NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOISWABÖ M 1 1886. Vijf en Twintigste Jaargang. No. 46. VOOR DONDERDAG 11 NOVEMBER. BUITENLAND. BINNENLAND. Belastinghervorming DONDERDAG 11 NOVEMBER. i- 1" M. E. van der MEULEN. in L.-sgr. 4 ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, een en J. BAKKER Lzn. Leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Warfurn. ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. groote schaal” vlecht hij nog eene beschouwing in, over de noodzakelijkheid, „dat de poging der bi-metallisten tot herstel der zilveraanmun- van „tot van Ier der laatste wetten (nl. van 1819, die thans nog gelden) opzettelijk ware aangesteld geweest of zich voorgenomen had een wandrochtelijk voort brengsel in het belastingvak te vlechten, kan hij zeker door niemand overtroffen worden De wet is zóó geraffineerd, zoo kunstig uitge breid en zoo willekeurig, dat het meestal van het goedvinden van geïnstrueerde ambtenaren of van menschen met de innerlijke waarde der bedrijven onbekend afhangt te beslissen, wat elk werkzaam mensch voor het verlof om den kost te winnen betalen zal. Dat is de geest van eene wet die, alleen op de nijverheid wegende (druk kende), overdreven in hoogte, de sobere winsten van den arbeidzamen man, aan wiens behoud den staat zooveel gelegen is, te dikwerf beneden het noodige reduceert en alleen den leeglooper verschoont”. middellijk tot den aanval over te gaan, wanneer de opstandelingen zich niet bij de eerste opeiscbing overgaven. Die aanval is niet noodig geweest. Twee kom- pagnieën troepen rukten de stad zonder verzet binnen. De priesters en officieren die den opstand had den bewerkt, vluchtten, en de Montenegrijnen werden gevangen genomen, zonder dat er bloed vergoten werd. Dat het te Philippopel Russen waren, die getracht hebben de bevolking der omstreken op te ruien, blijkt uit het feit, dat bij de achter volging twee Russen de wijk namen in de woning van den tolk bij het Russische consulaat. De Sobranje heeft in geheime zitting het antwoord op de boodschap van het Regentschap vastgesteld. Het Regentschap wilde men dank der natie brengen voor zijne leiding der zaking tijdens het interregum. De verkiezing van een Vorst zal niet langer worden uitgesteld. Wie is de candidaat P Nu weder wordt de Russische hertog van Leuchtenberg genoemd. In den nacht van 5 op 6 dezer in een spoor- weg-copée der 2e klasse bij Cannes in Frankrijk een reiziger vermoord. Men ziet in twee mannen, die onderweg in dezen waggon kwamen naar hem vóór de aankomst van den trein weder verlieten, de daders. De Figaro meldt, dat het slachtoffer is de Amerikaansche schilder James Briard, die te Cannes woonde. Hij is tevens van eene som van 800 frcs. beroofd. Zijn toestand is hopeloos. Berger, de koffiehuisbediende’van Loyson, die verdacht werd van moord op de vrouw des huizes, heeft zijne alibi kunnen bewijzen gedu rende den nacht dat zijne meesteres vermoord werd. De politie is den anderen bediende, Roze, nog steeds zoekende. Donderdagavond is te Weenen op de open bare straat een moord gepleegd. De heer Schloss berg, eigenaar eener boekdrukkerij, werd door een onbekend gebleven jongmensch doorstoken en bleef op de plaats dood. Daar het lijk niet beroofd werd, zoekt men niet alleen naar den moordenaar, maar ook naar de beweegredenen die tot deze daad kunnen geleid hebben. Art. 8 van het wetsontwerp tot bevorde ring der Zondagsrust luidt„Het is verboden op Zondag voor 12 uur ’s middags, in voor het publiek toegankelijke localiteiten sterken drank toe te dienen of te leveren bij hoeveelheden minder dan twee liter.” Gaat dus een gezelschap een kroeg binnen, bestelt daar eenige liters sterken drank en drinkt ze uit, dan valt hiertegen niets te doen. De bedoeling van genoemd artikel, te voorkomen dat de Zondagsrust verstoord worde door mis bruik van sterken drank, gaat alzoo geheel ver loren. Beter zou het daarom zijn indien men het drinken of verschaffen van alcoholische dranken vóór 12 uur des middags, in alle tap perijen en daarmee gelijkstaande gelegenheden, geheel verbood. Arnh. Cour. De heer Vitus Bruinsma geeft eene hoogst eenvoudige oplossing van de suikercrisis, die thans op zoovele maatschappelijke toestanden drukt. Zij wordt ontwikkeld in de Vragen des Tijds. Hij geeft aan den accijns op de suiker af te schaffen, zoodat zij wordt wat zij ook is een algemeen voedsel. Het verbruik zal dan zoodanig toenemen, dat alle fabrieken weder gaan bloeien. Dit is met recht miscere utile duld. Zaterdagavond te 7.50 is trein 38 van Am sterdam naar Utrecht te Abkoude aan een groot gevaar ontsnapt. De seinpaal, voorbij het sta tion geplaatst, was door eenen hevigen rukwind uit den grond geslagen en lag dwars over den weg. Bijtijds werd dit gelukkig nog ontdekt. De trein kwam hierdoor 20 minuten te laat aan. Een sluwe oplichtster kwam te Dordrecht bij een kruidenier een maal beste „capucijners” halen in een melkkan, dien ze in haar schoot hield. Maar zij had haar beurs vergeten en zette de kan op de toonbank om eerst geld te gaan halen. Toen ze niet terugkwam, keek de kruidenier onwillekeurig eens in de kan en zag dat er geen bodem en geen erwten in waren. De vrouw had de „capucijners’ door de bodem- looze kan in haar voorschoot laten glijden. Dinsdagmorgen vertoonde zich een polder gast in de school der buurtschap Tenge, bij Twel- lo. Hij verhaalde dat hij eerstdaags een brief met geldswaarde zou ontvangen. Aangezien hij echter naar Amsterdam ging wonen, verzocht hij aan het hoofd der school dien brief in ontvangst te nemenwant hij had nog geen bepaald adres. Het hoofd der school zou vervolgens dien brief naar Amsterdam verzenden. Zoo genoemde pol dergast nu slechts het adres van den onderwij zer had, zou hij hem de te betalen port terug zenden. De onderwijzer geeft zijn adres. Met dit adres gaat de bedrieger echter naar eene vrouw, aan wie hij vertelt een neef te zijn van den on derwijzer. Dezen, zegt hij heeft hij al veel moeite ver oorzaakt; om daarmede niet voort te gaan, zal de goede vrouw hem zeker geen gulden, geen jas en geen paar laarzen weigeren aangezieu de ou derwijzer wel weet dat hij het terug zal geven. De vrouw, geen kwaad vermoedende, geeft het verlangde, doch moest den volgenden dag van den onderwijzer vernemen, dat zij het slachtoffer is geweest van een oplichterij. De man zelf, die verschillende namen heeft opgegeven, was natuurlijk verdwenen. Te Wageningen was Zondagmorgen de woning van mej. I. van IJzendoom op een ta melijk gevorderd uur nog gesloten. Daar de be woonster anders vrij matineus was. begonnen de buren argwaan te krijgen en riepen de hulp der politie in. Ter plaatse aangekomen konden de commissaris van politie en de hem vergezellen de agent slechts constateeren dat mej, I. van IJ. opgehouden had te leven. Een dame woonde voor het eerst op de gereserveerde tribune de zitting der Tweede Ka mer bij. Een der leden ontmoette haar en ver wonderde zich haar op die plaats te zien. „Och, mijnheer, het is voor het eerst dat ik hier kom en ik was er zoo verlangend naar u zult het misschien kinderachtig noemen dat ik er van nacht niet van heb kunnen slapen”. „O, me vrouw”, was het bescheiden antwoord, „aan zult gij uw schade spoedig kunnen inhalen”. Zondagnacht is bij verschillende kleine win keliers te ’s-Hage ingebroken en zijn verscheidene der uitgestalde waren vermist. De meeste rui ten waren blijkbaar met arm of hand ingeduwd. Op die wijze werden medenomen uit den siga renwinkel hoek NW. Buitensingel en Loos- duinschen weg, een kistje sigaren’ uit een nering in het Achterom, een pak lampenkatoen uit een banketbakkerswinkel, in de Fagelstraat, eene hoeveelheid ulevellen en ander suikergoed, enz. De policie had spoedig den vermoedeiijken dader van deze inbraakjes in handen. Maan dagochtend toch, vond men, slapende in een wagon, bij het Holl. spoorwegstation, een 16-ja- rigen jongen, bij wien suiker en andere goede ren werden bevonden, van verschillende dief stallen afkomstig. Hij is voorloopig door de policie onder dak gebracht. Te Oosterwolde heeft een oppassende dienst bode het ongeluk gehad, haar gouden slot met koralen te verliezen op straat. Voor korten tijd verloor zij een gouden knop, welke evenmin terug is gekomen. Het ware hier dubbel wenschelijk, dat het in handen van een eerlijke vinder viel. Zonder aanzien des persoons handelende heeft de burgemeester van Hoofdplaat proces verbaal opgemaakt tegen het gemeentebe stuur, wegens het bij den schouw niet in orde bevinden van de openbare voetpaden. Bij den slachter Verbeek, in de Anjeliers- dwarsstraat te Amsterdam, kwam Zondagavond een man in den winkel, om een worst te koo- pen. Terwijl de slachter een worst kreeg, stal de kooper een stuk vleesch, dat hij wilde ver slinden, doch door de gulzigheid bleef hem het vleesch in de keel zitten, hij vloog de straat op, en nog intijds verloste de apotheker de Vries hem er van, anders ware de man bepaald gestikt. Eene goede les voor dieven en gulzigaards Al het werkvolk van de Ned. Stoombran- derij en Distilleerderij, onder directie van den heer E. Kiderlen, in het voormalig Delftshaven, is bedankt. Te Schiermonnikoog is een aanvang ge maakt met den bouw van een nieuw badhuis. Eenige reeders en schippers te Pernis, hebben besloten, wanneer de sloepen op een Zon dag binnenvallen, den visch op dien dag niet te verkoopen, maar daarmede tot Maandag te wachten. Terwijl wordt de visch misschien „adellijk.” De Meierysche CL meldt dat de jongeheer Piet Madlener van Eindhoven, thans nog geen zeven tien jaar oud, is aangesteld als leeraar in de muziek op het seminarie te Katwijk, waar hij onderricht geeft op de piano, violoncel, clarinet en fluit. Te Nieuweschans heeft de Nederlandsche politie aan de Duitsche overgegeven drie man nen, van welke de een verdacht wordt iemand vermoord, en de beide andere gestolen te hebben. De uitlevering had plaats op verzoek van de Pruisische justitie. Men leest in de Soerabaia Courant: „Van spoorwegtarieven gesproken, weet gij lezer, wat wij hier betalen voor onze suikers Ongeveer 9% cent per ton-kilometer. In Frankrijk betaalt men daarvoor p. m. 2 c. In Duitschland p. m. 3 c. Ongeveer natuurlijk steeds. En dat, terwijl zorgvuldige berekeningen, op welke wij spoedig weleens terugkomen, aantoonen, dat wij het hier voor diezelfde Europeesche tarie ven ongeveer konden doen zonder dat de spoor wegen daarom nog een lastpost werden, gelijk steeds ten onrechte wordt beweerd door onze regeerders, die niet rekenen willen, of andere motieven hebben om het vervoer hier duur te houden, en dat wel terwijl zij onze suiker-industrie met den dag naar den kelder zien gaan.” Aan het slot zijner „sprokkelingen” zegt de Haagsche correspondent van het Utr. Dagbl. Tot afwisseling van het allerdaagsche heb ik mij aangenaam bezig gehouden met de lezing van eenige voorloopige verslagen der Tweede Kamer. Vond ik er al niet in wat ik zocht, nl. een aan wijzing omtrent de naaste politieke toekomst, In de troonrede, waarmede Koning Leopold van België de vergadering der Kamers zal ope nen, moet wel de noodzakelijkheid eener verbe tering van de militaire reorganisatie worden uitgesproken, maar niet aangeduid, waarin die verbetering zal bestaan. De Regeering zal de indiening van het voorstel van graaf d’Oultre- mont, hetwelk den persoonlijken dienst behelst, en de ontvangst, welke het bij de Kamer hebben zal, afwachten, waardoor het Kabinet zich zal kunnen orienteeren en later eene combinatie voorstellen, waarvoor eene meerderheid in de Kamer te verkrijgen zal zijn. De toestand van Prins Wilhelm van Prui sen is wat verbeterd. De vice-Minister van Koophandel in Pruisen, Jacobi, is na lange, vruchtelooze onderhande- lingen tot Rijks-Minister van Financiën benoemd. Eenige maanden geleden was hij, na den dood van dr. von Moller, weder in staatsdienst getre den, welke hij in 1881 met het voorzitterschap van de directie der Pruisische Centrale Grond- crediet-maatschappij verwisseld had. Zijne voornaamste taak, merkt de Köln. Zeit. aan, zal vermoedelijk in de eerste plaats de defini tieve regeling van de quaestie der suikerbelas- ting zijn. Vervolgens zal het voornaamste werk ten aanzien van de quaestie der belasting op het gedistilleerd waarschijnlijk mede zijn deel zijn. In de troonrede, waarmede de Keizer van Oostenrijk Zaterdag te Pest in de troonzaal van den Koningsburg op jffechtige wijze de Delega- tiën opende, zeide hij o. a het volgende met betrekking tot Bulgarije De betreurens waardige verwikkelingen Bulgarije, welke een aanvang namen met de omwerping der Regeering te Philippopel, geven opnieuw aanleiding tot ernstige ongerustheid. Door de vereenigde pogingen der Mogendheden is het wel gelukt de beweging te localiseeren en den weg te bereiden voor het herstel eener wet telijke orde van zaken, maar door de jongste gebeurtenissen te Sofia is opnieuw eene ge vaarlijke crisis teweeggebracht, waarvan de loop en de, naar "ik hoop, vreedzame oplossing alle aandacht mijner Regeering in beslag neemt. Onze pogingen zijn gericht op het doel, dat bij de regeling der Bulgaarsche quaestie, die onder medewerking der Mogendheden volgen moet, het Vorstendom make tot eenen onafhankelijken Staat, met inachtneming zoowel van de redelijke wenschen der Bulgaren als van de bestaande traktaten en van de Europeesche belangen. Onze uitmuntende verstandhouding met alle Mogendhe den en de vredelievende verzekeringen, welke wij van alle Regeeringen ontvangen, doen ons de hoop koesteren, dat, ondanks den moeielijken toestand in het Oosten, men er in slagen zal de belangen van Oostenrijk-Hongarije te eerbiedigen en Europa de weldaden van den vrede te blijven doen genieten. Er komen uit Bulgarije vrij ernstige be richten. In den omtrek van Philippopel hebben door Rusland opgezette boeren gepoogd, een opstand uit te lokken, die wel niet slaagde, maar wat toch ten gevolge heeft gehad, dat in geheel Oost-Rumelië de staat van beleg is afgekondigd. Het volgende incident heeft zich voorgedaan te Burgas, de ook in Oost-Rumelië aan de Zwarte Zee, gelegen havenstad. Aldaar is een opstand uitgebroken tegen de Bulgaarsche Regeering. Het hoofd der beweging was majoor Nabokoff, een voormalig Russisch officier, dezelfde die onlangs aldaar wegens een samenzwering tegen de Regeering in hechtenis genomen, maar op verlangen van generaal Kaulbars weer vrijge laten werd. Zoodra hij weer op vrije voeten was gesteld, zette Nabokoff zijn kuiperijen tegen de Regenten voort. In de omliggende dorpen bracht hij benden Montenegrijnen en Grieken bijeen en hiermede slaagde hij er in Burgas te overrompelen. De officieren van het garnizoen en de burger lijke autoriteiten werden overvallen en in hech tenis genomen, waarin Nabokoff een Montene- grijnschen pope tot bevelhebber der troepen be noemde en de stad onafhankelijk verklaarde van de Bulgaarsche Regeering. Onmiddelijk werden toen de poorten ook voor de Russen gesloten, zoodat niet bekend is wat er verder voorviel. De Bulgaarsche Regeering heeft terstond de troepen, welke te Aitot en Jamboli liggen, naar Burgas gezonden en den bevelhebber gelast un Het vlugschrift onder bovenstaanden titel is aan de redactie dezer courant toegezonden ter bespreking. Namens deze voldoe ik gaarne aan dit verzoek. Onder het motto „De eenvoudigste, de rechtvaardigste de minst drukkende en de minst kostbare, wat hare inning betreft, is die, welke geheven wordt van het inkomen (inkom stenbelasting), mits zij goed ingericht zij”, dat hij van Mr. L. Ed. Leuting overneemt toont hij eerst aan, dat wij wel een belastingwezen, maar geen belastingstelsel hebben, stelt dan voor, alle of bijna alle tegenwoordige belastingen op te heffen en daarvoor in de plaats eene inkom stenbelasting in te voeren, terwijl hij eindigt met op bezuinigingen aan te dringen en de wen- schelijkheid uit te spreken, dat er „beperking kome der staatsbemoeiing en vermindering van ’t ambtenarenpersoneel” en voorts „verplaatsing van den belastingdruk en belasting naar de draag kracht der inwoners”. Vooraf gaat een geschied kundig overzicht der wording van onzen tegen- woordigen geldelijken toestand en te midden zijner opmerkingen omtrent „bezuinigingen op groote schaal” vlecht hij nog eene beschouwing in, over de noodzakelijkheid, „dat de poging l__ ’L Li 1Li 2_. _L ting moge gelukken”, omdat het handhaven den gouden standaard alléén, moet leiden, den ondergang van duizenden, tot de ruïne alle staten”. Het spreekt van zelf, dat dit alles, in vlugschrift van 48 bladzijden niet volledig grondig kan worden behandeld, dat de 8. hier en daar meer aanstipt, dan uitwerkt. Wij ma ken hem er dan ook geen verwijt van en ver klaren liever dat wij ons met de algemeene strekking zeer goed kunnen vereenigen. Al zou ik mij de bevoegdheid toekennen, wat volstrekt niet het geval is, om over de verschil lende onderdeelen, (kritiek uit te oefenen, toch zou dit blad er de plaats niet voor zijn. Ter wijl ik dus de lezing van dit vlugschrift ten zeer ste aanbeveel, bepaal ik mij slechts tot enkele mededeelingen en opmerkingen. Zoo is het niet van belang ontbloot eens eeni ge cijfers af te schrijven, welke de 8. ontleent aan J. J. Welveringh, in zijn geschrift„Onze financiën en de weelde in de huishouding van den staat”. Alleen dan voor het departement van Binnenlandsche zaken zijn, buiten de admini stratie van het departement zelf, in ons land werk zaam 3804 ambtenaren met bijna f 4 millioen traktement, terwijl alleen de inningskosten van ’sRijks directe belastingen, accijnzen enz. ter zake van traktementen en belooningen niet minder dan f 3% millioen bedragen. Met waterstaat, oorlog, posterijen, telegrafie enz. tellen wij een aantal van 105070 rijksamb- tenaren, met een tractement van f 9,459,000 voor de administratie van ’s landsdienst. Voor de inningskosten der belastingen wordt in alles bijna f 10 millioen, d. i. 10% uitgegeven. Dan komen nog al de ambtenaren voor de andere departementen, zooals Buitenlandsche za ken, Justitie enz. met de reeds genoemde te za- men 20 a 25000 man. Voorwaar, gansch een heirleger Wel verdient de regeering lof, dat zij naar bezuiniging streeft en al erkennen wij de nood zakelijkheid en de verdiensten van tal van amb tenaren, toch zal er naar een belastingstelsel moeten gezocht worden, dat de regeering in staat stelt om de sterkte van dit leger te verminde ren, want ieder gevoelt, dat eene belasting van f 10 millioen (dit is het toch ten slotte), die al leen strekt om de belastingen te innen, de draag kracht der natie te boven gaat. Vooral aan de grond-en patentbelasting wijdt de 8. vrij uitvoerige beschouwingen. Hij toont, dunkt mij, op goede gronden aan, dat de grond belasting geen grondrente is en in verband met hetgeen bovendien nog door de schatkist van den grond geheven wordt, bij wijze van overgangs- zegel-, registratie- hypotheek- en successierechten en van Rjjks-Provinciale en Gemeente-opcenten, ifnodzakelijk moet afgeschaft worden, als eenmaal een inkomstenbelasting wordt ingevoerd. „Wij begrijpen niet, zoo schrijft hij, op welke gronden van billijkheid en van rechtvaardigheid men in den tegenwoordigen toestand zou meenen van het grondbezit 5 a 6% te moeten heffen, zoo lang uit de inkomsten van andere bezittingen 2% of in ’t geheel niets betaald wordt”, maar vooral als eene inkomstenbelasting wordt in gevoerd, dan mag „de landbouw niet dubbel worden belast, eerst in de grondbelasting en dan nog in de inkomsten uit den grond" Volkomen terecht verklaart hij zich tegen de patentbelasting en daaromtrent zal ik niets doen dan aanhalen wat Gogel, de vader dier belasting er zelf over schreef, reeds in 1820„Ik schrik op het denkbeeld, na alles wat ik heb zien ge beuren, dat ik op het onzalig denkbeeld ben gekomen, om dit middel in 1806 in dit land in werking te brengen Wanneer de opstel- Bolswardsche Courant. F Hl i EN BEZUINIGING DOOR -

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1886 | | pagina 1