogwaardigheidsbekleeders die zjjn toost ter eere van Thorbecke en de liberalen toejuichten, waarom maken zij dan geen gebruik van hun recht van initiatief als leden der 2de Kamer, waarom dienen zij een nota in en geen goed geformuleerd voorstel? Wat Dr. Schaepman daartegen heeft aangevoerd, acht ik geheel on bevredigend, zijn eisch dat deze regeering een gewijzigd wetsvoorstel indienen zal ten hoogste onredelijk. De regeering toch, die Hoofdstuk X der Grondwet en het daarin voorkomende Art. 194 „stilzwijgend is voorbijgegaan,” heeft dit niet nagelaten bij wijze van verzuim of omdat zij er hare aandacht niet aan heeft geschonken. Integen- De Fransche Regeering heeft van generaal de Courcy een telegram uit Hué ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat de eerste ver sterkingen uit Tonking daar zijn aangekomen. De citadel wordt door de versterkingstroepen met de zouaven bewaakt. Roofbenden houden zich in den omtrek van Hué op. Er zijn in het paleis nieuwe schatten gevondendie met de zilveren staven te zamen eene waarde van tien millioen vertegenwoordigen. De Koning van Anam is aan gene zijde van de Cambo de ge vangene van den tweeden regent Thuyen. De Koningin-moeder, de ooms van den Koning, de Prinsen en vele mandarijnen hebben het verlan gen te kennen gegeven, om' naar Hué terug te keeren. Eene dépêche van den gouverneur van Senegal van 9 dezer meldt, dat de negers op 31 Mei de Franschen aanvielen op dë rivier tusschen Niga- gassola en Tignire. De afgezonden verster kingen baanden zich een doortocht en sloegen de zwarten. Op 22 Juni had er opnieuw een gevecht plaats, waarbij weder de zwarten eene nederlaag leden. Onlangs werden te Apenrade in Sleeswijk eenige meisjes veroordeeld omdat zij het hadden gewaagd, Deensche volksliedjes te zingennu weder heeft de Duitsche autoriteit, angstig voor elke beweging, welke haar aangematigd gezag zou kunnen afbreuk doen, het Deensche natio naliteitsgevoel der bevolking van Slees wij k-Hol- stein met kracht meenen te moeten onderdrukken. Het was ook te Apenrade, dat het koninklijk ballet van Kopenhagen eene uitvoering gaf. De I politie heeft nl. het geven van verdere voorstel lingen verboden, omdat bij de laatste gelegenheid bouqetten, bestaande uit witte rozen met roode linten (de Deensche kleuren) op het tooneel werden geworpen, als een hulde aan de voornaam ste artisten, De werkstaking der metselaars te Berlijn I duurt nu reeds drie weken. Van de 13,000 metse- I laarsgezellen te Berlijn, hebben 6000 de hoofdstad I verlaten, om elders werk te zoeken, niet alleen I als metselaars, maar ook als daglooners bij het I binnenhalen van den oogst. Tengevolge van die werkstaking hebben ook timmerlieden, schilders, smeden, kortom in tal van ambachten en bedrij ven, duizenden gebrek aan werk, en het gevolg daarvan zal zijn, dat niet slechts in ontelbare gezinnen armoede en kommer gaan heerschen, maar ook, dat er gebrek aan woningen ontstaat. Men berekent, dat te Berlijn dagelijks 3 nieuwe huizen gebouwd moeten worden, om te voorzien in de huisvesting van de 35,000 a 40,000 in woners, waarmede de bevolking der hoofdstad jaarlijks toeneemt. Daarvan is een groot deel I noodig voor arbeiderswoningen, en het nadeel Bolswardsche Courant ft.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1885 | | pagina 1