NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
iOtSWABO BS WONSER A.DEEI.
I
I
1886.
Vijf en Twintigste Jaargang.
No. 18.
VOOR
DONDERDAG 29 APRIL.
POËZY EN PROFETIE.
BINNENLAND.
g
BUITENLA N I).
ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
J
u
De Staatscourant bevat de statuten van de
gymnastiek-vereeniging „Lycurgus” te Bolsward.
De directie der Algemeene Onderlinge Ver-
zekering-maatsehappij bij besmettelijke ziekten
„de Philantroop”, gevestigd te Bolsward, heeft
een uitstekenden maatregel genomen, waarvoor
de directie alle lof toekomt.
Was, tengevolge der vele uitkeeringen, die de
Maatschappij verplicht was te doen en de on
zekerheid der bijheffing, die gevraagd kon worden
bij onderlinge verzekering, menigeen bevreesd
om lief en leed der Maatschappij te deelen, die
vrees is nu weggenomen door het plan der directie.
Zij heeft nl. kapitaal gevonden om eene Maat
schappij op aandeelen te stichten met een waarborg
van f 100,000, verdeeld in 100 aandeelen a 1000.
Daardoor kunnen, als de koninklijke goedkeuring
verkregen zal zijn, de deelhebbers zich in ’t
vervolg voor eene eenige vaste premie verzekeren
voor verlies of achteruitgang in nering of han-
teering, ingeval eene besmettelijke ziekte het
aanplakken van een waarschuwend kenmerk
aan hun woning noodig maakt.
De akte van oprichting wordt reeds opgemaakt.
Waar het nut der instelling reeds bewezen is
door den grooten steun aan vele deelhebbers
verleend, zal deze maatregel de deelneming aan
de Maatschappij ongetwijfeld sterk vermeerderen.
Leeuwarden, 25 April ’86. lieden middag
is op het stations-terrein alhier, een wisselwach-
ter die op de treeplank, van eene bagagewagen
stond en voorover boog om in die wagen te zien,
met het hoofd beklemd geraakt tusschen de rol
deur die dichtschoof, toen een rangeer-locomotief
die bagagewagen terug zette.
De ontboden geneesheer heeft eene hersen
schudding geconstateerdeigen onvoorzichtigheid
is de oorzaak van dit ongeval.
De gemeente-reiniging te Leeuwarden heeft
in het afgeloopen jaar, na een 16-jarige exploi
tatie, tengevolge van de lage mestprijzen, voor
het eerst met verlies gewerkt. De ontvangsten
bedroegen f37,717,92% de uitgaven f39,285,47
De in de vorige 15 jaren door de gemeente
verkregen winsten bedroegen te zamen ruim
f 130,000.
Oosterwolde.
’85 de hoofdplaats
De man nam de twee oudste jongens mee naar
zijn ouders, liet het jongste kind zijn vrouw ter
verzorging over en verbood haar, ooit naar de
andere te komen zien.
Doch de liefde der moeder was te sterk, dan
dat zij zich door een dergelijk verbod zou laten
weerhouden.
Terwijl zij zich, om in het onderhoud van haar
en haar kind te voorzien, beijverde op eerlijke
wijze haar brood te verdienen, en o. a, les gaf
in de handwerken, stierf de vader van haar man,
en werd ook deze, evenals de twee kinderen, die
hij bij zich had, ziek. Zoodra dit der moeder ter
ooren kwam spoedde zij zich in noodweer en koude
naar Edam, om haar kinderen te zien, doch dit
werd geweigerd. De man herstelde intusschen,
ook de kinderen, die weder de bewaarschool te
E. bezoeken. Op zekeren dag kwam de moeder
de kinderen op den weg naar de school tegen
zij grijpt bet oudste van hen, en loopt, alsof de
dood haar op de hielen zat, den weg naar Mon
nikendam op. W., onderricht geworden van het
gebeurde, begeeft zich naar den burgemeester, die
afwezig is wat niemand zal verwonderen als
men weet, dat de goede man maar één lichaam
heeft en vele functien bekleedt, o. a. die van
schoolopziener en gaat zijn vrouw na, ver
gezeld van den politieagent D., die het evenwel
beter vond een juist vertrekkende postkar te be
stijgen en het rijdende te doen. Dit had tenge
volge dat de vrouw met het kind spoedig werd
ingehaald. De politieagent durfde haar evenwel
niet arresteeren hij vroeg alleen het kind of het
bij zijn moeder wilde blijven en op het toestem
mend antwoord, liet D. de vrouw haars weegs
gaan, die terstond door eenige particulieren, welke
W. uit vrees voor onheilen, waren gevolgd, werd
ondersteund en verzorgd. W. moest onverrich-
terzake terugkeeren naar E. en moet daar als
een bezetene hebben geraasd, omdat er niemand
was, die hem (naar hij meende) recht kon ver
schaffen.
Wat de gevolgen dezer zaak zullen zijn, valt
nog niet te zeggen, en of de rechter er in be
trokken zal worden, evenmin.
De heer F. Domela Nieuwenhuis te ’s Gra-
venhage, heeft, naar het N. v. d. D. meldt,
f 15000 geschonken voor een eigen gebouw der
socialisten te Amsterdam, f 2000 voor de weer-
standskas en f 1000 voor de propagandakas.
De spraakmakende gemeente heeft gedaan
wat de taalkundige congressen terecht niet hebben
aangedurfd. Voor dat pedante vjjfsylbige woord,
dat boer nog burgerman begrijpt, vélocipède,
heeft zij een ander geschapen. Geen vertaling met
omzettingen op grammaticalen grond, zooals rij
wiel en wielrijder, dat in de gesproken taal ook
nog niet wilde wortelen.
Neen, zij die taal maken, hebben de vélocipède
viets gedoopt en dat woord klinkt en staat. Alle
wijsgeerige philologische redeneeringen en be
schouwingen zullen en kunnen nooit tot de con
clusie viets leiden, maar het volk dat van velox
noch pes weet, heeft dat snelrollende wielenstel
een naam geschonken, kort en eenvoudig en in
verband met zijne beweging.
Als het woordenboek tot de v zal zijn geko
men, twijfelen wij niet of het zal aan viets de
plaats geven, die het dan toekomt.
Aan het begin van den ouden Schevening-
schen weg te ’s-Hage kwamen Vrijdagmiddag
twee vélocipèdes in hevige botsing. De berijders
sloegen over elkander heen tegen den grond.
Beide heeren werden geheel bewusteloos en met
bloedende wonden aan het hoofd in een koffie
huis gedragen.
Op de Paaschkermis te Oranjewoud op
Maandag hebben een paar Heerenveensche jon
gens twist gekregen, die zoo hoog liep, dat de
een den ander met een mes door de kleeren heen
een wonde in den arm toebracht. De politie
kwam gelukkig tusschenbeide.
De werkzaamheden aan de spoorhaven te
Enkhuizen zijn voltooid. De baggermachine is
buiten dienst gesteld. Er heerschte evenwel
aldaar eene groote levendigheid door het lossen
van vele schepen, geladen met bouwmaterialen
voor het nieuw in aanbouw zijnde station, aan
welk gebouw de vorige week met twee heima
chines met de werkzaamheden zijn begonnen.
Aan de Maatschappij van Weldadigheid te
Frederiksoord is vermaakt door wijlen vrouwe
Marianne Antoinette Meijer, wed. van prof,
F. J. Domela Nieuwenhuis, een som groot f 1000,
en door wijlen mej. Johanna Ernestina Meijer,
overleden te Amsterdam, eene som van f 5000,
vrij van successierechten.
In de kiesvereeniging „Vrijheid eu Orde”
te Harlingen is, naar men van daar aan de
Zioolsche Crt. meldt ook gesproken over een
candidaat voor het lidmaatschap der Staten-Ge-
neraal, in de plaats van den heer 3. Hingst, die
niet weder in aanmerking wenscht te komen.
Het meerendeel der vergaderden was van mee-
ning dat een man van zaken moest worden ge
proclameerd en niet, gelijk dat nog al veel ge
schiedt, een meester in de rechten naar Den Haag
gezonden.
Een zevental personen zijn voorloopig als gros
genoemd, doch men zal met het stellen vaneen
candidaat wachten tot er een centrale vergade
ring zal zijn gehouden. Op het gros komt o. a<
voor de heer van Diggelen te Zwolle.
Dat ons dorp sinds Dec.
onzer gemeente is, weten
velendat het als Decazeville, Ohairloi, Luik
etc. de twijfelachtige eer eener werkstaking geniet,
is niet algemeen bekend, ook omdat deze pas
van Goeden Vrijdag dagteekent. Toen toch
werd de werkstaking van hoogerhand uitgelokt.
De aannemer der verplaatsing van het gemeen
tehuis van Makkinga naar hier en zijne knechts
wilden op dien dag werken, wat hen door den
Burgemeester verboden werd. De gedwongen
werkstakers zijn daarop op een geïm pro viseerden
wagen naar Appelscha getogen. Of ze ook Mak
kinga zullen bezoeken ’t Scheen wel in hun
plan te liggen
Ooststellingwerf, 27 April. Of de „slechte
tijden” haar drukken, of dat ze te veel van de
winterkou heeft geleden, of dat haar anders iets
mankeert, wie weet het
Maar dit is zeker ze is verduiveld grillig,
zelfs wispelturig af en toe zelfs min of meer
timide. Nauwelijks verheugen we ons in haar
blijden lach en zachte natuur, of aanstonds ziet
ze zwart en rollen haar de tranen over. In haar
bijzijn dient voor „mijnheer” ’s morgens de ka
chel gezet en duldt zij zelfs niet, dat de heer des
huizes zich zonder overjas op straat vertoont.
Tusschenbeide giert ze door de deuren en ramen,
zoodat men geneigd is den kop in de veeren te
steken, en zoo spoedig mogelijk een verwarmd
vertrek op te zoeken echt Haagsch weet u
winderig
Hoewel ze niet op zich liet wachten ze ar
riveerde precies 20 Maart is haar verblijf
ons door de vele nukken, waarmede ze behebt
is, alles behalve aangenaam. Ook haar kleed
lokt niet uit. Groen, ja groen is het, maar het
is er een groen naar Vaal en dor. Geen frisch-
heid en geen bloemen, waarmee ze zich an
dere jaren zoo bevallig tooit. Gewoon als ze
komt met fiere houding, blijden lach en gullen
scherts als zoovele jongelieden, die na de gewone
huisschoonmaak, zich twee aan twee laten in
schrijven bij den Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand, schijnt ze nu afkeerig van alles, wat naar
leven en vroolijkheid zweemt. En wie op z’n
pantoffeltjes pardonook dat permitteert ze
niet maar wie op stevig schoeisel zijn tuin
doorloopt wandelen laat de grillige niet toe
om te zien, of doppertjes en spinazie ook iets
vorderen, verheugt zich, als vrouwlief in dien tijd
de kachel heeft opgepordZóó hier de Lente
’s Hage, 27 April. Heden vergaderde de mi
nisterraad; de meeste ministers zullen het geven
van audiënties hervatten. Het aanblijven van
het kabinet schijnt dus zeker.
Amsterdam, 27 April. De koninklijke fa
milie kwam te 2 uur 40 in het paleis aan en
verscheen onder groot gejuich op het balkon.
De koningin bracht terstond een bezoek aan de
koningin van Zweden, welke vorstin daarop een
tegenbezoek bracht.
Men schrijft uit EdamHet drama-Bul-
kley, nog versch in aller geheugen liggend en
nauwlijks afgespeeld, heeft hier, zij 't op minder
groote schaal en met minder vertoon, haar even
knie gevonden. Het echtpaar W. torste reeds
sedert jaren de huwelijksketen, die, hoe zwaar
ook soms, hier in al haar gewicht gevoeld werd
en aan vrouw en man beiden een ondragelijken
last oplegde. Hoezeer toch de echtelieden hun
kinderen als de appels hunner oogen beminden,
was er niets ter wereld in staat om de tusschen
beide bestaande kloof te dempen of de verbitte
ring eenigermate te verminderen. Ten slotte
besloten ze van elkander te gaandoch wat met
de kinderen aan te vangen r
ben geleid. Te Grammont (Geeraerdsbergen) heb
ben namelijk de arbeiders in de lucifersfabriek
het werk gestaakt. De grèvisten sneden feitelijk
de stad in twee deelen door de bruggen over de
gekanaliseerde Dendra open te draaien. De te
hulp geroepen gendarmerie vermocht eerst weinig
zij moest in de lage stad blijven, terwijl de werk
stakers in de hooge stad samenschoolden. Na de
wettelijke sommaties te hebben gedaan, tastten
de gendarmes de grèvisten, die zich terugtrok
ken, aan. Een der oproerigen werd zwaar gewond.
De bruggen werden weder dichtgedraaid en wel
dra kwamen ook troepen uit Gent en Audenaerde
in de stad.
Men verwachtte, dat de rust niet verder zou
worden verstoord en er tusschen de fabrikanten
en het werkvolk eene schikking zal worden ge
troffen.
De nationaal-liberalen in Pruisen willen
evenzeer als de gematigd-conservatieven het her
stel des vredes tusschen Staat en Kerk, maar
terwijl de nationaal-liberalen dit begeeren in den
vorm eener vaste wettelijke regeling, schijnt
Bismarck het meer als eene vraag van persoon
lijk vertrouwen te behandelen. Van zijn stand
punt hebben de Mei-wetten zonder onderscheid
het voorkomen van een strijdmiddel, en toch is
ongetwijfeld een groot deel van die wetten als
de rechtmatige afbakening van het gebied van
Kerk en van Staat bedoeld.
De Rijkskanselier kan geene breuk met de
nationaal-liberalen begeeren. Al komt het ge
noemde wetsontwerp tot stand, als is de vrede
met de Curie hersteld, de centrumpartij zal nog
lang eene oppositiepartij blijven en zoolang zal
Bismarck zijn steun bij de nationaal-liberalen
evenzeer als bij de gematigd-conservatieven moe
ten zoeken.
Intusschen zal de centrumpartij in het Huis
van Afgevaardigden genoodzaakt zijn, zich open
lijk te verklaren, indien de nationaal-liberalen
hunne bedenkingen zoo zwaar laten wegen dat
zij tegen het wetsontwerp stemmen. Want in
dien het centrnm den schijn wilde blijven aan
nemen, alsof het, verder gaande dan de Curie
zelve, met deze wet geen genoegen nam en haar
voor het herstel des vredes niet voldoende achtte
ook niet in verband met kardinaal Jacobini’s
nota van 4 April, dan zou het kunnen gebeuren,
dat het wetsontwerp in het Huis van Afgevaar
digden geene meerderheid vond.
De Russische Regeering moet er zeer
ernstig over denken, de Duitsche universiteit te
Dorpat te sluiten. Zij houdt zich overtuigd, dat
alle maatregelen om den Russischen geest en
de Russische taal in die streken te doen wortel
schietenvruchteloos zullen zijnzoolang dit
bolwerk der Duitschers blijft bestaan. De cu
rator Kapustin moet gedurende zijn jongste
verblijf in de hoofdstad zelfs het voorstel gedaan
hebben, niet om den professoren te bevelen al
hunne colleges in het Russisch te houden, maar
om de geheele hoogeschool, met uitzondering
van de godgeleerde faculteit, die in een seminarie
veranderd zou worden, eenvoudig te sluiten.
Een bericht uit Washington meldt, dat
President Cleveland eene boodschap heeft gezon
den aan het Congres der Unie, in welke hij
aanraadt, met kalm overleg eene weldoordachte
wetgeving tot stand te brengen ten aanzien van
het thans oplossing vereischende vraagstuk van
den arbeid. Hij spreekt de meening uit, dat de
ontevredenheid der arbeiders voor een goed deel
toe te schrijven is aan de hebzucht en de on
doordachte eischen der werkgevers, ofschoon
erkend moet worden, dat de arbeiders vaak ver
zuimen, de noodige maatregelen te nemen ter
voorkoming van wanordelijkheden, voor welke
geen verschooning kan worden aangevoerd. De
President stelt voor, eene commissie, bestaande
uit drie regeeringsambtenaren, te benoemen met
de opdracht, de geschillen tusschen kapitaal en
arbeid na te gaan en tot oplossing te brengen.
De inschrijvingen voor het Instituut-Pasteur
hebben reeds de som bereikt van ruim 607,000 fr.
De brand, welke het weeshuis te Loher-
nocken, bij Vörde, in de asch legde en aan zes
personen het leven kostte, was oorzaak, dat een
24jarige hulponderwijzer zich dezer dagen voor
de rechtbank te verantwoorden had. Door zijne
nalatigheid toch was de brand uitgebroken.
Den bedoelden avond had hij zich, om schriften
te corrigeeren, in het huis eens buurmans begeven
en, daar volgens bevel om 9 uur des avonds
alle lichten in het weeshuis moesten uitgeblazen
zijn, zijn brandend licht in eene kas verborgen.
Deze kast geraakte in brand en vandaar breidde
zich het vuur met zoo groote snelheid uit, dat
de ramp de gezegde treurige gevolgen had. Het
gerechtshof veroordeelde den jongen man, van
wien overigens door zijne chefs de beste getui
genis werd afgelegd, tot eene gevangenisstraf
van een jaar en zes maandenhij werd onmid
dellijk gevangen genomen. De officier van justi
tie had twee jaren geëischt.
De lente is er, de Meimaand komt. Wij leg
gen aan alle mokkende, booze geesten in ons
binnenste het zwijgen op, wij doen den winter,
die achter ons ligt, geen verwijten meer, wij ge
ven ’t woord aan de dichters. Tollens vraagt
Victor Hugo vermaant:
Opmerkelijk niet waar Poëzy is godsdienstig,
ongeloovigen zingen niet. Welnu, hebt gij ’t ge
zien? De gouden zonne kust weer het aardrijk,
haar golvend licht stroomt over akker en weide,
de bloem ontplooid haar blaadjens en strekt zich
naar haar uit, de kranke glimlacht haar tegen,
het lam koestert zich in haar warmtegloed, de
leeuwrik stijgt baar tegen. En wederom Hebt
gij ’t gehoord „Vergeet de Staats- en Kerkkra-
k'eelen.” Zij walgen ons. Statig, melodieus, ruischt
het en suist het in het loover des wouds, zacht-
kens kabbelt de beek, vroolijk schalt de vogel
zijn lied, zegenend dalen de droppelen neer, vol
majesteit ratelt de donder. Hier heeft Natuur,
hier God het woord. Wilt gij wanklanken, schril
le tonen, krijgsgeschrei, woest getier, twisting
hooren en krakeel, dan moet gij wezen bij hen,
die zich het pronkjuweel der Schepping achten,
bij vromen en godloozen beide. Niet dit is
het bezwaar, dat in de menschenwereld, in ver
hoogde mate, de strijd om het bestaan wordt
gestreden, dat is een heilzame wret der Schepping.
Maar ergenis wekt, dat niet de kracht alleen,
doch de hebzucht triumfeert. Het is geen ramp
dat de zwakke bezwijkt, maar dat men den
zwakke niet draagt met liefde, dat de sterke hem
vertreedt, dat vaak de erbarming ontbreekt.
Waarom zou niet elk zijn Hallel zingen op eigen
toon, uit vroom gemoed Wie echter geeft ie
mand ’t recht, te beweren, dat hij uitsluitend in
het bezit der waarheid zou zijn? Waarom rich
ten toch vromen, kruizen op voor vromen en
slingeren hun banvloeken rond Laat het woord
aan God en buig het trotsche hoofd.
Poëzy en profetie, zij smelten ineen. Dichters
en Profeten beide hebben een zienersblik. Hun
zielsoog dringt in het gemoed, boort door de ne
velen heen. In den zaaitijd zien wij den dag des
oogstes. Vrees niet menschenkind het golvend
graan zal rijpen op den akker. Der boomen bloe-
mendos bevat de kiem van het geurig ooft, in
de rijkste verscheidenheid. De maaiers zullen
uitgaan en verzamelen in de schuren, uw vinge
ren zullen zich verlustigen, als zij de blozende
vruchten plukken, waarop de dauw nog rust.
Niemand kan de oplossing van het maatschap
pelijk vraagstuk zien in een naaste toekomst,
daaraan moeten de eeuwen arbeiden, maar toch
nu de schepping haar taak bij vernieuwing heeft
aanvaard en de mensch weer aan den arbeid is
getogen, zijn eenige sombere winternevelen weg
getrokken en al blijven er wolken hangen, wij
zien de hand toch weer aan den ploeg geslagen,
wij hooren het rad weer snorren, de mensch bouwt
zich weer woningen, hij zet weer schepen op sta
pel, de kielen klieven de wateren weer. Denkers
zoeken naar nieuwe bronnen van welvaart, bloe
semknoppen zijn het, waarvan er verloren zullen
gaan, maar waaruit ook vruchten zullen rijpen.
Tragen laten de slappe handen hangen, zij rich
ten de trage knieën niet op, de moedigen laten
de hope niet varen, zij grijpen aan en streven
voort.
„Kerkkrakeelen” zullen niet ophouden, maar
groote scharen zijn opgegaan naar onderscheiden
tempelen, het Paascbfeest is gevierd op zeer ver
scheiden wijze, toch in één grondtoon. Neen,
't is geen leugen wat daar wordt verkondigd, in
ootmoedige schuldbelijdenis, in blijmoedige dank
erkentenis, in offers der liefde. De lichtzinnige
spotte, de twijfelaar hale de schouders op, de
zelfgenoegzame zij tevreden met zijn hoog ver
heven „eigen ik”, de wijze buigt zich voor de
grondoorzaak aller dingen, de ernstige peilt de
diepten van het zedelijk leven, de liefde volle ver
kwikt zich in heerlijk gemeenschapsleven, de waar
achtig geloovige hoort boven de „krakeelen”, het
zachte ruischen van het psalmlied dat „vrede op
aarde” verkondigt. Wij erkennen dat wij nog
niet meer hebben gedaan dan even met den vin
ger aanraken het uiterste boordsel van het kleed
van den grooten Menschenzoon, toch heeft zijn
geest de lente doen aanbreken van een zomer
vol gloed en leven, de dag des oogstes zal ko
men ’t licht rijst uit de duisternis. Vrede en
reine vreugd, liefde en eeuwig leven dalen als
rijpe vruchten eens op ’t menschdom neer. De
poëzy verwacht ze, de profetie aanschouwt ze.
M. E. van der MEULEN.
In België komen weder nieuwe werksta
kingen voor, die reeds tot ongeregeldheden heb-
Bolswardsche Courant
i 8
I
Hebt gij ’t gezien Keu dos van jeugdig loover
Hecht zich op nieuw aan heester en struweel
Gebloemte en kruid vloeit veld en akker over
De Schepping pronkt in vrolijk groen en geel
’t Is of natuur, van ’t krankbed opgestegen,
In feestgewaad haar hulde aan God wil plegen.
Vergeet de Staats- en Kerkkrakeelen,
Tot walgeuds in het land gehoord
Hoor hier de lieve voog’len kweelen
Hier heeft Natuur, hier God het woord