NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OLSWARD EN WONSERADEEL No. 41. Vier en Twintigste Jaargang. 1885. r ALGEMEEN STEMRECHT. VOOR BINNENLAND. DONDERDAG 8 OCTOBER. BUITENLAND. tj a ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. F -*V De bijvoeging, dat Oostenrijk, Rusland, Duitsch land en Italië de Porte in haren eisch steunen, klinkt overigens zeer onwaarschijnlijk. Dat Rusland zich niet zoo licht op eene lijn zal kunnen stellen met de andere Mogendheden, omdat het vreest zijn invloed in Bulgarije te zullen verliezen, is ook de meening van de Standard. Indien Vorst Alexander kon worden verwijderd en een creatuur van den Czaar op den troon van Groot-Bulgarije kwam, zou het een ander geval wordenmaar daarop bestaat weinig uitzicht, zoodat het Drie-Keizersbond nu wel een zwaar offer van Rusland gaat eischen. En toch moeten de Russische diplomaten ook wel inzien, dat zij alleen door voor de belangen der Bulgaren in de bres te springen, de sympathie kunnen behouden, en dat met die sympathie allicht de invloed zal bewaard blijven. Een telegram uit Parijs aan de te Brussel verschijnende Chronique houdt het volgende in „Sinds den avond van 30 Sept, is het gerucht te Parijs in omloop, dat generaal de Courcy voor Hanoi- zou zijn verslagen. Hij moest in allerijl de citadel en de vestingwerken ontruimen, een deel van het oorlogsmaterieel en de vestingartillerie achterlatende. Dit feit zou plaats gehad hebben den 26 of 27 Sept. De Ministers van Oorlog en Marine verklaren daaromtrent geen bericht te hebben ontvangen. Wij herinneren te dezer ge legenheid, dat het bericht der nederlaag van Lang-Son te Parijs het eerst aangebracht is door de Engelsche dagbladen, en dat de Franscheu eerst tijding gehad hebben van het beleg van Tuyen-Quan, na de opheffing van de blokkade. Men moet zulke gewichtige tijdingen slechts met de grootste voorzichtigheid aannemen; maar aan den vooravond der verkiezingen heeft het Fransch Gouvernement voorzeker uitmuntende reden, om eenige dagen een nederlaag te verzwijgen, welke noodwendig aanleiding zou geven tot de hervat ting van de vijandelijkheden in Anam en het uit zenden van een nieuw talrijk expeditiekorps.” Van bedoeld gerucht maken de Parijsche bla den nog geen melding en de correspondenten te Parijs van de Duitsche bladen evenmin. De verkiezingen voor het Pruisische Huis van Afgevaardigden zijn uitgeschreven. De kiezers zullen den 29en dezer worden gekozen door de kiesgerechtigden, terwijl de afgevaar digden den 5en November door de kiezers zul len worden benoemd. Het verkiezingswerk zal dus snel in zijn werk moeten gaan. Mag men de Indép. Beige gelooven, dan zou de Carolinen-quaestie zoo goed als zijn bijgelegd. Duitschland erkent het recht van Spanje om de eilanden Yap te bezettende Spaansche Re- geering kent daarentegen aan Duitschland de vrijheid van scheepvaart en handel op de Caro- linen toe, alsmede het recht om steenkolen-dé- pots te vestigen. Berichten uit Berlijn doen vermoeden, dat de Indép. voorbarig is. Eerst Zaterdag is het ant woord van Duitschland op de tweede Spaansche nota verzonden. Poolsche bladen melden uit Warschau, dat er in den nacht van 1 op 2 dezer in verschillende deelen der stad huiszoekingen zijn gedaan. 40 personen zijn in hechtenis genomen, en daar onder de professoren der universiteit dr. Hasze- wicz en Archangielski, alsmede vele studenten. Nihilistische woelingen moeten daartoe aanlei ding hebben gegeven. Dat prins Reuss regent van Brunswijk zal worden, wordt nu weder tegengesproken. Het schijnt dat hij om financieele redenen heeft ge weigerd. Het inkomen van den hertog of regent bedraagt 325,000 mark, maar hiervan moeten zoovele traktementen en pensioenen worden be taald, dat verleden jaar de geheele som op 150,000 mark na is uitgegeven, ofschoon de troon vacant was. Nu wordt gewerkt op de be noeming van Prins Albrecht van Pruisen, die lang te Hanover heeft gewoond, maar met wien de Brunswijkers volstrekt niet zijn ingenomen. In goed ingelichte kringen houdt men het er voor, dat de Keizer van Duitschland tevens her tog van Brunswijk zal worden, maar dat een Pruisische prins als regent zal regeeren. De Keizer van Rusland heeft Zaterdag de Bulgaarsche deputatie ontvangen op het kasteel Fredenborg bij Kopenhagen. Wat men omtrent het antwoord van den Czaar verneemt, bevestigt de gezindheid van Rusland, om tot de vereeniging van Noord- en Zuid-Bulgarije mede te werken. De Czaar zou hebben gezegd, dat hij zou trach ten met de andere Mogendheden, die het trak taat van Berlijn teekenden, de quaestie op vreed zame wijze op te lossen. Eene vreedzame oplos sing nu is niet mogelijk, indien de Mogendheden de omwenteling ongedaan zouden willen maken. Intusschen zal het veel bezwaren in hebben, den Sultan te overtuigen van de noodzakelijk heid eener kalme berusting. Het heet zelfs, dat de Porte den eisch wil stellen, dat de zaken in Oost-Rumelië in statu quo ante worden hersteld en dat Turkije de Balkan-passen zal bezetten. Ik zie het verband niet in tusschen de herle ving van handel, nijverheid en landbouw en al gemeen stemrecht, ’t Is, als men velen hoort, als of algemeen stemrecht voor de maatschappelijke kwalen is, wat haarlemmer-olie geacht wordt te zijn, voor lichamelijke, een universeel geneesmid del. Ik zou gaarne zien, dat een man als Heldt, die ook in dit opzicht groote verwachtingen heeft, gelijk onlangs bleek toen hij tegenover den Minister Heemskerk, die het verband niet inzag, volhield dat dit zeer zeker bestaat, dat zulk een man door de tegenwoordige kiezers gekozen werd tot een onzer volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Misschien zal er in ons kiesdistrict weldra gelegenheid voor zijn, als wij onzen waardigen en kundigen Van Blom zullen moeten missen. Moet deze vervan gen worden, dan zou een bezadigd, beschaafd man als Heldt in de gelegenheid moeten wor den gesteld, zijne denkbeelden ter plaatse waar dit behoort te ontwikkelen en zou ik het van groote beteekenis achten, dat juist een man uit het volk in onze dagen optreedt te midden on zer volksvertegenwoordigers. M. E. van der MEULEN. De woelige Septembermaand is voorbij. Aan de optochten is een einde, naar wij vertrouwen. Met de opstootjes en het glazeningooien der kwajongens moge het gedaan zijn. Daarmede is de kalmte voor het uitwendige teruggekeerd. De twee bewegingen echter, die tot een en an der hebben geleid, blijven voortwerken en voort woekeren. De eene, die wij gaarne erkennen, als eene ordelijke, eene wettige is die welke streeft naar het erlangen van wat zij noemt „Algemeen Stemrecht”. Bezadigde, degelijke mannen, als Heldt, Postma e. a. staan aan hun hoofd. Met verbazing heb ik opgemerkt, hoe veel geld de duizenden, die aan de optochten deelnamen uit heel het vaderland, niet alleen over hadden voor reis- en verblijfkosten, maar daarvoor ook beschikbaar. De groote meerder heid toch bestond uit handwerkslieden en ar beiders. Tegenover de klachten van zeer velen over te geringe verdiensten is dit zekerlijk een opmerkelijk verschijnsel. De andere beweging is de revolutionaire, die der roode vlag. Haar opruiers zijn mannen als Domela Nieuwenhuis, Fortuin, van Raay e. a. Zij willen, al laten zij zich soms in anderen geest uit, het bestaande verbeteren, door het omver te werpen. Hun orgaan „Recht voor allen" en blaadjes die zij verspreiden, zijn er de bewijzen van. Een zeer treurigen indruk heeft het in den lande gemaakt, dat de leidslieden der eerste beweging niet van den beginne afaan, alle gemeenschap geweigerd hebben, met de gevaarlijke mannen der tweede. Men had aanstonds zich in beginsel moeten ver klaren tegen de roode vlag en alles wat daar mee in verband staat. Gelukkig dat de Minister Heemskerk in de Kamer verklaard heeft, dat deze voortaan in optochten niet meer zal geduld worden. Het had van den beginne moeten ge schieden. En noodzakelijk zal het wezen, dat zij die langs wettigen, ordelijken weg streven naar datgene wat in hun oog wenschelijk en rechtmatig is, duidelijk verklaren, dat zij niets gemeen willen hebben, met hen die straattaal en straatsteenen als hun bewijzen gebruiken. De beweging voor het algemeen stemrecht verdient erkenning en waardeering. Aan haar nemen deel mannen uit allerlei standen der maatschappij. Laat er wrijving van gedachten zijn, opdat men meer en meer kome tot helder heid van inzicht van ’t geen men wil, opdat er toenadering kome en ten slotte overeenstemming tusschen al de duizenden in den lande, die geen vrede hebben met ons kiesstelsel en uitbreiding van het kiesrecht verlangen. Allereerst worde de vraag gesteld en beantwoord: Wat is het „algemeen stemrecht” dat men wil Wil men algemeen stemrecht Wil men wer kelijk dat alle mannen en vrouwen in Nederland, die meerderjarig zijn, stemrecht zullen erlangen Zeer velen, die er over schrijven, er voor ijveren, beweren dat zij niet der vrouw stemrecht willen toekennen. Doch is dit zoo, dan is er geen sprake van algemeen stemrecht. Waarom wordt de vrouw uitgesloten heeft deze, meerderjarig geworden, voor zich zelve zorgende of gehuwd, geen belang bij den gang van zaken op gemeen telijk, provinciaal of landsgebied? Wil men aan alle mannen stemrecht toekennen, zij ’t dan ook met uitzondering van hen, die een vonnis ten hunnen laste hebben Of worden zij uit gesloten, die den naam van hun candidaat niet runnen opschrijven Worden bedeelden toege- aten, omdat zij geacht worden, evenzeer een leider hoofd te kunnen hebben, als mannen en vrouwen, die in hun eigen onderhoud voorzien, of beweert men, dat zij, die door of buiten eigen schuld afhankelijk zijn van de liefdadigheid, daardoor het recht verbeurd hebben, om hun invloed uit te oefenen op de keuze der mannen die ons besturen Wie algemeen stemrecht wil mag hen althans niet uitsluiten, omdat zij te veel onder den invloed zouden komen hunner verzorgers. Waarom toch zou men mogen aan nemen, dat deze zooveel onzedelijker zouden zijn, dan mannen, die aan het hoofd staan van handelj landbouw en nijverheid, die immers ook vaak in staat zullen worden bevonden, invloed uit te oefenen op hunne niet zelden zeer talrijke ondergeschikten Het komt mij werkelijk voor, dat er slechts betrekkelijk zeer weinigen zijn, die onvoorwaar delijk algemeen stemrecht willen en dat ’t tot oplossing van het vraagstuk wenschelijk zou zijn, wanneer zij, die eigenlijk uitbreiding van het stemrecht bedoelen, zich afscheiden van de zoodanigen, die werkelijk aan iedereen, behalve den gevonnisden, het kiesrecht willen toekennen. Zoo zou er waarschijnlijk meer orde en eenheid komen in de gelederen dergenen, van wie het blijken zou, dat zij wellicht in gelijken geest naast elkander staan, terwijl zij nu als tegen standers worden beschouwd. Even noodzakelijk als het is, dat de voorstanders van algemeen stemrecht zich afscheiden van de revolutionairen, evenzeer is het van belang, dat er ook nog een schifting kome, tusschen hen die radikaal voor algemeen stemrecht gveren en hen, die dit in den grond der zaak niet willen. Nog is er ééne zaak waarover de voorstanders vdn algemeen stemrecht vooral ook meer licht moeten laten opgaan. Ik bedoel hoe dit recht op den maatschappelijken toestand zulk een gezegen- den invloed zal oefenen, als telkens voorgespiegeld wordt. Departement van Financiën in bewerking zijn, behooren, naar hetDagbl. verneemt, een invoer recht op het graan en een belasting op de piano’s. Op de aanvrage van de sociaal-democra- tische vereeniging te Amsterdam om een kerk gebouw voor ’t houden van eene vergadering heeft, naar de Stand, bericht, de kerkeraad ge antwoord, dat de kerkgebouwen te Amsterdam nooit anders dan uitsluitend voor geestelijke of kerkelijke doeleinden werden afgestaan, en het verzoek, als uitgegaan van een politieke ver eeniging, reeds hierdoor bleek geheel te liggen buiten de termen, die zelfs overweging er van toelieten. Zaturdagnacht is te Leeuwarden, in den ouderdom van 85 jaren, overleden de heer Yde van der Meulen, een man, die gedurende zijn lang leven, tot zelfs nog vóór korten tijd, zeer veel tot bevordering van het publiek belang ge daan en aan menige goede zaak den eersten stoot gegeven heeft. In 1848 stond hij vooraan in de rijen der mannen van vooruitgang, en al viel hem menigmaal miskenning ten deel, het ont moedigde hem niet den weg te volgen, dien hij zich eenmaal had afgebakend. Vroeger was hij verscheidene jaren lid, eenigen tijd tevens onder voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, waar hij de hem toevertrouwde be langen meer in ’t bijzonder met den meesten ijver behartigde. Ook buiten Friesland was hij bij velen bekend als een warm strijder voor lands-, provinciale- en gemeentebelangen van verschil lenden aard. Aangaande de poging tot kinderroof te Apel doorn deelt men aan de N. R. Ct. nog mede, dat reeds 14 dagen geleden een plan daartoe be raamd was, maar toen is mislukt. Men wilde toen de kinderen per rijtuig van Arnhem naar ’s-Hertogeubosch brengen via Grave. Te Grave waren reeds vroeger twee personen van Arnhem per rijtuig aangekomen, die allerlei informatiën betreffende wegen enz. namen. Bij den rijtuig verhuurder Th. werd o. a. gevraagd, of hij ’s nachts kon rijden en of het veer steeds gereed was. Nu 14 dagen geleden kreeg hij telegrafische order, om ’s nachts tegen 12 uren de twee bes te paarden van zijn stal aan het veer gereed te hebben. Hij vermoedde, dat hij met smokkelaars te doen had, en bevreesd voor inbeslagneming, gaf hij den ontvanger kennis. Deze zond maré- chaussées, doch men wachtte tevergeefs. Een paar dagen later kreeg Th. bericht, dat men ver hinderd was geworden, en verzocht men opgave der kosten. Door de politie te Amsterdam is op het stoom jacht Cecile, liggende aan de De Ruyterkade, beslag gelegd op eenige koffers, gevuld met vrou wen-, mans- en kinderkleederen en op een grooten voorraad kinderspeelgoed. Ook op de correspon dentie van Kloppers is beslag gelegd. Te Deventer viel Zaterdagmiddag eene dienstbode in de Langebisschopstraat uit een dakvenster ter hoogte van ruim dertig meter, waardoor zij inwendig gevaarlijke kneuzingen bekwam. De veehouder J. M. te Zwartsluis heeft in betrekkelijk korten tijd na elkaar drie paarden verloren tengevolge van neusbloeding. De heer Jan C. de Vos verlaat met 1 De cember zijn loopbaan als acteur, om zich geheel aan de letterkunde en aan de journalistiek te kunnen wijden. Hij treedt alsdan op als hoofd redacteur van de Haagsche Courant. Uit hot thans geopende testament van me vrouw Kleine blijkt, dat hare erfgenamen slechts het vruchtgebruik hebben van hare geldelijke nalatenschap. Telkens wanneer een som vrijvalt, wordt die gebruikt tot vorming en geleidelijke uitbreiding van een fonds, genaamd het „Kleine-Fonds”, waaruit aan oude of behoeftige tooneelisten hulp kan worden verleend. De koninklijke goedkeuring op de statuten van dit fonds is reeds gevraagd. Tot administrateuren zijn door mevr. Kleine benoemd de heeren A. C. Wertheim en J.L. Schut. Voor het fonds worden schenkingen en bijdra gen aangenomen. Een hoop kinderen en kwajongens te ’s-Hage wilde Zondagavondrust eens gebruiken om op hun manier „optochtje” te spelen. Met gekleurde ballons en met gekleurde, zelfs met rood beplakt bordpapier als vaandels, liepen zij eenige grachten al schreeuwende langs en trokken langzamerhand wat volk. Op ’t Wagenplein begonnen zij zelfs vuurwerk af te steken, maar nu kwam de politie tusschenbeide. Een paar agenten dreven den troep uiteen en ontnamen hun de roode papieren. Voor de omschrijving van het onderwerp en het voorwerp bestaan velerlei formulen, de eene niet veel duidelijker dan de andere en niet altijd even juist, wanneer het een meer ingewik- kelden zin geldt dan „Jan slaat den hond.” Twee Duitsche taalgeleerden hebben nu elk eene andere definitie ontworpen. Volgens den een is het voorwerp de projectie van het onder werp op het vlak des bestaans”. De ander drukt het volgender wijze uit„het voorwerp is de injectie van het onderwerp in de ledige ruimte van het bewustzijn”. Jonkvrouwe van Rappard heeft aan de Vrije Universiteit f 3000 vermaakt. Op Zondag 20 September jl. werd een fourier van het 7e reg. infanterie, te Amsterdam in garnizoen, door de politie in bewaring genomen, wegens vechterij met burgers en het daarbij ge bruik maken van zijn sabel. Na een grondig onderzoek voor officieren-commissarissen, waarbij een vijftiental getuigen, allen burgers en agenten van politie, zijn gehoord, is overtuigend gebleken en wettig bewezen, dat deze onderofficier in ge zelschap van een sergeant majoor, door drie bur gers, zich noemende sociaal-democraten, hoogst beleedigend waren uitgescholden en gesard, en daarna beiden beurtelings zijn geduwd en aan gegrepen. Door de steeds aangroeiende menigte werd de fourier, op wien men het vooral ge munt had, zoodanig opgedrongen en in het nauw gebracht, dat hij, ten einde raad, met zijne sabel zwaaiende, ruimte heeft gemaakt en in een huis is binnengegaan, om zoodoende aan de menigte te ontkomen. Het toen ontstane gerucht, als zou een der aanvallers ernstig getroffen zijn, is geheel bezijden de waarheid gebleken. Blijkbaar was er pijn voorgewend, om die on derofficieren te doen degradeeren. Dit opzet is echter niet gelukt. Men had niet gerekend op een zoo nauwgezet onderzoek en de behulpzaam heid van een aantal burgers en politie-agenten, die zich geheel vrijwillig hebben aangemeld, om in deze zaak te getuigen. Thans verneemt men dat deze onderofficieren door den kolonel plaat- selijken commandant van alle rechtsvervolging en straf zijn ontslagen. Hun is in overweging gegeven, bij den officier van justitie eene aan klacht in te dienen tegen twee der aanvallers, van wie het bewezen is, dat zij den sergeant- majoor en den fourier hebben mishandeld en beleedigd. Of zij van dit hun recht gebruik zullen maken, is nog niet bekend. Zondagmorgen is te Leiden overleden de hoogleeraar dr. A. Heynsius, vroeger hoogleeraar te Amsterdam. Hij had ook in het buitenland een grooten naam, voornamelijk door zijne onder zoekingen omtrent de eiwitstoffen. Dr. Heynsius bereikte den ouderdom van 55 jaar, waarvan hij gedurende 27 jaar het professoraat bekleedde. Men meldt uit Rotterdam aan het A. H. Volgens gerucht zou van Rijsselberghe, de ge vangene, die uit het huis van arrest in den Haag ontsnapt is, en die in de laatste dagen vermoed werd, zich in de omstreken van Rotter dam en Delftshaven op te houden, aan boord hebben weten te komen van den stoombagger- molen, die uit Delftshaven naar zee vertrok en bestemd is om in Spanje gebezigd te worden bij de door de heeren Volker en Bos aangenomen werken. Het is echter niet waarschijnlijk, dat de vluchteling op deze wijze zal ontsnappen, want er zijn reeds maatregelen genomen, om aan den hoek van Holland het vaartuig aan te houden en, als het vermoeden gegrond blijkt, van Rijsselberghe in hechtenis te nemen. Het Orgaan van het Algemeen Kies- en Stemrecht noodigt de andere bladen uit een arti kel over te nemen onder den titeleen gemoe delijk en ernstig woord”. Wij geven daaraan geen gevolg, omdat het voortspruit uit een dwaling van de zijde van het Orgaan, eene onbegrijpelijke dwaling mag men ze noemen. De steller laat het voorkomen of er eenige dwang wordt uitgeoefend op hen, die het alge meen stemrecht voorstaan. Dit is onwaar. Van het algemeen stemrecht, tallooze malen is het gezegd, verwachten velen met ons de uitkomsten niet, die er van worden voorgespiegeldmaar de vrijheid om die in het openbaar te verdedigen en aan te bevelen is aan niemand bewist; ook niet aan onderwijzers, ambte naren of werklieden. Maar wel zijn deze ernstig gewaarschuwd tegen het deelnemen aan de woelingen der sociaal democraten. Wij begrijpen niet hoe het Orgaan van het Algemeen Stemrecht zóó slecht onderscheidt. Wil het inderdaad de kiesbevoegdheid aan allen toekennen, laat het zich dan losmaken van de sociaal-democraten, want juist de aansluiting bij deze moet oorzaak wezen dat velen, die het be ginsel zijn toegedaan zich terughouden, nu zij zien wie zich tot leiders van de beweging daar voor hebben opgeworpen. Onder de belastingplannen, die aan het Bolswardsclie Courant f ■J i i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1885 | | pagina 1