NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OOTAW EN WONSEBA.ÖEEÏ,
nieuwe zaak in 1886.
1886.
Vijf en Twintigste Jaargang.
No. 21.
VOOR
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
I
DONDERDAG 20 MEI.
I
il
1
BUITENLAND.
J)
a
3
L*.
:e>
Heerenv. Cour.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
u bij
wijze ingericht, dat men het telephoonbureau
bericht kan geven op welk bepaald uur van dag
of nacht men gewekt wil worden. De telephoon
doet dan den volgenden ochtend haar plicht en
houdt niet op te schellen vóór de abonné uit
zijn bed gesprongen is en geantwoord heeft.
Te Görlitz in Pruisen, kwam dezer dagen een
kunstenmaker, Windson genaamd, die o. a. een
kanon zou afvuren, dat op zijne schouders lag.
Hij had dat reeds meermalen met goed gevolg
gedaan en was gewoon het kanon eerst een
paar malen af te vuren, terwijl het nog op het
affuit lag. Zoo wilde hij ook te Görlitz doen
en hij ging op het affuit zitten, om zijne bran
dende sigaar boven het zundgat te houden. Het
schot ging af en het kanon werd ten tweeden
male geladen. Weder ging Windson op het
affuit zitten, weder bracht hij zijn sigaar boven
het zundgat de toeschouwers hoorden een
vreeselijken slag, het kanon was in stukken ge
sprongen. Een stuk vloog tusschen arm en borst
van Windson ver wegeen tweede sloeg hem
den hoed van ’t hoofd, vele andere stukken kwa
men over de hoofden der toeschouwers tegen
eenige boomen terecht, maar niemand was ge
deerd, ook Windson niet. Had het kanon bij de
ontploffing op zijne schouders gelegen, hij
zou er niet zoo goed afgekomen zijn. Maar dat
hij met den schrik vrijkwam, mag ook nu wel
een wonder genoemd worden.
De Fransche Minister-president de Freycinet
bevestigde in den Zaterdag gehouden Minister
raad, dat de Grieksche Regeering, welke thans
aan het bewind is gekomen, vredelievende be
doelingen koestert, maar hij voegde er bij, dat
de ontwapening van de besluiten der Kamers
afhankelijk blijft, en dat deze eerst den 19n de
zer bijeenkomen.
De Petit Parisien bespreekt den uitval van de
Kreuzzeitung tegen de spionnenwet van den Mi
nister van Oorlog, generaal Boulanger. Dit blad
heeft de Duitschers gewaarschuwd, zich te wach
ten voor een bezoek aan Frankrijk. Best zegt de
Petit Parisien, daarmee kunnen we Frankrijk
slechts gelukwenschen. „Mocht er eindelijk eens
een einde komen aan den inval der duizenden
spionnen van Bismarck Het aantal Duitschers,
die Frankrijk den kost geeft, is aanzienlijkwij
hebben in Frankrijk 150,000 Duitschers.”
De heeren Michelin en Planteau, afgevaardig
den der werkliedenpartij, hebben den Minister
Baïhout aangekondigd, dat zij in de Kamer de
Regeering zullen interpelleeren over den toestand
te Decazeville. Zij beweeren, dat de onwilligheid
van de mijnmaatschappij de oorzaak is van het
voortduren der cricis.
Het Zaterdag te Berlijn ter beurze ver
spreide gerucht omtrent eene onrustbarende on
gesteldheid van den Duitschen Keizer is gebleken
Het is een dichterlijk beeld dat de zwaan,
die zwijgende vogel, stervend een schoon lied
doet hooren.
In haar zucht tot beeldspraak vergelijkt de
Standaard bij dien zwijgenden vogelonze Twee
de Kamer! Onze Tweede Kamer, van wier veel-
spreekendheid de bijbladen zoo luide getuigen.
Om het beeld nóg faaaier te maken, voegt het
blad er bij, dat die zwanenzang niet de woorden
zal inhouden, die de zwaardvechters in het
worstelperk tot Caesar richtten, wanneer zij den
strijd op leven en dood tegemoet gingen.
Hoe haalt men de boel bij elkander.
Het kan geen bevreemding wekken dat
onze politieke toestand ook de aandacht trekt
van het buitenland. Zoo schrijft daarover de
Frankf. Zeit. het volgende
„De Kamer van het Koninkrijk der Neder
landen is nu toch ontbonden. De maatregel lag
wel-is-waar in de consequentie van den politie-
ken toestand, doch men vermoedde niet dat
daaraan reeds zoo spoedig uitvoering zou worden
gegeven. Nog geen week is het geleden sedert
de premier, Heemskerk, verklaarde dat hij aan
het roer zoude blijven en het werk der grond
wetsherziening niet uit het oog zoude verliezen.
Zooals thans blijkt had deze oplossing der mi-
nisterieele crisis slechts ten doel, de behandeling
der conversiewet in de Eerste Kamer mogelijk
te maken. Nadat dit naaste doel was bereikt,
hernam de politieke noodzakelijkheid hare rech
ten, en deze eischte ontbinding der Kamer, om
dat niet te regeeren valt met eene Kamer, die
in twee wiskunstig gelijke helften is gesplitst.
De definitieve ontbinding heeft plaats den 18
Meide nieuwe verkiezingen zijn bepaald op
22 Juni, de eventueele herstemmingen op 6 Juli
en de bijeenkomst der nieuwe Kamer op 14 Juli.
Het mag reeds nu worden betwijfeld of de ver
kiezingen verbetering in den toestand zullen
teweegbrengen. De census laat geen groote ver
schuivingen in het kiezerscorps toe, en de libe
ralen zullen reeds nu moeite genoeg hebben om
zich in hunne stellingen te handhaven. Con
fess! oneelen (Piëtisten) en Katholieken zijn
sedert lang tot den verkiezingsstrijd toegerust,
en de laatsten rekenen er op een vijftal zetels
op de liberalen te zullen veroveren, namelijk
twee te Arnhem en een in elk der districten
Zutphen, Utrecht en ’s Gravenhage. Indien de
anti-liberalen de meerderheid erlangen, zal het
Ministerie-Heemskerk er nog slechter aan toe
zijn dan vroeger. In deze moeilijkheden weer
spiegelt zich het geheele ongewone dilemma,
waarin de Nederlanden zich bevindenzonder
grondwetsherziening komt het land niet uit zijn
onbehagelijken politieleen toestand en op zijne
beurt is het deze toestand, die grondwetsher
ziening onmogelijk maakt.
Bij het bespreken van den jongsten brand
in het Voorhout te ’s-Gravenhage, waarbij eene
verzameling kostbare schilderijen verloren ging,
zegt een inzender in het Dagblad„nu, er zijn
nog schilders genoeg!”
Zie dat is een troost, daar iemand nog zoo
spoedig niet aan denken zoumaar de inzender
heeft volkomen gelijker zijn schilders genoeg,
er is olieverf genoeg, er is doek genoeg en er
is zelfs genoeg hout en verguldsel, terwijl het
ook aan vergulders niet ontbreekt.
Men moet de zaken maar uit een practisch
oogpunt weten te beschouwen.
Bij een hevig onweder, dat Vrijdagmiddag
in verschillende gedeelten van Noord-Brabant
woedde, sloeg de bliksem in de kerk te Dinter,
trof, op het oogenblik dat daar de Servatius-
processie gevierd werd, een van de zij torentjes
der kerk en drong tot in het kerkgebouw door,
waar een zevental personen gekwetst werden,
doch in lichten graad. Alleen een meisje wer
den de haren verschroeid, en kreeg eene wonde
aan het hoofd, die zoo ernstig scheen, dat men
aanvankelijk voor haar leven vreesde. De stof
felijke schade is zeer gering.
Uit Oldeouwer (Doniawerstal) schrijft men
aan de Heerenv. Ct.W at een leven en bewe
ging heerscht hier thans in onze anders zoo
stille plaats, zoowat afgesloten van de bedrijvige
wereld! Vanwaar die drukte! De veenderij,
die zich in den laatsten tijd alhier kolossaal heeft
uitgebreid, is thans in vollen gang. Troepen
werklieden, uit alle oorden van Friesland, soms
wel 20 a 30 personen sterk, ziet men zoo ’s Maan
dagmorgens, gepakt en gezakt, naar hun werk
gaan. Voorloopig hadden allen den arbeid op
gevat volgens hetzelfde „accoord” van verleden
jaar, totdat de vorige week opeens eenigen het
hoofd opstaken en hooger werkloon eischten.
Het zoogenaamde „boljagen” is dan begonnen.
Troepen trekkers van 200 a 300 personen, ge
wapend met knuppels, ziet men den veenpolder
doortrekken, iedereen uit het werk drijvende, die
werkt. Verlaten ze de baggerpraam niet gewil
lig, dan wordt geweld gebruiktwaarbij het som
tijds stokslagen op de arme werklieden regent.
Zoo tusschenbeide vergadert de menigte bij de
zoogenaamde „witte paal”, onder eenige boomen,
eene vergadering, die dus veel overeenkomst
heeft met die onzer heidensche voorvaderen.
Daar voert één hunner, de zoogenaamde appèl-
meester, meestal een groote, sterke kerel, het
woord tot de omstanders. Is de redevoering
geëindigd, dan trekken allen naar hunne respec
tieve tenten terug. Het is evenwel te wenschen,
dat deze werkstaking spoedig een einde neme,
want zoowel verveners als trekkers ondervinden
daarvan de schade.
Harlingen, 17 Mei. Heden arriveerde alhier
het Noordduitsche stoomschip „Spica”, beladen
met 2400 balken, komende van Sundsvall. Een
groot getal nieuwsgierigen was daarbij tegen
woordig, daar dit de eerste keer is, dat het hout
alhier per stoomschip wordt aangebracht. Naar
wij vernemen, zal dit stoomschip alhier zes la
dingen hout aanbrengen, ongetwijfeld niet weinig
ten nadeele van onze houtvloot, die hier geregeld
het hout uit Noorwegen en Rusland aanbrengt.
Het hout, dat anders in het laatst van Juni of
het begin van Juli alhier wordt aangebracht, be
reikt door deze versnelde wijze van verkeer veel
spoediger zijne bestemming. Ook de sjouwer
lieden en balkvlotters, die toch al geen ruim
werk hadden, zullen er zeker schade bij lijden.
In een klein bekoorlijk gelegen dorp in
onzen Zuid-Westhoek zou onlangs Avondmaal
worden gehouden. De dienstdoende predikant
sprak daarbij het volgende „Eer verdorre mijn
rechterhand en verdorre mijn rechterarm, eer
ik aan zondaren het brood des Avondmaals uit-
reike.” Na dit woord verlieten alle aanwezigen
(waaronder een de aanzienlijkste mannen van
ongegrond te zijn. Dien dag werden de gewone
audiëntiën verleend door den Keizer en de Kei
zerin begaf zich dien ochtend op reis naar Baden-
Baden.
In het rapport der commissie uit het pruisi-
sche Huis van Afgevaardigden, belast met het
onderzoek van het wetsontwerp betreffende het
Rijn-Eemskanaal, leest men o. a. het volgende
„Onder de bij dit ontwerp betrokken handels-
en economische belangen werd door sommige
leden aangevoerd, dat Duitschland en in het
bijzonder Pruisen er hoog belang bij hebben,
eene van het buitenland onafhankelijke Noord-
zeehaven te bezitten, welke in verbinding te wa
ter staat met den Rijn en met het groote Rijnsch-
Westfaalsche productiegebied. In dezen zin be-
teekent het kanaal de verlegging der Rijnmon
ding naar de Duitsche Noordzee. Het buitenland
zal met feiten moeten rekenen en dan in inter
nationale commercieele quaestiën de consideratiën
gebruiken, welke sedert lang in het bewustzijn
van eene beheerschende stelling gemist werden,
zooals dit bijv, aan den dag trad in de verhan
delingen over het Rijn-Maaskanaal, waarbij voor
het Roerbekken en den geheelen Beneden-Rijn
levensbelangen zijn betrokken. De koloniale han
del zal dan, in plaats van over Nederlandsche
en Belgische havens, voor het grootste deel over
Emden naar West-Duitschland, in elk geval naar
het consumtie-gebied in Westfalen en Rijnland
getrokken worden.”
De commissie verklaart zich voor den aanleg
van het kanaal.
Krachtens de socialistenwet kan het houden
van openbare vergaderingen te Berlijn en in de
omstreken tot bespreking van aangelegenheden
van openbaar belang, alleen worden toegelaten,
wanneer de politie, minstens 48 uren te voren
gewaarschuwd, schriftelijk haar toestemming
heeft gegeven. Alle liberale bladen keuren den
maatregel af. De National Ztg. ontkent dat er
eenige grond voor is en zegtWij houden dien
maatregel voor een hoogst betreurenswaardigen
politieken misslag. Tegen de socialistische en
anarchistische woelingen is hij geheel nutteloos
en in den tegenwoordigen economischen toestand
kan hij tot zeer nadeelige gevolgtrekkingen aan
leiding geven. Men vermoedt, dat de werkstakin
gen de Regeering tot dat besluit hebben gebracht
Vrijdagavond drong een man binnen in het
kantoor van baron Soubeyran te Parijs, den di
recteur van de Bauque d’Escompte. Hij zette den
directeur den revolver op de borst en dwong
hem tot onderteekening van drie wissels, elk
ten bedrage van f 24,000. De dader is een voort
vluchtige agent, Pillot geheeten.
De aanval geschiedde aldus. Pillot kwam bin
nen en verzocht een ondersteuning voor zijne
vrouw en kinderen. Soubeyran nam plaats in zijn
fauteuil, waarop de ander plotseling achter hem
ging staan, hem aanpakte en zeide „teeken
deze wissels, of ik schiet je dood, en jaag dan
mij zelven een kogel door het hoofd.” Tevergeefs
trachtte de bankier zich uit den krachtigen greep
van zijn aanvaller los te maken. Het lokaal was
zeer groot en geen geluid zou door de dikke
deuren naar buiten kunnen doordringen. Er
bleef hem dus niets over dan toe te geven. De
bankier teekende de wissels en de onbeschaam
de dief verwijderde zich met zijn buit, terwijl
hij zijn slachtoffer met zijn revolver bedreigde,
totdat hij de deur achter zich had gesloten.
Veel genoegen had Pillot echter niet van het
geld, want hij vertrok onmiddelijk naar Genève,
waar hij terstond, bij zijn aankomst, herkend en
in hechtenis genomen werd.
Krossen, een stadje van 7000 inwoners in
de Pruisische provincie Brandenburg, is Vrijdag
geteisterd door eene windhoos, evenals eenige
dagen te voren Madrid. Verscheidene huizen zijn
ingestort. Van bijna al de overige zijn de daken
en vensters beschadigd. De kerktoren stortte om
ver en kwam op een huis terecht, dat geheel is
verpletterd. De militairen en de brandweer zijn
terstond begonnen met de puinhoopeh weg te
ruimen. Er zijn menschen omgekomen en eenige
zwaar gekwetst. In den Oder zijn twee schepen
gezonken en vijf menschen verdronken.
Op de Oostenrijksche beurs wordt den laat
sten tijd weder zeer geklaagd over allerlei zwen-
del-manoeuvres. Zoo seint bijvoorbeeld een der
heeren aan zijn handlanger te Berlijn„Meldt
mij terstond en dringend het volgende nieuwtje,
enz.” Het bestelde sensatie-bericht volgt natuur
lijk en wordt te Weenen door het telegraafkan
toor aan den geadresseerde op de beurs uitge
reikt, waar het dient om de lichtgeloovigen beet
te nemen. De Regeering houdt zich thans, naar
de Köln. Ztg. verneemt, bezig met de vraag, hoe
men kan beletten dat de rijkstelegraaf op zulk
een wijze tot de medeplichtige van zwendelaars
gemaakt wordt.
Johann Most is, tegen borgstelling van 1000
dollars, uit de voorloopige hechtenis, waarin hij
zich sedert Woensdag bevond, ontslagen.
Te Pullman bij Chicago vertoonde zich een
dolle hond, die een paar kinderen en een agent
van politie beet, toen deze waande het dier reeds
gedood te hebben. De gewonden werden terstond
door geneesheeren behandeld, maar men gaf den
raad om zich onder behandeling van dr. Pasteur
te stellen. Terstond werd er en hierom ma
ken wij van dit bericht melding f 37,000
voor dit doel bijeengebracht.
Sedert eenigen tijd gebruikt men te Luik
de telephoon als wekker. De zaak is op die
geval rekening-, kwitantie-, wissel- of andere
formulieren noodig heeft
En wat is er van uw verlangen
Wil u niet een twintigje in de eerstvolgen
de Staatsloterij U heeft pas geopend, beproef
uw geluk eens.
En u
Ik heb een restauratie hier in de beurt
misschien wilt ge uw bedienden bij mij laten
eten en in dat geval zal ik
- En u
Ik ben reiziger voor de firma Zoet Co.
Wanneer u rijnwijn-
WillemWillemsluit den winkel
onmiddelijk
Er zijn zes-en-dertig streepjes mijnheer.
Juist, daarom Als de winkel nog langer
openbleef, zou mijn heele kapitaal er aanstaanden
Zondag mee gemoeid zijn.
-
De heer Spuiter heeft in de Kalverstraat een
nieuwe zaak geopend, de bedienden zijn op hun
post.
Zie zoo, nu zullen we eens zien, wat de
dag van heden ons brengt, zegt Spruiter, zich
in de handen wrijvend en met trots zijn winkel
bekijkende.
U zal zien, mijnheer, dat wij vandaag al
cliënteele krijgen, merkt zijn eerste bediende aan.
Dat zal nog te bezien zijnde winkel is
al een half uur open en geen sterveling heeft
zich nog vertoond.
Dat komt, omdat de fijne dames zoo vroeg
niet uitgaan, zegt de tweede bediendeboven
dien is ’t nog niet algemeen bekend, dat de
winkel vandaag geopend is.
„Daar stapt al iemand uit een aapje,” zegt
een derde bediende.
En daar komt al een regelrecht op den
winkel aan.
Dat zijn er twee; nog zoo’n kwaad begin
niet, zegt de patroon lachende.
En zoo even was u bang, dat er niemand
komen zou.
Zooveel te beter. Als we vandaag goede
zaken maken, zal ’t voor jelui geen schade zijn.
Willem, zet jij voor ieder, die in den winkel
komt, een streepje in je notitieboekjezooveel
streepjes als hij in zijn boekje heeft, zooveel
fiesschen wijn geef ik ten beste.
Na eenige oogenblikken verschijnt de eerste
bediende op het kantoor van zijn patroon.
Mijnheer, hier is iemand die u persoonlijk
wenscht te spreken.
Wat is er van u dienst, mijnheer?
Pardon, integendeelik ben zoo vrij, u
mijne diensten aan te bieden, antwoordt de be
zoeker.
Met wien heb ik dan de eer
Zwavel Co., wij hebben de agentuur van
de Chicago-brandverzekeringsmaatschappij. Uw
magazijn is toch nog niet verzekerd
Neen, maar
U ziet misschien tegen de moeite op
Maak u niet ongerustU heeft het bedrag maar
op te geven, waarvoor u verzekerd wil zijn, het
overige volgt van zelf.
Maar
Ik weet dat u eerst van daag geopend en
het dus volhandig hebtik zal u dus ook geen
oogenblik langer ophoudenonze zaak is in or
de. Ik heb uw woord en dat is mij voldoende.
Morgen ontvangt u de polis.
Maar mijnheer
Een tweede bezoeker (Spuiter te gemoet tre
dend).
Heb ik ’t genoegen den heer Spuiter te zien
Om u te dienen.
Ik ben van de Engelsche gasfabriek en
wenschte gaarne te vernemen, of u ’t gas door
onze fabriek wilt geleverd hebben.
’t Spijt mij, maar Excuseer mij ik
moet even
Geneer u niet, ik zal morgen terugkomen.
Derde bezoeker. Mijnheer Spuiter
Om u te dienen, mijn naam is Spuiter.
Zeer vereerd, kennis met u te maken. Uw
magazijn is magnifiek ingerichtmag ik u daar
mee feliciteeren.
Hartelijk dank.
Inderdaad, alles is even praktisch en smaak
vol geëtaleerd.
U is zeer vriendelijk, maar
Nogmaals, ’t is prachtig en wat mij betreft
kan u er op rekenen, dat ik u overal warm zal
recommandeeren.
Zal mij zeer aangenaam zijn, als gij dit
in uw kring wilt doen.
In mijn kring Heel Amsterdam de heele
jrovincie, het gansche land voer ik u toe. Ik
jen agent van verschillende dagbladen, met ko-
ossale oplagen; eiken dag drie of vier flinke
advertenties en over een paar jaren is u binnen.
Zou u denken
Ik raad u aan ’t te doen. Geloof mij, ik
heb invloed bij de pers.
Heeft u misschien geen tijd; doet niets ter
zake. U komt van avond bij Kras, daar wij
verder over de zaak spreken.
Den hemel zij dank, daar komt eene dame.
Die zal eindelijk toch eens een klant zijn, zucht
de patroon.
Dame U is eigenaar dezer zaak
Om u te dienen.
En hoe gaan de zaken
Daar is nog weinig van te zeggenik heb
van daag eerst geopend.
Eerst vandaag geopend
Ja. Wat verlangt u te zien?
Te zien Niets. Ik kwam vragen of u
ook soms een winkeljuffrouw
Patroon zich tot een andere bezoeker wendend:
Wat verlangt u
Ik ben van de stadsreinigingals u ’t een
of ander karweitje heeft, dan wil ik voor een
fooitje
En u
Ik ben de lithograaf Sakman; als
EENER
Bolswardsche Courant.