NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWAR» EN WWS8RAÖBSI
De stillen in den lande.
Vier en Twintigste Jaargang.
No. 30.
1885.
I
VOOR
BINNENLAND.
BUITENLAND.
DONDERDAG 23 JULIJ.
In „ZDe Tijd.
ruchtigen dat doen.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
deze is hoog bejaard en zou waarschijnlijk zijne
rechten aan zijn oudsten zoon, prins Lodewijk,
afstaan, Prins Lodewijk, van wien men beweert,
dat hij gezind is, leeft, in weerwil van zijn grooten
rijkdom, burgerlijk eenvoudig en heeft zich door
zijne minzaamheid populair gemaakt. Het volk
beschouwt hem als den troonsopvolger en de de
monstratieve bijval, waarmede hij overal wordt
begroet, toont dat men hem gaarne op den troon
zou zien.
Een kleine schets ten slotte. In Overijssel
vertelt de geniale Staring, woonden eens twee
broeders, boeren van bedrijf. De eene, onge
huwd, was welgesteld de andere, gehuwd, was
niet alleen welgesteld, maar door zijn huwelijk
schatrijk geworden. De eerste behoorde tot de
stillen in den lande, de laatste niet. Deze had
een zoontje, die graag bij oom Harmen mocht
wezen. Doch dat verbood de rijke broeder, om
dat oom te eenvoudig, te boersch was en bleef.
Steelsgewijze kwam echter ’t zoontje hem dik
wijls bezoeken en toen hij ziek werd dagelijks.
De knaap zeide toen eenswat hebt gij mij dik
wijls wat moois verteld en mij daarmede genoe
gen gedaan en zou ik, nu ge ziek daarhenen ligt,
u niet bezoeken Dat goot balsem in de ziel des
mansdie liefde schonk hem levenskracht en
moed. Hij genas weer, doch in den oorlog, die
kort daarop woedde, werd huis en bezitting van
de ouders van den knaap verbrand en alleen hij
bleef gespaard. De vader stierf aan de bekomen
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
brandwonden, de moeder van schrik en ontstel
tenis. Velen deelden in datzelfde lot. Zonderling
genoeg bleef de bezitting van Harmen-oom ge
spaard, van den stille in den lande. Hiervoor
was echter wel een reden. Toen de vernieling
allerwege in volle werking was, sprongen velen
yoor den eenvoudigen, kalmen, bedaarden man
in de bres, en zoo behield hij wat anderen ver
loren. De oom voltooide de opvoeding van den
beminden Wouter en door zijne zorg groeide hij
op tot een sieraad der maatschappij.
Het Engelsche Ministerie hield Zaterdag een
Kabinetsraad lord Salisbury, graaf Iddesleigh
en sir Michael Hicks-Beach kwamen daarna
bijeen in het Ministerie van Buitenlandsche Za
ken baron de Staal, de Russische gezant, had
denzelfden dag een langdurig onderhoud met
lord Salisbury.
Dat de Afghaansche grensquaestie het onder
werp is geweest van al die samensprekingen,
behoeft men niet te betwijfelen. Eene andere
vraag is ’t, of de bloote mededeeling„men
verzekert dat de onderhandelingen in vriend-
schappelijken geest worden voortgezet”, voldoen
de zal zijn, om de sensatie der laatste dagen
te bezwerende juiste stand van zaken wordt
niet blootgelegd, en zoolang dit niet is geschied,
blijft er voor de alarmeerende pers nog altijd
gelegenheid te over, om hen te believen, die er
belang bij hebben, het publiek aan een mogelij-
ken oorlog te doen blijven gelooven.
De Globe keurt den toon der bladen, die tot
paniek opwekken, ten sterkste af, omdat er in
de verklaringen van den Minister Churchill niets
was, dat paniek rechtvaardigde. Intusschen
meent de Globe, dat Engeland tegenover Rus
land in quaestie van den Zoelfikar-pas stand
vastig blijven moet. Dat is ook het gevoelen
der meeste Engelsche bladen. De Globe is van
oordeel, dat Engeland desnoods van deze zaak
een casusbelli moet maken. De Pall Mall Gazette
ziet de zaak minder donker in dan andere bla
den en gelooft, dat als de Afghanen willen trach
ten, bij Zoelfikar hunne nederlaag van Poel-i-
Kisti uit te wisschen, generaal Komaroff dat wel
zal weten te voorkomen. Het blad beweert, dat
er eigenlijk over den Zoelfikar-pas in het geheel
geen geschil bestaat, daar die reeds lang vóór
Gladstone aftrad, aan de Afghanen is toegewe
zen. Er wordt thans alleen over getwist, of
een zeker punt, dat de gemeenschap tusschen de
Russische voorposten benoorden Zoelfikar be-
heerscht, ook aan de Afghanen behoort.
Volgens den officieusen Berlijnschen correspon
dent der Köln. Zeit. berust de hoop op eene ten
slotte vreedzame schikking alleen op deze om
standigheid, dat Engeland zoowel als Rusland
redenen hebben om een oorlog te vermijden,
zoodat men van beide zijden toegeeflijkheid ver
wachten mag. Hij brengt in herinnering, reeds
verscheidene dagen geleden voorspeld te hebben,
dat de Engelsch-Russische onderhandelingen nog
meermalen onrust zouden veroorzaken, maar
desniettemin den gewenschten uitslag konden
hebben. Bij die meening blijft hij ook nu nog.
Wat de zaak zelve aangaat, doet hij opmerken
dat de Pall Mall Gazette de Russische beschou
wing wedergeeft, als zij zegt: „Het zou van lord
Salisbury onverantwoordelijk zijn, als hij een
oorlog deed ontstaan wegens een weg, dien de
Russen niet missen kunnen”. De Engelsche op
vatting is, dat lord Salisbury onverantwoordelijk
handelen zou door aan Rusland nog meer toe te
geven dan Gladstone reeds gedaan heeft.
Het Lagerhuis heeft Zaterdag zonder stemming
een voorstel van Parnell verworpen, om een on
derzoek te doen instellen naar de wijze, waarop
onder lord Spencer’s bewind de dwangwetten in
Ierland werden toegepast. In den loop van het
debat verklaarde Hicks-Beach zich bereid om elk
geval, dat in de hem voorgelegde memorie ver
meld stond, persoonlijk zorgvuldig te onderzoe
ken in het door Parnell verlangde onderzoek
kon de Regeering echter niet treden. Parnell
wilde hierop zijn voorstel intrekken, doch het
Huis eischte debat. Verscheidene conservatieven
laakten zeer scherp de opheffing der exceptio-
neele wetten.
Te Brussel is overleden de Belgische Minis
ter van Staat baron de Vrière, een der staats
lieden die deelnamen aan de revolutie van ’30,
welke tot Belgie’s zelfstandigheid heeft geleid.
De baron de Vrière was aanvankelijk diplomaat.
Hij vertegenwoordigde Belgie achtereenvolgens
te Kopenhagen en te Lissabon. Later werd hij
gouverneur van Henegouwen en daarna van West-
Vlaanderen. Van 18571861 was hij Minister
van Binnenlandsche Zaken. Hij had zitting in
de Kamer voor Brugge van 18571864, toen de
clericale partij aldaar de meerderheid verkreeg.
De verjaardag van de troonsbestijging van
Koning Leopold I (21 Juli 1831) is Dinsdag even
als altijd gevierd door het houden van een
plechtig „Te Deum” in de kathedraal Sainte-
Gudule. De Kamer van Vertegenwoordigers
heeft de plechtigheid weder en corps bijge-
Bovenstaand opschrift is een eeretitel voor
velen, die daar maar zoo stil, onopgemerkt voort
leven, doch die daarom niet minder nuttig zijn,
dan zij die veel van zich doen hooren. In ka
rakter en van inborst zijn ze vaak vrij wat edeler
dan degenen, die niet zoo kalm, rustig, eenvou
dig en bedaard zijn van gemoed. De stillen in
den lande hebben te huis hun thuis. Daar ver
zamelen zij zich de stof voor ’t leven, daar den
ken en werken zij. In den huiselijken kring
is de vader een vader in den waren zin des woords,
zich bemoeiende met zijne kinderen, hen opvoe
dende tot deugd en goede zeden en de moeder
is eene moeder met een liefdevol hart. Zij leven
tevreden, vrij van eerzucht, vergenoegd in den
kring, waarin de levensomstandigheden hen
plaatste. De stillen in den lande worden onder
alle rangen en standen in de maatschappij gevon
den. Zij sluiten zich niet op in hunne woning
als een monnik of non in een klooster of als een
heremiet in zijne kluis, neen, ook zij bewegen
zich wel in ’t leven, doch zijn dan meer de zwij
gers, enkel eens de sprekers. Zij hooren gaarne
de gezonde taal van den redenaar, zonder een
uitgebreid vertoog daarvan te leveren ofeenon-
meedoogend oordeel te vellen, zooals vele luid-
De stillen in den lande, de weinig geruchtma-
kenden zijn meestal warme menschenvrienden,
die zonder van zich te doen spreken, doen wat
hun hand vindt om te doen. Zij leven meestal
tevreden en dankbaar, weinig behoevende om ge
lukkig te zijn. Dat hun ras nimmer uitsterve
Te Amsterdam heeft de anti-revolutionaire
kiesvereeniging Nederland en Oranje eene voor
ieder toegankelijke vergadering belegd ter be
spreking van de gemeente-belangen. Behalve de
heeren van die richting, waren ook vertegen
woordigers aanwezig van de sociaal-democratische
begrippen. Het tijdvak van geluk en vrede, als
de tijger met de lep-aal zal verkeeren, zoo als
de Schoolmeester het uitdrukte, is nog wel niet
aangebroken, maar de toenadering tusschen deze
twee richtingen zou bijna aan de komst er van
doen gelooven.
Of de toenadering wederzijdsch is, hebben wij
niet uit de gehouden redevoeringen kunnen op
maken. Alleen van sociaal-democratische zijde
werd medegedeeld, dat de twee uitersten elkander
de hand reiken. De spreker voorspelde dat tus
schen die twee uitersten de liberalen zouden
worden doodgeknepen.
Dat vooruitzicht is wel niet heel aangenaam
voor de liberalen, maar na morgen komt nog
een dag en hoe dan de toestand der sociaal-de-
mocraten zal wezen, wanneer zij met de anti
revolutionairen het rijk alleen hebben, is ons nog
zoo heel duidelijk niet. Men kan zeer goed op
vergaderingen elkander beleefdheden zeggen en
bij verkiezingen elkanders candidaten steunen,
maar als het er op aankomt te zamen het land
te besturen, dan is het niet te verwachten, dat
de beide partijen zoo eendrachtig dienzelfden weg
zullen gaan. Een sociaal-democratisch-theocra-
tische Staat moet eigenaardige moeilijkheden op
leveren voor hen, aan wie de regeering en de
leiding der zaken is opgedragen.
Het voorstel-Reekers, hetwelk zulk een
geestdrift en opgewondenheid bij een gedeelte
van ons volk teweegbracht dat zorgvolle vrien
den den voorsteller ontraadden zich persoonlijk
aan de liefkoozingen en dankbetuigingen bloot
te stellen van hen, die door zijne wet gebaat
zullen worden, heeft ook de ader eens dichters
doen zwellen. In de Tijd lezen wij de volgende
geestige regelen op het verzet, hetwelk het voor-
stel-Reekers bij sommigen heeft opgewekt.
De zeven Burgemeesters van ’t Zuiderzee-strand,
Die reikten malkander heel plechtig de hand
Ze stonden met schakels te zamen geschakeld,
Al waren ze verder een beetjen onttakeld.
Ze zwoeren aan moordkuil en kwakkuil den dood,
En riepen’t Meer Flevo behoort onze vloot
De schuimers van ’t Noorden bedreigen het Zuiden;
Wij zullen ’t dien heeren wel anders beduiden
De Kamer, dejTweede, gaf Volendam spel;
Bij de Eerste is ’t nog hangend, die helpt ons
nog wel
Wij zullen dat zaakjen eens netjes verevenen,
Wij zijn burgemeesters en zijn met ons zevenen,
Uit Laren meldt men van 17 Juni aan de
N. R. Ct.
Er heeft hier een vechtpartij plaats gehad, die
veel overeenkomst had met een amok. Juist was
een dertigtal bezoekers van ’t zonnige Laren-
berg naar het lommerrijke Jan Tabak gestoomd
en bleven wij nog met een zestal gasten op ’t
Paviljoen, toen men verschrikte door een vreese-
hjk tumult, dat uit de groote zaal kwam. Twee
kellners hadden elkander om het lijf gegrepen
en rolden als een kluwen over stoelen en bankjes.
De dames vluchten en kinderen gilden, ’t was een
vreeselijk tooneel van verwarring. De chef van
de restauratie wilde de vechtenden scheiden, maar
nu schoot ook de derde kellner toe, en als op
een gegeven teéken vielen de drie razenden den
chef aan. Op diens hulpgeschreeuw kwam de
boer der boerderij met eenige knechts toeschieten.
Met vreeselijke woede stonden de partijen elk
ander een tijdlang af te rossen. Messen werden
van de tafel gegrepen, een dolk kwam te voor
schijn, kogelfleschjes werden op de hoofden stuk
geslagen, en duchtig werd met een fornuistang
er op ingeranseld. Ten slotte zwichtten de amok-
makers voor de overmacht.
Van het gebeurde is bij den burgemeester te
Laren proces-verbaal opgemaakt.
Zondag is te Egmond aan Zee het lijk
aangespoeld van mr. H. J 0. de Jonge, advo
caat te ’s Gravenhage, die Zaterdag met zijn
eigen zeiljacht, door twee bootslieden bemand,
Katwijk verliet om van daar IJmuiden te be
reiken.
Twee bezoekers van Wijk-aan-Zee deelen aan
het Hbl. mede, dat zij het ranke vaartuigje,
waarop de heer de Jonge zich bevond, hebben
zien omslaan, vlak voor het café genaamd „Zee-
café”, gelegen op en tusschen het duin aldaar.
De heeren waren de eenige in het café en de
den bun best hulp te erlangen, maar ’t duurde
zeer lang eer die kon worden verleend. De
reddingsboot werd niet uitgehaald, want daar-
woond ondanks de tegenkanting der liberalen, wier
woordvoerder Bara er op wees, dat het Congres
in 1831 niet tot dergelijke deelneming heeft be
sloten. Eerst in 1836 begon de Kamer die rege
ling te volgen, sedert 1880 evenwel was het niet
geschied. De heer Woeste betoogde, dat al had
den de Staat en de Kamer als zoodanig geen
godsdienst, de overheid toch den Allerhoogste
kon eeren en Hem dankzeggen voor de weldaden,
welke God door de dynastie aan België heeft be
wezen. Eene opmerking van den heer Nothomb
gaf den heer Bara aanleiding te herinneren aan
de onvaderlandslievende houding der geestelijk
heid in 1880, toen zij weigerde op de nationale
feesten te verschijnen en het öOjarige jubileum
van het Belgische volksbestaan mede te vieren.
Deze onvergeeflijke houding heeft de rechterzijde
zelve afgekeurd, door aan de feesten deel te ne
men, en thans mist zij zelfs het gevoel voor de
schandelijke beleediging, toen door de geeste
lijkheid aan den Koning en aan ’s lands instel
lingen aangedaan. Door het besluit, dus be
sloot de heer Bara zijn rede, dat de Kamer
thans zaFnemen, wordt de geestelijkheid gevierd
en hare ijdelheid en haar overmoed gestreeld,
maar vernedert de Kamer zichzelve.
Een Duitsch eskader, bestaande uit vijf
groote gepantserde schepen, een kanonneerboot
en een voorraadschip, te zamen 81 kanonnen en
2000 man, onder vice-admiraal Knorr, is bij de
kust van Zanzibar voor anker gekomen. Men
verwacht eene demonstratie der vloot, ingeval de
sultan van Zanzibar niet wil voldoen aan Duitsch-
land’s eischen betrekkelijk de Oostafrikaansche
kust.
Te Berlijn heeft de bekende hofprediker Stöcker
terechtgestaan wegens beleediging van den Elber-
felder fabrikant Schmidt gedurende den verkie
zingsstrijd. Dr. Stöcker had op zijn beurt den
fabrikant wegens beleediging aangeklaagd. Beiden
zijn veroordeeld Dr. Stöcker tot 150 mark boete
en der kosten; de heer Schmidt tot 50mark
en *4 der kosten. Beiden werden verder door
den rechter gemachtigd, het vonnis openbaar te
maken in daartoe aangewezen bladen.
De berichten omtrent eene bijeenkomst der drie
Keizers noemt de Köln. Zeitung voorbarig. Tot
dusver is alleen zeker, dat Keizer Frans Jozef
een bezoek zal brengen aan den Duitschen Keizer
te Gastein, hetwelk Keizer Wilhelm waarschijnlijk
met een bezoek aan Ischl zal beantwoorden, in
dien zijn gezondheidstoestand dit veroorlooft.
Overigens berusten de mededeelingen omtrent
eene aanstaande bijeenkomst van Bismarck en
den Oostenrij kschen Minister-president Kalnóky
voorloopig op zeer losse vermoedens. Mogelijk is
het en zelfs waarschijnlijk, dat de beide staats
lieden dit jaar (als gewoonlijk) eene bijeenkomst
zullen houden, om den algemeenen toestand en
vooral de netelige economische verhouding tus
schen Duitschland en de Oostenrij ksch-Hongaar-
sche Monarchie te besprekenmeer echter kan
voor het oogenblik niet worden voorspeld.
In Petersburg is men bij toeval tot de ont
dekking gekomen, dat valsche passen en andere
legitimatie-papieren in een bepaalde werkplaats
werden vervaardigd. Er was een belangrijke dief
stal gepleegd bij een ritmeester der garde te
Zarskoje-Selo en de politie nam als de dieven
een lakei van den ritmeester en een man in
hechtenis, die zich voor den zoon van een kapi
tein Poduskin uitgaf. Bij de huizoeking in de
woningen van die twee vond de politie niet alleen
het gestolene, maar ook een aantal valsche docu
menten en de middelen tot vervaardiging daar
van in de woning van Poduskin, die al spoedig
bleek in werkelijkheid anders te heeten en een
uit Siberië ontvluchte misdadiger te zijn. Hij
en zijne medeplichtigen hadden eene massa oud
papier uit de ministerien opgekocht en zij ge
bruikten de oude zegels, onderteekeningen enz.
van die echte stukken ter vervaardiging van de
valsche, welke in groote menigte moeten zijn ver
kocht aan de boeven der residentie, meer nog
dan aan leden der nihilistische partij, met welke
zij weinig of niets hadden uit te staan.
Het huwelijk tusschen Adelina Patti en
den markies de Caux is te Parijs ontbonden.
De groote geldverkwisting van den Koning
van Beieren dreigt op een bankroet uit te loopen.
De civiele lijst bedraagt 4,231,043 Mark, 2 pet.
van de bruto ontvangsten van den staat. De
koning is ongehuwd en zijne hofhouding is niet
groot. Zijn vader, koning Max II, had 5 pet.
minder inkomen en moest aan zijn vader jaar
lijks een half millioen gulden uitkeeren; hij hield
een schitterend hof, deed groote reizen, gaf mil-
lioenen uit voor wetenschap en kunst en liet na
eene regeering van 16 jaren verscheidene milli-
oenen na. Tooneelvoorstellingen, vooral van
Wagner’s opera’s, en het bouwen van fantasti
sche paleizen hebben zijn opvolger geruïneerd.
Aan Herrenchimsee is 12 jaren gebouwd; het
heeft meer dan 30 millioen gekost en slechts een
derde gedeelte is voltooid. Lindenhof en het nog
onvoltooide Neuschwanstein hebben eveneens
vele millioenen verslonden. Een nieuw kasteel,
Falkenfels, is ontworpen, dat nog romantischer
zal worden dan Neuschwanstien. Wie zal ooit
de kostbare gebouwen kunnen bewonen Wie
zal ze kunnen onderhouden Leverancier, fabri
kanten en ambachtslieden moeten jaren op hun
geld wachten. De Beiersche bladen bespreken
reeds de mogelijkheid van een regentschap. Daar
's konings broeder Otto krankzinnig is, zou zijn
oom, prins Luitpold, regent moeten worden, maar
Is zoo’n stille in den lande een rijk mensch,
dan is het hem een wellust om den geringe, be
deeld met geestesgaven, te brengen waar hij be
hoort. Hij verheft zich niet, doch werkt mee
tot de opheffing, tot de verheffing van een deug
delijk mensch. Moet er steun worden geschon
ken, waar armoe lijdt, waar ziekte verteert, waar
nood bidt, die steun wordt verleend, doch in stilte,
geheel in overeenstemming met het leven van
dien mensch. Och, gij kent die stillen in den
lande wel, ’t zijn de ooms en tantes, de buur en
kennis, die bij hun intreden in uwe woning door
de kinderen zoo blijde worden begroet; zij scharen
zich om hem of haar met een kinderlijk vertrou
wen, die ons aantrekt en waarvan velen zeggen:
hoe is t mogelijk! ik kan mij maar volstrekt
niet begrijpen waarom ze met hem of haar zoo
ingenomen zijn. Voor velen is dit geen raadsel,
die weten, dat eenvoudigheid het kenmerk van
het ware is en dit de onschuldige, eenvoudige,
levenslustige jongens en meisjes zoo aantrekt en
bekoort.
van 20 Juli jl. staat dat „uit information, geheel
ten overvloede ingewonnen, met volstrekte zeker
heid blijkt, dat van C hetgeen den doorluchtigen
nestor van ons Episcopaat (Msgr. Paredis te
Roermond) in den mond wordt gelegd (in den
bekenden toost), zelfs niet één enkel woord door
hem is gesproken.” Voorts, dat de bladen, die
dezen toost hebben overgenomen „zich op onnoo-
zele wijze hebben laten beetnemen”.
Of het volstrekt zeker is dat Mgr. Paredis de
aangehaalde woorden niet gesproken heeft, mogen
„de Volksvriend" en „rfe Tijd" te samen uitma
ken. De wijze echter waarop „de Tijd" deze
zaak bespreekt, werpt een treurig licht op het
hart der redactie. Het is „onnoozel” te ver
onderstellen dat Mgr. Paredis een woord van
dankbare hulde zou gewijd hebben aan Thorbecke;
’t spreekt zoo van zelf dat hij daartoe niet in staat
zou geweest zijn, dat een onderzoek er naar,
alleen „geheel ten overvloede” is ingewonnen.
Is dat niet treurig Is het dan niet waar, dat
de katholieken de herstelling der Bisschoppelijke
hiërarchie aan Thorbecke vooral te danken
hebben, waarmee de bisschop zijn toost begon
Het is toch wel waar dat de katholieken, toen
Thorbecke indertijd in N.-Brabant en ik meen
ook in Limburg zijn rondreize deed, hem een op
hun standpunt welverdiende hulde brachtenik
was althans in de nabijheid toen hij in Ouden-
bosch een serenade ontving. Dat juist „de Nes
tor van het Episcopaat” dit in dankbare herin
nering bewaarde, vond ik dat hem tot eer ver
strekte. Ook wat hij van het onderwijs zeide,
achtte ik volkomen waar, ’t Schijnt intuschen
dat hij niets van dat alles gezegd heeft of althans
niet mag gezegd hebben.
M. E. van der MEULEN.
Bolswardsche Courant
77
.’.W