NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD en WWS8&AÖM&
WELDADIGHEID.
1886.
Vijf en Twintigste Jaargang.
No. 9.
VOOR
BINNENLAND.
BUITENLAND.
DONDERDAG 25 FEBRUARI.
lil
'Hl
I
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
W'V
Zooals men zich herinnert heeft de kerke-
raad vaq Beesd het hoofd der school aldaar bij
de regeering aangeklaagd, omdat hij sommige
versjes, waarin godsdienstige gevoelens werden
geuit, had gewijzigd. Naar het Vad. verneemt,
heeft de Minister overwogen, dat het hoofd der
school volstrekt niet verplicht was versjes (die
hij niet liet zingen) wel te laten zingen; dat hij vrij
was in de keus der zangstukjes en in het aanbren
gen van veranderingen; dat de wijzigingen niets be
vatten, strijdig met den eerbied aan de godsdiensti
ge begrippen van anderen verschuldigd, ofschoon
de Minister de gewijzigde versjes minder acht dan
de oorspronkelijke, en ten overvloede, dat de
door den kerkeraad gemaakte gevolgtrekking,
als zou de naam Schepper met opzet geweerd
worden, weersproken wordt door het wél-zingen
van andere versjes, waarin de naam God of
daarmee gelijk staande uitdrukkingen voorkomen.
Ook wijst de Minister er op, dat aan niemand
aanstoot kon gegeven worden, daar alles buiten
tegenwoordigheid of medeweten der leerlingen
geschiedde, en dat er geene overtreding der wet
plaats had.
In den zuidoosthoek van Friesland worden
voor Hongaarsche rekening, tegen flinke prijzen
belangrijke aankoopen van puik fokvee gedaan.
Tegen de Zutph. Crt. is rechtsingang ver
leend wegens het plaatsen van een ingezonden
stuk, waarin gezegd wordt, dat de veldwachter
J. D., te Lichtenvoorde, bij herhaling dronken
De Londensche politie was beter op haar
post, toen de Engelsche socialisten hunne nieuwe
monstermeeting in Hyde-park hielden. Er waren
naar schatting twintigduizend man bijeen ge
stroomd. De leiders der socialisten, waaronder
ook de heer Burns, spraken de menigte toe. Als
spreekplaatsen dienden drie wagens, die met
roode vlaggen versierd waren. De redenaars noem
den zich de bewerkers eener reusachtige revo
lutionaire beweging, die op bloedvergieten zou
uitloopen, indien de Regeering den toestand der
werklieden niet wist te verbeteren. De resolu-
tiën, welke werden aangenomen, wierpen een
blaam op de Regeering, omdat deze hare goed
keuring had onthouden aan het ondernemen van
openbare werken ten behoeve der werkeloozen.
Zeker om ook van hun kant iets toe te geven,
verklaarden de heeren socialisten, dat de werk
lieden onder hen een werkdag van acht uren
eischen d. i. nog anderhalf uur minder dan bij
ons midden in den winter. De meeting duurde
een half uur. De wagens werden daarna naar
een andere plaats vervoerd, waar de heer Burns
de menigte wéder begon toe te spreken, maar
nu deed de bereden politie een charge en (naakte
zich meester van den wragen. Daarna heeft de
menigte wederom ongeregeldheden gepleegd.
De Londensche brandweer had de hulp van
twintigduizend pompiers als extra-politieagenten
aangeboden, voor het geval dat de Regeering de
politie tegenover de socialistische beweging in of
buiten Londen niet krachtig genoeg oordeelde.
Het resultaat van het onderzoek naar de hou
ding der politie bij de ongeregeldheden van den
8 dezer, zal waarschijnlijk het ontslag van kolo
nel Henderson en verscheidene andere bejaarde
hoofdambtenaars bij de politie tengevolge hebben.
De Punch stelt zulk een hoogwaardigheidsbe
kleder voor, duttende in zijn gemakkelijken
stoel, met het onderschrift: „De groote werke-
looze op den eersten dag van het oproer.”
Graaf Aberdeen, de nieuwe Onderkoning van
Ierland, heeft Zaterdag te Dublin zijn intocht
gedaan. De ontvangst was vriendschappelijk,
maar er had een kleine twist plaats tusschen de
studenten van „Trinity College” en de volks
menigte naar aanleiding van den kreet„Leve
Parnelldie uit de volksmenigte opging. Aan
weerskanten werden eenige personen gekwetst.
De Fransche Kamer van Afgevaardigden
heeft met 334 tegen 18Ü stemmen een voorstel
verworpen, strekkende om een onderzoek in te
stellen naar m. a. w. een balans op te maken
van den financieelen toestand van Frankrijk.
Een verstandig Franschman is de heer Laureat,
die in de Paris zijn landgenooten aanspoort, een
voorbeeld te nemen aan den Keizer van Duitsch-
land, die te Berlijn de opvoering van een too-
neelstuk Sedan heeft verboden en de manifesta
tion te staken, de opgeschroefde ainti-Pruisische
artikelen in de dagbladen ongelezen te laten en
wat matiger te zijn met het huldigen der over-
naars zult gij ze kennen, wie in waarheid mensch
zijn, wie kinderen zijn van den Hemelschen Vader.
Het kerkelijk Protestantsch leven in Nêer-
landsch hoofdstad biedt weinig verkwikkelijks
aan. Daar wordt in den naam van den Christus
de Nederlandsche Hervormde kerk verscheurd
en verdeeld. Aller oogen zijn daarop gevestigd,
terwijl men tevens de oogen van dat in eigen
ingewanden woelend tooneel afwendt. Dat ge
ruchtmakende drama bekommert menig welbe
kende en edele ziel. Maar geen nood Doe gij
bij ’t staren op dat geruchtmakende feit in stilte
wel, waarde lezer. Dan doet ge meer en beter
dan daar geschiedt. Er is Goddank nog een
andere geest van liefde dan zich in de recht-
zinnigen te Amsterdam openbaart, waaraan de
ware navolgers van het verheven voorbeeld wor
den gekend.
Reeds als kinderen zongen we
Weldadigheid! wie ooit uw loon genoot,
Stort blij zijn schat den armen in den schoot.
Bij ’t ruimst genot, dat hem bij ’t feestmaal beidt,
Zucht hij om ’t lot, den schaamlen vaak bereid.
Treft, broeders treft op aarde u ramp of leed,
Wij allen zijn steeds u ter hulp gereed,
God, die het ziet, schrijft elke dankbre traan
Dien gij vergiet, in ’t groot gedenkboek aan.
Volzalig klopt het waar menschlievend hart,
Zich zelf bewustgij stilt der droeven smart,
’t Is schoon, als ’t leed den armen broeder knelt,
Dat elk gereed ter zijner hulpe snelt.
De schaamle weent, o stelp zijn tranenvloed,
Verligt zijn smart, vervul zijn hart met moed,
Waar plicht gebiedt te helpen uit den nood,
Vertraag daar niet, maar zijt in weldoen groot.
Weldadigheid! vest steeds uw troon op aard!
Blijf de eeuwen door aan Neerland dier en waard
Zoo wordt, o vreugd! door ’t dankbaar nageslacht
Aan onze deugd steeds hulde toegebracht.
Moge deze geest onder al het gewoel en den
strijd onder ons volk blijven wonenMogen in
dit opzicht alle Nederlanders elkander vinden op
den weg door 't leven De weldadigheid omstren-
gele als een heilige band alle menschende lief
de wordt daardoor grooter, de maatschappij ge
lukkiger, ons eigen hart daardoor verlicht en
verblijd alle de dagen onzes levens.
II. Adv. BI.
wonnenen. Daarmee krijgen we niet terug, wat
we verloren, waarschuwt Laureat. „Wij laten
ons nog al te veel verleiden, onze nederlagen te
bezingen. Veel te veel monumenten zijn in Frank
rijk opgerichtniet om onze dooden te eeren,
maar om getuigenis te geven van ons onwankel
baar besluit, revanche te nemen. Thans is het
genoegDe oude Keizer van Duitschland wil
zijne zegepraal niet op een tooneel zien vertoond,
laten wij geene vertooningen van onze nederlagen
meer maken
De tentoonstelling, welke in 1889 te Parijs
zal worden gehouden, zal, zoo heeft de Fransche
Regeering besloten, eene internationale zijn.
In de vergadering der commissie, door den
Duitschen Rijksdag aangewezen om voor het
ontwerp van wet, door den afgevaardigde Lenz-
mann voorgesteld, betreffende de schadeloosstel
ling voor onschuldig ondergane preventieve en
gevangenisstraf, legde de Rijkscommissaris de
verklaring af, dat de verschillende Regeeringen
nog geen besluit in de quaestie genomen had
den. Ofschoon hij, door deze besluiteloosheid,
niet in staat was, namens de Regeeringen, eenige
opheldering te geven, geloofde hij toch te kun
nen verklaren, dat zij hare toestemming voor een
ontwerp, dat het verleenen van schadeloosstel
ling wegens preventieve hechtenis bedoelt, niet
zullen geven. Evenmin zouden zij bereid zijn
een in tweede instantie vrijgesprokene schade
loos te stellen voor zijne reeds ondergane gevan
genisstraf. De vrijspraak bij de tweede behan
deling biedt geen waarborg, dat de eerst ver
oordeelden werkelijk onschuldig waren, want
menigmaal was zij het gevolg van eene ver
zwakking der bewijsgronden, door den loop des
tijds krachteloos gemaakt. Aller belang werd
het best in ’t oog gehouden, door den regeeren
den Vorst, of den Keizer de macht te verleenen
en ter hunner beschikking de noodige middelen
te stellen, om over de schadeloosstelling en haar
omvang te beslissen. Hiertoe besluitende, was
zijn oordeel, den Keizer of den Rijkskanselier
bij de wet te machtigen, bedoelde beslissingen
te nemen, waarbij dan op den voorgrond moest
staan, dat de schadeloosstelling door het Rijk
zal bekostigd worden.
Het wetsontwerp betreffende het monopolie
voor de fabrikage en den verkoop van spiritu
aliën zal nog deze week bij den Rijksdag wor
den ingediend.
Duitschland heeft indertijd, al verder en verder
voortschrijdende op de baan der protectie, o. a.
het invoerrecht van hout van 1 mark 50 ge
bracht op 6 mark. Voor den Zweedschen hout
handel dreigde dit de doodsteek te zijnmaar
die vrees is ijdel geweest. Te Stokholm is dezer
dagen eene vergadering van bij den houthandel
betrokken firma’s gehouden, waarop een over
zicht is medegedeeld van den uitvoer van hout
uit Zweden. Het bleek, dat de uitvoer naar
Duitschland, wel verre van te verminderen, zoo
als men had gevreesd, was toegenomen, en dat
wel tegen dezelfde prijzen als vroeger. In 1885
werden uit Zweden naar Duitschland uitgevoerd
aan planken en gezaagd hout 51,605 standards
tegen 45,970 in 1884. „Dit feit, zegt het rap
port, schijnt te bewijzen, dat Duitschland niet
genoeg hout produceert voor eigen gebruik en
dat het ook niet altijd geschikt is voor het doel,
waarvoor het Zweedsche hout wordt gebruikt.”
Het gevolg van de hoogere rechten in Duitsch
land is geweest, dat de inkomsten van de schat
kist van 361,800 Mk. op ongeveer 1 millioen
zijn gestegen, welk verschil door de Duitsche
verbruikers is betaald, daar de Zweedsche hout
handelaars tot onverminderden prijs hebben ver
kocht. Moge dit, zegt een Stokholmsch blad,
eene waarschuwing zijn voor onze protectionis-
ten, die gelooven, dat het buitenland altijd de
invoerrechten betaalt”.
is. Het Openbaar Ministerie ziet hierin laster.
Naar men aan de N. B. Ct. mededeelt,
wordt er in Mei a.s. eene groote promotie bij
de marine verwacht.
Het nauwkeurig onderzoek, op de personen
en de bagage van juffr. v. d. H. en haar kinde
ren bij hun aankomst in de residentie ingesteld,
heeft geen spoor doen vinden van de vermiste
effecten, waarmede zij verdacht werd het land
te hebben verlaten. Men vond Ook geen andere
waarden of gelden meer bij hen. De familie is
thans weer vreedzaam als voorheen in ’t huis
aan het Huijgenspark teruggekeerd. De honden
zijn te Madera achtergelaten.
Mr. L. Oldenhuis Gratama te Assen heeft,
wegens redenen van gezondheid, zijn ontslag ge
nomen als lid van de Tweede Kamer.
De heer 'Gratema is bijna 19 jaren lid van de
Kamer geweest.
Te Kootwijk zijn verschillende personen,
die met de handelwijze van den zich noemenden
kerkeraad geen vrede hebben. Komen zij in
verzet bij den burgerlijken rechter, waarop plan
is, dan is een zeer belangrijke procedure in
aantocht. Beide partijen hebben bij het enta-
méeren van zoodanige procedure ’t hoogste belang.
Het moet door den Hoogen Raad uitgemaakt
worden, of een gemeente of een deel eener ge
meente, onverschillig of dit uit de meerderheid
of de minderheid bestaat, recht heeft zich eigen
machtig uit het kerkverband los te maken, geheel
op zichzelve te staan. Dit is nog altijd een open
vraag, waar wel veel over te redeneeren valt,
maar waarvan niemand met beslistheid kan zeg
gen, hoe zij beantwoord zal worden door de
daartoe alleen bevoegde autoriteit. Hoe eer
dienaangaande zekerheid bestaat, des te beter.
Tot dusver heeft het Handelsblad voor het
Amsterd. Poliliefonds reeds f 16,369,28 ontvangen.
Men meldt uit Haarlem, dat door een col
lectant der staatsloterij aldaar aan een tot dus
ver onbekend persoon op een loterijbriefje, dat
vervalscht bleek te zijn, het twintigste deel van
den jongst getrokken hoofdprijs van honderd
duizend is uitbetaald. Men vermoedt dat de
schuldige uit Amsterdam afkomstig is.
De inrichting van het Walhalle der sociaal
democraten in den Haag moet geenzins doen
denken aan de verdrukking en de ellende waar
onder deze zouden lijden. De correspondent der
N. Gr. Ct. geeft eene beschrijving van dit lokaal
met zijn buffet, biljart enz. Eene der decoratien
van de zaal verdient de aandachthet is eene
groote schilderij op den muur, die ten doel heeft
eene plastische voorstelling te geven van de ver-
deeling der vruchten van den arbeid. Aangezien
deze teekening, meer dan alle bespiegelingen, er
op berekend is om aan de zaak van de socialis
ten bij ’t volk ingang te doen vinden, meen ik,
onpartijdigheidshalve, een schets er van te moeten
geven, opdat elkeen zich er een denkbeeld van
kunne vormen.
Vanuit een met de holle zijde naar boven ge
keerde half-cirkelvormige lijn, die „arbeid” wordt
genoemd, loopen een aantal stralen met de be
naming „loon” naar een bol, die „kapitaal”
wordt geheeten. Uit dezen bol stralen weer lijnen
uit naar zes hooger gelegen kleine bollen, die
de namen dragen van „kapitalisten”, „bankiers”,
„grondbezit”, „staatsbegrooting”, „nationale
schuld” en renteniers”. De lijnen tusschen den
kapitaalsbol en de zes genoemde kleine bollen
duiden grootendeels „rente” aan, terwijl één
„pacht” en één „belasting” heet. Ver boven de
zes kleine bollen verheft zich een, door de stralen
uit die bollen geboren groote bol, die ’t geheel
beheerscht en den weidschen titel voert van
„groot kapitaal.”
Ziedaar, de socialistische schilderij.
Iedereen kan er den tekst bij maken en de lijst,
die er omheen komt, met eigen kleuren teekenen.
Naarmate men hooger of lager staat, gebruikt
men verguldsel of carmijnrood. De socialistische
verfdoos houdt er geen stemmige kleurtjes op nat
Een bericht, dat in de tooneelwereld met
diep leedwezen vernomen zal worden, zegt het
Dagbl., is, dat de bekende, sedert van het tooneel
verwijderd levende tooneelspeler D. van Ollefen
aan eene zielsziekte lijdende is. Reeds zou hij
naar een gesticht zijn overgebracht. Allen, die
den braven huisvader en degelijken vriend heb
ben leeren waardeeren, zullen voorzeker van
harte wenschen, dat de ziekte van van Ollefen
slechts van voorbijgaanden aard zal zijn.
Wat Tourniaire betreft, kunnen wij, ondanks
de tegenspraak van de Portefeuille, nog niets
goeds melden. Alleen weten wij. dat zjjne echt-
genoote onlangs een schrijven ontving, waarbjj
haar het bezoek, dat zij haar man placht te
brengen, ontraden werd.
De kerkeraad van Utrecht heeft zijne droef
heid en verontwaardiging uitgesproken over de
schorsing der leden van den kerkeraad van Am
sterdam en hiervan aan deze kennis gegeven.
Onder de jongens uit het Diaconie-Wees
huis te Amsterdam moet het bekend geweest zijn,
dat er bij de jongst gehouden loting voor de
Nationale Militie, naar verkiezing, hooge en
lage nommers te trekken waren. Een hunne?,
die gaarne het vaderland als militair wilde
dienen, zeide„ik neem een geel papiertje, dan
ben ik bakker an”, en hij trok een noramer
tusschen de 12 en 1300. Eenige zijner collega’s
Eene der eerste deugden, vooral in het barre
wintergetij is de weldadigheid. Maar iedereen be
denke wel wien hij zijne weldaden schenkt. Mo
ge toch de weldadigheid een blijk zijn van het
goede hart des milden gevers, menigmalen wordt
daardoor meer kwaad gedaan dan goed, omdat
hetgene men geeft vaak in verkeerde handen komt.
Stelt u op dit oogenblik iemand voor, die den
ganschen zomertijd niet zoodanig heeft gearbeid
als zijne gezonde leden en frissche krachten dat
toelieten, en die nu ten gevolge zijner luiheid ge
brek lijdt, zoudt ge dien met een goed hart kun
nen helpen Stelt u voor een persoon, die genoeg
zaam geld heeft verdiend, doch die meer verteerde
dan hem paste, die vele gelden onnut heeft be
steed en gebruikt en dientengevolge thans ar
moede ondervindt, zoudt ge dien met een blij
moedig hart eenige weldadigheid kunnen betoo-
nen Deze weinige voorbeelden waren met nog
ettelijke aan te vullen, die allen de waarheid der
stelling zouden bewijzen, dat wanneer men iets
geeft, men wel moet weten wien en hoe.
Er ziju van die milde gevers, die aan ieder
hunne weldadigheid bewijzen. Daar kan geen
arme aan de deur kloppen of hen wordt open
gedaan. Onverschillig wie het ook moge zijn,
worden ze altijd met een kleinigheid tevreden
gesteld. De gevers mogen dat met een vroolijk
en blijmoedig harte doen, zij, die de gifte ont
vangen daarmede danig zijn ingenomen, de han
deling zelve verdient de strengste afkeuring.
Die zijne gaven aan eiken vrager geeft moet
wel bedenken, dat hij daardoor vaak de luiheid
voedt, de onzedelijkheid bevordert, de rampen
der maatschappij vermeerdert en de krankheden
der zamenleving vermenigvuldigt. Onbeschaamde
vragers, die het menigmaal het minst noodig
hebben, worden soms nog het meeste geholpen
als men maar geeft aan den eersten den besten,
die onder welken vorm ook, hulp en bijstand
vraagt. Zij, die aan huizen rondloopen, zijn
meestal de ware behoeftigen niet. Zij verblijven
in hunne huizen of hutten, schamen zich meestal
hulp te vragen en openbaren hunnen nood liefst
niet. De ware armen zijn zij, die zich liever
laten verhongeren dan bedelen. Dezulken te
helpen is het ware wezen der Christelijke wel
dadigheid.
Volgt mij eenige oogenblikken met uwe
aandacht, waarde lezers. Ziet gij die oude
juffrouw daar wel gaan met haar mandje aan
den arm in het stille avonduur Waarheen
richt zij hare schrede nog zoo laat Eerst voor
een tiental dagen hoorde ze, dat een paar straten
van haar af in de stad harer inwoning een gezin
leefde, dat het niet te breed had. Hare keukenmeid
had haar daarmede in kennis gesteld, want die
kende het goede hart van hare mevrouw. Daar
treedt zij de woning binnen. Wij gaan er met
haar een kijkje nemen. Maar behoef ik u zoo
danig gezin wel te schetsen Ziet maar eens
rondom u. Hoe menig gezin lijdt, het is winter
tijd, armoede en gebrek. Uit dat mandje wordt
meer te voorschijn gehaald, dan ge oogenschijn-
lijk denken zoudt. Zie, de rijke dame die daar
helpt, is een engel in die woning, want door
hare zorg wordt het gansche gezin gered van
een wissen ondergang. Doet ze er wel aan, dat
ze helpt Zij is met de omstandigheden van het
gezin ten volle bekend geworden en haar teerge-
voelend hart zegt haar dat ze hare gaven aan geene
onwaardigen verspild. Nog blijmoediger dan zij
ging keert zij terug. Het bewustzijn wél te hebben
gedaan, schenkt haar levensvreugde en levensge
not. Vraagt gij naar den uitslag harer bemoei
ingen, of ze gunstige gevolgen op haar werk heeft
gezien? Gewis! Want niet alleen dat ze dit ar
me gezin voor zinken behoedde, zij heeft het ook
opgeheven uit den droevigen staat, en dat de jon
gens en meisjes allen flink terecht zijn gekomen
en de oudjes nog fleurig en wel voortleven daar
in voelt ze zich gelukkig. De hoogste dank die
zij haar hebben gebracht, zijn de vlijt, de werk
zaamheid en oppassendheid door hen allen tot
heden getoond.
Het is verblijdend, dat de weldadigheid een
kenmerkende karaktertrek van het Nederland
sche volk uitmaakt. Nog nooit heeft zich het
goede hart verloochend, wanneer er hulp, dringen
de hulp noodig was. Bij vreeselijke volksrampen
gaf steeds het gansche volk onbekrompen. Bij
uitgebreiden brand, bij groote overstrooming, bij
’t vergaan van schepen, bij ’t verlies van personen,
wie noemt al de gevallen op, waarin het volk
zich niet ruimschoots betuigde van het medege
voel tot den naaste om redding in nood te bieden?
Is dit bij algemeene volksrampen het geval, ook
in nauwer kring wordt menigeen, in hulpbe-
hoevende omstandigheden verkeerende, geholpen,
meestal op zeer kiesche wijze. Hoevele weldadig
heden worden er bewezen waarvan de buiten
wereld niet weet. Zijn er stille lijders er zijn
ook stille weldoeners in den lande, die er naar
zoeken, om gewaar te worden waar ellende
heerscht.
Thans is het wintertijd Mogen onze woorden
eene opwekking voor velen zijn om helpend,
steunend en vertroostend tusschen beide te komen,
waar armoede hulp vraagt, waar met raad en
daad een goed werk, een liefdewerk is te ver
richten. De weldadigheid vraagt naar geen ge
loof, kleur of stand. Zij is de uiting van het
menschelijke iu den mensch. Aan hare beoefe-
Bolswardsche Courant
J
I
I