NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OLSWARO EN WWSSBAMEÏ, 1885. Vier en Twintigste Jaargang. No. 39. De Troonrede. VOOR DONDERDAG 24 SEPTEMBER. In 7t Woud. BUITENLAND. BINNENLAND. DONDERDAG 24 SEPTEMBER. k I jr ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. „Aan ’t woud behoort mijn lied, Mijn schilderen en dichten, En wat van droomgezichten Mij door de ziele vliet. cheling, maar niet zonder een weemoedig dank baar gevoel voor ’tgeen ik een wijle mocht ge nieten en een groet uit de verte aan ’t woud, dien tempel Gods. M. E. van der MEULEN. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, De Fransche werkliedenpartij gaat nog wat heftiger te werk, dan vroeger. Zondag zou te Parijs in het Beursgebouw eene vergadering worden gehouden dier partijmaar men kreeg reeds onaangenaamheden nog vóór het bureau was samengesteld. De anarchisten kwamen na melijk tusschen beiden met hunne eischen en weldra werd men handgemeen. De anarchisten vermeesterden de tribune. Tijdens het gevecht dat nu volgde, vielen er eenige revolverschoten, waardoor een aantal personen werd gewond. Het verkiezingsprogramma van het republi- keinsche verbond der radicale en progressistische comité’s in het Seine-departement ademt een ap- portunistischen geest. Het wil scheiding van Kerk en Staat, met teruggave der goederen in de doode hand aan den Staat, dienstplichtigheid der seminaristen, wereldlijkverklaring van alle openbare diensten. Verder houdt het programma inalgemeenen dienstplicht, afschaffing van het eenjarig vrijwilligerschap, driejarigen dienst, een koloniaal leger, schoolbataljons en reorganisatie der militaire scholen. Hervorming van de kies wet van 1884 voor den Senaat in den zin van een evenredige vertegenwoordiging. Betere or ganisatie der koloniën. Hervorming van de ver- deeling der belastingen, van het kadaster, het voorbereiden eener proportioneele (niet progres sieve) inkomstenbelasting en vermindering van de kosten van inning. Hervorming van het wetboek van rechtsvordering (geen gekozen rech ters), vermindering der gerechtskosten, bevoegd heid der jury voor eenige correctioneele delicten, uitbreiding van de rechtsbevoegdheid der kan tonrechters. Zelfstandigheid van den gemeente raad van Parijs; uitbreiding der gemeentelijke vrijheden, voor zoover vereenigbaar met de een heid der republiek. Een aantal hervormingen in de wetgeving voor handel, industrie en onder wijs meer beurzen voor het middelbaar en hoo- ger onderwijs. Vrijheid van associatieaanmoe diging van vakvereenigingen tot het deelnemen aan aanbestedingen door het Rijk, pensioenfonds, verzekering der werklieden tegen ongelukken, wetten op ongezonde woningen, hervorming der wetten op publieke hygiëne en armverzorging en op de banken van leening. De Pruisische Regeering heeft den termijn voor de inzameling der rapporten in de quaestie over Zondagsrust verlengd tot 31 December. Het aantal ongunstige adviezen, inzonderheid der organen van den handelstand in de groote Duit- sche steden, is in de laatste weken zoodanig toe genomen, dat men te Berlijn bezwaar maakt om de bestaande wettelijke voorschriften ter zake van Zondagsarbeid te verscherpen, nu in die stukken elke verscherping bepaaldelijk wordt afgeraden. De verlenging van den termijn, door de Regeering zelve gewenscht, schijnt te moeten dienen om in alle geval nog eenige nadere ge gevens bijeen te brengen. De koninklijke rede bij de opening der zitting van de Staten-Generaal, luidt Mijne Heeren Bij vernieuwing is het Mij aan genaam U rondom mijnen Troon verzameld te zien tot hervatting Uwer belangrijke werkzaam heden. Mijne betrekkingen met de vreemde Mogend heden zijn van den meest vriendschappelijken aardde deelneming van mijne Regeering aan de conferentiën te Berlijn, betreffende den Con- gostaat, en te Parijs, wegens de scheepvaart door het kanaal van Suez, leveren het bewijs dat Nederland zijne plaats onder Zeemogend heden blijft innemen. De Zee- en landmacht geven Mij reden van tevredenheid. Maatregelen worden genomen om de schutte rijen te versterken en hare oefeningen te ver beteren. De oogst was over het algemeen voldoende de toestand van den veestapel is gunstiger dan in vele jaren het geval was. De aanleg der Staatsspoorwegen nadert zijn einde moge de voltooiing van dit groote werk den bloei van Handel en Nijverheid bevorderen. Groote daling der prijzen van producten oefende een ongunstigen invloed uit op de nij verheid van Europeanen in Oost-en West-Indië. De maatregelen, beraamd om den grond te leggen voor een beteren toestand in Atjeh, zijn zonder groote bezwaren ten uitvoer gelegd voortdurende waakzaamheid en volharding blijven aldaar noodig. Behalve de reeds aanhangige wetsontwerpen, zullen andere belangrijke voorstellen aan Uwe overweging worden onderworpen. De zorg voor ’s Rijks Financiën eischt steeds een spaarzaam beheer en versterking der mid delen. Met den wensch dat Gods zegen ruste op Uwen arbeid tot bevordering van ’s Lands be langen, verklaar Ik deze zitting der Staten- Generaal te zijn geopend. Opmerkelijk was ’t hoe sympathiek het publiek zich tegenover de schoone Jeanne toonde. Door haar lief uiterlijk, haar beschaafde en bescheiden toon, haar volledige bekentenis van de misdaad (niet van de premeditatie) en haar zichtbaar be rouw won zij veler harten en de procureur-gene- raal ging zelfs in de pauze naar de bank der beschuldigde om nog eens met haar te praten. Tegenover den verdediger echter was de gezind heid van het openbaar ministerie, en vooral van den president, veel minder welwillend en het scheen wel een weinig alsof het optreden van den Amsterdamschen advocaat in plaats van den Haagschen baron Michiels van Verduynen, die de terechtzitting ook bij woonde niet zeer welgevallig was. Althans nu en dan, wanneer mr. Haas aan getuigen eenige vragen deed, gaf de voorzitter niet onduidelijk te kennen, dat hem dit niet altijd zeer aangenaam was, ofschoon de verdediger zich geen oogenblik liet intimi- deeren en zijn taak ongestoord heeft ten einde gebracht. Dit heeft niet belet, dat ’t proces, dank zij de uitstekende leiding van mr. Francois, in anderhalven dag afliep. Van anti-revolutionaire zijde worden po gingen aangewend ter verkrijging van een hoofd orgaan voor de. provincie Friesland, dat naarge lang der behoeften één of meermalen ’s weeks zal verschijnen. Reeds zijn de circulaires met verzoek tot on dersteuning en medewerking door den heer F. D. Hoekstra, boekhandelaar en uitgever te Balk, aan de hoofden der richting in de provincie ver zonden. Te Renkum hebben de slagers de vleesch- prijzen met 10 cent per KG. verlaagd. Thans koopt men le qual. rundvleesch voor 80 a 90 cent per KG. De prijzen van het vette vee zijn dalende; men besteedt voor le qual. 66 a 70 cent en voor 2e qual. 60 a 66 cent per KG. Donderdag heeft het Gerechtshof te ’s-Her- togenbosch uitspraak gedaan in de zaak tegen Johannes Verhoijsen, oud 59 jaren, burgemeester, secretaris en ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Someren (Noord-Brabant). Hij werd vrijgesproken van de ten laste gelegde knevelarij, door als openbaar ambtenaar te heb ben gevorderd, althans te hebben ontvangen, hetgeen hij wist niet als wedde verschuldigd te zijn. De vrijspraak is gegrond op de verklaringen der getuigen, dat werkelijk de aan den beschul digde gedane betalingen niet zijn gevraagd en ontvangen als loon in hoedanigheid van ambte naar, maar deels als teruggaaf van verschotten, deels als salaris voor werkzaamheden, als par ticulier of gelastigde van partijen verricht. Men schrijft uit Amsterdam aan de Prov. Gron. Ct. „Demagogen moeten uitersten verdedigen, maar juist omdat ze dit moeten, is groote voorzichtig heid plicht bij degenen, die hunne woorden pu bliek maken. De dagbladpers wordt door hare overdreven opvatting van de eischen der publi citeit medeplichtig aan de ophitsing der menigte. Ik houd mij overtuigd, dat de meeste bladen, die een verslag geven van de redevoeringen der sociaal-democratische leiders, zouden weigeren artikelen op te nemen, al of niet geteekend, van dezelfde personen, wanneer zij ter plaatsing wer den ingezonden. Maar nu die heeren hunne staat-afbrekende theorieën mondeling verkondi gen, haast men zich den volke daarvan mede- deeling te doen. Ik acht dat verkeerd. Tegen over een staatsgevaarlijke groep (goed te onder scheiden van groepen of partijen, die verande ringen wenschen, welke de grondvesten van den Staat en van de maatschappij niet aantasten) moet een anderen weg worden gevolgd dan die bij het geven van verslagen van vergaderingen gewoonlijk wordt bewandeld, en de pers moet niet helpen propageeren denkbeelden, wier toe passing den ondergang zouden zijn van den mo dernen Staat, vooral niet in de bewoordingen, waarin dat op de vergaderingen der sociaal-de- -mocraten pleegt te geschieden. Dat doet de pers door het opnemen van het verhandelde op die vergaderingen. En dat beschouw ik als een verkeerd stelsel. Het eigen orgaan der groep moge voor propaganda zorgen.” Die opmerking is meer gemaakt en er is voor deze beschouwing zeker veel te zeggen, maar men kan de zaak ook uit een ander oogpunt bezien. Couranten zijn gewoon van algemeene ver gaderingen verslag te geven. Maakten zij eene uitzondering voor de hier bedoelde, dan zou het den schijn hebben, dat zij schroomden, de argu menten, door de sprekers aangevoerd, onder de oogen der lezers te brengen. De opgeschroefde onware voorstellingen, de hartstochtelijke uit vallen, de ongegronde verwijten, de verguizing en beleediging van alle andersdenkenden, de grootspraak kortom, al wat de meeste dier redevoeringen kenmerkt, verdient echter bekend te worden, omdat zij een maatstaf aangeven van het karakter en het streven van hen, die bewe ren voor het welzijn van het volk op te komen. Met geen enkel woord is aangetoond, dat en hoe het algemeen stemrecht de algemeene wel vaart zou bevorderen en dit heet toch het doel der beweging te zijn. Wij meenen dat redevoeringen, zooals in den Haag gehouden zijn, den ernstigen, bezadigden werkman meer van de deelneming aan die be weging moet afschrikken dan hem daartoe aan trekken. Bij ’s levens golfgeklots Mijn vriend, mijn steun en rader, Mijn troost en held en vader, Gij woudmijn tempel Gods. Sluit ik de oogen toe, Dan kan ik naar uw fluist’ren En naar uw suizen luist’ren, Ik zwijg en hoor slechts toe. Het menschenwoord ach, ’t vliedt, ’t Geluk snelt ras daarhenen, Gij blijft uw troost verleenen Mijn meester, gij mijn lied 1” Deze zangerige vertaling trof ik aan, van het lied, dat de beminnelijke Rumeensche Vorstin wijdt: „Aan ’t Woud.” ’t Is de weerklank van 't geen er in mijn ziele omging, toen ik voor eenige dagen een aantal uren mocht doorbrengen in Haarlem’s schoonen „Hout”. Vele tientallen van jaren waren voorbij gegaan sedert ik ’t geluk had als knaap te dartelen en te spelen in dien heerlijken „Hout”, de herten te voeren, mij te werpen in de donkere diepten van de, voor het kinderoog onafzienbare lanen, in de kronkelingen der breede paden, terwijl allerlei verscheidenheid van laag hout en hoog geboomte een onuitwischbaar stouten en toch ook liefelijken indruk op mij maakte. Hoeveel van „’s levens golfgeklots” was sedert over mijn hoofd gegaan, hoeveel stormen heb ik doorleefd hoeveel zegen genoten „Voorgeslachten kwijnden henen”, waar ik ter dier tijde een vriendelijke ontvangst genoot. „Het menschenwoord ach, ’t vliedt.” Zou een schendende menschenhand zich ook aan u vergrepen hebben, de kapwoede ook u verslonden Of althans, zou men u veranderd hebben in een kunstig aangelegd park met taart achtige bloembedden en veelkleurige lijnen van bladeren, als met den passer gemeten en met de schaar geknipt Een geheimzinnige vrees vervulde mij, toen ik met sterk verlangen de schreden richtte naar de plek mijner liefelijke herinneringen. Welk eene verrassing was mij bereid! Ik vergaf ’t der tramlijn dat ze een bescheiden strook heeft afgenomen van onze vroegere speel plaats in den Voorhout. Overigens was ’t als een halve eeuw bijkans geleden. Een warme zon zond ook nu haar lichtgolven over het bekoorlijk landschap, over het hoog en laag ge boomte. Overvloedige regens hadden den zand bodem fiard gemaakt, aan het gras een zacht fluweelen tint gegeven. Heerlijke herfstgeuren doorwasemden den dampkring, met zalig genot snoof ik ze op, zij verkwikten de longen. Bekoorlijke begoocheling! Ik vergat vooreen wijle heel de wereld, met al haar beslommerin gen, haar vaak zoo treurige staatkunde, haar onzalige godsdiensttwisten, haar gezwets en haar bluf, haar geschreeuw en geklaag, haar onge rechtigheden en deugden. l)aar liggen ze neer, nu als voorheen, de vreedzame herten met hun prachtig gewei, de liefelijke hinden, omringd door heur jongen en strekken zich uit op het mollig tapijt, zich badend in den koesterenden zonne schijn. Daar breidt zich de Kamp uit, daar ver heffen zich de boomgroepen, daar staat der her ten woning, ’t Is alles als weleer, ik voel mij weer jong en gelukkig. „En wat van droomgezich ten, mij door de ziele vliet,” dat verkwikt mij het harte, dat vertroost mijn gemoed. Ik dwaal voort in ’t stille morgenuur. Wat heerlijke tinten van machtig, frisch, schitterend groen en bruinend loover, wat verscheidenheid van scha duw en licht, ’t Zijn dezelfde kronkelpaden nog, dezelfde lanen, de iepen en beuken en eiken van weleer, al kende ik toen de namen nog niet. Op een der rustbanken zet ik mij neer en „Sluit ik de oogen toe Dan kan ik naar uw fluist’ren En naar uw suizen luist’ren Ik zwijg en hoor slechts toe.” Allerlei stemmen verhalen mij weer van mijn zorgelooze jeugd, al ’t verleden wordt weer he den, ik zie ze weer die zoo vriendelijk voor mij waren, een zonnige toekomst breidt zich voor mij uit. Een kirrende houtduif doet mij de oogen weer openen. Het trippelen van een vurigen klepper vestigt mijn aandacht op zijn door ’t fortuin begunstigden rijder. Met een schuch ter „goeie morgen” schuifelt een arme oude sprokkelaarster met haar opgezamelden schat mij voorbij. Altemaal beelden uit ’t verleden. Toen echter trof mij de tegenstelling slechts, ik besefte den afstand niet, die beiden scheidt, de eenheid niet die ze toch weer vereenigt. Nu strijd ik den strijd mee der maatschappelijke nooden. Ik ruk mij los uit de zoete zinsbegoo- Naar men verneemt, heeft de Minister van Financiën, de heeren Schuijlenburg, oud-chef van de belastingen in Indië, Hoijer, provinciale in specteur der belastingen te Rotterdam, en Rant, ontvanger der belastingen te Zevenaar, tot eene commissie vereenigd om voorstellen te doen tot betere heffing der invoerrechten. Evenals in Engeland, Frankrijk en Duitsch- land begint het velocipèderijden ook in Neder land zeer toe te nemen. Als bewijs in hoe korten tijd men per rijwiel een grooten afstand kan af leggen, reed de heer Hart Nibbrig op een race van Amsterdam naar Arnhem, uitgeschreven door de leden der Amsterdamsche velocipèdeclub, den geheelen weg in 4 uur 50 minuten en werd spoedig door een vijftal deelnemers gevolgd, ter wijl allen, zoowel twee- als driewielers, binnen de 6% uur den afstand aflegden. De heeren werden daar ontvangen door de leden der Arnhemsche velocipède-club en de dag werd door een gezellig diner in het Grand Hotel du Soleil op aangename wijze besloten. Bepaald opmerkelijk was het, hoe weinig vermoeid allen hier aankwamen, niettegenstaande zij een afstand van 100 kilometer hadden afgelegd. Te Tiel is Zaturdagnacht de geleifabriek afgebrand. Het woonhuis bleef gespaard. Men schrijft uit Borgharen De herkozen leden van den Raad zijn tot heden niet beëedigd. Herhaaldelijk werden zij ter ver gadering opgeroepen, doch aan geen enkele op roeping gaven zij gevolg. De Commissaris des Konings in Gelderland heeft nu den burgemeester, den heer Gramser, krachtens art. 127 der Gemeentewet, benoemd tot ambtenaar van den burgerlijken stand. Donderdagnamiddag stak een groote volge laden verhuiswagen van de firma de Gruijter den spoorweg over bij Bussum. Op den weg brak een streng en moest worden haltgehouden. Juist kwam er een sneltrein aan. De baanwachter, zoo deelt het Dagblad mede, had verzuimd den weg te sluiten, maar herstelde zijn verzuim door zoo snel mogelijk met de roode vlag den trein tegemoet te snellen. Op 20 pas afstand bleef deze staan. De machinist had zoo sterk geremd, dat hij vijf minuten noodig had om den trein op gang te brengen. De Haagsche Kroniek in de N. Gron. Ct. bevat o. a. het volgende Behalve de socialisterij van de naaste toekomst is de rechtzaak van Jeanne Lorette the topic of the day. Dat een sterke politieke depressie in Pruisen heerscht, bewijst de onverschilligheid, waarmede het publiek de uitzetting der Russische Polen opneemt, zegt de Frankf. Zeit. Maar het is dan ook lastig en gevaarlijk tegen maatregelen der Regeering protest aan te teekenenslechts in geval, dat het eigenbelang daarbij is betrokken, gaat men hiertoe nog wel eens over. Voor „vreem den” in de bres te springen, dat is immers een verouderd standpunt. De Minister Puttkamer weet tegen die Polen niet anders in te brengen, dan dat zij Polen zijn maar het schijnt wel, dat de Regeering de openbare critiek schuwt, nu al de ellende aan den dag komt. Toen Putt kamer in levendige kleuren het gevaar der Polo- niseeren van geheele districten in het Oostelijke deel van Pruisen schilderde, om daardoor de uit zettingen te rechtvaardigen, stelde men zich voor, dat alleen zij zouden worden verwijderd, die zich aan Poolsche propaganda hadden schuldig ge maakt en dus tot zekere hoogte hun lot hadden verdiend. Maar nu blijkt het, dat alle vreemde lingen van Poolsche afkomst, ook zulke, die tien tallen jaren in Duitschland hebben gewoond, zonder zich met Poloniseren te hebben ingelaten, of in streken wonen, waar van Poloniseering geen sprake kan zijn, uit het land worden ver wijderd, krijgt de maatregel een hatelijk onmen- schelijk karakter. De officieuse pers bemoeit zich niet met de bijzonderheden, welke nu en dan bekend worden, en het publiek blijft er ook koel onder. Het eenige wat de officieuse pers doet, is te vitten op cijfers. Wanneer gezegd wordt, dat er te Warschau 300 uitgedrevenen zijn aangekomen, dan heet dit gelogen. Maar het is dan- toch een feit, dat Puttkamer zelf heeft verklaard, dat 30,000 personen uit het land worden gezet. Die uitgedrevenen moeten toch ergens aankomen na over de grenzen te zijn gebracht, al gaan niet allen naar Warschau. De Frankf. Zeit. kan de lauwheid van het publiek niet verdragen, dat zich kalm neerlegt bij alles wat de Nordd. Allg. Zeit. gelieft te zeggen en te critiseeren in de berichten van niet officieuse bladen. Voor Berlijn en omstreken is de burgerlijke of kleine staat van beleg weder, op voorstel van Pruisen’s regeering, voor een jaar verlengd. In Guate.mela is er weder eens eene revo lutie uitgebroken. In Centraal-Amerika behoo- ren die bewegingen tot de geregelde uitspattingen; ze zijn dikwijls van zoo korten duur, dat men er zich in Europa niet ongerust over behoeft te ma ken. Men kondigt den staat van beleg af, neemt eenige officieren gevangen en uit is ’t weder voor een tijdje. Zaterdag bedroeg het aantal cholera-ge val len in de provincie Palermo 258, dat der over ledenen 185. Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1885 | | pagina 1