NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
I
'1
3
Nabetrachting
OLSWARD EU WONSERADEEL.
1886.
No. 29.
Vijf en Twintigste Jaargang.
VOOR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DONDERDAG 15 JULI.
KORT VERSLAG
RAAD DER GEMEENTE BOLSWARD,
I
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. vanl7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte
8. Voorstel van Burg, en Weth. omtrent het
verschaffen van water uit de regenwatersbak
achter het nieuwe waaggebouw.
Besloten een proef te nemen.
9. Behandeling van het adres van den heer
G. M. Marckelbacb, om betaling der nota’s, we
gens geleverd drukwerk over 1884.
Besloten de nota’s te voldoen.
De Belgische staatsman Malou, sinds 1874,
na den dood van den graaf de Theux, de voor
naamste leider der clericalen, is Zondag over
leden. Jules Edouard Francois Xavier Malou was
den 19n October 1810 te Yperen geboren en
op 30jarigen leeftijd directeur bij het Ministerie
van Justitie. In 1844 werd hij tot gouverneur
der provincie Antwerpen benoemd, maar reeds
een jaar later nam hij plaats aan de Minister
tafel. Hij werd toen en later met de portefeuille
van Financiën belast. Van 1862 tot 1874 was
hij lid van den Senaat. In 1870 verkeeg hij
den rang van Minister van Staat. In December
1871 werd hij andermaal Minister van Financiën
in het Kabinet-de Theux,. na wiens overlijden hij
tot 1878 het hoofd van het Kabinet was. De
overwinning, welke den Un Juni 1878 door de
liberalen werd behaald, is, men weet het, niet
van langen duur geweest. Zes jaren later zat
weder Malou op den zetel van Frère-Orban. Het
is waar, Malou zelf moest spoedig wijken voor
Beernaert, maar zijne partij bleef aan ’t bewind
de clericale beginselen van Malou zijn nog aan
het woord.
Malou heeft ook als schrijver van zich doen
spreken. Hij is de auteur van de „Notices histo-
riques sur les finances de la Belgique de 1831—65”
en van de „Lettres sur les chemins de fer de l’Etat
beige”.
Volgens het Berl. Tgbl. heeft Koning Leopold
van België zijn neef den graaf van Parijs doen
weten, dat hij bezwaar moest maken hem te
Ostende bij zich te ontvangen, sedert de graaf
door zijn bekend manifest officieel als pretendent
van den Franschen troon is opgetreden.
De volkshuishoudkundige commissie heeft haren
arbeid in Henegouwen begonnen en wel te La
Louvière. Niettegenstaande de tegenwerking der
socialistische bladen, kozen ongeveer 1000 arbei
ders 17 hunner uit, om de commissie te woord
te staan. De eischen der arbeiders luideneen
arbeidstijd van acht uren, om de algemeene ont
wikkeling te bevorderen en de krachten der arbei
ders te sparen. Als minste loon 45 francs per
dag. De arbeiders gaven deze som aan als onont
beerlijk voor het onderhoud eener familie, en die
eischen kunnen bezwaarlijk als overdreven be
schouwd worden. Een derde vordering heeft ten
doel, het algemeen stemrecht te doen invoeren.
Wanneer de eerste punten, zij ’t ook slechts ten
deele, toegestaan worden, dan zullen de werk
lieden het derde wel laten vallen.
De bakkers te Brussel, die sedert de daling
der meelprijzen op 1 KG. brood eene winst van
minstens 10 cents behalen, vinden het onrecht
vaardig, dat de ambtenaren van ’t Ministerie van
Spoorwegen, Posterijen en Telegraphen eene ver-
eeniging opgericht hebben en zich daardoor van
brood laten voorzien. De bakkers legden den
Minister, die aan ’t hoofd van bovengemeld Mi
nisterie staat, in een lijvig stuk uit, dat ’t voor
goed betaalde ambtenaren schande is, zich met
inrichtingen van die soort in te laten. Wanneer
de Minister bij de ambtenaren niet er op aandrong,
hun geld weder aan de belasting betalende bak
kers te geven, dan zou men bij de volgende ver
kiezing daarvan den invloed ondervinden. De
Minister Vandenpeereboom, die, zooals bekend is,
niet veel aandacht vestigt op eene bedreiging
met de verkiezingen, gaf den bakkers een weige
rend antwoord. Vermoedelijk zullen de ambte
naren nu ook spoedig voor den verkoop van
vleesch gaan zorgen; voor de arbeiders aan de
spoorwegen zou ’t zeker veel voordeel zijn, daar
zij tot nu toe bijna nooit vleesch nuttigen, om
dat de slachters, voornamelijk die, welke in volk
rijke plaatsen wonen, het op den dubbelen markt
prijs houden. In Mechelen, waar in de werk
plaatsen van den Staatsspoorweg 3000 arbeiders ge
bruikt worden, zou eene slachterij, van eene ver-
eeniging uitgaande, evenzeer weldadig als winst
gevend werken. De slachters verdienen daar
zooveel geld, dat zij eene equipage er op na
houden.
Het gerucht, dat de Fransche Regeering het
wetsontwerp betreffende de Panama-leening zou
intrekken, heeft zich bewaarheid. De Kamer
van Afgevaardigden kreeg Zaterdag daarvan de
officieele mededeeling.
In die zitting was o. a. aan de orde de vast
stelling van het cijfer der directe belastingen
voor 1887. Door den afgevaardigde Duchatel
werd een amendement voorgesteld volgens hetwelk
40 departementen, die gedrukt worden door de
ongelijkheid van grondbelasting voor ongebouwde
eigendommen, gezamenlijk met 11 millioen frcs.
zullen ontlast worden. Op eene begrooting van
3 milliard zullen die 11 millioen wel kunnen
bezuinigd worden, meende de voorsteller.
De Minister van Financiën, de heer Sadi-Car-
not verklaarde zich bereid de grondlasten zoo
veel mogelijk, over het geheele land gelijk te
maken, maar hij geloofde dat het amendement
te ver ging. Ook zou op dit oogenblik elke
hervorming te dien aanzien ontijdig zijn. Eerst
moeten de hulpmiddelen gevonden worden tot
dekking van het verlies, dat uit de hervorming
zal ontstaan.
De heer Andrieux ondersteunde het amende
ment. Voor den landbouw zal de ontheffing van
11 millioen een groote verlichting zijn, en, ge
lijk de heer Duchatel gezegd heeft, op een bud
get van 3 milliard kan die som wel bezuinigd
worden.
De heer Duchatel verklaarde daarna, dat de
11 millioen ook wel kunnen worden gevonden
door eene belasting op de wreelde, onder ande
ren op de fijne soorten van tabak. In dien zin
vulde hij zijn amendement aan.
De Kamer heeft ten slotte de vermindering
der grondbelasting op de ongebouwde eigendom
men in de bedoelde 40 departementen, waarnaar
reeds in 1876 een voorbereidend onderzoek was
aangevangen, aangenomen met 307 stemmen
tegen 247.
De commissie der Kamer belast met het uitbren
gen van rapport over het wetsontwerp tot straf
baarstelling van het aanplakken van oproerige
biljetten, heeft besloten, de behandeling er van
uit te stellen tot na de weder-bijeenkomst der
Kamer in October.
Op het oogenblik, dat Vrijdag de Kamerzitting
zou opgeheven worden en bijna niemand meer
op de openbare galerij was, haalde een persoon,
die van daar de zitting had bijgewoond, een re
volver uit den zak en schoot in de richting van
het Gobelin-behangsel boven het bureau van
den voorzitter, die zijn zetel ging verlaten. Toen
de persoon het schot had gelost, wierp hij een
brief in de zaal. De deurwaarders der Kamer
grepen terstond den man, die niet den minsten
weerstand bood. Toen hij naar de quaestuur
gebracht was, vroeg een der afgevaardigden
hem, of hij wel wist dat hij den voorzitter had
kunnen treffen waarop de man antwoordde dat hij
hooger gemikt had. De revolver was, nadat
het eerste schot gevallen was, nog voorzien van
vijf kogels.
De brief, dien hij in de zaal geworpen had
en die gericht was aan den voorzitter, behelsde
allerlei onsamenhangende klachten over zijne
ellende.
Men ziet in den dader, die zich Justin Capus
noemt, een krankzinnige.
Een extra-trein, waarin de Koningin van
Saksen zich bevond, is, op de reis van Schwar
zenberg naar Dresden, bij Chemnitz tegen een
stilstaanden, met steenen beladen waggon aange-
loopen. Deze waggon werd geheel vernield, de
locomotief en de eerste waggon van den extra-
trein werden sterk beschadigd, doch als door
een wonder bekwam niemand letsel. De baan
wachter, die verzuimd had den weg af te slui
ten, is in hechtenis genomen.
Het Deensche Ministerie-Estrup is in eene
nieuwe verwikkeling geraakt met een deel der
onderdanen van Koning Christiaan.
In de vorige maand hebben op Ijsland de
verkiezingen voor de Vertegenwoordiging (Al
thing) plaats gehad. Nooit hebben de IJslanders
zoo eenparig hunne ontevredenheid over het
Deensch bestuur te kennen geven. De weigering
van het Ministerie den zetel van het bestuur
van Kopenhagen naar Reykjavik te verplaat
sen, had groote verbittering gewekt. De belof
ten en bedreigingen van Deensche ambtenaren en
de geestelijkheid baatten niets. In het noorden
oosten en westen werden alle candidaten der oppo
sitie gekozen. In het zuiden, voornamelijk in den
betrekkelijk dicht bevolkten omtrek van Rey
kjavik, is slechts een regeeringscandidaat geko
zen.
Aan het vergelijkend examen voor een deel
der inkomsten van het „Hendrik Nannes en Ca-
trijn Epes-leen” te Bolsward is deelgenomen door
10 candidaten. Het leen is toegewezen aan
Y. Stelma van Baard.
De schrijver van de Haagsche Kroniek in
de N. Gron. Crt. zegt o. a. het volgende
’t Is mij meermalen opgevallen, dat, als som
mige bladen bogen op Zr. Ms. gezondheid, de
geneesheer gemeenlijk was ontboden. Zoo ook
nu. Daags na de aankomst op Soestdijk gevoel
de Z. M. zich zeer onpasselijk hevige maagpijn
bracht hem in de noodzakelijkheid gedurende eeni-
ge dagen het bed niet te verlaten en dat betee-
kent bij onzen Koning, dat hij zich bepaald ziek ge
voelt. Dr. Vinkhuyzen werd dan ook uit den
Haag ontboden en bleef Z. M. gedurende de af-
geloopen week eiken dag bezoekenook thans
heeft de lijfarts nog geenszins afscheid van Z. M.
genomen. Het tegendeel is eerder het geval.
Wel is waar hebben de hevige maagkrampen die
wellicht veroorzaakt zijn door de nawerking van
de behandeling te Wildungen ondergaan, opge
houden, maar tot mijn innig leedgevoel moet ik
er bijvoegen, dat zich op nieuw verschijnselen
van neuralgie openbaren, die, hoezeer gelukkig
niet van verontrustenden aard of van oogenblikke-
lijk gevaar getuigende, toch maar al te zeer too-
nen dat de kwaal van onzen vorst langzamer
hand een chronisch karakter aanneemt en dat
de herhaalde badkuren in het buitenland niet
meer geheel in staat zijn Z. M. van jaar tot jaar
in zoover te herstellen, dat de ziekte zich althans
niet tusschentijds ia een zoodanigen graad voor
doet, dat een bijzondere geneeskundige behande
ling wordt vereischt.
Ik heb thans vernomen, dat er ernstig o vergedacht
wordt om weldra met de uiterste gestrengheid te
gen de socialisten op te treden en alle vergaderin
gen, alle optochten en alle manifestatiën van die
zijde onmeedoogend te verbieden, door de toepas
sing van art. 2 der wet van 22 April 1855 en de
artikelen dier wet welke daarmee verband hou
den. Mijns inziens had men daarmee terstond
na de weigering der rechtspersoonlijkheid aan
den sociaal-democratischen bond moeten beginnen;
het is echter nog niet te laat om dezen legalen
weg te volgen en 't is m. i. de eenig rationeele.
In hoever het waar is, wat mij onlangs werd
verzekerd, dat inmiddels langs den weg van een
geheime aanschrijving aan de parketten, burge
meesters en commissarissen van politie, een ze
keren regel ten opzichte der socialisten te vol
gen is aangenomen, kan ik niet beslissen. Maar ze
ker is het dat een openlijke en loyale onderdruk
king der beweging mij waardiger en doeltreffen
der voorkomt. Men blijft daarmee op den bodem
van ’t recht staan.
De op te richten militaire school voor vrij
willigers, dingende naar den rang van officier
der infanterie, zal in denzelfden geest worden
ingericht als de tegenwoordige artillerie-cursus
te Delft.
De school zal toegankelijk zijn voor jongelie
den, in het bezit van het diploma eind-examen
hoogere burgerschool of andere inrichtingen voor
middelbaar onderwijs en voor de velen, die met
goed gevolg admissie-examen voor millitaire
inrichtingen ter opleiding tot officier hebben af
gelegd, doch niet geplaatst konden worden boven
het vereischte aantal.
’t Zijn vooral deze krachten, welke het leger
bestuur niet wil laten verloren gaan. De cursus
zal drie jaren duren, waarvan het laatste jaar
door de adspiranten bij een der infanterie-korp-
sen zal worden doorgebracht.
Als standplaats van de nieuwe instelling is
voorloopig Haarlem aangewezen.
Verleden week Zondag is te Hilversum een
8jarige knaap, een zoontje van W. de Jong,
verdronken. Met een paar makkers aan het
visschen zijnde, gleed hij uit en viel voorover
in het water. Zijne makkers schreeuwden om
hulp en de knaap werd er uit gehaald, dat wil
in dit geval zeggenmen legde hem aan den
waterkant, met het hoofd boven, het onderlijf in
het water, naar het bleek, in de nog altijd heer-
schende dwaze en verderfelijke meening, dat men
een drenkelijk niet uit het water mag halen
zonder dat de politie er bij is. En had men nu
nog maar dadelijk de politie gehaald, doch men
liep eerst naar eene tantedeze moest zich eerst
wat aankleeden, en zich van het feit overtuigen,
daarna waarschuwde men de politie en de ge-
neesheeren. De laatsten hebben gedurende bijna
twee uren beproefd, of de levensgeesten nog aan
wezig waren, doch zonder goed gevolg.
Het doel, waarom Domela Nieuwenhuis zich
Zondag naar Belgie begaf, was het bij wonen van
een congres te Gent.
Tegen de weigering om op Belgisch grondge
bied te worden toegelaten, heeft Domela Nieu
wenhuis in de te Brussel verschijnende Reforms
geprotesteerd,
luidt bet opschrift in de kroniek der „stemmen
voor Waarheid en Vrede” voor Juli, waarin Dr.
Bronsveld zijne indrukken weêrgeeft over de
laatste verkiezing van leden der Tweede Kamer
op 1.1. 15 Juni.
Hoogst leerzaam is het na te gaan hoe een
man „die niet wenscht ingedeeld te worden bij
de liberalen” over de toestanden oordeelt. Hij
blijft anti-liberaal, hij vindt het smartelijk „te
moeten opkomen tegen mannen, aan wie vele
herinneringen en gemeenschappelijke geloofs
overtuigingen ons verbinden.”
Maar, „hij wil niet langer er toe meewer
ken, dat aan de eischen der geallieerde room-
schen en anti-revolutionairen. de belangen van
het Vaderland worden opgeofferd.”
Het oordeel van zulk een man moet niet alleen
in een maandschrift besloten blijven in wijderen
kring gekend worden, opdat velen er winst meê
kunnen doen. Wij veroorlooven ons een en an
der er uitmede te deelen.
„Alleropmerkelijkst.” aldus geeft de schrijver
zijn indruk weder, „alleropmerkelijkst is,
wat bij de laatste verkiezing voorviel en de uit
slag, dien zij heeft opgeleverd
En waarom zoo alleropmerkelijkst Om het
licht dat er valt op de anti-revolutionaire partij.
a. De antirevolutionairen toch hebben reeds bij
de eerste stemming, in openbaren strijd met hun
„program,” te Delft en te Almeloo den candidaat
der roomschen gestemd en gesteund en daardoor
het zegel gezet op hun verloochening van ’t
Program in de Kamer bij den strijd om veran
dering van art. 194 der Grondwet.
b. De anti-revolutionaire partij hangt geheel
van Rome af. Haar zedelijke kracht is reeds
door dit buigen onder Rome aanmerkelijk ver
minderd. Reeds heeft de Tijd geconstateerd, dat
er niet meer dan 5009 stemmen in het geheele
land zijn uitgebracht op anti-revolutionairen. Op
den hoed der candidaten van ’c Centraal-Comité
prijkt een vederbos, voor verreweg het grootste
deel bestaande uit roomsche pluimen. Aan eigen
krachten overgelaten zouden de anti-revolutio
nairen misschien vier of vijf leden naar de Ka
mer kunnen afvaardigen. Voortaan zullen onze
calvinisten, onze stoere puriteinen, de pleitbezor
gers van de ordinatiën Gods slechts bij de gratie
der roomschen leven mogen.
c. De getalsterkte der paitij heeft bij deze ver
kiezing eene belangrijke vermindering ondergaan.
Te Zutfen, te Steenwijk te ’s Gravenhage, en te
Middelburg zegevierden de liberalen. De H.H.
Keuchenius, Brantsen en van der Hoop werden
niet herkozen, en de Heer ’t Hooft werd ver
vangen door een liberaal.
Te Goes ontvangt de heer Lohman zijn man
daat niet van het „volk Gods,” want zijn politiek
leven is bijna geheel in handen der roomschen.
En nu uag wel curcijf of met vette letters ge
drukt worden het volgend oordeel van Dr. B.:
Ons volk voor zoover het bij de verkiezing
zich uitsprak, heeft op 15 Juni verklaardWij
willen niet geregeerd worden door de geallieerde
roomschen en anti-revolutionairende H. H.
Schaepman, Lohman en Kuijper zijn onze man
nen niet.”
Voor de anti-revolutionairen is dit het begin
van het einde. Spoediger dan ik het had dur
ven denken, is de ure van hun sterven aangebro
ken. Hun bewegingen zullen voortaan niet meer
dan stuiptrekkingen zijn.
Ik zie daarin een oordeel, dat niet achterwege
kon blijven. God laat niet met zich spotten, en
niet ongestraft zijn heiligen naam misbruiken.
d. Door den arbeid der anti-revolutionaire
leiders is de haat tegen het evangelie en tegen
allen godsdienst bij honderden ten top gestegen
en hun eerbied voor alle geloof weg gevaagd.
Men is te rade gegaan met „vleesch en bloed
men is der wereld gelijkvormig gewordenmen
heeft de traditiën der christelijk historische
partij ten eenenmale verloochend, en Kerk en
Staat beiden met revolutionaire leuzen in de
grootste beroering gebracht.
Honderden in den lande zien nu in (vooral
na hetgeen te Amsterdam voorviel) hoezeer door
het drijven der HH. Kuyper en de Savornin
Lohman, het Vaderland, het Koningrijk Gods
in ons midden worden bedreigd. Zij willen niet
langer beschouwd als solidair met een partij, die
beweert „de partij van den levenden God” te
zijn, en inmiddels het woord en de zaak van
den Heer betrekt in allerlei politieke partij be
rekeningen en verbindingen. De belijdenis van
het Evangelie stelt beginselen maar mag niet
voeren tot het vormen van eene staatkundige
partij.
Ziehier, waarde lezerenkele grepen uit de
merkwaardige Julikroniek. Mij dunkt de par-
tjjdrijvers kunnen het er voorloopig mee doen.
Zullen zij naar zulke roepstemmen luisteren
Althans ze beluisteren en zich zelven er aan te
beproeven Ik ben er bang voor want hoe
dikwijls gewaarschuwd zij gingen voort, altoos
verder zich om niemand bekommerend, in het
geloof aan hun onfeilbaarheid.
Mocht Neerland’s volk hooren eer het te laat
is. Moge de liberale meerderheid in de Tweede
Kamer bovenal thans hare dure verplichting ken
nen om beginselvast, eensgezind te werken voor
de belangen niet eener partij, maar van geheel
ons dierbaar vaderland. H. P. de J,
It., 6^7—’86, Ileerenv, Cour,
OP DINSDAG 13 JULI 188 6,
’s avonds ten 7 uur.
Tegenwoordig 9 leden, de heer P. J. de Boer
absent.
Ingekomen
a. De Gemeenterekening met bijlagen.
b. Schutterijrekening.
Ter visie, en in handen eener commissie de
heeren Van den Oever, Vos en P. J. de Boer.
c. Missive van den Commissaris des Konings,
waarbij den Burgemeester wordt toegestaan de
gemeente tijdelijk te verlaten.
Notificatie.
Punten van Behandeling.
1. Procesverbaal van Kas verificatie over het
2e kwartaal 1886.
Notificatie.
2. Benoeming van een Voogd van het Wees
huis.
De heer H. C. de Haas benoemd met 5 stem
men, de heer H. Veen Pz. bekwam 4 stemmen.
3. Behandeling van het voorstel van Burg,
en Weth. omtrent de vervulling der betrekking,
van geneesheer bij de Burgerlijke armen-admi-
nistratie.
Goedgekeurd.
4. Benoeming van een genees- en heelkun
dige voor de armenpraktijk.
Benoemd de heer A. Banning met algemeene
stemmen.
5. Behandeling van het voorstel van Burg,
en Weth. tot het bevloeren van het terrein
(oostzijde) buiten de Blauwpoort.
Goedgekeurd.
6. Behandeling van het voorstel van Burg,
en Weth. tot het maken van een nieuwe draai
brug bij de Gleibakkerij.
Uitgesteld.
7. Behandeling van het voorstel van Burg,
en Weth. tot het wijzigen der verordening tot
heffing van hoofdelijken omplag.
Goedgekeurd,
Bols wards olie Courant.
LI
VAN DEN