NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
8OLSWAR» EN WONSERADEEL
De Ontbinding.
1886.
Vijf en Twintigste Jaargang.
No. 22.
VOOR
BUITENLAND.
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
KORT VERSLAG
RAAD DER GEMEENTE ROLSWARD,
DONDERDAG 27 MEI. g
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
OP DINSDAG 25 MEI 188 6,
’s avonds ten T uur.
ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
wapening der lichtingen, Turkije zich beijveren
zal zijne troepen op dezelfde tijdstippen terug te
trekken. Zij eindigt met eene spoedige oplossing
te vragen.
De Belgische Senaat heeft met eenparige
stemmen het voorstel aangenomen, waarbij een
millioen francs wordt verstrekt als voorschot aan
die fabrieken, welke door de jongste onlusten
waren beschadigd geworden, zoodat zij weder
kunnen aanvangen met werken. De Minister
Beernaert verklaarde bij die gelegenheid, dat het
oproer bij Charleroi op eene zeer overdreven wijze
door de buitenlandsche pers was voorgesteld; in
het Parlement van een naburig land hoorde men
toespraken, waaruit was op te maken, dat geheel
België een bloedig schouwspel aanbood en aller
wegen brand, plundering en verwoesting aan de
orde van den dag waren. In werkelijkheid is
slechts eene industrieele zaak (de glasfabriek van
Baudoux) verwoest geworden en dat onder zeer
buitengewone omstandigheden. Het gerechtelijke
onderzoek zal ongetwijfeld verrassende oorzaken
voor deze ongelooflijke daad van vandalisme aan
het licht brengen.
Zondag hebben in België de provinciale ver
kiezingen plaats gehad. Te Brussel zijn vier
progressisten gekozen met 3600 stemmen. Her
stemming moet gehouden worden voor de tien
andere zetels tusschen de progressisten en doctri-
nairen, doch eerstgenoemden zijn den laatsten in
stemmental vrijwat voor. De candidaten der
werkliedenpartij verkregen 1000 stemmen.
De uitslag voor het geheele land is, dat in de
verhouding der partijen geen merkbare verande
ring is gekomen. De vorige toestand blijft ge
handhaafd voor de provinciën Namen, Luik en
Limburg. In Antwerpen en de beide Vlaanderen
wegen winst en verlies tegen elkander op. Te
Renesse zijn de Katholieken door liberalen ver
vangen.
Te Mechelen heerscht groote opwinding, maar
elders is de rust volkomen.
Cairoli, een der leiders van de liberale par
tij in Italië, heeft in den Apollo-schouwburg te
Rome eene politieke rede gehouden, die door eene
zeer talrijke menigte luide werd toegejuicht. Hij
sprak den wensch der linkerzijde uit, waarbij zij
om goed geregelde financiën met besparingen vroeg;
deze besparingen mochten evenwel niet het leger
of de marine betreffen. Over het tegenwoordige
verbond met Italië wilde hij niet spreken, omdat
de verbondenen hem onbekend waren. Tijdens
het Congres te Berlijn, was hij nooit in tegen
spraak geweest met de grondbeginselen, waarop
de nieuwe inrichting van den Italiaanschen Staat
berustte. Toenmaals verleende Italië aan Grieken
land groote diensten, wat de grensscheiding be
trof. In Afrika scheen Italië oppermachtig, het
was in werkelijkheid evenwel onmachtig.
Italië is op een punt gekomen, waar het zich
noch voor- noch achterwaarts kan bewegen.
De uitbarstingen van de Etna nemen, naar
luid van een telegram uit Catanië van 20 dezer,
voortdurend in heftigheid toe. De lucht is in
verren omtrek vervuld met asch en rook. Er
zijn ook bij tusschenpoozen schokken van aard
bevingen waargenomen. De meeste inwoners
van Belgosso en Nicolosi zijn voor den steeds
naderbij komenden stroom van lava gevlucht.
Tot dusver zijn er geen menschen omgekomen.
Volgens een Zondag uit Athene verzonden
telegram heerscht daar en in ’t geheele land
groote opgewondenheid. Dat de Örieksche en
de Turksche troepen aan de grenzen slaags zijn
geweest althans zoo dicht in elkanders nabij
heid hebben gevuurd, dat aan beide zijden vele
gewonden waren schijnt de reden tot die op
gewondenheid te zijn. Men juicht den oorlog
toe, en de Regeering heeft rekening moeten hou
den met de stemming der bevolking en daarom
het bevel uitgevaardigd, dat de troepen te Athene
zich gereed moeten houden, om onmiddellijk
naar de grenzen te kunnen vertrekken.
Intusschen acht de Regeering een onderzoek
noodig en ook te Konstantinopel hoopt men, dat
de vijandelijkheden zullen ophouden, na de be
velen aan de generaals Sapounzaki en Ejoub-
pacha, om in het belang van het herstel der
rust maatregelen te nemen. Sapounzaki is naar
Larissa vertrokken voor een onderhoud met
Ejoub-pacha.
Te Hambuch, een dorp in het district Co
chem, brak Vrijdagochtend te 1 uur brand uit,
die door de groote droogte zoo snel toenam, dat
weldra het halve dorp in brand stond. Er ver
brandden 32 woonhuizen met de daarbij behoo-
rende stallen, schuren enz. Niet alleen dat ook
de meeste inboedels en vrijwat vee verbrandden,
doch ook de vrouw van den burgemeester en een
aan vallende ziekte lijdend meisje kwamen in de
vlammen om. De burgemeester zelf bekwam
zware brandwonden bij het redden zijner kinde
ren en zal waarschijnlijk ook niet herstellen.
Athene, 23 Mei (elf uren des avonds). Het
Grieksche Gouvernement heeft aan Sapounzaki
last gegeven het Turksche grondgebied te ont
ruimen en Eyoub-pacha heeft gelijke order ont
vangen. Op de grenzen is nu de rust volkomen
hersteld. Morgenochtend te vijf uren zal er eene
samenkomst plaats hebben tusschen Eyoub-pacha
en Sapounzaki. De verliezen te Kutra en te Zarka
moeten vrij aanzienlijk wezen.
Konstantinopel, 24 Mei. In eene circulaire
van de Porte wordt de bewering van Grieksche
zijde, dat de Turken het eerst geschoten hebben,
tegengesproken. Er wordt bijgevoegd, dat wan
neer Griekenland den dag bepaalt voor de ont-
Ingekomen zijn
Resolutie van Ged. Staten, houdende goed
keuring der gewijzigde begroeting van de schut
terij-
b Missive van den Commissaris des Konings,
met het verslag over landbouw enz.
c. Een schrij ven van den heer van Ringh, dat
hij de benoeming tot lid der plaatselijke school
commissie aanneemt.
d. Missive van de Bestuurders van het Hen
drik Nannes en Catrijn Epes Leen verzoekende
publicatie voor een te begeven studiebeurs.
e. Missive van J. Veltman, doodgraver, houden
de dankbetuiging voor de herbenoeming als zoo
danig.
f. Missive van A. Wiersma, behelzende dank
betuiging voor de sympathie bij de herdenking
zijner 50-jarige ambtsvervulling als Waag werk er.
g. Missive van den heer P. J. de Boer, dat hij
verhinderd is deze vergadering bij te wonen.
h. Missive van den heer P. Lunter, dat hij
wegens ziekte, zijn ontslag neemt als raadslid.
Verder werd mededeeling gedaan van gehou
den verpachtingen en de benoeming van een hoofd
agent, wat reeds in de vorige nummers van dit
blad vermeld is.
Punten van Behandeling
1. Aanbieding van de rekening der Bank van
Leening over 1885.
Ter. visie.
2. Rapport van de Gascommissie op het adres
om vermindering van den gasprijs.
Voorgesteld tot verlaging over te gaan.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging der gemeentebegrooting over 1885.
Ter visie.
4. Rapport der commissie omtrent het onder
zoek van de rekening van het algemeen Stads
Armenhuis, over 1885.
De rekening goedgekeurd.
5. Missive tot afsluiting en drooglegging van
de Zuiderzee.
Besloten dat Bolsward lid van de Zuiderzee-
Vereeniging zal worden.
Missive van den Gemeente-Ontvanger tot
oninbaar verklaring en afschrijving van hoofde-
lijken omslag en belasting op het houden van
honden, over 1885.
De voorgestelde afschrijving goedgekeurd.
7. Adres van den onderwijzer J. van der
Ven om eervol ontslag, met advies van Burge
meester en Wethouders.
Het ontslag verleend op 1 Juni a. s.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het vervullen van de te ontstane vacature van
onderwijzer in de school voor Minvermogenden.
Ter visie.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het vernieuwen der bestrating in de Kerk
straat, en ’t Zand.
Goedgekeurd.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om hen te machtigen tot het inwinnen van
een deskundig advies betrekkelijk eene restaura
tie van den gevel van het Stadshuis.
Aangenomen.
Bij den goudsmid Verbaan te Montfoort is,
naar hét U. D. meldt, door het induwen van eene
bevorens met groene zeep besmeerde ruit, de
geheele goudkast gestolen door 3 personen die
vluchtten en achtervolgd werden in de richting
van Utrecht.
Een verver te Kollumerzwaag was weiger
achtig het huis, door hem niet weder ingehuurd,
te verlaten. Alle middelen, om hem daartoe te
bewegen, waren vruchteloos. Eindelijk vond
men een middel, en wel dit: de notabele inge
zetenen gingen hem in persoon mededeelen, dat,
wanneer hij het niet verliet, hij van hen nimmer
meer eenig werk zou hebben. Deze bedreiging
bleek voldoende, want hij verliet het huis.
HH. MM. de Koning en de Koningin wor
den den Isten Juli met de Prinses uit het bui
tenland op het lustslot Soestdijk verwacht.
Naar in politieke kringen wordt verzekerd,
is vóór de verkiezingen een proclamatie des Ko
nings te wachten.
Door „Volksbelang” te Knijpe zijn totcan-
didaten voor de Tweede Kamer (district Sneek)
gesteld de heeren B. H. Heldt, F. M. C.Frowein
en O. Stellingwerf te Leeuwarden.
De heer E. Kiderlen Jr. behaalde bij den
Vrijdag en Zaterdag gehouden wielerwedstrijd te
Londen weder den len en den 2en prijs.
Zaterdag is te Utrecht een werkman, die
te veel koud water had gedronken, plotseling
overleden.
De zaak van het niet aannemen door den Ko
ning van het ontslag van het ministerie is niet
zoo leuk afgeloopen, als zich eerst liet verwach
ten en wellicht in het plan der regeering lag.
Daarvoor heeft de voorzitter der tweede kamer
gezorgd. Deze heeft tegen den 17den dezer de
leden der kamer opgeroepen, opdat zij in de ge
legenheid zouden zijn aan de regeering inlich
tingen te vragen, omtrent hetgeen er geschied
is nadat zij aan den Koning haar ontslag had
aangeboden. Met zijn gewone gevatheid heeft
de heer Heemskerk, omringd door al zijn ambt-
genooten, in een zeer goed bezette kamer, terwijl
de tribunes gevuld waren met een zeer talrijk
bezoek eene rede gehouden, waarin hij heeft
meegedeeld, wat we intusschen allen reeds wis
ten, dat Z. M. aan baron Mackay, het anti-re-
volutionaire kamerlid, de samenstelling van een
nieuw ministerie schriftelijk heeft aangeboden,
met den wensch dat de grondwetsherziening op
de gelegde grondslagen aan de Staten-Generaal
weer zou worden voorgelegd en dat baron Mac
kay, evenzeer schriftelijk, heeft geantwoord, dat
hij onder die voorwaarde, zich niet kan belasten
met het tot stand brengen van een nieuw kabi
net. Aan den heer Mackay merkte hij op, dat
deze den wensch al te bepaald had opgevat en
dat het niet noodig was geweest, dat de Koning
hem dit persoonlijk had te kennen gegeven, maar
dat, zoo hij ’t noodzakelijk oordeelde met Z. M.
deze zaak te bespreken, hij gehoor bij den Ko
ning had kunnen vragen. Dit is in officiëelen
zin ontwijfelbaar waar, maar even zeker is het,
dat, ware het ’s Konings ernstige' overtuiging
geweest om raadslieden rondom zich te zien uit
de Anti-revolutionairen en Katholieken gekozen,
er wat meerdere toenadering van de zijde des
Konings had kunnen zijn. Mij dunkt, de alge-
meene indruk zal wel zijn, dat voor den vorm
een schriftelijke aanbieding aan een lid der
rechterzijde is geschied, maar dat het Z. M. niet
onwelgevallig was, dat dit lid de aanbieding
heeft afgewezen.
Het is echter te betreuren dat de zaak dezen
loop heeft genomen, want nu is de regeering
geëindigd met datgene, waarmee zij had moeten
beginnen, d. i. de Kamerontbinding. Zeer terecht
mocht de regeering verklaren met deze Kamer
niet te kunnen regeeren, nadat de helft elk voor
stel van regeering en linkerzijde omtrent de wij
ziging van Art. 194 der grondwet, had verwor
pen, nadat gezegd was en herhaald is, dat men
niet kon meewerken tot verdere grondwetsher
ziening, omdat de onderwijsquaestie niet was
afgeloopen in den geest van ’t geen de rechter
zijde begeerde Er was dus werkstaking bij de
halve Kamer, wat den voornaamsten arbeid be
treft, want immers staat of valt dit ministerie
met de grondwetsherziening. Maar nu lag het
ook voor de hand, dat de regeering het oordeel
over deze en de keuze tusschen haar en de
rechterzijde had opgedragen aan de kiezers. Zij
had daartoe terstond de Kamer moeten ontbin
den en dan afwachten of de natie een duidelijke
uitspraak zou doen en welke. De Koning is in
dit geval scherpzinniger geweest, dan zijn scherp
zinnige eerste minister. Hij heeft als ’t ware
gezegd, ik oordeel niet, mijn volk moet spreken.
Kan de rechterzijde, nu het ontslag eenmaal aan
geboden is, mij een lijst van ministers aanbie
den, die de ontworpen grondwetsherziening mede
aanvaardt, het zij zoo, zoo niet, dan moet het
tegenwoordig ministerie eerst die vraag aan de
kiezers voorleggen. Niet voordat dit is geschied
heeft het zijn taak volbracht. Het was dus vol
komen grondwettig, dat de Koning, toen Baron
Mackay de opdracht met de gestelde voorwaarde
weigerde, het ontslag zijner Ministers niet aan
nam en tot de ontbinding alsnog besloten moest
worden.
De bepaalde vraag die de kiezers dus te be
antwoorden hebben bij de aanstaande keuze der
volksvertegenwoordigers is deze: Wil uw can-
didaat grondwetsherziening of wil hij die niet.
Omtrent dit punt dient men zekerheid te hebben.
Dat verlangt de Koning terecht. Zal de meer
derheid bestaan uit leden die geen grondwets
herziening willen, dan zal uit mannen die ook
van dit gevoelen zijn een ministerie moeten wor
den samengesteld en ik houd mij overtuigd dat
onze Vorst dan voor den uitgesproken wil der
meerderheid zal zwichten en een ministerie Mac
kay b.v. benoemen. Deze uitspraak echter zou
zeer te betreuren zijn. Er zijn verschillende
hoofdstukken, die noodzakelijk moeten herzien
worden. Maar daarom zal het ook goed zijn,
wanneer de pers en de kiesvereenigingen, allen
nadruk leggen op de vraag, die nu allereerst
aan de orde is en die ik hierboven stelde. Alle
partijen moeten dit doen, opdat er licht kome
aan onzen staatkundigen hemel. Op dit punt
moet iedere candidaat zich nadrukkelijk verkla
ren, maar ook de kiezers, die voor het grootste
deel hun stem niet doen hooren, moeten goed
weten wat en wien zij willen. Alleen dan, wan
neer in dit opzicht klaarheid komt, zal de Ka
merontbinding tot iets goeds leiden en zal die tak on
zer volksvertegenwoordiging hopen we,uithetdoo-
depuntrakenen overhellen toteene of andere zijde.
Dan zal ermogelijkheidzijn vooreen Ministerie,dat
weer kleur bekent, dan kan er weer leven komen in
onze staatkunde, want de toestand waarin wij nu
zijn geraakt, leidt tot een verlamming, die den
dood of een uitbarsting tengevolge moet hebben.
M. E. van der MEULEN.
Wij ontvingen eene opwekking, tot de kie
zers gericht, met het oog op de aanstaande ka
merverkiezingen. Uit de volgende zinsnede kan
men den geest van dit manifest kennen„Zet
dus de Tweede Kamer niet om, maar vast
in het liberale voornemen, om door vrijzinnige
grondwetsherziening te komen tot verlossing uit
de tegenwoordige verwarring.
„Waarschijnlijk zal de tegenpartij beweren, dat
dit een leugenpraatje is, om onnadenkende, ge
moedelijke kiezers te misleiden. Zij mogen dat
beweren, bewijzen kunnen zij het niet. Katho
lieken en anti-revolutionairen kunnen nooit be
wijzen, dat hun samengaan natuurlijk is. Zij
kunnen niet samen regeeren. Een Ministerie-
Schaepman zou het volksleven in eene gansch
andere richting leiden dan een Ministerie-Loh-
man, uit hoe verdienstelijke mannen ook samen
gesteld. Hun accoord getuigt tegen hen. Dat
is bewijs genoeg.
„Daarom, kiezers, doet uw plichtIn vele
jaren is zulk een ernstige beslissing niet in uwe
handen gelegd. Zal de partij van het „accoord”
het gansche land tirannisseeren Dat is de vraag
dezer verkiezing.”
Onder het opschrift: „de 30,000ongeboren
kiezers”, lezen wij in de Standaard
Ook nu weer zal in ons goede Nederland op
de vier millioen zielen de stetabusbeslissing bij
even éénmaal honderdduizend kiezers zijn.
Van die allen zullen nog geen zeventig duizend
opkomen. Nog lang niet wat de bevolking van
de ééne provincie Drenthe is.
Van deze zeventig duizend zullen een twintig
duizend hun stemmen in de stembus zien ver
drinken. En het einde zal dus zijn, dat er een
Kamer naar het Binnenhof gaat, feitelijk door nog
geen vijftig duizend kiezers gekozen.
En dat, let wel, te midden van een volk, waarin
duizenden bij duizenden om stemrecht geroepen
hebben, en waarvan een dertig duizend lands-
zonen, als Heemskerk maar gewild en de libe-
ralisten maar gedurfd hadden, nu reeds konden
meestemmen.
Lohman’s voorstel zou, ware het aangenomen
geworden, 30,000 nieuwe kiezers hebben geteeld.
Die dertig duizend nieuwe kiezers zouden de
eerste maal stellig allen zijn omgekomen. En
op eenmaal zou dus het getal der opgekomen
kiezers met bijna de helft zijn vermeerderd.
Maar ook dat mocht niet!
Ook die 30,000 kiezers moesten in de geboorte
blijven steken.
De heeren liberalisten, de mannen van het
volk, de helden van den vooruitgang, hebben
het tegengehouden
Zoolang zij het nog effentj es houden konden,
geen drukte
En zoo werden ook deze 30,000 nog ongebo
renen door liberalistische kleinzieligheid ge
smoord!
Het Wag. Weekblad is het eenige antilibe
rale blad dat volmondig en juist zegt, dat de ver
kiezingen voor de Provinciale Staten voor de rech
terzijde niet die uitkomst hebben gehad, welke zij
er van verwachtte. Natuurlijk wordt bonne mine
gemaakt a mauvais jeu, maar toch toonen de
feiten aan wat ten deze waarheid is.
„Vóór 1896 is er, zegt het blad geen de minste
kans, dat de Eerste Kamer omgaat, maar hoogst
waarschijnlijk zal het, als het geschiedt, eerst in
’99 plaats hebben. Een ontbinding toch der Eer
ste Kamer kan ten deze luttele verandering aan
brengen, daar baar kiezers, de Prov. Staten, niet
ontbonden kunnen worden.
„De Eerste Kamer blijft dus denkelijk, ook als
in de Tweede Kamer de rechterzijde een besliste
meerderheid bekwam, tot in de volgende eeuw,
het bolwerk van ’t liberalisme.
„En nu, onverschillig of gij u daarover verblijdt
of er over bedroeft, reken in elk geval met dezen
stand van zaken, waarin, tenzij in zeer buitenge
wone omstandigheden, geen verandering kan ko
men.
„De oogst, die, volgens de Standaard, op den
provincialen akker voor ’t grijpen lag, zal dus
nog eenige jaren behoeven, eer ze de schuren kan
worden binnengehaald.”
Verder merkt het W. W. op, dat de rechter
zijde den heer Heemskerk voor zijne Kameront
binding wel dankbaar zijn mag. „Het is toch be
kend, dat bij de loting over de beurt van aftre
ding, in '84 gehouden, de anti-liberalen ongeluk
kig zijn geweest. Ware er Juni e. k. eene perio
dieke verkiezing geweest, dan zouden de kansen
om te verliezen voor de anti-liberalen grooter ge
weest zijn dandieom te winnen. Doorde ontbinding
is die loting nu komen te vervallen, wat voor
hen geen voordeel is.
„Desniettemin zijn we voor hen niet zonder
ongerustheid. De uitslag der verkiezingen voor
de Prov. Staten wettigt die vrees. Al schreef
de Standaard nog zulke prikkelende artikelen,
toch was het in menig district merkbaar, dat de
kerkelijke quaesties een verlammenden invloed
uitoefenen en velen, die anders den anti-revolu
tionairen stroom volgen, thans heel bedaard aan
den kant bleven staan, indien ze zelfs niet de
andere zijde mee uitgingen. Vooral te Utrecht,
Zutphen en allermeest te Middelburg zal het er
spannen. Het spijt ons het te moeten zeggen,
maar om meer dan ééne reden staan o. i. de
kansen der linkerzijde beter dan die der rechter
zijde.”
\t)
-
THIr n
l
VAN DEN
Bolswardsche Courant