NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 8O1SWA.RB EN Indisch Hofleven. I a Ijl II No. 47. t I I 1886. Vijf en Twintigste Jaargang. VOOR DONDERDAG 18 NOVEMBER. BINNENLAND. BUITENLAND. DONDERDAG 18 NOVEMBER. f* T I® jj N. R. Crt. V ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, 't ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. >1 k ;JI het ging werden alle vensters en deuren van aan grenzende vertrekken gesloten, om de talrijke volgelingen van den Vorst niet in verzoekingen te brengen. Aan een einde der galerij werd eene bank (sofa) met drie zitplaatsen gezet, een weinig van den muur verwijderd, om de lijfvolgelingen van Z. H. in de gelegenheid te stellen daar neer te hurken. Rechts eene rij stoelen voor burgers, links eene andere voor de ministers van den Sultan, aan de overzijde eene derde voor de overige Groote en Machtigen. De komst van den Sultan wordt aangekondigd door het liefelijk bespelen van die ééne trom, waarachter de infanterie wan delt; de cavalerie met haar geschreeuw blijft achterwege. Dan komt een fraai wit paard, dat tot ornement dient; vervolgens komen allerlei lie den die verschillende andere ornementen dragen, als daar zijnsirih-doos, spuwbak, theepot, hel men, strijdbijlen, geweer, waaier, maliënkolder, vogelkooien, enz. enz., te veel om te noemen; eindelijk de Sultan zelf, tamelijk fraai gekleed, in ieder geval zeer kostbaar uitgedost, gezeten in eenen draagstoel onder een uitgespreid geel zijden zonnescherm. Nu komen de regeeringsleden en grootwaardigheidbekleeders met al hunne volge lingen. Dat gansche personeel, ruim honderd sterk, moet in de galerij toegelaten worden; acbt-en- veertig daarvan hebben het recht om op stoelen te zitten, en al deze gezetenen moeten koffie drinken, koekjes eten en sigaren rooken. De Sultan wordt aan zijn paleis afgehaald door eene commissie van twee burgers; aan het hek voor de woning van de Europeesche autoriteit wachten twee andere burgers Z. H. opzoo ook aan de trap der woning staan twee burgers, en boven op de trap staan de altredende en optre dende Europeesche gezaghebbers. De aftredende geleidt zijnen soedarah (broeder) den Sultan naar de sofa, waar Z. H. plaats neemt tusschen den voorganger en den opvolger; de eerste zit rechts, de andere links van den vorst. Na voorlezing van het besluit van verplaatsing, maken die twee chassez-croisez, en wij hebben het onder die bedrijven in ons groot tenue verbazend warm. De Sultan, die twintig jaren oud schijnt, mag geen woord spreken. Na de toespraken, door af- en optredende regeeringsvertegenwoor- diger» tot Z. H. gericht, grinnikte Z. II. en bromde iets achter zijne lippen. Dit gebrom en gegrinnik werd door den boemi onmiddellijk in het Maleisch vertolkt, en bleek toen eene lange rede te zijn, waaruit valt te besluiten dat de taal des lands buitengewoon kernachtig is. De voor stelling van de hoogst geplaatste inlandsche amb tenaren volgde nadat de burgers waren gepresen teerd. Daarna kwamen al de lekkernijen voor den dag; er werd weinig van gebruikt, en als de Sultan bedankt heeft, wordt alles weggenomen. Dan treedt de boemi weder op, en beweert dat de Sultan (die niets gezegd heeft) ons zijnen dank betuigt en dat Z. H. wenscht te vertrekken. Tot waar de Sultan de trap zal afdalen, wordt Z. H. begeleid door den nieuwen vertegenwoor diger; de volgelingen zijn allen in beweging, en het is een duwen en haasten onder die menigte om het eerst beneden te zijn. Aan saluut-schoten ontbreekt het ook bij deze gelegenheid niet. Den avond van denzelfden dag werd den Sul tan ons contia-bezoek gebracht. Wij vonden toen al die hooge heeren weder vereenigd, en ons viel eene eer te beurt, die sedert negen jaren niet bewezen was. Wij worden toegelaten in de hooge tegenwoordigheid van de sultane-moeder, die met Mamak wordt toegespoken. H. H. had wel de goedheid, eenige woorden eigenmondig te willen zeggen. De allerhoogste ambtenaar, de Radja bitjara, ontbrak bij de plechtigheden van dezen dag. Hij was ziek en al wel misschien 90 jaren oud. De Sultan, die bij onze komst ons boven aan de trap van zijn paleis heeft af te wachten, begeleidde ons zoo ver bij het vertrek, en bene den aan de trap wachtten ons de groote Heeren. Toen vielen er weder 7 saluutschoten, die, om dat het reeds donker was geworden, eerst den volgenden ochtend vroeg door het fort werden beantwoord. Ik vergat het tafreel te schetsen, dat onze krijgsmacht opleverde bij deze gelegenheden. Zij stond ’s morgens zoowel als bij ons contra-bezoek opgesteld. De bezetting bestaat uit een Europeesch sergeant, 2 korporaals (waarvan één Europeaan, maar niet Hollander) en 15 man. Wanneer er bediening van het geschut noodig is, dan doen 8 man hun best om gelid te maken, vier aan iedere zijde. Plechtigheden gelijk aan bovenvermelde komen gewoonlijk een paar keeren per jaar voor. Ove rigens wordt het leven door niets anders verle vendigd, dan door de hoop van eens per maand brieven van elders te krijgen. Leiden, 4 November 1886. Voor een der Ministers aldus lezen wij in de Haagsche Kroniek van de N. Gr. Ct. wordt de toestand hoe langer zoo onaangenamer. De heer du Tour, die zich met zijn bekende, vaderlijke zorgen deerlijk heeft vergaloppeerd, moet dezer dagen de zekerheid hebben ontvan gen, dat hij bij zijn genomen voorzorgen boven dien geheel heeft misgetast. Ik bedoel ditwat te verwachten scheen, is gebeurd. Mevrouw Bulkley, van haar ziekte hersteld, heeft, gebruik makende van het recht dat ieder vrij mensch bezit, protest aangeteekend tegen de wijze, waarop de Minister van Justitie haar in oogenblikken waarin zij elke verbintenis zou hebben aange gaan om uit den kerker te geraken, afstand heeft laten doen van haar wettige rechten. Zij heeft den Minister bij brief doen weten dat zij zich niet gebonden acht door de haar afgedwon gen onrechtmatige verbintenis. En daarom is er dan ook nu sprake van dat zy niet naar Arnhem zal vertrekken, maar zich te Apeldoorn zal ves tigen, om steeds in de nabijheid hare kleinkin deren te blijven, met wie zij in haar geest altoos voortleeft, zoo dat zy dan ook deze week, ter De Duitsche consul-generaal te Sofia is naar Berlijn gereisd, op bijzondere uitnoodiging van den Rijkskanselier, die er prijs op stelde, mon delinge mededeelingen te ontvangen omtrent de gebeurtenissen te Sofia en den toestand in Bul garije van iemand, die hij voor vertrouwbaar houdt. Bismarck heeft de leiding der zaken we der geheel op zich genomen, zoodat zijn verblijf te Berlijn waarschijnlijk niet van zoo korten duur zal wezen. Van de genoegens, weggelegd voor jonge amb tenaren, die in den Ned. ïnd. Archipel geplaatst worden op eilanden waar inlandsche vorsten in schijn of in werkelijkheid regeeren, moge het volgende eenig denkbeeld geven. Namen van perso nen en plaatsen blijven onvermeld. De beschrijving is afkomstig van een der hoofdpersonen in het geval betrokken, wiens trant en stijl onveranderd blijft. Door de machine een beetje harder te laten werken (de stoombooten hier kunnen en mogen niet meer loopen dan pl. m. 8 mijlgelukte het den kommandant onze boot vóór den nacht bin nen te brengen. De regeerings-vertegenwoordi- ger scheen wel reikhalzend naar de aankomst van de stoomboot te hebben uitgezien, en daar mede naar dengene die, bestemd tot zijn opvol ger, hem uit zijne soort ballingschap zou ver lossenalthans hij was terstond aan boord, om mij nog denzelfden avond onder dak te brengen (al was het dan ook maar een rieten dak) in het paleis dat mij, de hemel weet hoe lang, tot woning zal strekken. De verplaatsingen in deze landen hangen, behalve van de staatsbelangen der hooge regeering, ook nog af van de familie belangen der betrokken ambtenaren. Heeft de ambtenaar vrouw en kinderen, dan vermeerderen daardoor de kansen van overplaatsing uit oor den, die, gelijk dit eiland, hoogst gevaarlijk zijn voor het leven van den Europeaan, wegens de meestal er heerschende koortsen. Het offer van gezondheid en leven brengt de Europeesche amb tenaar blijmoedig, zoodra hij overtuigd is dat het bijwonen van zinnelooze en half barbaarsche plech tigheden tot heil des vaderlands strekken kan. Om die overtuiging te krijgen, moet men even wel lang en diep over de zaak hebben nagedacht. Tegelijk met mij waren per post aangekomen drie soerat koening, gele brieven, aldus genaamd naar den geelzijden omslag waarin brieven voor den Sultan zijn gewikkeld. Den Sultan wordt kennis gegeven dat zoo’n brief is aange komen, en Z. H. laat daarop weten wanneer het hem zal behagen dien in ontvangst te nemen. Dit geschiedt gewoonlijk tegen 8 uur des avonds, niet door den Sultan zelven, maar door eenen daartoe afgevaardigden priester. Deze priester wordt in eenen draagstoel aangebracht, vooraf gegaan door ruiterij, lijfwacht van den vorst, op zeer fraaie paarden gezeten. Hun aantal is meest al twaalf. Eén voor één komen die cavaleristen aan den voet van de trap, waar bovenaan de Europeesche oppermachtige in klein uniform staat. De eerste cavalerist kijkt den oppermachtige ver bazend nijdig aan, maakt met zijne lans eene dreigende beweging, uit eenen vervaarlijken schreeuw, wendt dan dood bedaard zijn paard om, en stelt zich ergens voor het huis op. Wel had men mij te voren gewaarschuwd, maar toch verschrikte ik een weinig door die lansbeweging, meer nog door den afgrijselyken kreet van dien eersten cavalerist, die zoo’n ijselijk kwaad gezicht trok. Sommige dep ruiters hadden de goedheid, niet te schreeuwen, maar allen deden toch als wilden zij mij doorsteken, en hiervoor moet men dien heeren zijnen dank betuigen door hen be leefd te groeten en de pet af te nemen. Aan de ruiterij was het voetvolk voorafgegaan, be staande uit eenen tamboer, eenen officier met gouden épauletten en korporaalstrepen, en acht manschappen met vuursteengeweren en helmen of hooge mutsen, zooals de Duitsche Keizerlijke garde ze nog draagt. De muziek die daarbij behoort, bestaat uit eene gong en eene soort fluit. Verder zijn er nog een paar vaandeldragers en eene massa volgelingen, om luister en geur (en welk een geur!) aan de zaak bij te zetten. De priester die in last heeft den brief in ontvangst te nemen, wordt onder aan de trap neergezet, Voorafgegaan door eenige boemi's (ordonnancenj bestijgt hij de trap en ontvangt, aan den top ge komen, den brief op een presenteerblad, gedekt met eenen gelen zijden doek, terwijl de priester zelf ook als het ware in eenen grooten doek ge wikkeld wordt. Achter hem staan twee heeren geheel in het rood gekleed met ontbloote krissen, om hem dood te steken wanneer hij den brief laat vallen, waartoe niet veel kans is. Men zou geneigd zijn die heeren in het rood voor beulen te houdenmaar dat is gansch mis; het zijn eene soort generalen, die ook geacht worden de gave te bezitten van over het water te kunnen loopen. Dat doet bij ons zelfs een minister van marine hun niet na, en hier heeft het ook niemand gezienmaar de lieden ge- looven het. Zoodra de priester den brief ontvangen heeft, komt er eene nieuwe aanleiding tot verschrikking. Van het fort worden dan 13 schoten gelost, die met een gelijk aantal schoten worden beantwoord, wanneer de brief bij den Sultan is aangekomen en door eenen beambte met luider stemme is voorgelezen. Twee burgers, Europeanen zijn daarbij tegenwoordig en doen verslag er van aan hun opperhoofd, dat natuurlijk reeds lang kennis draagt van den inhoud des briefs, aangezien de gouverneur van alle brieven aan den Sultan afschriften aan het opperhoofd stuurt. De overgave en overname van het bestuur ging gepaard met een uitgebreid ceremonieel. De voor galerij, die nu bleek niets te groot te zijn, werd voor de ontvangst van Z. H. den Sultan in orde gemaakt, d. i. alle roerend goed van eenige waarde werd zorgvuldig opgeborgen, en zoo goed als gelegenheid van den jaardag van het jongste, een uitdeeling aan de armen van Scheveningen, waar zij woont, hield. Ik deel dit alles niet mede, omdat ik ’t noodig acht, dat het publiek op de hoogte blijve van de faits et gestes van mevr. Bulkley, maar eenvoudig om te doen zien hoezeer de Minister du Tour zich met zijn „voorbehoedmiddel tegen schoonmoeders en groot moeders” in de vingeren heeft gesneden. In de maand October was de opbrengst der Rijksmiddelen weder minder gunstig dan in die maand in 1885. Zij bedroeg f 10,429,000 tegen f11,064,000 in laatstgenoemde maand. Het personeel was geringer, de grondbelasting meerook het patent was minder, maar in de tien afgeloopen maanden was het toch ongeveer honderdduizend gulder hooger. De suikeraccijns leverde slechts f 725,000 tegen f989,000 in October van verleden jaar. Het ge distilleerd eveneens f68,000 minder, maar bleef nog een ton boven de raminghet geslacht was f30,000 minder. Het eindcijfer der accijnzen was f345,000 lager dan verleden jaar. De invoerrech ten bedroegen f455,000. De indirecte belastingen waren nagenoeg ge lijk aan die van 1885. Het successierecht bracht minder opmaar het registratierecht f 617,000 tegen f 586,000 ten vorige jare; en het zegelrecht f50,000 meer. Het totaal over de tien maanden is f89,759,000 tegen f 87,156,000 verleden jaar en eene raming van f88,460,000. Het verslag der Kamer over de voorgestel de hulp aan de suikerfabrikanten luidt, volgens den Haagschen correspondent van de Midd. Ct., zeer ongunstig. Wordt hierdoor de positie van den Minister van Koloniën bedreigd, nog meer is dit het geval door eene andere aangelegen heid. In genoemden brief leest men toch „En dan de geschiedenis van TjiomasHet zal de vraag zijn of de heer Sprenger van Eijck deze zaak nog in de Kamer behandelen zalwaar schijnlijk zal de Grondwetsherziening wel vroe ger aan de orde komen en wie weet, of deze niet den val van het Ministerie ten gevolge zal hebben. De Minister zal wel zijn best doen om eene te spoedige behandeling van de adressen der heeren de Sturler en Sol te voorkomen, want hij schijnt weinig belust op de verdediging van de daden des heeren van Rees in deze. Het zou zelfs niet onmogelijk zijn, dat Z. Exc. ’s Konings vertegenwoordiger in Indië in den steek liet. De Gouverneur-generaal zelf is, zegt men, wel wat met de zaak verlegen, zelfs in die mate, dat hij, volgens particuliere berichten uit Indië, er over denkt om wegens redenen Van gezondheid zijn eervol ontslag aan te vragen. Zijn gezond heidstoestand moet dan ook werkelijk veel te wenschen overlaten. De terugkeer op zijn reeds gevorderden leeftijd naar de tropische gewesten moet hem sterk hebben aangegrepen, zoodat hij in weinig tijds vele jaren ouder is geworden en een gevoel van afmatting zich van hem heeft meester gemaakt. "Waarschijnlijk is hierin wel de reden gelegen van verschillende daden en nog meer van een zekere berusting, die men niet van hem zou verwacht hebben.” Volstrekt geen overbodige waarschuwing deelt de Z. C. medeDe slechte gewoonte om muren of schuttingen met onreine, vuile woorden te bekladden, waardoor de openbare zedelijkheid beleedigd, het kiesch gevoel en het oog onaan genaam aangedaan wordt, is volgens art. 451 al. 3 van ons nieuwe strafwetboek gelukkig straf baar. En die straf is waarlijk zoo gering ook niet; er staat niet minder dan 5 dagen hechtenis off 15 boete op. Naar aanleiding van een aanbeveling in een socialistisch blaadje, om niet den kogel, maar den dolk te gebruiken, zegt het Handelsblad „Wij achten de door enkelen aangeprezen methode, om oproermakers dood te zwijgen, vol komen verkeerd. Er zijn toch lieden, die van enkele gewone misdrijven en misdadigers tegen woordig spreken als waren ze staatkundige misdrijven en misdadigers. Deze hovelingen van de ophitsers rekenen op de onbekendheid van het publiek met de taal van hun staatkundige cliënten. Het is daarom nuttig, te vragen: sinds wanneer ophitsing tot moord in Nederland aan spraak geeft op sympathie? waarom policie en openbaar ministerie gehoond en misdadigers gevleid worden door enkele dagbladen en advo caten In de Haagsche sprokkelingen van het U. D. leest men „Is het bv. niet typisch, micro-episch, de pen van den dichter eener Jobsiade waard, een greep uit het volle menschenleven, de strijd tusschen die twee heroën onzer letteren op den drempel van Oefening K. K.”, waar een Justus van Mau- rik verzekert niet te kunnen spreken in eene zaal waarin een Frans Netscher als gastheer gezeten is, met het antwoord van dezen, dat bij, als zijn gezicht alleen den heer van Mau- rik hindert, met. alle mogelijke genoegen zijn woord van eer wil geven, niet onder de oogen van den geestelijken vader van Janus Tulp te zullen komen, en er gaarne diens novelle aan geeft? Netscher exit en Justus van Maurik ver schijnt Of zie eens wat de Tweede Kamer ontdekte in het Departement van Marine, hoe de zuinig heid de wijsheid bedroog. Er zijn ambtenaren te veel jammerde de Kamer jaarlijks, en de Mi nister gaf toedrie klerken werden bevorderd Te Frankfort a. M. zijn weder 82 personen in hechtenis genomen, die als socialisten bekend stonden. Koning Christiaan van,Denemarken heeft aan de Bulgaarsche Regeering geantwoord, dat Prins Waldemar de kroon van Bulgarije niet kan aannemen met het oog op den tegenwoordigen staat van zaken in het Vorstendom. De Ministerraad kwam terstond na het ont vangen dier depêche bijeen. Het gevolg der be raadslagingen was, dat de Regenten Stambuloff en Mortkuroff hun ontslag nemen. De Sobran- je heeft hen echter herkozen en Zevkoff geko zen, ter vervanging van Karaveloff. Voorts werd eene deputatie benoemd, samengesteld uit Grekoff, Staïleff en Kaltchoff, om zich naar de Mogendhe den te begeven. De zitting der Sobranje is daarop voor onbe- paalden tijd verdaagd. Uit Tirnova wordt gemeld, dat generaal Kaulbars die van den Russischen consul te Philippopel vernam, dat wegens den staat van beleg de profeet niet verantwoordelijk was voor het incident der arrestatie van Kavas het ont slag heeft geeischt van den commandant der bri gade en van den plaatscommandant en dat de Russische generaal verder heeft verlangd dat het garnizoen militaire eer zou bewijzen aan de Rus sische vlag. Hij stelde verder een termijn tot 17 dezer voor antwoord. Het Journal de Bruxelles, het officieuse or gaan der Belgische Regeering, schrijft„De Ko ning heeft een ruim gebruik gemaakt van zijn recht van gratie. Tot heden zijn ruim 790 ver- oordeelingen, waarvoor gratie is gevraagd, on derzocht en nauwlijks 10 pet. dezer verzoeken zijn ter zijde gelegd”. Het ontwerp-d’Oultremont bevat, volgens het Journal de Bruxellesdat elke Belg op zijn 20e jaar dienstplichtig ishet leger wordt ge vormd door burgers van 20 jaar en door vrijwil ligers, de dienst is persoonlijk in vredestijd, maar in oorlogstijd is iedereen soldaat. De vrijstel lingen worden uitgesproken vóór en niet na de loting. De jaarlijksche klasse der militie bevat de beschikbare manschappen, na aftrek der vrij stellingen. In twee klassen verdeeld, vormt het eene deel het jaarlijksche actiefhet tweede is het beschikbare contingentdat zijn die, wel ke in oorlogstijd moeten opkomen. Een deel van het laatste contingent kan opgeroepen worden, om dienst te doen gedurende drie maanden. De duur van den dienst is 10 jaar: 3 jaar werke lijke dienst, 4 jaar dienst in de reserve van het actieve leger en 3 jaar dienst in de nationale reserve, De miliciens die genoegzaam onderwe zen zijn na een of twee jaar, kunnen verlof krij gen. De miliciens kunnen, een jaar voor de lo ting, een examen ondergaanals zij slagen zul len zij, in oorlogstijd, deel maken van het twee de contingent. De Spaansche Regeering ducht weder een opstand. De geruchten omtrent de ziekte der Koningin-Regentes komen den revolutionairen zeer te pas. Uit Madrid wordt aan de Temps geseind: In den afgeloopen nacht zijn de maat regelen van de militaire overheid en van de po litie vermeerderd. De officieren brachten den nacht in de kazerne door. Verscheidene Minis ters begaven zich te middernacht naar het Mi nisterie van Binnenlandsche Zaken. Intusschen worden de onrustbarende geruchten omtrent den toestand in eenige provinciën gelogenstraft. Er heerseht daar volmaakte rust. Volgens de dépêches van de kapiteins-generaal heeft de overheid hare voorzorgen in de mari tieme tuighuizen enz. verdubbeld, daar de Re geering geloofde dat er vóór de opening der Cortes op 18 dezer eene revolutionaire beweging zou ontstaan. Te Cadix heeft er eene muiterij plaats gehad onder 700 soldaten, die naar Cuba ingescheept zouden worden. Zij weigerden over zee te gaan. De waterstand der Rhone en Durance is iets verbeterd, ofschoon de uitwerking van nieuwe regens zeer wordt gevreesd. Bolswardsclic Courant,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1886 | | pagina 1