NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
odswar» en woasmMn
De witte eii ie rooie Vlag.
1885.
Vier en Twintigste Jaargang.
No. 45.
VOOR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DONDERDAG 5 NOVEMBER.
ft
rd
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
De Heer F. DOMELA NIEUWENHUIS,
voorheen en thans.
het geheele Rijk.
128,600
160,000
180,000
220,000
252,000
310,000
al negentien eeuwen dien Christelijken God ge
beden hebben en dat de toestanden er eer slech
ter dan beter op zijn geworden”.
Is het niet treurig dat men verontwaardigd
zich afwenden moet van een man, die werkelijk
tot een zegen had kunnen zijn, dat do organen
van den werkmansstand juist, zoowel de Werk
mansbode", als de Werkmansvriend" hem den
rug toe keeren moeten
Bestaat „de boom van groeten omvang, onder
wiens weldadige takken zoo menigeen rust vond,”
niet meer Heeft de „edele menschenzoon,”
niet met recht gezegdsteek het zwaard in de
schede
Ik doe om mijns volkswil een beroep van den
Nieuwenhuis van thans op den Nieuwenhuis
Hij is nu een vloek, hij worde
De aanstaande verkiezingen voor het Engel-
sche Lagerhuis wekken ditmaal in meer dan ge
wone mate de belangstelling, omdat het nu zal
blijken, in hoeverre de allerwegen heerschende
crisis op het gebied van handel, landbouw en
nijverheid invloed heeft uitgeoefend op het vraag
stuk, of freetrade inderdaad zal moeten wijken
voor fairtrade. Men vreest, dat de langdurige
crisis het vertrouwen van vele kiezers zal hebben
geschoktvier fabrieksdistrikten bepaald voor de
liberalen zijn verloren. Er zijn er, die zich
troosten met de gedachte, dat het vrijhandelstel-
sel onwrikbaar staat als een rots in zee, die dit
jaar hoogstens door een vloedgolf kan worden
overstelpt, maar die, als de storm bedaard is,
weder zal boven komen, en blijken zal, bijna
niets te hebben geleden.
De voorloopige berekening van de uitkomst
is, dat in Ierland 79 separatisten of Parnellisten
zullen worden gekozen en in Engeland en Schot
land 178 conservatieven en 314 liberalen. Het
aantal twijfelachtige distrikten is 70. De ver
deeldheid der liberalen laat intusschen niet toe,
eene conclusie ten aanzien van de vermoedelijke
meerderheid van deze of geene partij te maken.
De stand der Oostersche quaestie is, men
mag wel zeggen officieel, in dezer voege uiteen
gezet door den Oostenrijkschen Minister van
Buitenlandsche Zaken Kalnoky in het comité
der Hongaarsche Delegatie, als antwoord op ver
schillende tot de Regeering gerichte vragen
Kalnoky verzekerde, dat er geen enkele veran
dering gekomen is in de betrekkingen tusschen
Oostenrijk-Hongarije en Duitschland, noch in die
tusschen deze beide Mogendheden en Rusland.
Hij herinnerde aan zijne vroegere verklaring, dat
de betrekkingen met Duitschland berusten op een
onverbreekbaren grondslag. Bijzondere trak
taten bestaan er niet.
Geen enkele Mogendheid heeft, zoo ging de
Minister voort, het fait accompli in Rumelië
erkend, en andere staten hebben dus geen com
pensation gevraagd. Daar de circulaire der Porte
de taak der Conferentie beperkt tot de Rume-
lische quaestie, hebben alle Mogendheden de
uitnoodiging in dezen geest aangenomen. Wij
gaven aan Servië denzelfden raad als aan Grie
kenland, terwijl wij herinnerden aan de gevaren
van het provoceeren van den oorlog. Wij deden
Servië opmerken, dat wanneer het eenige daad
ondernam, deze voor zijne eigen verantwoording
kwam, en dat een inval in Bulgarije, hetwelk
Turksch grondgebied is, zou zijn schending van
het traktaat. Van den beginne af zagen de drie
Keizerrijken het eenige redmiddel in het herstel
van den status quo ante. Men verwacht geen
verzet van de zijde der bevolking, en men hoopt
dat de zedelijke invloed der Mogendheid er in
slagen zal, den ouden staat van zaken te her
stellen. Servië, onze vriendschappelijke raad
gevingen waardeerende, plaatst zich op het
terrein der traktaten. Nog heden verklaart Servië
zich volkomen voldaan met het herstel van het
tractaat van Berlijn.
Kalnoky hield voorts staande, dat het nood
zakelijk' is de traktaten te handhaven, omdat de
lichtvaardige manier om ze te verscheuren na
volging zou kunnen vinden. Terugkomende op
de betrekkingen met Rusland zeide hij, dat men
moet rekenen met uiteenloopende belangen, die
niet voortvloeien uit gebrek aan goeden wil,
maar uit den aard der omstandigheden. De
wederzijdsche belangen eischen overigens goede
betrekkingen. Elk Oostenrij ksch Ministerie zou
zich trachten te verstaan met Rusland. Wan
neer men er in slaagt, aan onze betrekkingen
met Rusland, die op dit oogenblik zeer vol
doende zijn en vertrouwen inboezemen, zekerheid
en vastheid te geven voor alle gevallen, dan zou
dit voor Oostenrijk-Hongarije en voor Rusland
een zeer gelukkig evenement zijn.
Intusschen wordt de verhouding tusschen de
Bulgaren en de Serviërs meer en meer gespannen.
Frankrijk. Omtrent den aanslag op den
Minister de Freycinet wordt nog het volgende
gemeld
De heer de Freycinet had Donderdagmorgen
op het Elysée den Ministerraad bijgewoond en
keerde ten half twaalf ure naar zijn departement
terug. Toen zijn rijtuig aan de brug der Con
corde gekomen was, reed het langzamer, omdat
daar de straat was opgebroken. Daar naderde
een persoon het rijtuig van den Minister, opende
eene parapluie en loste een revolverschot. De
heer de Freycinet werd niet getroffen. De koet
sier hoorde het schot, keerde zich om, zag den
man en legde den zweep op het paard. De heer
de Freycinet zag door het ronde glaasje in het
achterpaneel van het rijtuig, dat twee personen
den man aanhielden. Hij had een vilten hoed
op het hoofd en droeg eenen jas van groenachtige
stof. De Minister trok zich het gebeurde niet
verder aan en kwam in het Ministerie, zonder
aan de beambten iets te zeggen van hetgeen
er was voorgevallen. Hij vertelde het ook niet
aan zijne echtgenoote en zijne dochter, die den
aanslag vernamen van den politie-commissaris,
die ten één uur naar de rue de la Faisanderie
was gekomen, om een onderzoek te openen.
Uit inlichtingen, later ingewonnen, blijkt, dat
de twee personen, die den moordenaar aanhielden,
zijn de heer Josse, kapitein der artillerie, en de
heer Moreau, luitenant ter zee, ordonnance-of-
ficier van den minister van marine. Zij vroegen
wat hij gedaan had. Hij antwoorddeIk heb
op de Freycinet geschoten, en mijn revolver in
de Seine geworpen. Toen de twee officiers hem
vroegen, wat hem had aangezet, dien aanslag te
plegen, weigerde hij daarover den minsten uitleg
te geven. Hij liet zich naar het politie-bureau
van Palais-Bourbon brengen, zonder dat bij den
minsten tegenstand bood. De revolver, waarmee
de aanslag werd gedaan, was van zwaar kaliber.
De onbekende schijnt ongeveer 50 jaar oud te
zijn. Hij draagt korte bakkebaarden. Zijn knevel
integendeel is zeer lang. Hij spreekt met een
Italiaanschen of Corsicaanschen tongval en
weigert volstrekt te zeggen, wie hij is en wat
hem heeft aangezet dien aanslag te plegen. Hij
verklaart alleen, dat hij den heer de Freycinet
kende en zeer wel wist, dat hij op hem schoot.
Men heeft geen enkel papier bij hem gevonden.
Zijn linnen is geteekend met de lettersP. M.
ging Zondag te Halle, onder Zelhem, uit om een
goeden buit te maken. Zij werden overvallen door
twee opzieners der jacht en losten toen op die
ambtenaren een paar geweerschoten, waardoor
deze verscheiden hagelkorrels indebeenen kregen.
De stroopers vervolgden daarna hun weg.
Veertien jaren geleden was de heer F. Domela
Nieuwenhuis, thans te ’s Gravenhage woonachtig,
predikant bij de EvangelischLuthersche ge
meente te Harlingen. Toen als nu was hij een
man, die opkwam voor het volk. Toen hield
hij de witte vlag omhoog en schreef eene der
volksvoordrachten, welke in dien tijd in ’t licht
verschenen, getiteld: „De Vredebond.” De
Fransch-Duitsche oorlog woedde op verschrik
kelijke wijze en de mannen des vredes gordden
zich aan met groote kracht, om steeds meer de
volkeren te wijzen op al de ellende van den krijg.
De „Vredebond” achtte toen den tijd rijp om
te oogsten en trachtte met kracht leden aan te
winnen. Ook de heer Domela Nieuwenhuis was
een overtuigd en warm voorstander van dien
bond. Er waren toen menschen, en hij ontmoette
er een van, „die hun afkeuring te kennen gaven,
omdat hij niets anders was dan bevordering van
de republiek en omdat hij veel te veel een re
volutionair karakter had. Een ander wilde niet
toetreden, omdat de vredebond gericht was te
gen het huis van Oranje en omdat men den
Koning op zijde wilde zetten.” D. Nieuwenhuis
was het met die menschen volstrekt niet eens,
hij zag hierin „dat de vredezaak dezelfde geschie
denis heeft als alle nieuw begonnen onderne
mingen en vereenigingen.” „Hij wil het groote
doel, den vrede, voor oogen houden en roept
heel het volk op om daartoe meê te werken.
Want, zoo schrijft hij„de wil des volks moet
niet zijn de wil van enkele volksleiders want
onder hen zijn soms volksverleiders maar de
wil van de afzonderlijke personen, die zich ver-
eenigd hebben om samen te werken tot dat
grootsche doelbevordering van den vrede.”
„Sommigen zeggen dat wij het onbereikbare
wenschen en dat wij de oogen gesloten houden
voor de zwakheden der menschen, maar geluk
kig is de tijd voorbij, waarop men zich met groote
woorden van eene zaak kan afmaken.” „Al is
eerst de invloed klein,” zoo gaat hij voort, „la
ter zal hij zich uitbreiden en voor die uitbrei
ding kan de vredebond veel doen, hij kan de
voorbereiding wezen voor grootere zaken, hij
kan de wegbereider zijn van het rijk des lichts.
In het klein begon ook het Christendom en
toch is dat kleine mosterdzaadjen, door den ede
len menschenzoon gezaaid, een boom geworden
van grooten omvang, onder wiens weldadige tak
ken zoo menigeen rust vond,”
„Als maar langzamerhand de volkeren meer in
aanraking komen met elkander, zullen de denk
beelden van broederschap en menschelijkheid
worden aangekweekt. Men zal inzien, dat een
vreemdeling niet is een vijand, die het op ons
bestaan heeft toegelegd, maar evenzeer als gij
een erfgenaam is van het plekjen gronds, dat hij
op aarde bewoont. Waarom zou men dan elkan
der bestrijden Liever samen te werken, eikan
ker te ondersteunen dan elkander te bestrijden.”
Nadat hij vervolgens gewezen heeft op de el
lende van de oorlogen en hoe de vrijheid wordt
gesmoord, in plaats van bevorderd en afgekeurd
heeft, „dat men gebruik maakt van alle midde
len om de geestdrift op te wekken en alle hartstoch
ten aan te wakkeren, dat men schermt met woor
den van groote beteekenis”, schrijft hij ten slotte
nog alzoo „De kracht van den vredebond steunt
op het volk en ieder die ingenomen is met de
zaak des vredes, moet met ons medewerken engeen
gelegenheid laten voorbij gaan om in alle stan
den van de maatschappij, maar vooral in de ei
genlijke volksklassen, de denkbeelden en gevoe
lens van de vrienden des vredes te verspreiden.
Ieder mensch moet het als zijn plicht beschou
wen en er een eer in stellen, om tot zijn laat-
sten ademtocht toe te arbeiden aan het vestigen
van den goddelijken vrede op de gansche aarde.
Elk, die steenen kan aanbrengen tot stichting
van het groote vredegebouw, moet daartoe mede
werken, ieder naar zijn mate, dan en dan alleen
kan er voor de toekomst zegen verwacht worden
van de groote zaak, die wij willen bevorderen.”
Zoo schreef de heer F. Domela Nieuwenhuis
in 1871.
En thans Hij moge nog een buitenland-
schen krijg verfoeien, ik weet niet of hij nog lid
van den vredebond is, maar steekt hij nu het
vuur niet aan van den schrikkelijksten oorlog
die gevoerd worden kan, van den burgerkrijg
Nog zegt hij een volksvriend te zijn, te waken
en te werken voor het heil van den werkman
en zijn gezin, maar als men zijn redevoeringen
hoort, zijn geschriften leest, het orgaan „Recht
voor allen", onder zijn leiding geschreven, volgt,
moet men dan niet zeggen, dat, al wijst hij nu
en dan op wonden, die niemand loochent, toch
zijn pen in zooveel gal is gedoopt, zijn woorden
zoo in bloed zijn gedrenkt, dat hij voor goed de
witte vlag heeft gestreken en de roode in de
plaats ervan opgestoken heeft Is in dat punt
des tijds, ’twelk is verloopen sints zijn aange
haald schrijven, al zijn geloof verdwenen in de
macht van het woord der waarheid, des vredes
Zullen straatsteenen voor rechtsbewijzen gelden
Mag hij een taal dulden als deze„Laat geen
berusting of hoop op redding van God U van
onze heilige zaak afhouden, bedenkt dat wij
Heerenveen, 31 Oct. De verdeeldheid onder
de liberalen in ’t kiesdistrict Sneek schijnt toe
te nemen. Wordt aan de eene zijde de candi-
datuur van den heer B. H. Heldt te Amsterdam
door velen (ook door invloedrijke mannen) ge
steund, aan den anderen kant worden verschil
lende candidaten aanbevolen en de eerstgenoemde
tegengewerkt. De conservatieve en de meer ra
dicale liberalen staan scherp tegenover elkander.
Wie op de centrale vergadering te Sneek de
meerderheid zal verkrijgen Die vergadering,
heden gehouden, heeft geen resultaat opgeleverd,
daar van de drie candidaten niemand de meer
derheid verkreeg. Naar we vernemen, zal daar
om op Zaterdag 7 Nov. te Sneek eene nieuwe
vergadering van liberale kiesvereenigingen ge
houden worden, teneinde definitief een candidaat
te stellen.
Daarop die vergadering zeker opnieuw de can-
didatuur van den heer Heldt zal besproken wor
den, kan het zijn nut hebben, het politiek pro
gram van dien heer publiek te maken, opdat de
kiezers beter kunnen oordeelen. Vooraf zij nog
gezegd, dat men den heer Heldt niet moet ver
warren met een der socialistische leiders, ’t geen
genoeg blijkt uit zijn blad de Werkmansbode.
Op verzoek van de Afd. Stemrecht alhier, heeft
de heer Heldt het volgende in hoofdtrekken als
zijn program aangewezen
1. „Kiesrecht voor de meerderjarige, (voorals
nog) mannelijke ingezetenen, behoudens onver
mijdelijke uitzonderingen, met geheime stemming
eu zoo mogelijk gewaarborgd in de Grondwet;”
2. „inkomstenbelasting, opklimmende naar
mate het inkomen grooter wordt, en met vrij
lating van een zeker bedrag, dat geacht mag
worden minstens noodig te zijn tot voorziening
in de behoeften van een gezin
3. „afschaffing van de accijns op vleesch,
zout, zeep en azijn
4. „afschaffing der patentbelasting
5. „afschaffing van de plaatsvervanging en
nommerverwisseling en van eiken vorm van
dienstafkoop, en weerplicht voor allen, die ge
schikt blijken de wapenen te dragen
6. „leerplicht, geleidelijk uitgebreid tot den
leeftijd van 14 jaar en voor het herhalingson-
derwijs tot 16 jaar
7. „uitbreiding van het verbod en de rege
ling van den arbeid van kinderen, ook tot de
vrouwen
8. „andere wetten, voor zoover die noodig
zijn, om de zwakken in den strijd om het be
staan tegen de sterken en tegen elkander te
beschermen
9. „voor zoover wijziging van art 194 onver
mijdelijk blijkt, zal het mijn streven zijn, de
beste waarborgen voor algemeen goed, en voor
allen bereikbaar, dus ook kosteloos onderwijs te
verkrijgen.”
’t Is te hopen, dat de liberalen tot eenstem
migheid komen, daar anders de clericalen van
de bestaande tweedracht gebruik zullen maken
om het terrein te veroveren.
Na volbrachten arbeid is ’t goed rusten.
Zoo acht de Minister van Buitenlandsche
Zaken ook en hij maakte zijn balans op
Een overeenkomst tot bescherming der vis-
schers laat zich wachten
De kustvaart op Duitschland blijft den Neder-
landschen schepen ontzegd
Betrekking zoekende meisjes zijn nog steeds
overgelaten aan de kunstgrepen van zedelooze
onverlaten
Nieuwenhuis
van voorheen,
weer een zegen.
M. E. van der MEULEN.
De letterkundige conventie met Duitschland is
in den doofpoot
Het zalmtraktaat dreigt een gevoelig échec te
worden.
Maar zegt het Rott. Nbl. in het be
noemen van consulaire beambten was de Minis
ter zóó gelukkig, dat hij ruimschoots reden heeft
om zich in de handen te wrijven en te zeggen
Ik ben niet vergeefs Minister geweest
Aan een schrijven van den heer H. D.
Tjeenk Willink, te Haarlem, ontleenen wij het
volgende
„Tengevolge van herhaalde aanschrijvingen
vanwege de Hoofd-administratie der Posterijen,
acht het personeel van sommige kantoren zich
kennelijk verplicht in de laatste dagen alle druk
werken zorgvuldig te onderzoeken en na te gaan
of wellicht de strooken van drukwerken op el
kaar zijn vastgekleefd, aan de een of andere
notitie het karakter van correspondentie kan
worden toegekend, enz. enz., teneinde zoodanige
stukken met het port van ongefrankeerde geslo
ten brieven te kunnen bezwaren.
„Ook het gewicht der gedrukte stukken wordt
zorgvuldig gecontroleerd. Waar dit niet volko
men beantwoordt aan de daarop vastgehechte
postzegels, wordt driemaal het ontbrekende port
aan den geadresseerde in rekening gebracht.
„Het behoeft wel nauwelijks gezegd te worden,
dat het verkeer tusschen auteurs en uitgevers
door deze kleingeestige fiscale maatregelen zeer
wordt bemoeilijkt, niet enkel omdat men tot dus
ver aan een milde toepassing van de bepalin
gen der postwet was gewoon geraakt, maar vooral
omdat de postambtenaren, volgens een door mij
ontvangen missive van den hoofddirecteur der
Posterijen, onder meer, geroepen zijn te beoor-
deelen
lo. of bv. een of andere vraag van den druk
ker of wel van den corrector afkomstig is
2o. of het gevraagde betrekking heeft op de
proef of op de kopie!
3o. of de bij de proef verzonden copie ook
op een vorig of volgend gedeelte van het werk
betrekking heeft
Blijkens de uitroepteekens, door den heer
Tjeenk Willink achter deze drie bepalingen ge
plaatst, verwondert hij zich over dezen maatre
gel, en hij verzoekt dan ook aan dengenen, die
hem drukproeven toezenden
1. Op de proeven geene aanteekening te stel
len, waaraan het karakter van correspondentie
kan worden toegekend.
2. Voor de verzending van enveloppen ge
bruik te maken, en
3. Bij het frankeeren een briefweger te ge
bruiken.
Dat zijn, zegt het D. v. N., eenvoudige, goede
raadgevingen als het pukliek ze opvolgt, zal
het bestuur niet tegen misbruiken behoeven te
waken. Maar nu een uitgever, die zeker zeer
veel drukproeven ontvangt, het noodig acht de
zen raad te geven, schijnt er voor de waakzaam
heid der ambtenaren van de posterijen wel eenige
reden te bestaan.
Vooral de dames-auteurs hebben een guitige
manier om de posterijen te verschalken, die de
aandacht der ambtenaren meer nog dan, anders
het geval kan zijn op hare geschriften vestigt.
Naar het Vad. verneemt, is de Regeering
voornemens de volgende wijzigingen in art. 194
der Grondwet bij de Tweede Kamer in te dienen.
In de eerste plaats zal het woord „overal” in de
derde zinsnede geschrapt worden. In de tweede
plaats zal de verplichting om het openbaar on
derwijs te regelen, met eerbiediging van ieders
godsdienstige begrippen, dus beperkt worden,
dat alleen eerbiediging van de godsdienstige
begrippen der schoolgaande kinderen wordt voor
geschreven. In de derde plaats zal een bepaling
worden opgenomen, om schoolgeldheffing ver
plichtend te stellen.
Zondag werden van Groesbeek gevankelijk
weggevoerd twee ongehuwde vrouwen, zus
ters, van welke de ééne ongeveer 3 weken
geleden is bevallen en verdacht wordt haar kind
te hebben om het leven gebracht, terwijl de an
dere aan dezen kindermoord medeplichtig zou zijn
Het lijkje van het kind is gevonden en geschouwd"
In de Vragen des Tijds komt voor een ar
tikel van prof. dr. P. van Geer te Leiden, getiteld:
„De kenmerken der kiesbevoegdheid naar de
jongste voorstellen”. Aan dit artikel is een tafeltje
toegevoegd, waarin het berekend aantal kiezers
volgens elk der besproken stelsels is opgenomen.
Ter vergelijking zijn ook die getallen vermeld,
die met andere kiesstelsels, welke vroeger werden
behandeld en nog aan de orde zijn, overeen
stemmen.
Kiesstelsel. Vermoedelijk aantal kiezers
over J
1. Tegenwoordige Grondwet
2. Voorstel-Lohman
3. Algemeene census van f 20
4. Voorstel Liberale Unie
5. Ontwerp Grondwet
6. Voorstel-Farncombe Sanders _„_7
7. Voorstel-van Houten (overgangsstelsel) 500’000
8. Beperkt algemeen stemrecht 800,000
Een komplotje stroopers, 16 a 17 man sterk
Bolsvardsche Courant