NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 8®£SWA»Ö EN WONSERASEEI. x o De tweeledige kwestie 1886. Vijf en Twintigste Jaargang. No. 4. VOOR BINNENLAND. BUITENLAND. J DONDERDAG 21 JANUARI. KORT VERSLAG Gemeente Bols ward, I u gal e het Stads- 1 .1 Missive 1884 1885 ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. 297 1416 747 5005 1481 340 272 1531 Kerkeraad der Ned. Hervormde Gemeente AMSTERDAM. tiekschool. Ter visie d. Uitslag aanvoer van over 1834. AZaA-JST ZDZEJNT ZRyV-A-ZD ID ZE ZR Op Dinsiiag 19 Januari 188G, ’s avonds ten 5 ure. I Zondagmorgen had aan het station Maars- bergen een treffend ongeluk plaats. Zekere C. v. V. uit Woudenberg, een man van omstreeks 75 jaren, had het ongeluk bij aankomst van den trein van Utrecht, die ten 8,53 voorm. te Maars - bergen aankomt, daaronder te geraken hij was onmiddelijk dood. De Kuyperianen hebben zich, naar het Vad. meldt, tot den Minister van Financiën gewend om zijn tusschenkomst als hoofd van het depar tement van Eeredienst in te roepen in den ker kdijken strijd. De Minister heeft hen naarden bevoegden rechter verwezen. In de Stand, wordt er op gewezen, dat de beheersquaestie allicht zonder den rechter kan worden beslist door het oordeel der gemeente te vragen. De geloofsquaestie blijft echter bestaan. De Avondpost zegt, dat het bericht van de Standaard, als zou men getracht hebben des nachts de deur der Nieuwe Kerk te openen, onwaar is. Een minderjarige, die door de politie naar de ouderlijke woning te Amsterdam zou worden teruggebracht, wist haar geleider te ontloopen en sprong in het water. Hoewel de rechercheur niet zwemmen kon, sprong hij, zonder zich een oogenblik te bedenken, het meisje achterna, maar noch hem, noch den ter hulp toegeschoten schip pers mocht het gelukken de drenkelinge te red denzij werd levenloos opgehaald en de recher cheur niet zonder moeite gered. In den Haag is weder eene vrouw, die buiten op het raamkozijn zat, om de glazen te zeemen, naar beneden gevallen. Het geheele raamwerk geraakte los en was oorzaak van het ongeluk. Te Leiden heeft het heel wat moeite ge kost, een 20tal der zonder werk rondloopende ar beiders te bewegen, tegen 12 cts. in het uur aan de sneeuwopruiming mede te helpen. Op de hofstede „de Bieshaar” onder de ge meente Hoogland (bij Amersfoort), heeft men op den deel het lijk gevonden van de dienstbode, die kort te voren was uitgegaan om koffie te zetten voor de knechts. Dicht bij haar lag een scheermes, waarmede haar waarschijnlijk de diepe wonde aan den hals is toegebracht. Of hier aan misdaad of aan zelfmoord moet worden gedacht, is nog twijfelachtig. Een artikel in Recht voor Allen over het kerkschandaal te Amsterdam wordt aldus beslo ten „Dat Kuyper revolutionnair handelt tegen de wettige kerkelijke overheid, dat is buiten kijf. Wij nemen hem dat niet kwalijk, maar hij ver liest daardoor ’t recht om ons te veroordeelen Integendeel, wij kunnen hem toeroepen broeder, reik ons de hand, in ’t kamp der revolutionai ren is plaats voor u. Maar eindelijk en laat ons dat niet vergeten hij heeft ons geleerd, hoe men het moet aanleggen. Men moet eerst in ’t bezit zien te komen en dan allen toeroepen laat ons toch vreedzaam en rustig blijven, alles gaat in de beste orde. Vrienden, vergeten wij die les niet, zij kan ons uitstekend te pas komen. De uitslag van den biljartwedstrijd, in de Harmonie te Groningen gehouden, werd Zater dagavond door een publiek, dat steeds toenam met de belangstelling in de afgespeelde partijen, met zekeie spanning verwacht. Na een scher pen wedstrijd behaalde de heer Terpstra den eersten, de heer Bierling den tweeden, de heer Hommes den derden en de heer van Zetten den vierden prijs. Na afloop werd nog eene partij gespeeld tusschen den heer Smith van Amster dam en den heer Bierling van Groningen, waar in de laatste overwinnaar bleef. Punten van Behandeling: 1. Procesverbaal van kasverificatie over het 4e kwartaal 1885. Ontvangsten f 103,086,08. Uitgaven Batig saldo de Gijmnastiek- - Notificatie. van den heer Lunter, behelzende Het is voor sommigen misschien niet onge- wenscht, dat wij een en ander mededeelen om trent de tweeledige kwestie van den kerkeraad der Ned. Hervormde Gemeente te Amsterdam. Nu-van verschillende zijden daarover een en an der openbaar is gemaakt, meenen wij in staat te zijn, er een overzicht van te kunnen geven. De zaak dan is deze. Bij de vrijheid van prediking, die feitelijk en rechtens in de Ned. Hervormde Kerk bestaat, is ook zeer terecht, de vrijheid geregeld dergenen die wenschen onder wezen te worden qn belijdenis des geloofs af te leggen. Zij kunnen dat doen bij iederen predi kant, in elke gemeente, doch alvorens zij mogen aangenomen worden tot lidmaat, moeten zij over leggen een bewijs van hun zedelijk gedrag, af gegeven door den kerkeraad der gemeente, onder welker ressort zij wonen. Nu is sints eenigen tijd de meerderheid van den Amsterdamschen kerkeraad confessioneel, d. i. deze erkent geen vrijheid van belijdenis. Zij eischt, dat ieder die lidmaat wordt of eenige kerkelijke betrekking be kleedt, onderschrijve en erkenne, wat zij verklaart de belijdenis te zijn. Wie dat niet doet is on gereformeerd en dus onzedelijk. Aan den zoo danige kan en mag geen bewijs van zedelijk ge drag worden afgegeven. Volgens de kerkelijke reglementen moet dit wel, maar deze zijn op dat punt in strijd met Gods woord en men moet Gode meer gehoorzamen, dan den menschen. Toen dus door een aantal leerlingen van eenige vrijzinnige en moderne Amsterdamsche predikan ten in het voorjaar van ’85 zulk een bewijs werd gevraagd, omdat de Amsterdamsche kerkeraad hen niet wilde aannemen, is dit geweigerd. De ouders van deze leerlingen hebben zich daarover beklaagd bij de hoogere kerkbesturen en het eind is' geweest, dat de kerkeraad is ge last binnnen zekeren termijn deze bewijzen af te geven, indien er althans geen ander bezwaar omtrent bun zedelijk gedrag bestaat, dan het bovengenoemde. Dit weigert de meerderheid en nu zag zij de waarschijnlijkheid te gemoet, dat zij, als de fatale termijn verstreken is, 18 Januari, zou worden geschorst, voor langeren of korteren tijd, de predikanten met of zonder behoud van traktement. Zoo stond de zaak in het begin des jaars in dit opzicht. Er ligt echter nog een ander vraagstuk van verre strekking op den bodem. De vraag wordt gesteld Rust het bestaan van het hervormd kerkgenootschap als geheel, sints de rêgeling in 1816 op wettigen bodem, of heeft elke plaatselijke gemeente, als zoodanig, recht van bestaan en dus recht op de traktementen en andere inkomsten van predikanten enz., recht .op het bezit van hare eigendommen? Dr. A. Kuyper, ouderling der Amsterdamsche Nederd. hervormde gemeente, ontkent het eerste en beweert het laatste en dit heeft vooral voor den Amsterdamschen kerkeraad een bijzonder groot belang. Deze toch bestuurt niet alleen, ge lijk dit bijna overal elders geschiedt, de zedelijke en geestelijke aangelegenheden der gemeente, maar beheert ook, in deze hare hoedanigheid, en hier dient op gelet, de kerkelijke goederen en be zittingen Hij doet dit door middel van eene kerkelijke commissie, door hem benoemd en daarin hebben zitting een groot aantal kerke- raadsleden, geestverwanten van Dr. Kuyper. Nu begreep deze laatste, dat als de schorsing op den 18den Jan. mocht plaats hebben, die schorsing van hem en de zijnen, als leden van den kerkeraad, ook tengevolge zou hebben, de schorsing als leden van de kerkelijke commissie, zoodat het beheer ook in handen zou komen van het klassikaal Bestuur, ’t welk dan zou doen, wat des kerkeraads is. Dat moest zoo mogelijk voorkomen worden. In der haast, en zonder voorkennis der gemeente, werd de nog bestaande algemeene kerkeraad samengeroepen en in het reglement op het be heer o. a. deze bepaling opgenomen, dat kerke- raadsleden, leden der commissie van beheer al worden zij geschorst of afgezet, toch leden dier commissie blijven. Het klassikaal Bestuur, in kennis gesteld met deze wijziging van het re glement achtte haar onwettig, wachtte 18 Jan. niet af, maar schorste de meerderheid der kerke- raadsleden, die genoemde bepaling had opgeno men. Het trad met de minderheid der kerke- raadsleden op als kerkeraad en nam bezit o. a. van de consistoriekamer .der Nieuwe Kerk en de eigendommen der Diaconie. Dr. Kuyper achtte de bepaling wel wettig, ontkent het recht der kerkelijke besturen en vindt deze gelegenheid schoon, om zich buiten het kerkverband te laten plaatsen en in het be zit te stellen der kerkelijke eigendommen. Door list en geweld gelukt het hem en enkelen zijner geestverwanten werkelijk zich meester te ma ken van de consistoriekamer, die het klassikaal Bestuur goed bewaakt acht en hoe hij en de zijnen zich daarbinnen als in een fort eenigen tijd hebben opgehouden, is van algemeene be kendheid. der toegekende premiën op den vee aan de markt met vergelijk Aangevoerd zijn 96,436,36. 6,649,72. 2. Benoeming van leden der bureau’s van stemopneming voor de verkiezingen in 1886. Voor de 2e Kamer de Heeren B. D. Eerdmans en P. J. de Boer. Prov. Staten de Heeren C. W. Eisma en K van Ringh. Gemeenteraad de Heeren P. Lunter en G. Schoonhoff. 3. Benoeming van commissien tot opname der rekeningen van de gestichten over 1885. Gasthuis de Heeren B. D. Eerdmans, K. van Ringh en R. J. Vos. Weeshuis de Heeren R. de Boer Dz., H. van den Oever en C. W. Eisma. Armenhuis de Heeren G. Schoonhoff, P. J. de Boer en IJ. T. de Boer. 4. Aanbeveling voor eene benoeming van vijf leden der plaatselijke schoolcommissie. Aanbevolen worden de Heeren N. de la Lande Cremer, mr. J. Boldingh Gzn., N. L. J. Bruinsma, R. de Boer Dz. en J. H. Kingma. 5. Missive van voogden van het algemeen Stadsarmenhuis inzake de benoeming van een boekhouder. Goedgekeurd de benoeming van den Heer R. de Boer Dz. tot Boekhouder van het Stads armenhuis. Paarden Runderen Vette kalveren Schapen Lammeren Varkens Biggen Land kalveren Voor koeien en stieren is de le j gekend aan Jelle Eerdmans; de 2e aan E. Cuperus. Voor kalveren le premie aan S. Reitsma van Ingekomen zijn a. Resolutie van Gedep. Staten, behelzende goedkeuring van den verkoop der huizen „Huil- kenstein” en „Hoptille.” Notificatie. b. Copie der rekening van school. Voor den raad ter inzage. - het bedanken als lid in de commissie van straf verordeningen en als commissielid der Gijmnas- De Pruisische Staatsbegroting raamt de inkomsten op ruim 12882/3 millioen mark, de ge wone uitgaven op nagenoeg 1266 millioen mark, de buitengewone op bijna 37 millioen mark, zoo dat er een deficit is van ruim 14 millioen. De Pruisische Landdag heeft den heer von Köller bij acclamatie herkozen tot voorzitter en insgelijks de heeren Heereman en von Benda resp. tot eersten en tweeden ondervoorzitter. In den Duitschen Rijksdag is de discussie geopend over de voorstellen ter beteugeling van het uitdrijven van ingezetenen van andere na tionaliteit. De voorstellen zijn vier in getal1. Van de heeren Jagdzewski c. s. om de Regeering te verzoeken een wetsontwerp aan te bieden, waarin voor vreemdelingen, niet gevaarlijk zijn de voor de openbare orde en veiligheid een vrij en ongehinderd verblijf in Duitschland wordt gewaarborgd overeenkomstig de Weener trakta ten, waarbij den bewoners der vroegere Pool- sche gewesten vrijheid van verblijf en verkeer in Pruisen is verzekerd. 2. Van de heeren Liebknecht c. s. Naardien de belangen der Duitschers in het buitenland, die krachtens art. 3. der Rijksgrondwet aanspraak hebben op be scherming van Rijkswege door den maatregel der Pruisische regeering grootelijks zijn bena deeld en blijkens de represailles in Rusland en Oostenrijk nog steeds worden benadeeld, worde den Rijkskanselier verzocht, de noodige stappen ter intrekking van dien maatregel te doen. 3. Van de keeren Ausfeldt c. s. Te verklaren, dat de maatregel der Pruisische Re geering naar zijn omvang en aard niet door de nationale belangen gerechtvaardigd wordt, ter wijl tevens de humaniteit er door wordt verzaakt en de materieele belangen van on derdanen des rijks er door worden benadeeld. 4. Van den heer Windthorst (voor het geval dat voorstel-Jagdzewski wordt verworpen). De overtuiging uit te spreken, dat de handeling der Pruisische Regeering ongerechtvaardigd en met de belangen van de onderdanen des rijks in strijd is. Aan de tafel van den Bondsraad was het een kille leegteer was niemand verschenen, om de Regeering te vertegenwoordigen dit geschied de bijwijze van minachtend protest. De verschillende voorstellers zetten in ’t breede hunne denkbeelden uiteen, daarbij geen geringe plaats verleenende aan de grieven van de ver drevenen. Liebknecht meende, Bismarck niet ruwer ziin ongegronde vrees voor verzwakking van het Duitsche element zou hebben kunnen openbaren, indien hij een reactionair van de roodste kleur was. Hij wees ook op het gevaar van représailles, omdat er in het buitenland tien maal meer Duitschers wonen dan vreemdelingen in Duitschland. Door Windthorst werd betoogd, dat het niet enkel aankwam op een beginsel van recht in ’t algemeen, maar meer bepaaldelijk op een recht van den eersten rang, het recht van bestaan en vrije beweging. Hij wilde niet den naam des Keizers in het debat mengen, en niet doen gelijk anderen, die zich willen verschuilen achter woor den des Keizers in eene boodschap of troonrede. „Wij buigen, zoo voegde hij er bij, ten allen tijde eerbiedig en gehoorzaam voor het gezag des Keizers, maar onder alle omstandigheden zullen wij opkomen voor ons recht, en wanneer de raads lieden des Keizers hem een verkeerd advies geven, dan zullen wij ronduit zeggende raadgevers hebben valsch geoordeeld.” Voor ’t overige be handelde spreker voornamelijk de quaestie der bevoegdheid van den Rijksdag ter zake van Prui- sen’s handeling. De moordenaar van den prefect Barrême heeft zijne middelen zoo goed weten te kiezen, dat men nog geen spoor van hem gevonden heeft. Men weet slechts, dat iemand met hem naar Nantes reisde en zag dezelfde persoon ook in de stad. Hij vertrok echter om negen uur des avonds weder naar Parijs. Het onderzoek is bezwaarlijk geworden, doordien de autoriteiten aanvankelijk zeer hebben gedraald met maatre gelen te nemen, om den dader te achtervolgen. Le Matin behelst het volgende telegram van zijn correspondent uit Londen „Ik weet niet of de overheid te Scotland-Yard door de Fransche politie bekend is gemaakt met den moord van den prefect van Eure, maar ik verneem, dat een persoon, wiens uiterlijk over eenkomt met het signalement van den man die te Nantes uit het spoorwegnjtuig is gestapt, te Folkestone is aangekomen en dat zijne houding de aandacht der Engelsche politie heeft getrok ken. Hij wordt zorgvuldig in het oog gehouden te Londen, totdat de Engelsche politie nadere inlichtingen te Parijs zal ingewonnen hebben” Een nader onderzoek heeft, naar de Figaro meldt, aan het licht gebracht, dat geen poging tot diefstal er aanleiding toe heeft gegeven. De 20,000 francs, welke het slachtoffer te Parijs zou opgenomen hebben, bestonden niet en ook het horloge, dat hem zou ontnomen zijn, is bij den horlogemaker teruggevonden. De moord schijnt dus uit wraakzucht te hebben plaats gevonden. Wederom heeft te Parijs een moord, gevolgd door diefstal, plaats gevonden. Eene persoon uit den demi-monde, Marie Arquetant, had in het Eden-theater kennis gemaakt met een zeer ele gant gekleed jongmensch, die haar naar hare woning volgde. Haar minnaar, de kassier van den „Cercle franco-americain”, een zekere Blis, die met haar samenwoonde, drong des nachts om 3 uur, niettegenstaande de weigering van het dienstmeisje, tot de kamer zijner geliefde door en vond haar met afgesneden hals te bed leggen. Een som van 6000 francs en de juweelen der jonge dame, eene waarde van 25000 francs ver tegenwoordigende, waren verdwenen. Bij onder zoek bleek dat de geleider der ongelukkige zich reeds tegen middernacht verwijderd had. Het aantal brieven en briefkaarten, over de gansche aarde in '84 ter post bezorgd, is 6926 millioen, d. i. dooreengenomen 19 millioen daags. Voegt men hierbij het aantal couranten, drukwerken, circulaires, monsters enz., dan komt men tot een totaal van 11640 millioen. Europa heeft 68000 postkantoren en een per soneel voor dezen tak van dienst van 334800 beambten. Het middelpunt van den strijd werd dus nu niet meer voor Dr. Kuyper, het weren van eeni ge jonge wolven uit de schaapskooi, maar het bezit der kerkgebouwen enz., die hij als het eigen dom beschouwt der plaatselijke gemeente, waar van hij en zijn geestverwanten de wettige ver tegenwoordigers zijn en blijven. Inmiddels heeft het klassikaal bestuur, doende wat des kerkeraads is, de getuigschriften van zedelijk gedrag afgegeven en de jongelieden, die dit begeeren, kunnen dus elders aangenomen worden. Tevens eischt het de teruggifte der feitelijk in bezit genomen eigendommen. Eenige dagen liep Dr. Kuyper alles mee. Hij is met de zijnen feitelijk bezitter en nu moet het kerkelijk Bestuur zijn recht bewijzen. Dit is echter reeds door de Synodale commissie ge machtigd om een procedure te beginnen en zal daar toe ongetwijfeld overgaan, indien niet de tegen standers het hoofd in den schoot leggen, waar toe een laatste poging is in het werk gesteld. Nadat de eerste roes der opwinding voorbij was, is de stemming van verschillende vrien den van Kuyper ten zijnen opzichte veranderd, zij zijn gaan inzien dat hij uitdrukkelijk revo lutie wil, allereerst op keikelijk gebied en dat hij dit doet, om daardoor plaatselijke kerken te krijgen voor zijne theologanten van de vrije Uni- versiteit. Onderscheidenen hebben daarom zich openlijk verklaard tegen zijn revolutionair stre ven en hun ondersteuning hem voor het vervolg geweigerd van de vrije Universiteit. Hij zelf schijnt wat in zijn schelp te kruipen, althans hij wil ’t nu doen voorkomen, alsof al het rumoer om het feitelijk bezit der eigendommen niet meer is geweest dan een „vooruitschuiven van een chassinet”, terwijl het verzet in rechten niet volstrekt noodig zou wezen, als de gemeente blijk geeft dat zij het beheer aan andere kerk meesters mocht willen toevertrouwen. Voorts noemt hij nu weer het afgeven der besproken ge tuigschriften, de ontzettende zonde. Zoo fluit de slimme vogelaar nu weer met zoet gefluit. Het is echter te verwachten, dat de kerkbesturen met kracht eischen zullen ge hoorzaamheid aan de reglementen, oproer kan niet geduld worden evenmin in Kuyper als in Fortuyn en treurig is het dat de revolutie juist begint bij een deel der anti-revolutionairen. M. E. VAN DER MEULEN. 6 287 1286 973 5722 2236 347 216 1751 premie toe- Voor kalveren le premie aan S. Reitsma Wonsde 2e aan E. Cuperus. Voor schapen en lammeren de le premie aan Bauke Feenstra te Schettensde 2e aan P. Njjland te Burgwerd, Bolswardsche Courant i 2S3E VAN DEN TE - DER VERGADERING /A’ «r c. 1 test

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1886 | | pagina 1