NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD HJ1SWAS© EN WWSgRAÖEBÏ. M« P. J. E. VIII DIGGELEN. s De Verkiezing i 1 Bh 1886. No. 40. Vijf en Twintigste Jaargang. VOOR DONDERDAG 30 SEPTEMBER. BUITENLAND. DONDERDAG 30 SEPTEMBER. DINSDAG 5 OCTOBER. BINNENLAND» ra KI L®. f ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, i i indien men, zooals aanvankelijk werd gezegd, te doen had gehad met eene muiterij zonder lei ding en zonder bepaald doel. Wat het eerste betreft, is het reeds een uitgemaakte zaak, dat de leiding niet heeft ontbroken. Zij is alleen verkeerd aangewend, of liever de opstand is te vroeg uitgebroken. Dit verklaart, dat eroogen- schijnlijk recht bestond om te spreken vao eene beweging zonder bepaald doel. Het doel was er wel o. a. het onmiddelijk bezetten van de stations, van de militaire magazijnen, waarschijn lijk ook van de Ministerie-gebouwen maar toen de eerste poging mislukte, wisten de op standelingen zelven niet wat nu aan te vangen, te meer daar de aanvoerders al spoedig de stad ontvluchtten. Er is wel reden tot bezorgdheid, zoolang de revolutionairen niet geheel en al machteloos zijn gemaakt. Men wil zelfs, dat de Koningin- regentes reeds dagen te voren over een opstand gesproken heeft, die zij vreesde dat zou uitbre ken, zonder te weten waar. Ook de correspondent van de Temps gelooft, dat de toestand ernstiger is, dan oppervlakkig blijkt. Er bestond groote vrees, dat ook Cata- lonië en Arragon in opstand zouden komen. Indien het militair element zich er iets meer bij had aangesloten, waar velen in de voorste den van Madrid gereed, de Republiek uit te roepen. De beweging ging uit van de Zorillis- ten en de federalisten. Eerst was het Gouver nement radeloos. Het verbood de verzending van telegrammen. Daarna mochten officieele telegrammen dépêches van gezanten worden ver zonden en eerst later konden dagblad-telegram- men worden overgeseind. De Epoca geeft de schuld aan de revolutio naire pers, „die de Koningin beschimpt en door het slijk sleurt; die de Staatsinstellingen aan tast, de groote traditiën der Monarchie schendt en schaamtelooze vergelijkingen maakt, welke de herinnering aan onze beroemde dooden be- leedigt.” Het vonnis van den krijgsraad, voor welken generaal Villacampa terechtstaat, is nog niet bekend. Men verwacht, dat men hem nog zal sparen, en wel op grond van de eigenaardige omstandigheid, welke men alleen in Spanje aan treft, dat nagenoeg al de generaals van eenigen naam eigenlijk in hetzelfde geval als Villacampa hebben verkeerd. Generaal Salamanca, gene raal Pavia (die tijdens de Republiek de Cortes uiteendreef), de tegenwoordige Minister Sagasta, Romero Robledo, de leider der conservatieven, ze zijn allen samenzweerders geweest. Ruïz Zorilla, nog het hoofd der revolutionaire partij, al is hij sinds lang uit Spanje verbannen, zal ook dezen militairen opstand wel hebben uit gelokt. Hij is er de man niet naar, stil te zit ten hij is de heethoofd, die niet rust vóór de republikeinsche partij zoodanig zal zijn georga niseerd, dat zij bekwaam is, het bewind te aan vaarden. Dat generaal Kaulbars, die weldra te Sofia wordt verwacht als consul-generaal van Rusland in Bulgarije, belast met het overbrengen van een Russisch ultimatum, wordt in Engelsche bladen als zeker voorgesteld. De Standard vernam dat de eerste eisch isonmiddelijke op heffing van den staat van belegde tweede vrij lating van alle politieke gevangenende derde verdaging der verkiezingen voor de Constituee- rende Vergadering tot onbepaalden tijd. Deze eischeu zullen waarschijnlijk niet worden inge willigd. Het Regentschap, het Ministerie en de Sobranje zijn, naar het schijnt, vastbesloten niet toe te geven. Het volk wordt met den dag meer anti-Russisch. De Standard protesteert in een artikel over de Oostersche kwestie tegen het verwijt dat En geland geen offers wil brengen om het voort dringen van Rusland in het Oosten te verhin deren. Engeland verlangt niet, dat anderen voor zijne belangen zullen strijden, maar het wil en kan niet als kampvechter optreden voor iets, waarbij alle Mogendheden belang hebben. Wan neer Italië of een andere Mogendheid er belang bij heeft een bolwerk tusschen Rusland en Kon- stantinopel op te richten, dan moest die Mo gendheid ter bereiking van dat doel het hare doen, zonder vooraf eene schikking in haar eigen voordeel te treffen. In een Reuter telegram uit Londen wordt ge zegd, dat lord Iddesleigh eene nauwe toenadering tracht te bewerken tusschen Servië, Bulgarije, Griekenland en Turkije, in de hoop dat Oosten rijk gunstig gestemd zal zijn voor dergelijke combi natie. Het geloof in de noodzakelijkheid en ur gentie van maatregelen om tegen invallen, waarmede men gemeenschappelijk bedreigd wordt, zich in veiligheid te stellen, maakt een bond genootschap tusschen deze Staten mogelijk, of schoon men verwacht dat het groote moeite zal kosten, Griekenland te bewegen zich bij het bondgenootschap aan te sluiten. Rome, 26 Sept. De Popolo Romano weer spreekt het gerucht, omtrent onderhandelingen over eene verloving van den Italiaansche Kroon prins (die trouwens nog 17 jaar moet worden) met Prinses Sophia van Pruisen, dochter van den Duitschen Kroonprins. Bolsward. Bij de redactie is ingekomen le de rede van den heer D. F. A. Bauduin te ’a Grayenhage welke hij onlangs gehouden heeft te Amsterdam, naar aanleiding van het rapport, uitgebracht door het „Nederlandsch Landbouw- Comité”, omtrent de enquête ingesteld betreffen de het landbouw-crediet hier te lande. 2e De acte van oprichting eener Nederlandsche Landbouw-Bank welke, behoudens de Koninklij ke goedkeuring, daarna werd vastgesteld. 3e Eene circulaire, onderteekend door 42 man nen, uit onderscheiden provinciën van ons land, die belanghebben bij, of belangstellen in den landbouw, waarin zij de oprichting van zulk een bank ten zeerste aanbevelen. Tijd en ruimte ont breken deze week, om in bijzonderheden omtrent deze stukken te treden. De redactie hoopt van den inhoud spoedig een meer volledig overzicht te geven. Een koninkrijk voor een belangrijk politiek nieuwtje, zal het weldra heeten, zegt de schrijver van de Haagsche Kroniek in de N. Gron. Crt. en vervolgt aldus Wij zijn echter nog niet zoover, dat alles ge heim blijft. Mij is ’t althans mogen gelukken en ik reken me het als een voorrecht aan, het u te kunnen meedeelen, welk plan de leiders der anti-liberale partijen in de Tweede Kamer hebben met opzicht tot de grondwetsher ziening. Eenstemmigheid bestaat bij hen op dit punt nog nieter is nog geen beslissing geno men. Maar de gedragslijn is door de aanvoer ders onderling besproken. Men zal de non-possumus-politiek laten varen, althans beperken. Op drie punten willen de cle- ricalen tot een herziening der grondwet mede werken ten opzichte van de troonopvolging, van het kiesrecht en van de defensie. Wil men zich voorloopig tot deze partiëele herziening be palen, dan zijn zij bereid met de liberalen meê te gaan en dan is er kans om ook bij de tweede lezing de grondwettige meerderheid van twee der den der stemmen te verkrijgen. In dat geval zou bij de additioneele artikelen een voorloopig kiesreglement worden aangenomen, meteen nieuwe kiestabel en terstond na de grondwetsherziening zou dan een nieuwe kamer gekozen worden, (waar schijnlijk door een f 12-kiezerscorps) aan wie de verdere herziening van de hoogste staatswet zou worden tot taak gesteld. Alzoo, de rechter zijde wil een herziening in twee tempo’s, die de kansen oplevert van een tweede herziening met een anti-liberale meerderheid. ’t Is de vraag of de liberalen zich met dit halve ei zullen tevreden stellen. Qui vivr averra. De millioenenrede van den Minister van Fi nanciën heeft een weinig bevredigenden indruk gemaakt. De heer Bloem scheen van oordeel, dat, als hij er zonder leening of belasting ver- hooging kon komen, alles in orde was. Doch het opeenstapelen van tekorten zonder afdoende belasting-hervorming is te lang reeds een eisch geweest van ’t parlement, dan dat het zich nu met een kluitje in het riet zou laten sturen. Daarenboven is het quasie-evenwicht tusschen gewone inkomsten en uitgaven verkregen door een zoo karige begrooting als we in jaren niet hadden. Alleen de Minister van Marine hqoft het gewaagd aan hetgeen in zijn oog eisch van den tijd is, te voldoen en hij heeft den bouw van een groot gepantserd schip aangevraagd. Of dit de ware weg is om onze Marine uit den drei genden staat van verval op te beuren, is thans de vraag niet. Maar in elk geval de Minister heeft begrepen, dat het zijn plicht is de handen aan ’t werk te slaan. Zooals ik u vroeger heb aangekondigd heeft de regeering ook gemeend een vermomd socia listenwetje te moeten aanbieden in den vorm eener wijziging van de wet op ’t recht van ver- eeniging en vergadering. Hoofdzakelijk is het doel daarbij publieke meetings en optochten met en zonder roode vlaggen te verbieden. In mijn oog een zeer onbeduidend maatregeltje; wil men werkelijk de socialistische woelingen onderdrukken, dan behoort de bepaling over het verbod van niet-erkende vereenigingen ingezon den zin te worden opgevat en rationeel de stelling toegepast, dat een vereeniging, aan welke rechts persoonlijkheid wordt geweigerd op grond van strijd met de openbare orde, ook van zelf een verboden vereeniging wordt. Ik vind de houding der regeering tegenover de socialisten halfslach tig; men schijnt wel te willen, maar men durft niet. Dit brengt me tot de uitspraak in de zaak van Domela Nieuwenhuis. Dat ik het daarmee niet eens ben, bleek uit mijn vorigen brief, maar toch moet ik hulde brengen aan het keurig gemotiveerd arrest van ’t hof. Ik betreur ’s hof uitspraak, omdat het volk nu eenmaal oppervlakkig oor deelt en ’t zeker onrechtvaardig zal oordeelen, dat men iemand straft, nadat een ander ver klaard heeft, dat hij de schuldige ismaar ik zal niet ontkennen, dat ’n hofs motieven ten volle verklaarbaar zijn. De uitspraak maakte op de menigte, die zich in en buiten de rechtszaal bevond, een verplet terenden indruk en geruimen tijd bleven de vrien den van den veroordeelde, die zelf niet verschenen was, in groepjes bijeen om ’s hofs uitspraak te critiseeren. Het ligt voor de hand, dat de ver oordeelde in cassatie zal komen, zoodat wij dus een behandeling der zaak in derde instantie krjjgen, en dan P Het is bekend, dat de koning en koningin tot het einde des jaars buiten de residentie zullen vertoeven. De koningin moet, zoo wordt mij verzekerd, voortdurend en ernstig studie maken van onze staatkundige geschiedenis en van ons De Fransche Kamers zullen den 14n October bijeenkomen. Het benoemen van een nieuwen Franschen gezant te Petersburg is, zoo verzekert men, uit gesteld tot na de regeling der Bulgaarsche quaestie. Omtrent de nieuwe projectielen, waarmede in het Fransche leger dezer dagen proeven zijn genomen, wordt nader gemeld, dat zij voorzien zijn van een sterken stalen ram en eene pas ontdekte ontplofbare stof bevatten, welke, nadat de ram in een muur is doorgedrongen, springt. Op een afstand van drie kilometer doorboren deze projectielen stalen platen van 20 centimeter en de sterkste muren worden door een paar schoten vernield. De Minister van Oorlog heeft nog niets van zijne populariteit verloren. Toen hij zich Donderdagavond naar den „Cercle Militaire” begaf, waar een feest ter eere van de buiten- landsche officieren werd gegeven, die de manoeu vres hebben bijgewoond, werd hij door de talrijke nieuwsgierigen luide toegejucht. En zoo gffig het ook bij het verlaten van het club-gebouw. Zijn rijtuig kon slechts langzaam zich door de enthousiaste menigte voortbewegen. Middelerwijl verkocht men op de boulevards een op muziek gezet lied, aan Boulanger gewijd en dat „Honneur au vaillant général” is ge titeld. Daarin wordt natuurlijk geprofeteerd, dat Frankrijk „verra son voeu récoinpensé”, dat namelijk „les deux soeurs reviendront frangaises”, omdat „nous avons mis notre espérance en un soldat brave et loyal.” In Belgie zijn de arbeiders andermaal aan het woord. Sedert Vrijdagavond is er in het kolenbekken van Charleroi, te Montigny-sur-Sambre. weder eene werkstaking uitgebroken, welke zich over eenige mijnen heeft uitgebreid. Het aantal werkstakers bedraagt ongeveer 600. Het zijn allen op dagloon werkende mijnarbeiders, die verhooging van het loon op 4,50 fr. eischen. Te Luik is de aangekondigde manifestatie gehouden, waaraan ongeveer 5000 personen deelnamen. Nadat de lieden in optocht door verschillende wijken der stad waren getrokken, gingen zij in volmaakte orde uiteen. Het besluit van den heer Renvaux, om, het decreöt zijner afzetting onwettig achtend, zijn ambt niet neer te leggen, zal tengevolge hebben, dat het apenbaar ministerie tegen hem eene vervolging instelt op grond van art. 262 van het Strafwetboek, luidende „Alle openbare ambtenaren, wettig geschorst of uit hun ambt ontzet, die, na daarvan offici eel kennis gekregen te hebben, hunne functies niettemin blijven uitoefenen, zullen gestraft worden met gevangenzetting van 8 dagen tot één jaar en met boete van 26 tot 500 fr.” De burgerlijke of kleine staat van beleg voor Berlijn en omstreken is verlengd tot 30 September 1887. De staatkundige gevolgen van het militaire oproer te Madrid zullen zich, zoo schrijft men uit de hoofdstad, in geheel Spanje nog geruimen tijd doen gevoelen, wat niet het geval zou zijn, eene minderheid zeer was aanbevolen en „Algemeen Stemrecht” verklaart de candidatuur van Dr. Vitus Bruin- sma te zullen blijven ondersteunen. Van een candidaat door het gansche district, na gemeenschappelijk overleg, met algemeene stemmen of groote meer derheid gekozen, voor wien bij de kiezers in meerdere of mindere mate geestdrift bestaat, is ditmaal geen sprake. Men moge dit betreuren, het is nu eenmaal een feit waarvoor wij staan en dat wij eerbiedigen moeten. Persoonlijke voorliefde moet nu zwijgen. De kiezers van vrijzinnige richting heb ben hun plicht te vervullen en van dit besef doordrongen, moeten, als immer, alle pogingen worden aange wend om de gestelde candidatuur te doen slagen ieder kiezer kome ge trouwelijk ter stembus en vuile zijn stembrief in met den naam van ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Onverwachts staan de kiezers in het district Sneek voor de verkiezing van een lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Plotseling stierf de krachtige Nestor dier Kamer, Mr. S. Wijbenga ten zijnen huize te Harlingen op den 9 September. De wet dwingt om binnen enkele weken een opvolger te benoemen. Tijd van voorbereiding om, op kalme wijze, te bespreken, in welke richting men op dit oogenblik een vertegenwoor diger zou zoeken, ontbrak bijna ge heel. Toch ware het van groote be- teekenis geweest als dit wel had kunnen geschieden. Ieder Kamerlid moet een helderen en ruimen blik hebben, om het geheel te kunnen overzien en dat is vooral ook nu een vereischte, waar de beraadslagingen aanstaande zijn over de herziening van menig hoofdstuk der grondwet. Toch treden in onderscheiden tijdperken, onderscheiden vraagstukken op den voorgrond. Naar onze overtuiging is het maatschappelijk vraagstuk in den ruimsten zin nu aan de orde. Een man is, dunkt ons, wenschelijk, die daaraan bij uitnemendheid zijn krachten wijdt. Voor de kiezers is het van beteekenis te weten, hoe de te kiezen candidaat over deze zaken en hare onderdeden denkt. Doch, gelijk gezegd, er was geen tijd. In haaste hebben de kiesvereenigingen belegd. Van heinde en verre werden candidaten aanbevolen, genoemd, ge kozen. Binnen enkele dagen had men te beschikken over minstens een zestal, waarin ongeveer alle schake ringen der vrijzinnige richting waren vertegenwoordigd. Namen hoorde men genoeg, van ernstige beraadslagingen weinig of niets. Het slot is dan ook een natuurlijk gevolg van den geschetsten loop der zaken, geheel anders, als toen ons district indertijd Moens af vaardigde, als den wakkeren strijder voor het openbaar lager onderwijs of Heldt, als den waardigen vertegenwoordiger van den handwerksstand. Nu besliste het lot, naar de dagbladen melden, tusschen Mr. P. J. G. van Diggelen en J. Rinkes Borger, die elk 15 stemmen op zich vereenigd hebben en werd de eerste aangewezen als de candidaat der centrale vergade ring, terwijl Mr. A, Bloembergen door Bolswardsche Courant i -A- - OP 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1886 | | pagina 1