NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD B0LSWA8» EK WNSEU8EEI. fi rl Vier en Twintigste Jaargang. 1885. No. 31. VOOR BUITENLAND BINNENLAND. DONDERDAG 30 JULIJ, IN DEN KOMKOMMERTIJD. '•1 ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Bols ward, 27 Juli. Een statige optocht trok gisteren door onze stad. Voorop ging een 20tal jonge meisjes, zij droegen een keurigen bloemen krans. Dan volgde een lijkkoets, voorafgegaan, geflankeerd en gevolgd, door de gymnasten, le den van Lycurgus. Daar achter zag men, eerst de predikanten der hervormde gemeente, dan de voogden van het weeshuis en enkele vrienden en in hun midden twee broeders van den over ledene, den heer K. Wierstra, gymnastiekonder- wijzer, die in den krachtvollen leeftijd van 31 jaren, na eene kortstondige krankheid, onver wacht in de vorige week gestorven is. De heer C. A. Dardenne Ankringa sprak ten huize van den heer H. J. Tuininga een ernstig woord ter waardeering van den overledene, dat ongetwij feld bij alle aanwezigen instemming vond, want Wierstra was een algemeen geacht burger, een degelijk en geliefd onderwijzer. Met weemoed denkt ongetwijfeld ieder aan haar, die binnen kort met hem in het huwelijk zou treden en die niet eenmaal hem zien kon vóór zijn sterven. Met welgevallen rustte aller oog op het frissche groen van den krans, dien Wierstra’s vrienden aan het lijkkleed hadden gehecht. De houding der bevolking, die in grooten getale overal op den weg was, was waardig en rustig. intusschen dat de kiezers zich niet verder op het dwaalspoor zullen verloopen, maar op den rechten weg in tijds nog wederkeeren. ’t Is op dat gebied der verkiezingen nog niet wat het wezen moet. Doch ook daarin zal ver betering komen. Als eenmaal het algemeen stemrecht is ingevoerd, dan zal er een edele ijver en naijver ontstaan en de besten zullen zitting nemen, in de raadzalen van gemeente, gewest en land, doch met die kwestie vermoeien we nu onze hoofden niet, ’t Is vacantie, we leven in den komkommertijd. M. E. van der MEULEN. In het departement Finistère zijn de vier leden van den Franschen Senaat, wier verkiezing was vernietigd, wegens inmenging van de geestelijk heid, herkozen. De radicale linkerzijde der Kamer heeft eene vergadering gehouden en haren voorzitter, den heer Achard, o. a. opgedragen, met den Minister president Brisson in overleg te treden, teneinde van den Senaat te verkrijgen, dat de door de afgevaardigden ingediende ontwerpen evengoed als die der Regeering na de verkiezing der nieuwe Kamer verder worden afgehandeld. Met het door de Kamer aangenomen recrutee- ringsontwerp zal dit in elk geval geschieden, daar de Minister van Oorlog het overgenomen heeft. Het Journal des Débats, dat dit ontwerp steeds scherp heeft afgekeurd, troost er zich mede, dat er in den Senaat militairen zitting hebben, die het aanmerkelijk zullen wijzigen. Dan, vervolgt het blad, moet het naar de Kamer terug, en dan zal er hetzij een nieuwe meerderheid zijn, welke niet zoo licht het belang der landsverdediging aan de samenspanning van verkiezingsbelangen zal opofferen, of wel men zal den nominalen dienst tijd van drie jaar, feitelijk van 22 maanden, nog weten te verminderen. Middelerwijl, eindigt de schrijver van het artikel, kunnen wij dood en begraven zijn. Engelsche berichten beweren, dat geheel Anam in volslagen opstand verkeert en dat de Zwarte Vlaggen Tonking overstroomen en eene dreigende houding aannemen. Daar in den laatsten tijd van generaal Courcy geen berichten waren ontvangen, maakte men zich te Parijs natuurlijk zeer onge rust. Zaterdag evenwel is weder eene dépêche van hem ontvangen, en daarin wordt gemeld, dat Thuyet, die zich tot heden in Kam-lo bevond, door een deel zijner aanhangers verlaten is, en zich naar Tam-so, in de nabijheid van Kam-lo, heeft teruggetrokken. Met de bezitting der pro vincie Than-hoa is een begin gemaakt. Het zwijgen van den generaal omtrent Hué en Anam wordt als geruststellend beschouwd. Dat de Duitsche Rijkskanselier eene wijzi ging zal brengen in zijn aan de „Nordd. Lloyd” te Bremen medegedeeld besluit, om voorloopig Vlissingen te kiezen als tusschenhaven voor de Aziatische en de Australische stoomvaartlijnen, blijkt nog volstrekt niet uit het feit, dat de postmeester-generaal dr. Stephan incognito Am sterdam heeft bezocht, om de havenwerken, aanlegplaatsen en transportmiddelen enz. inoogen- schouw te nemen. Trouwens de heer Stephan heeft ook te Rotterdam, Vlissingen en Antwer pen persoonlijk de haven- en spoorweginrichtin- gen bezichtigd. De Berl. Börsenzeit. deelt mede, dat aan de Kamers van Koophandel in Duitschland door de Kamer te Amsterdam is kennis gegeven van de oprichting aldaar van eene vennootschap ,Am- sterdamsche Rijnbeurtvaart,” ten doel hebbende een geregeld vervoer van goederen te water in te richten tusschen Amsterdam en Mannheim, Ludwigshafen en andere Rijnhavens. Het kapi taal der vennootschap bedraagt f 250,000, ver deeld in 250 aandeelen van f 1000. De vennoot schap begint hare werkzaamheden op den dag, waarop de koninklijke goedkeuring op de statuten zal zijn verkregen. De vennootschap is aangegaan voor den tijd van 25 jaren en eindigt dus op 31 December 1910. Tot directeuren zijn benoemd de heeren J. Ph. Korthals, Eugène Bunge en M. Voute. De Börsenzeitung zegt naar aanleiding daar van „De beurtscheepvaart was langen tijd in Holland op voorbeeldige wijze ingericht, en ook verscheiden groote handelshuizen in de Rijnpro vinciën onderhielden tot in den laatsten tijd ge regeld goederen-vervrachting naar en van Hol land en den Boven-Rijn. Hoe de te Amsterdam nieuw opgerichte Beurtvaartmaatschappij zich zal ontwikkelen, moet men afwachten. Misschien is het haar mogelijk, het Rijnverkeer met de Hol- landsche handelshavens wat meer op te wekken dan tegenwoordig feitelijk het geval is.” Dat Prins Bismarck zou besloten zij o tot na kuur eene Oostenrijksche badplaats, waarschijnlijk Gastein, te bezoeken, is men kent de ongestadig heid van Bismarck's reisplannen nog slechts een vermoeden. Komt er echter iets van de reis, dan zullen Bismarck en Kalnoky elkander waar schijnlijk te Salzburg ontmoeten. Zondag kwamen in Spanje 2582 cholera gevallen voor, waarvan 921 met doodelijken afloop. Te Madrid waren 12, in Saragossa 285, in Tarragona 31, in Valencia 252, in Alicante 71, in Fernel 113 en in Murcia 55 sterfgevallen. Onder den titel „Moeten wij er onder bevat bet Vad. een ingezonden stuk van een Nederlander, die te Berlijn is gevestigd. Daarin wordt uitvoerig het letterkundig tractaat be sproken. De schrij ver verklaart zich daar sterk tegen en meent, dat men ook in Duitschland de aanneming niet verwacht. De Köln. Zeil. heeft zelf verklaard, dat de voordeelen geheel aan de Duitsche zijde zouden komen. De Duit sche schrijvers vinden het aangenaam, dat hunne werken in Nederland „verslonden” worden. Al leen de Duitsche boekhandelaars beschouwen de zaak uitsluitend van de financieele zijde. „Welnu, doen wij dat ook”, zegt de schrijver, en laten wij het tractaat niet sluiten.” Aan alle voormalige Pauselijke zouaven is de volgende uitnoodiging gezonden „Waarde vriend! 186025 Aug.1885. Ik noodig u uit op het zilveren feest van het regi ment. Tot mijne vreugde mag ik u mededeelen, dat Z. Exc. de Nuntius, mgr. Di Rendi, ons de groote eer zal aandoen dit familiefeest te presi- deeren. De bijeenkomst zal plaats hebben op 28 Juli a.s. op Basse-Motte. Ik doe een beroep op al onze vrienden, Belgen, Hollanders, Italianen, Canadeezen, Franschen. Komt, ik reken op U. „Charetti.” Basse-Motte, het verblijf van den generaal, ligt bij Chateauneuf in het Fransche departe ment Ille et Vilaine. Te Oudega, gem. Wijmbritseradeel, heeft zich onder de runderen van den veehouder J. Hempel een geval van longziekte vertoond. Maatregelen zijn genomen tot het tegengaan van uitbreiding. Het is ons bekend, zegt de Prov. Noordbr. en B. Ct., hoe een paar jaar geleden een huis, waar men de ratten vruchteloos door allerlei middelen had pogen te verdrijven, geheel van deze kwaal is gezuiverd, doordien men in de snijding nevens het huis, waar zich het onge dierte gaarne ophield, drooge zwarte bessen, waarop vroeger jenever was getrokken, gestrooid had. Een dag daarna scheen de geheele rattenfa milie in feitelijken zin last van katterigheid te hebben, want een poes beet er bij tientallen dood. Onlangs deelden ook wij het verhaal mede van zekeren Hendrik den Duik, die voor jaren met de „Watergeus” de reis zou hebben gemaakt, welk schip, naar zijn zeggen, door de Chineesche zeeroovers was overvallen. De bemanning zou tot slaven zijn gemaakt. Thans is eenig nader licht in deze zaak ont stoken. De Delftsche Courant deelt het volgende mede „Hendrik Duik bevindt zich op het oogenblik te Delft in het Gasthuis, alwaar hij ziekenop passer is. Door de politie ondervraagd omtrent de verhalen door hem bij zijn bezoek aan deze stad in Februari 11. in omloop gebracht, wist hij niets te antwoorden dan dat hij waarschijnlijk „boven zijn bier” was geweest, toen hij vertelde dat hij vroeger zeeman was. Hij had indertijd Z. M. den Koning gediend en was als gepensio neerd militiar uit Indie teruggekomen. Indien hij al over een koopvaardijschip en zeeroovers had gesproken, dan had hij slechts wedergegeven wat hij zelf op zijn zwerftochten had hooren vertellen.” De heer mr. J. Bieruma Oosting, president- commissaris der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, is Vrijdag op 68-jarigen leeftijd te Oranjewoud overleden. De overledene was oud-burgemeester van Leeuwarden en oud- lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Bij een wielrijders wedstrijd, te Spa gehou den, heeft de heer M. E. Kiderlen, van de wiel- rijdersclub „de Zwaluw” te Rotterdam drie prijzen behaald, nl. twee eerste en een tweeden. Ook de heer M. C. H. Bingham uit Utrecht behaalde een eersten prijs. De Antwerpsche tentoonstelling heeft tot een klacht wegens mishandeling geleid. Eenige weken geleden liep een Engelschman, de koop man Berton, met een vriend door de zalen, „’t Lijkt naar niemendal, zonde van de reis”, zeide hij, met het oog op de half voltooide expositie. Eensklaps kwam zekere heer van der Velde met de kreet„Ik zal je leeren schimpen achter zijne uitstalling voor den dag, vloog op den Engelschman toe en ranselde hem onder algemeenen bijval der exposanten ongemakke lijk af. Voor ’t gerecht gebracht, beweerde van der Velde dat de Nederlandsche afdeeling goed in orde is en zijn linnen goederen algemeen de aandacht trekken. Zijn vaderlandslievend gemoed was gekrenkt door den schimp en men kan iemand toch niet voor vaderlandsliefde straffen! De Engelschman verklaarde dat hij zich in acht dagen niet had kunnen bewegen wegens de slagen die hij had ontvangen. „En dan zegt men nog voegde hij er bij dat die Hollanders zulk een kalm, vreedzaam volk zijn Het hof veroordeelde van der Velde tot acht dagen gevangenisstraf. De veroordeelde vroeg vergunning om de straf te mogen ondergaan na afloop der tentoonstelling, „daar hij toch de vreem delingen moest ontvangen en begroeten”. Aan zijn verzoek is gehoor gegeven, onder aanmaning echter van voortaan de begroeting eenigszins anders in te richten dan tegenover den heer Berton was geschied. De tegenwoordige dralende houding van Rusland in zake de Afghaansche grensquaestie, wordt door de Köln. Ztg. beschouwd als een ge volg van het bijzondere belang, dat Rusland er bij heeft, om tijd te winnen. Het tegenwoordige jaargetijde is een beletsel voor het zenden van een groote troepenmacht naar Midden-Azië. In het blad Swet, dat geacht wordt het orgaan te zijn van eene sterke partij in Rusland, schrijft de broeder van generaal Komaroff„Hoe ge makkelijk zou het onzen troepen zijn gevallen, zich drie maanden geleden in het bezit te stellen van Herat en Bala-Moerghab. Hoe kan men evenwel nu aan zulk eene onderneming denken, daar de temperatuur in die streken in de scha duw 25 tot 31 graden Réaumur bedraagt. In Juni van het vorige jaar bereikte de temperatuur in het Transkaspische gebied tusschen 2 en 3 des namiddags den 12en en 13en 44 graden, den 15en, 19en en 21en 45 graden, den len Juli 52 graden R. Wat wij verloren is niet meer in te halen.” De Swet meent overigens, dat Rusland niet aan de eischen van Engeland zal toegeven. Noch bij Penjdeh, noch bij den Zoelifikar-pas zullen de Russische troepen eene schrede achterwaarts gaan. Komaroff’s blad gaat zelfs wel wat snel voor waarts het spreekt van Pendjeh, waarover in ’t geheel geen geschil bestaat, daar dit den Russen reeds formeel is toegezegd. Voorts klinken zijne mededeelingen omtrent de hitte in het Trans kaspische gebied zeer overdreven. Men weet, dat 30° R. bijna gelijkstaat met 100n F. Een ander bericht van de Swet doet hare mededeeling niet waarschijnlijker luiden. Zij zegt, dat honderd jongelingen uit Texas zich als vrijwilligers hebben aangemeld bij den opper bevelhebber in het Transkaspische gebied. Uit Yanmout komt het bericht van een zeer betreurenswaardig ongeluk. De reddings boot „Zephyr” was kort na middernacht van Oayster vertrokken met eene bemanning van 15 koppen, om aan eene op de Barber zandbank geraakte brik hulp te verleenen. De boot stiet op een gezonken wrak en zonk onmiddellijk. Zeven matrozen werden door een visschersboot gered, maar acht verdronken. Deze waren al len gehuwd en door hun dood worden 30 kin deren vaderloos. In de Indépendance Beige raadt de bekende Belgische staathuishoudkundige België en den overigen Staten, die tot de Latijnsche Munt-unie behooren, de verlenging van overeenkomst aan. Hij doet dat vooral met het oog op de onzeker heid, die den tegenwoordigen toestand kenmerkt, zoowel wat het zilver als wat het goud betreft, Maar om dezelfde redenen raadt hij aan de ver lenging telkens slechts voor korten tijd aan te gaan, liefst van jaar tot jaar. Telkens wenscht hij, dat België zich niet onttrekke aan de clau sule, waarbij bejjaald wordt dat bij liquidatie der unie elk land zijn eigen zilvergeld terugneemt, èn om de billijkheid, die aan dat beginsel ten grondslag ligt, èn omdat geen Staat beletten kan, dat zijn zilvergeld terugkeert, zoodra andere Sta ten weigeren, het a pari te doen circuleeren. In het Nijverheidspaleis te Parijs heeft de Minister Piere Legrand eene tentoonstelling ge opend van allerlei nijverheidsvoortbrengselen. Wat er eigenlijk is, kan echter nog niet worden medegedeeld, want wat de Minister ook geopend moge hebben, negen tienden van de kisten der exposanten zijn nog niet geopend, zoodat men nog een paar weken zal moeten wachten, vóór dat men deze zaak in haar geheel zal kunnen overzien. „Zaak” is het ware woord, want de tentoonstellingen zijn tegenwoordig een tak van bedrijf geworden, een nieuwe vorm van adver- tentie-bureau. Het groote nijverheidspaleis leent zich voortreffelijk voor deze ondernemingen, waar men ’s middags in den regel zeer goede muziek kan hooren. Het is een jaarlijks terugkeerend verschijnsel, dat in den tijd, als een deel des volks met in spanning van alle krachten zich aan den han denarbeid wijdt, een ander deel, dat bij uitne mendheid de hersenen inspannen moet, vacantie heeft. Met uitzondering van eenige gelukkigen(?) die met een herexamen zitten of die aan de hoogescholen met hun promotie, doctoraal of candidaats niet klaar gekomen zijn, liggen de hoofden braak van hoogleeraren en leeraren aan hoogescholen, gymnasia en hoogere burgerscho len en vooral van alle studenten, gymnasiasten en hoogere burgerscholisten. Er wordt twee a drie maanden in Nederland geen middelbaar en geen hooger onderwijs gegeven. Ook het lagere krijgt, nu hier dan daar, zijn beurt. Er heeft een soort van volksverhuizing plaats, ettelijke duizenden zijn zoek, professoren zijn niet te spreken, studenten zijn niet te vinden. Zij zwer ven rond door heel Europa, of althans in de bosschen, in de duinen van ons lieve vaderland. In de ouderlijke woningen krioelt het van jon ger personeel en de gelukkige familieleden, die ’t voorrecht hebben op een buiten of een villa te wonen, kunnen er op rekenen dat ze met een bezoek van neven en nichten worden vereerd. Ook voor armen en zwakken wordt, vooral in groote steden, gezorgd. In de bosschen en schoone streken van Zeist, aan het strand van Scheve- ningen, Katwijk aan Zee en elders, dartelen vele tientallen rond en komen met een blos op de wangen en levenslust in het hart tot hun geluk kige ouders terug. Laat hen allen de zoete rust genieten, want ik zie het examenspook, voor een wijle afgedeinsd, reeds weer opdoemen in een niet ver verwijderd verschiet. In allerlei bladen lezen wij de benoeming alweer van commissien, die zooveel weken hier en zooveel maanden ginds gereed zullen zijn, onze zonen en docbte- ren te bekwamen voor den levensstrijd, door hen te plaatsen onder het mes hunner kritiek. ’t Is echter niet alleen vacantie voor onder wijzers en onderwezenen van hoogere en lagere orde, ook tal van „zaken” rusten en „brandende kwestien” zelfs blijven een wijle onbesproken. De effectenmannen nemen nu en dan een dag vacantie aan de beurs en al komen zij er, dan is het bijna dagelijksch bericht „beurs flauw”, want de groote kapitalisten genieten de zomer rust op hun buitens en de kleine vinden het ’t veiligst hun geld in handen te houden. Nota rissen werken het achterstallige werk af en hou den de loopende zaken bij en zelfs de „Leeu warder" rust uit van al zijn boelgoeden en ver- koopings-aankondigingen. De rechtbanken heb ben of krijgen vacantie, de voorloopig gedeti neerden moeten zich getroosten, dat het onder zoek naar hun schuld of onschuld eenige weken wordt uitgesteld en de „hangende gedingen” blij ven nog wat hangen, niet ten nadeele der ad vocaten, die daardoor voor hun cliënten de zaken nog wat beter kunnen onderzoeken, al moeten zij hun honorarium dan ook een weinig verhoo- gen. De eerste Kamerleden, in hunne ruste opgeschrikt, hebben zich wonderbaarlijk gehaast, om de residentie weer te ontvluchten en hebben zelfs de wonderkuilkwestie in den steek gelaten en de Volendammers in de angst, hoe zij doen moeten met hun bestelde kotters. Ja, ook art. 194 heeft rust, het verheerlijkte en verguisde, het aangevallene en verdedigde. De nota’s zijn in gediend, de ontwerpen zijn onderzocht, alles rust in de portefeuille, totdat in September de tweede Kamer weer op plechtige wijze zal heropend worden en de sluizen der welsprekendheid voor hare leden weer zullen worden opengezet. Een enkele uitzondering bevestigt den regel. De geestige, woordenrijke „speaker” der katholieken, heeft in ons midden de fiolen van zijn toorn over het arme straks genoemde artikel uitgegoten, zijn spotlust er aangekoeld, toch leeft het nog immer, ant zijn leven is taai, misschien zou iemand zeggen, omdat het onkruid is. Eén deel echter des volks heeft geen rust. Juist te midden der soms drukkende Juliwarmte, moet de breedste kiezersrei, die wij tot nog toe bezitten in het gelid komen, in het vuur staan. De gemeenteraadsverkiezingen zijn voorbij, op de groote bladen rust de verdenking, dat zij blijde zijn, omdat zij eenige kolommen kunnen vullen met de bekendmaking van den uitslag, waardoor zij den volke kunnen verkondigen de namen dergenen, die waardig geacht zijn ge worden, zitting te nemen in de vroedschappen. De herkiezingen zijn aanstaande. Ook wij, ge lukkige bewoners der goede stad Bols ward, zijn daartoe opgeroepen. Onze raad heeft een lang zaam, maar zeker zuiveringsproces ondergaan. De verbonden mogendheden hebben al meer en meer het liberaal vergif uitgedreven. De toe komst wordt helderder. Het m. u. 1. o. voor meisjes is opgelost. De schoolcommissie is dood. Het ambachtsonderwijs blijft ongeboren. Drie liberalen mogen bij de gratie nog een wijle zit ting houden, men zegt, dat zij in sommige com missien nog bruikbaar zullen zijn. In het ons omringend Wonseradeel is de toestand niet zoo rooskleurig. Daar wordt een kentering waarge nomen en het liberale monster dreigt weer terug te komen. De anti-revolutionairen hebben mis schien de zuinigheid ook niet genoeg betracht, evenmin als vroeger de liberalen. Men hoopt Bolswardsche Courant i 1 EEN ARTIKEL, DAT IEDER VEILIG ONGELEZEN KAN LATEN.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1885 | | pagina 1