NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD .OLSWARD EN WWSSBA0ES1 Dt arbeid limat ra (tstall 1886. Vijf en Twintigste Jaargang. No. 14. VOOR BUITENLAND. BINNENLAND. 5 DONDERDAG 1 APRIL ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. r®; sj ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, Ziet, hoe het gelaat des aardrijks sints een tiental dagen veranderd is. De spade dringt weer in den murwen bodem, de graswortel ont kiemt, het wintergraan herneemt, waar ’t niet te zeer aan de vorst is blootgesteld geweest en weerstandsvermogen bezat, zijn groeikracht. De arbeiders trekken veldwaarts, hoogst gelukkig, dat zij weer door eigen kracht voor hun gezin kunnen zorgen. De scheepvaart is heropend, langs de kaden, in de havens is ’t alles drukte, leven en beweging. Beurtschepen, tjalken, stoom- booten varen af en komen aan, vaten en pak goederen liggen gereed op de wallen, voor laden en lossen is veel werkvolk noodig, de winkel neringen hebben behoefte aan nieuwen toevoer. De visscherlieden werpen weer hun netten uit in zee. De brandstof is voor een goed deel ver stookt, met haast zijn de verveners aan den arbeid getogen, in de kolenmijnen komt nieuw leven. In de werkplaatsen klinkt weer de hamer slag, in de fabrieken komt weer vertier. Helaasterwijl dit alles zoo is, in het gezegende land onzer inwoning, klinkt, te midden van het opstandingslied der schepping en de herleving van den arbeid, hier en daar in het buitenland, juist nu het woord „werkstaking” ons schril in de ooren. En terwijl dit in Amerika en Enge land op tamelijk ordelijke wijze, meestal slechts eindigt met een vreesehjken achteruitgang der welvaart van den arbeidersstand, is in de laatste dagen in het Waalsche gedeelte van Belgie een orkaan opgestoken, de wrange vrucht van de opruiende taal der zoogenaamde volksvrienden, die op verwoesting, vernieling, brandstichting, dood en ellende uitloopt. In het schoone Maasdal, in de provinciën Luik, Namen en Henegouwen waar het fabriekswezen, Je steengroeven, de kolenmijnen aan duizenden werk verschaffen, zijn die duizen den opgestaan, opgezet door een aantal heet hoofden en hebben, beginnende van Luik af, een vernielingswerk tot stand gebracht, waarbij zij zich als waanzinnigen, ver beneden het wild gedierte der bosschen hebben aangesteld. Op de winkels der neringdoenden zijn zij aangeval len, de winkelwaren hebben zij verscheurd, ver trapt, vernield. Neen, ze hadden geen honger, ze stalen geen brood voor vrouw en kroost, ze waren geen werkeloozen, ze staken den arbeid, ze loopen het land door, steken fabrieken, buiten plaatsen, kasteelen, kloosters, mynen in brand, een en ander met petroleum overgietend, ze slaan de machines stuk, maken den arheid onmogelijk, woeden als dolzinnigen voort. Natuurlijk moet hieraan paal en perk gesteld worden. Burgerwachten worden saamgeroepen, legerafdeelingen worden afgezonden, burgeroor log is onvermijdelijk, dooden vallen, de gevan genissen worden gevuld, vrouwen en kinderen worden der armoede ten prooi, geweld moet met geweld gekeerd worden, opstand moet onderdrukt worden, de orde moet hersteld worden. De ge volgen kunnen niet uitblijven. Reeds nu moeten een aantal goederentreinen ophouden te rijden, er is geen aanvoer van goederen, werklieden zullen daar afgedankt worden. In de verbrande fabrieken is de arbeid onmogelijk gemaakt, ’t zal bij velen de vraag zijn, of er nog geld is om nieuwe op te richten, niet minder of het wel zaak is zijn geld bloot te stellen aan zooveel vernielingszucht. Men strijdt tegen het kapitaal, wat vermag men zonder kapitaal Is het niet volkomen verklaar baar, als familiën en ondernemers, die toch reeds met moeite zich staande konden houden, of die met verlies reeds een tijdlang werkten, een streek verlaten, vol weerzin tegen een bevolking die zich zoo schandelijk gedraagt Of dan zulk een opstand geen grond heeft? Ik antwoord volmon dig zulk een opstand, neen, driewerf neen. Wat hebben die duizende burgers gedaan, onder welke zeer velen ongetwijfeld ook een harden strijd om het bestaan hebben te strijden Is dat een ver diend loon voor werkgevers als de Cockerill’s, wier fabrieken ik te Seraing heb gezien en waar aan allerlei inrichtingen verbonden zijn ten be hoeve hunner arbeiders Is het de schuld der eigenaars van mijnen, fa brieken, landerijen, als de prijzen der grondstof fen en produkten dalen en komen deze den ge bruikers niet ten goede, juist als de loonen moch ten dalen? Doch ik neem aan, dat er grieven zullen zijn, werkelijke of ongegronde. Is dit dan deweg, om dit te onderzoeken, het middel tot herstel Mag men zoo zelfs schuldigen treffen, is de schuld maar aan ééne zijde? Verliest men zoo niet alle macht en alle recht vooral Ik denk met diep mededoogen aan de onge- lukkigen, die gedwongen en meegesleept worden, met verontwaardiging aan de eerzuchtigen die om eigen glorie het vuur van zulk een opstand elders, ook hier aanstoken, met dankbaarheid aan een bevolking als die van ons Vaderland, waar die misdadige pogingen der opruiers afstui ten op het gezond verstand der natie, waar grie ven met ernst besproken worden, in onderschei den bladen en kringen, waar de bron der liefde steeds mildelijk vloeit en waar de groote meer derheid begrijpt, dat verwoesting niet tot hervor ming leidt en een „evangelie der ontevredenheid”, dat sommigen prediken en tot omverwerping lei den moet, geen erge blijde boodschap is. M. E. van der MEULEN. Zaterdag is in den Duitschen Rijksdag de beraadslaging over het monopolie-ontwerp voort gezet. Een voorstel van Kardorff om het aan de commissie terug te zenden, werd bij hoofdelijke stemming verworpen met 181 tegen 66 stemmen. De beide eerste paragrafen, waarin de kern van het voorstel lag, worden bij hoofdelijke stemming verworpen met 181 tegen 3 stemmen (terwijl 37 leden zich onthielden), en daarop werden de overige paragrafen zonder discussie afgestemd. In de zitting van Zaterdag van het Huis van Afgevaardigden verklaarden de beide voornaam ste sprekers, de nationaal-liberale afgevaardigde Hammacher en de aanvoeder van het centrum Windthorst, zich voor het Rijn-Eemskanaal. Beiden voerden o. a. als motief aan, dat men zich daardoor onafhankelijk zou maken van de Nederlandsche havens. De heer Hammacher was van oordeel, dat door dit kanaal West-Duitsch- land onafhankelijk zou worden van den Neder- landschen tusschenhandel, wat in het algemeen belang van Duitschland zou zijn. Windthorst liet zich in gelijken zin uit ten gunste van het voorstel, ofschoon dit niet in alle behoeften voorziet. Nederland zoo beweerde hij verkeerde reeds in de grootste bezorgdheid over deze kanaalplannen, en men heeft daar evenzeer reeds plannen gemaakt voor nieuwen aanleg van kanalen. Het kanaal-ontwerp is ten slotte in handen eener commissie van 21 leden gesteld. De Keizer van Rusland bemoeit zich, naar aan de Settles. Zeit. uit Petersburg wordt gemeld, tegenwoordig veel meer met de buitenlandsche politiek dan vroeger. Al behandelt hij de politieke quaestiën niet rechtstreeks met de gezanten der vreemde Mogendheden zooals zijn vader gaarne deed, die soms dezen of genen gezant zijn ongenoegen vrij scherp te kennen gaf de Minister von Giers ontvangst uit’ s Keizers mond toch nauwkeurige voorschriften. De keizer schijnt ook meer dan vroeger belang te stellen in de meening van het buitenland, voor zoover zij door de pers wordt geuit, want sedert lang is een maatregel weder in werking, die reeds onder Alexander II werd ingevoerd, maar allengs in onbruik was geraakt. Aan het Departement van Buitenlandsche Zaken bestaat eene afzonderlijke afdeeling, waar alle de voor naamste buitenlandsche couranten aankomen en waar alle op Rusland betrekking hebbende stukken worden uitgezócht. Interessante artike len en zelfs korte mededeelingen worden uitge knipt en den Keizer voorgelegd. Aan de Duit- sche bladen wordt de meeste aandacht gewijd. Lange artikelen, die bijzonder gewichtig worden geacht, worden voor den Keizer in het Russisch vertaald. Ook belangrijke artikelen in Russische bladen worden voor den Keizer uitgeknipt. Ge regeld leest hij de Grashdanin, een conservatief blad, dat ook allerlei nieuwtjes uit de groOte wereld van Petersburg bevat, en het oud-con- servatieve blad van Katkow. Ook van de Pan- slavistische Novo je Vremja vindt de Keizer al tijd een exemplaar, op best papier gedrukt op de ontbijttafel. Volgens de Standard zouden Engeland, Frankrijk, Italië en Duitschland ter oplossing van de Bulgaarsch-Rumelische quaestie willen voorstellen, dat de duur van het Gouvernement- schap van Vorst Alexander niet werd genoemd in de overeenkomst, dus voor onbepaalden tijd zou zijnmaar dat de Sultan het recht kreeg, den duur naar willekeur te verlengen. Zal Rusland deze regeling goedkeuren De Koningin van Engeland heeft het ont slag van de Ministers Chamberlain en Trevelyan aangenomen en tot voorzitter van den Raad voor locale aangelegenheden benoemd den heer Stans field en tot Secretaris van Staat voor Schotland lord Dalhousie. Uit Plymouth wordt gemeld, dat daar is bin- nengeloopen het Nederlandsche transportschip Java, dat zwaar beschadigd was wegens eene aanvaring bij mistig weder, in het Kanaal met een-viermastzeilschip, welks naam onbekend is. De Java (waarschijnlijk Z. M. schroefstoomschip 4e klasse, Donderdag jl. in zee gegaan met be stemming naar O.-Indië) heeft een groot gat aan stuurboordzij en den grooten mast verloren. Er worden vier manschappen vermist, die mis schien zijn overgesprongen. In Belgie zijn de lichtingen van 1882 en 1883 onder de wapenen geroepen. Ook de ka- detten der militare school zijn geconsigneerd, om bij mobilisatie terstond in de gelederen te wor den ingelijfd. Door den Minister van Binnen- landsche Zaken is aan generaal Stoefs, kom- mandant der Brusselsche garde civique, het op perbevel over alle bataljons van Brussel en zijne voorsteden opgedragen, terwijl den officieren machtiging is gegeven, zich te wapenen met den revolver, naar Eet model bij de infanterie-officie- ren van het leger in gebruik. Over het algemeen luiden de berichten uit de Belgische provincie Henegouwen heden iets beter. Het vertrouwen begint te herleven, nu de goedgezinden en de beangstigde burgers zien, dat de. autoriteiten niet tegen het nemen van de krachtigste maatregelen opzagen. Generaal van der Smissen, die het opperbevel heeft over al de troepen, welke in Henegouwen ter bewaking van den eigendom en tot herstel of handhaving Het algemeen stemrecht vindt een bestrij der in den schrijver van een artikel inde Werk mansbode. Deze maakt de opmerking, dat er op de kiezerslijsten velenamen voorkomen, maar slechts weinigen inderdaad kiezer zijn verreweg de groote meerderheid is niet anders dan kies- machines, die, zonder eigen overtuiging, slechts hunne stem uitbrengen, zooals hun bevolen wordt. Bij invoering van het algemeen stemrecht, zou alleen het getal afhankelijke kiezers worden uitgebreid de macht der fabrikanten zou nog grooter worden, terwijl er van de overtuiging der arbeiders geen spoor zou te vinden zijn. De schrijver neemt echter de mogelijkheid aan, dat er in enkele districten een vertegenwoordi ger uit de werkmanspartij zou worden gekozen; maar wat zouden zij uitrichten? Als de socia listen in den Duitschen Rijksdag, de radicalen in de Fransche Kamer, zouden zij veel geschreeuw maken, maar weinig uitvoeren. Want hoogst waarschijnlijk zouden er ook mannen gekozen worden als een Domela Nieuwenhuis, een Fortuyn en anderenmaar zouden die in ernst iets ten nutte van den werkman kunnen of willen doen, met hunne theorieën van gelijkheid en omver werping der hedendaagsche maatschappij Op dien grond gelooft de schrijver, dat groote uitbreiding van het kiesrecht de kwaal er van eer zou vergeren, dan genezing er in aan te brengen. De groote strijd, de laatste strijd is begon nen roepen de leiders der volksbeweging uit en zegevierend wijzen zij op de jammertooneelen in Luik en Henegouwen. Ieder moet zielsmedelijden hebben met hen, die daar met eigene hand hunne middelen van bestaan vernietigen. Ofschoon wij het niet ge- looven, bestaat toch de mogelijkheid, dat zij zoogenaamd overwinnaars zijn. Maar als dan alles is vernield en leeggeplunderd wat dan Wie. zal dan werk verschaffen en brood geven? Kapitaal is er niet meerfabrieken zijn ver woest mijnwerken gesloopt; de bouwvelden ver treden de handel vermoordde geheele samen leving ia een chaoa geworden, demonstratie teweegbrachten, stelden zich aan de spits der bendehet hoofd der sociaal-demo- craten blijft bij voorkeur bij zijn inktkoker. Het oordeel van de Tijd is niet gunstig voor het amendement van den heer Keuchenius op art. 194. Wij verklaren er van „’t Is wel overbodig, op te merken, dat wij zoowel den inhoud en den vorm van dit amen dement als de indiening er van op dit oogenblik ten hoogste afkeuren.” Indiening, inhoud en formuleering worden door de Tijd afgekeurd; de indruk, dien het voorstel op het blad maakt en naar zijne meening ook op de lezers, is Men vraagt, hoe een scherpzinnig man Iets zóó onnoozels zeggen kan De Haagsche correspondent van de N. Gr. Ct. maakt de volgende opmerking over het Kamer debat van de afgeloopen week „Het succes van den Minister van Koloniën met de wijziging van het Indisch tarief is niet gering geweest. Geen differentieele rechten, maar ook geen volkomen freetrade; de halfslachtigheid heeft gezegevierd, de politiek van geven en nemen van rechterhand-mildheid en linkerhands schraap zucht, de fiscale koloniaal-economische liberali- teits-politiek van den heer Sprenger van Eyk. Voor den Minister van Financiën ben ik meer bevreesd met zijn conversie. Misschien hadden onthullingen heden de Kamer kunnen vermur wen zeker had hij, door de namen te noemen van het buitenlandsche consortium, dat de con versie op zich neemt, een zekere pressie kunnen uitoefenen, de pressie, die namen als Rothschild en Baring Brothers in de gansche wereld kunnen maken. Doch hij weigerde iets te ontsluieren; hij liet zich zelfs kras uit; en of dit baten zal, is een andere vraag. Wanneer men zegt of te verstaan geeft, dat de Amsterdamsche Bank, de Handel maatschappij en de Nederlandsche tak van de Banque de Paris et des Pays-Bas voorwaarden hadden gesteld, die voor den Staat veel nadeeli- ger waren, dan is men, geloof ik, der waarheid niet volkomen getrouw. Bij eenigen goeden wil had men het te Amsterdam eens kunnen worden. Waarom die goede wil ontbrak? Wie zal ’t zeggen Het boekje van den sociaal-democraat van Raaij deelt eenige personalia mede omtrent hen, die zich tot leiders zijner partij opwierpen. Ver der bevat het eene toelichting van het geschil betreffende de drukkerij Excelsior. Dit is eene huishoudelijke quaestie, voor het publiek van geen belang. Het eenige dat misschien verdient openbaar gemaakt te worden, is het bestaan althans naar het oordeel des schijvers van twee par tijen onder de sociaal-democratendie der bour geoisie, waaronder Domela Nieuwenhuis en die van de werklieden. De schrijver acht het raadzaam de sociaal democratische partij te splitsen. „Wij mogen” zegt hij „niet ter wille der eenheid, de ar- beiderstaak verraden door alle macht in handen van mannen te stellen, die, zelven niet uit het volk gesproten, de belangen van den werkman niet zullen behartigen.” De conclusie is„eene partij van arbeiders en van arbeiders alleen.” van de rust zijn verspreid, vergewist zich per soonlijk overal van de stemming van troepen en burgerij. Ook hebben de zware regens er toe bijgedragen, de stroop- en rooftochten en het brandstichten te doen verminderen. In een deel der Borinage is nu ook het werk gestaakt en dit maakt de toestand nog altijd zorgelijk. Reeds moeten aanvallen zijn geschied te Mariemont, te Fléhu, te Crèvecoeur, te Barges en elders. De werklieden van de steengroeven te Antoing, die den arbeid staakten, zijn naar Doornik opgerukt, waar de garde civique hen opwachtte. Te Barges en te Mariemont hadden bloedige botsingen plaats tusschen de muiters en de gendarmes. De eersten hadden 14 man aan dooden en gekwetsten bij den aanval te Barges. Dat te Fléhu het huis van een mijnopzichter door dynamiet is verwoest, heeft zich niet be vestigd. Te Charleroi is gevankelijk binnengebracht een der beruchtste aanvoerders der anarchisten, Splin- gard, een gewezen advocaat. Te Charleroi is de toestand spoediger verbe terd dan de berichten van Zondag deden ver wachten. In den omtrek had toch de muiterij vrijwel het karakter van een opstand aangeno men. Het is geene werkstaking meer, zeide het „Journal de Charleroier is geen quaestie van sociale rechtenhet is het dolle anarchisme, het is de plundering, de vernieling, het vuur, de ver nietiging der nationale nijverheid, die zegepralen! De quaesties van werkloon, van werkuren zijn slechts voorwendsels, die gisteren nauwlijks ge noemd, maar heden geheel vergeten zijn. Zater dag vroeg doorkruiste eene bende de stad Char leroi, onder het geroep „Leve de Republiek Weg met den Koning van karton!” Aan het hoofd van de bende, die den omtrek afliep, over al de arbeiders dwingende, mee te doen met de grèvisten, ging een man met een band om den hoed, waarop te lezen stond„Leopold II, fr. 5,000,000.” Charleroi, 29 Maart. De nacht is kalm voorbijgegaan te Charleroi. Totnogtoe heeft zich niets ernstigs voorgedaan. Ook in de omliggende gemeenten is de toestand veel verbeterd. Parijs, 30 Maart. Rochefort vertrekt naar Charleroi. De werkstaking te Decazeville is thans algemeen. De regeering neemt krachtige maatregelen om uitbreiding naar de zijde van Belgie te voorkomen. Brussel, 30 Maart. De toestand te Charle roi verbetert. Hier en daar wordt het werk her vat. Ooststellingwerf, 28 Maart, „’t Lest heugt ’t best, maar nooit zijn in zoo’n korten tijd zoo veel schippers naar Appelscha gevaren om turf als thans”, zoo hoort men zeggen. Een geloof waardig persoon, die den kunstweg langs het kanaal van Appelscha naar Oosterwolde passeer de ruim 1 uur gaans telde gister N.B.niet minder dan 85 schepen in de vaart. De sluiswachter te Gorredijk had dagen, dat hij meer dan 100 schepen opschutte. Hierdoor komt in de veenkolonie Appelschawaar ook een te lange tijd van stilstand was dezen winter leven en vertier. Veel turf wordt thans afgescheept. Of het nu nooit meer zoo druk is geweest laat men in ’t midden. Zaterdagmorgen wilde een jeugdig schoor steenveger, de tweede zoon van den heer Andre- olie, langs een ladder naar beneden komen, toen hij zijn werk aan een perceel op den Kloveniers burgwal te Amsterdam had ten einde gebracht. Door het loslaten van een steen, waartegen hij steunde, viel hij voorover, sloeg door een glazen lantaarn heen en kwam terecht in het meubel- magazijn van den heer van Herpen, juist tegen een comode. Door den val van zulk eene aan zienlijke hoogte kwam hij met alle kracht op het meubelstuk neer en werd in zittende houding, badende in zijn bloed, opgenomen. Men bracht hem in hopeloozen toestand naar het Gasthuis. Naar men verneemt is bepaald, dat voortaan concierges van de koninklijke paleizen hier te lande tevens onbezoldigde rijksveldwachters zul len zijn. In Recht voor Allen, waarvan Domela Nieu wenhuis de hoofdredacteur is, komt deze zinsnede voor „Wij achten den burgemeester van Tienhoven, die wel zorgt zelf buiten schot te blijven, tot alles in staatMaar het kon hem wel eens rouwen. Zouden er velen spijt hebben, als die man er eens tegen in liep Wij gelooven het niet. Hij heeft het reeds lang verdiend, en wie weet wat hem overkomt. Toen een Londensche straatjongen een man zag mishandelen, riep hijik hoop niet dat ze hem met de ooren aan de post van zjjn deur zullen spijkeren. Is de strekking der woorden van dien Londen sche straatbengel niet dezelfde als die van den voormaligen predikant Maar hij, die den burgemeester verwijt; dat deze zorgt, „achter schot” te blijven, heeft hij wel recht zulk een verwijt tot anderen te richten? De vier Engelsche „heeren”, die de beruchte H M Bolswardsche Courant.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1886 | | pagina 1