NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
ODSWARD EN W®HISS»A01gt
L
I
I
Art. 194 onveranderd
1886.
No. 16.
Vijf en Twintigste Jaargang.
VOOR
DONDERDAG 15 APRIL.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
KORT VERSLAG
Op I>i\sbag 13 April 1SSÖ,
’s Avonds 3 ure.
M. E. van der MEULEN.
1
lid der plaatselijke
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
F
ontwerp tot herziening van hoofdstuk X in te
trekken.
Wat nu? De kamer heeft met volle bewust
heid gehandeld. Zij was geheel voltallig. Van
een overijlden stap is geen sprake geweest. De
liberalen hebben het uiterste gedaan, meer dan
zij eigenlijk verantwoorden kunnen. De rechter
zijde heeft haar zin gehad in zoover dat de on
der wijsquaestie allereerst is aan de orde gesteld,
maar zij had ook gezegd, dat als art. 194 niet
in haar geest gewijzigd werd, zij van geen verdere
grondwetsherziening wil weten. Door haar eigen
schuld is dit niet geschied. Houdt zij dus woord,
dan is de grondwetsherziening van de baan.
De kamer is verdeeld in twee gelijke helften,
43 ter eene en 43 ter andere zijde. De toestand
is hoogst ernstig.
Er is geen aangewezen meerderheid, waaruit
een ministerie kan samengesteld worden. Is de
rechterzijde gereed om de teugels des bewinds
te aanvaarden Me dunkt, de liberalen moeten
dit wenschen. Zij zijn sints vele jaren beschul
digd, de oorzaak te zijn van alle ellende. Welnu’
laten de aanklagers toonen, dat zij een beteren
blik hebben op de nooden des volks en meer
staatsmanswijsheid. Of zal de koning machtiging
geven, om de kamers te ontbinden en het volk
uitspraak laten doen En zal dit dan wat
„nieuw bloed” naar ’s Hage zenden, of zal on
geveer dezelfde kamer terugkeeren en daarmee
dezelfde onhoudbare toestand bestendigd worden?
Wij zullen moeten wachten op de dingen die
komen zullen, maar wie ziet licht in deze donkere
toekomst
Hierna werd eene geheime zitting gehouden.
Na heropening der vergadering werden de
Gemeente-Architect, de Stads-Tuinman en Stads-
Doodgraver ieder voor één jaar herbenoemd.
Acht jaren lang is onvermoeid tegen en voor
bovengenoemd Grondwetsartikel gestreden, voor
al met het oog op het lager onderwijs, in dag
en weekbladen, in vlug- en tijdschriften, in volks
vergaderingen en bij de volksvertegenwoordiging.
Eindelijk heeft de ure geslagen, dat het pleit
zou beslist worden. De grondwetsherziening zou
aan de orde komen. De verbonden partijen stelden
den op zich zelf ongeoorloofden eisch: het 10de
hoofdstuk, waarin het betwiste artikel voorkomt,
moet eerst behandeld worden. Zoo dit niet ge
schiedt en als het artikel niet geheel in onzen
geest gewijzigd wordt, willen wij van grondwets
herziening niet weten. Op hoffelijke wijze heeft,
om der wille van het groot gewicht der zaak,
de liberale partij, den onbillijken eisch toegestaan
en art. 194 is vóór alles en gansch alleen in
behandeling genomen. Ik zal de lezers van dit
blad niet vermoeien met eene opsomming van a
de voorstellen en amendementen, die door de
regeering, de onderscheiden richtingen en kamer
leden zijn ingediend en nog veel minder met een
mededeeling van wat er al geredevoerd is, op
scherpe en humane, op langdradige en puntige,
op ernstige en humoristische manier. Over het
geheel is het debat gevoerd op waardige wijze,
dank zekerlijk ook het aangenomen voorstel
van den Voorzitter, om elke week slechts drie
dagen aan dit onderwerp te wijden. Waren dan
op ’t laatst de gemoederen wat geprikkeld, zoo
trad weer een tijd van ruste in en had de kalmte
tijd om weer terug te keeren. Alleen den laatsten
dag werden, vooral bij de rechterzijde, nu en dan
eens bravo's gehoord, als de een of andere rede
naar wat in den declamatietoon verviel.
De uitslag echter van de veeldaagsche beraad
slagingen en veelvoudige stemmingen is, dat er
blijkbaar vooreerst geen kans is op wijziging van
art. 194, tenzij dat eene kamerontbinding eene
meerderheid van bezorgë aan da. Anti-revo-
lutionaire en Roomsch-katholieke kamerleden,
welke dan alles kan regelen naar haar wensch
en eisch.
En eisch, schrijf ik met nadruk, want het
blijkt, dat de anti-liberalen niet tevreden zijn,
tenzij geheel voldaan worde aan hun verlangen.
Alles of niets, dat is de leuze. Het is hun, wat
wij zoo dikwerf beweerd hebben, alleen te doen,
om den dood der openbare staatsschool en onder
de vaan, „vrijheid van onderwijs”, willen zij de
zege uitsluitend voor confessioneel onderwijs in
Gereformeerden of Roomseh-katholieken geest.
Wij hebben steeds gezegd, dat eenige concessies
niets zouden baten en daarom verblijden wij ons,
dat op tweeledige wijze een proef is genomen,
van regeeringswege en van wege eenige liberale
leden, de heeren de Beaufort, Mees e.a.
De regeering heeft zelfs het eigenlijke beginsel
van staatsonderwijs opgeofferd. Het bijzonder
onderwijs zou de hoofdzaak kunnen worden
het openbaar onderwijs aanvulling en wat het
subsidiestelsel betreft, zou het aan den gew’onen
wetgever overgelaten worden te bepalen of en in
hoeverre bijzondere scholen ondersteund zullen
worden. Het voorstel de Beaufort wilde de regeling
van het onderwijs geheel en dus ook deschoolgeld-
heffing en subsidiëering van bijzondere scholen
aan den gewonen wetgever overlaten. Een van
deze beide voorstellen had de rechterzijde altijd
moeten aannemen en had zij dit gedaan, dan zou
in dien geest de grondwet herzien zijn geworden,
omdat een deel der liberalen hen hielp en alzoo
het vereischte zou bereikt zijn, dat noodig is
voor grondwetsherziening. Door de aanneming
van het regeeringsvoorstel zou de tegenpartij in
beginsel de zege behaald hebben, door de aan
neming van het voorstel der vijf liberale leden
zou de steen des aanstoots uit de grondwet ver
wijderd zijn geworden en zoodra slechts een
ministerie der rechterzijde aan het bewind zou
gekomen zijn, zou het in zijne macht gehad heb
ben, om de zege geheel aan de bijzondere school
te verschaffen en het staatsonderwijs, gelijk in
Belgie geheel of bijna geheel te vernietigen.
Toch heeft zij eenstemmig beide verworpen.
Vraagt men waarom het antwoord is: zij eischte
opheffing der waarborgen van bekwaamheid voor
de onderwijzers bij het middelbaar onderwijs,
deze moeten uit de grondwet geschrapt worden,
maar vooral, zij eischte verplichte schoolgeld-
heffing en subsidie voor bijzondere scholen en
deze beide moesten als hoofdbeginselen in de
grondwet geschreven staan.
Tegen dezen zelfmoord verklaarde zich de lin
kerzijde als een eenig man, terwijl de geheele
rechterzijde zich voor dien eisch verklaarde
behalve de heer Keuchenius, die de zaal verliet,
zoodat dit voorstel viel met 43 tegen 42 stemmen.
Dat de heer Keuchenius aan de stemming geen
deel nam, had zijn grond hierin, dat hij het
voorstel zjjner partij nog niet radikaal genoeg
vond.
De toegestoken hand is dus niet aangenomen.
22 liberalen stemden voor het voorstel de Beaufort,
30 zelfs voor dat der regeering, het heeft niet
mogen baten. De rechterzijde was onverbiddelijk.
De koning heeft de regeering gemachtigd het
Twee-en-twintig liberalen, zegt het Vader
land, hebben genoeg vertrouwen in hun begin
sel getoond, om den toekomstigen wetgever vol
komen vrij te laten het onderwijs te regelen, in
overeenstemming met zijn opvatting omtrent de
volksovertuiging en zijn inzicht van recht.
Dertig liberalen hebben bewezen, dat zij niet
ongenegen zijn aan de grieven der rechterzijde,
ten opzichte van het onderwijs, tegemoet te ko
men.
Vijf-en-twinting liberalen hebben geweigerd in
de Grondwet te schrijven, dat in elk geval sub
sidie aan confessioneele scholen zal worden ont
houden.
En drie-en-veertig mannen der rechterzijde
hebben halsstarrig geweigerd elke toegestoken
hand aan te grijpen, en hebben opzettelijk het
grondwetsartikel bestendigd, dat zij jarenlang als
het grieven dste onrecht hebben bekampt.
Het is goed dat de natie deze feiten wete.
Wij zullen niet ophouden ze te herhalen, op
dat de natie de oogen worden geopend en zij
recht doe, als de dag des oordeels komt.
De Haagsche correspondent van de N. Gron.
Ct, schrijft omtrent den politieken toestand
„Er moet een strooming in den Ministerraad
zijn, die ’t werk wil opgeven en wenscht te be
werken, dat de heeren Kappeyne en Tak voor
een partiëele herziening zullen worden geroepen;
of die de Grondwet nu maar dadelijk willen la
ten wat ze is en toevlucht willen zoeken in een
voorafgaande wijziging der kieswet, met daaraan
verbonden Kamer-ontbinding, nog bij de Juni-
verkiezingen In de Kamer zelf heeft men ook
allerlei denkbeelden, en het beste daarvan schijnt
wel dit te zijn, dat de Kamer op recès gaat,
haar kalmte herneme en na Paschen terugkeere
om het werk te hervatten en te zien hoever men
er mee komen kan. Men zou dan, bij „noodwet”
de verkiezingen van Juni kunnen verschuiven
tot November, om dan, juist na een leven van
twee jaren, de geheele Kamer op de Grondwets
herziening te ontbinden.
„Dat alles hangt echter in de lucht. Ik deel
het u mee, omdat het besproken wordt en
omdat er dan toch iets moest gebeuren als het
gepraat der laatste weken heden op niets uit
loopt.”
Wij meenen, in afwijking van dit laatste be
weren, dat allereerst het eerste ontwerp tot
Grondwetsherziening aan de orde moet worden
gesteld. Van de beslissing déérover hangt het
af wat de Regeering en de Kamer doen zullen.
De wijziging van het Hoofdstuk onderwijs is
oorspronkelijk niet door de Regeering voorgesteld
en naar het oordeel van vele liberalen is ook
zonder die wjjziging eene Grondwetsherziening
tut stand te brengen.
van de rekening der gasfa-
tegen den wil en door de schuit,
der Anti-Revolutionairen en
Roomsch-Katholieken
Het blad zegt, dat, nu de Paus is voorgegaan,
de verantwoordelijkheid ontzaglijk veel grooter
is geworden voor diegenen, die zich thans nog
blijven verzetten tegen het nieuwe, verbeterde,
voorstel betreffende de kerkelijke wetgeving, het
welk in het Pruisische Heerenhuis aanhangig is.
Natuurlijk vervallen de door den Paus aange
boden tegemoetkomingen, wanneer er niet later
eene volledige herziening der Meiwetten komt.
Hier drukt de Germania vooral op, omdat zij te
genover hare lezers toch wil toonen, dat de Re
geering (Bismarck) nog altijd door de Katholieke
partij in bedwang kan worden gehouden.
Het Zwitsersche Bondsgerechtsbof heeft de
uitlevering van den Rus Romuald Kompowski
toegestaan. Deze uit Witebsk geboortige Rus
had als Russisch ambtenaar der domeinen te
Petersburg een officieel stuk niet tijdig ingezon
den, omdat hij het voor eigen gebruik nog lan
ger behoefde, en een ander dergelijk stuk ont
vreemd en door een valsch vervangen alles
met nihilistische doeleinden. Zijn wensch, om
niet te worden uitgeleverd, steunde hij namelijk
hierop, dat het tusschen Zwitserland en Rusland
bestaande uitleveringstraktaat voor eerstgenoemd
Rijk geen waarde meer heeft, daar in Rusland
de wettige bepalingen, krachtens welke het trak
taat is gesloten, sedert zijn gewijzigd. Tegen
woordig is elke Russische autoriteit bevoegd,
iedereen, die een misdrijf heeft gepleegd of die
in de oogen zijner superieuren gevaarlijk is, zon
der vorm van proces het land uit te bannen.
Dat Kompowski, die te Bern zes maanden lang
in preventieve hechtenis heeft gezeten, werke
lijk een nihilist is, bewijst eene nihilistische druk
kerij, welke na zijn vlucht in zijne woning te
Petersburg is ontdekt.
Vorst Alexander van Bulgarije zal zich
naar den wensch van Europa schikken, indien
de volksvertegenwoordiging hem daartoe hare
goedkeuring verleent.
De verkiezingen zullen den 23sten Mei plaats
hebben.
Het Huis van Afgevaardigden te Washing
ton heeft met groote meerderheid het ontwerp
aangenomen, waarbij op kosten van de Veree-
nigde Staten scheidsgerechten worden ingesteld
om bij werkstakingen tusschen de patroons en
de werklieden uitspraak te doen. Het scheids
gerecht zal bestaan uit drie leden, van welke
een door de patroons, een door werklieden en
een door beide partijen samen wordt gekozen.
Niemand kan worden gedwongen het scheidsge
recht aan te nemen. De door den Staat te dra
gen kosten worden voor ieder geval op 100 dol
lars geraamd.
De werkstakingen blijven op verscheidene lij
nen voortduren en geweldenarijen worden her-
haardelijk gepleegd.
Volgens de Brusselsche bladen was de toe
stand van mevrouw van der Smissen Zaterdag
avond hopeloos- De doctoren achten de wond
van het schot door de rechterlong doodelijk.
De opvatting, welke de heer van der Smissen
van de verantwoordelijkheid voor zijne eigene
daden heeft, is meer dan zonderling. Op de
vraag van den commissaris van politie in het
eerste verhoor, of hij erkende, zijne vrouw te
hebben willen dooden, antwoordde hij„Ja,
mijnheer, het is een moord dien de pers op haar
geweten zal hebben.”
Een eerzuchtig jong man,die zich op het staat
kundig terrein op den voorgrond weet te drin
gen, als stichter eener nieuwe staatkundige groep
als het ware eene omwenteling in de binnen-
landsche politieke toestanden teweegbrengt en
daardoor aller aandacht trekt, geeft in zijn par
ticulier leven voortdurend aanstoot door zijne
karakterloosheid en lichtzinnigheideen wegens
oplichterij vervolgden industrie-ridder neemt hij
tot zijn huisvriend aan, en hoewel deze ook hem
als een onverbeterlijk lichtmis bekend is, laat hij
zijne jonge, schoone vrouw weken achtereen met
hem te Heijst, waar de omgang tusschen deze
beiden publieke ergernis geefthij laat haar al
leen met zijn „vriend” een reisje naar Parijs ma
ken, en drijft letterlijk moedwillig zijne vrouw
op den verkeerden weg, blijkens de confidenties
aan zijn „vriend”, dat zijne vrouw, die vroeger
opera-zangeres was, hem voor zijne carrière in
den weg staat en hij, zonder haar, reeds nu mi
nister zou zijn. Zoodra hij de bewijzen voor echt
breuk in handen heeft, stelt hij een eisch tot echt
scheiding in, en terwijl hij tegen zijne vrouw in
het openbaar dit proces voert, schrijft hij haar
eene reeks verliefde briefjes en brengt haar daar
na eenige keeren ’s weeks nachtelijke bezoeken.
Zijn advocaat, de heer de Becker, ontdekt deze
dubbelhartigheid, weigert hem verder zijn rechts
kundigen bijstand en jaagt hem van zijn kantoor
met de woorden„gij zij t een ellendelingdaar
is de deur!” Uit vrees dat zijne vrouw in het
proces tot echtscheiding van zijne liefdebriefjes
tegen hem gebruikmaken zal, eischt hij die van
haar terug, en toen zij weigert, schiet hij achter
eenvolgens zes kogels op de weerlooze vrouw af.
VJXTT ZDKTT Eb-A.-A.ID DER
Gemeente Bolsward,
Ingekomen stukken
Resolutie van Gedeputeerde Staten, hou*
In de Belgische provincie Henegouwen moet,
te oordeelen naar de berichten vandaar, de rust
nog slechts oppervlakkig zijn hersteld. Uiterlijk,
maar niet innerlijk. In de groote porphyrgroe-
ven van Quenast, waar de arbeiders niet alleen
wegens hunne hooge loonen verscheidene ver
dienen 4 tot 5 frs. daags maar ook wegens
het bestaan van coöperatieve winkelvereenigingen
van grooten omvang, inderdaad een benijdens-
waardig lot hebben, gelukte het nog den 8sten
dezer aan eenige rustverstoorders de werklieden
door steenworpen te beangstigen en het werk te
doen staken. De grèvisten meldden zich toen
bij de directie der groeven aan en eischten, ter
wijl zij daarbij eenige holle phrasen van den
„Volkscatechismus” van Defuisseaux aanhaalden,
dat de maatschappij den toestand der arbeiders
zou verbeteren. Den 9n, toen de gendarmes de
groeven bewaakten, kon er weder worden ge
werkt; dc justitie heeft verscheidene raddraaiers
in hechtenis doen nemen.
Ook in de naaste omgeving van Charleroi is
in de groeve Mambourg weder een opstand uit
gebroken, 200 arbeiders loopen daar nog leeg
in het revier van Charleroi moeten nog 700 werk
stakers zijn. De militaire macht blijft actief.
De rechtbank te Charleroi heeft zekeren Fal-
laux, die te Fleurus een bende brandstichters
aanvoerde, tot drie maanden gevangenisstraf en
1000 frcs. boete veroordeeld.
Men zegt dat de arbeiders, die bij Baudoux in
dienst waren, tegen het gemeentebestuur van
Jumet eene actie van schadevergoeding hebben
ingesteld, omdat het gemeentebestuur voor de
handhaving der orde aansprakelijk is. De eischers
verlangen, dat hun de loonen zullen worden uit
betaald voor den tijd dat zij niet kunnen werken.
Men acht het zeer waarschijnlijk, dat de gemeente
zal worden veroordeeld, niet alleen tot het beta
len van eene schadevergoeding aan de werklieden,
maar ook aan den heer Baudoux.
De Minister Jacobs heeft in de Kamer van Ver
tegenwoordigers getracht een „leve het bijzonder
onderwijsuit te lokken. Die clericale onder
wijswet, waarop zoo wordt gescholden van libe
rale zijde, is allerheilzaamst voor het land. Er
zijn nu 220 gemeenten vrijgesteld van de ver
plichting tot het instandhouden eener gemeente
school, er zijn 850 openbare scholen opgeheven,
maar 1476 vrije scholen zijn er verrezen. Onder
die 1476 scholen zijn er „niet meer” dan 548
welke onder leiding van geestelijke zusters staan
en 22 onder die van school broeders. Men heeft
er niet ten onrechte over geklaagd, meent de
Minister, dat er nog zooveel onderwijzers zonder
akte zijnmaar och, dat zal de Regeering ver
helpen de examens zullen vergemakkelijkt wor
den Dat de degelijkheid daaronder zal lijden,
schijnt geen bezwaar.
De Duitsche Rijksdag is uiteen gegaan tot
17 Mei.
De afgevaardigde von Schalscha heeft „amen
de honorable” gedaan in den Rijksdag. Hij heeft
erkend, dat uit gerechtelijke nasporingen en zijn
eigen onderzoek gebleken is, dat zijn vroeger ont
vangen inlichtingen, volgens welke in Zwitser
land en het Zuiden van Frankrijk, Pruisische
thalers nagemaakt zouden worden, onjuist zijn ge
weest en zijn zegsman in dwaling verkeerd heeft.
Nu de Paus, blijkens eene nota van kardinaal
Jacobini, in de quaestie der „Anzeigepflicht” de
Pruisische Regeering wil gelijk geven, indien
Bismarck vooruitzicht geeft op eene latere nadere
herziening der Meiwetten, wordt van alle zijden
de definitieve oplossing van den kerkelijk-politie-
cen strijd verzekerd geacht.
De Germania, het orgaan van Windthorst,
neemt nu ook eene verzoenende houding aan.
dende goedkeuring van het primitief kohier van
den hoofdelijken omslag over 1886.
b. Missive van Gedeputeerde Staten, behel
zende mededeeling, dat het Friesch genootschap
van Oudheden hun opmerkzaam maakte dat dit
genootschap gaarne kennis wenscht te hebben,
wanneer in de gemeenten terpen worden afge
graven, vloeren in kerken en oude gebouwen
worden opgebroken enz. opdat zij een afgevaar
digde kunnen zenden om te onderzoeken of er
iets belangrijks te ontdekken is. Ged. Staten
verzoeken tevens, aan dit verzoek te voldoen.
Resol. en missive aangenomen voor notificatie.
c. Een adres van G. J. Keilman en 103 mede-
onderteekenaren, allen gasgebruikers alhier, ver
zoekende een zeer beduidende verlaging van den
gasprijs en de huur der meters.
Dit adres wordt gezonden naar de gascommissie
ten fine van advies, om in de volgende verga
dering te behandelen.
Punten van Behandeling:
1. Beëediging en installatie van den heer
N. de la Lande Cremer, als lid van den Gemeen
teraad.
De heer Cremer neemt zitting.
2. Procesverbaal van Kasverificatie, over het
le kwartaal 1886.
Notificatie.
3. Aanbieding van het verslag van den toe
stand der gemeente over 1885.
Zal bij de leden van den raad circuleeren.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het doen verstraten van
a. het Groot- en Kleinzand,
b. een gedeelte der Kei’kstraat.
Ter visie.
5. Behandeling
briek over 1885.
Goedgekeurd.
6. Behandeling van enkele wijzigingen der
begrooting van de dd. Schutterij over 1885.
Goedgekeurd.
7. Benoeming van een Ambtenaar van den
Burgerlijken Stand.
Benoemd de heer B. D. Eerdmans.
8. Benoeming van een Bestuurder van het
Houckamaleen.
Benoemd de heer C. W. Eisma.
9. Benoeming van een lid der plaatselijke
Commissie van Schooltoezicht.
Benoemd de heer K. van Ringh.
Bolswardsche Courant
i ft
DER VERGADERING