NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BffitSWA» EN WWS8RAÖSS&
I
i
a
Nieuwjaarswenschen.
1886.
No. 52.
Vijf en Twintigste Jaargang.
a
ft.
VOOR
DONDERDAG 23 DECEMBER.
BINNENLAN D.
BUITENLAND.
firma B. Cuperus Az.
Een enkel woord over eene
onmisbare zaak.
DONDERDAG 23 DECEMBER.
I
heeft
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
de Uitgever,
Bolsward.
ft
4
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Laten wij daarom moed zien te houden
Ook al wordt het leven zwaarder dan wij dach
ten dat het worden zou en worden kon, toch het
hoofd omhoog
Wij kunnen ook daarbij elkander helpen.
Een opwekkend woord, een bezielende blik,
een goed voorbeeld, zij kunnen wonderen doen.
De krijgsman, die, alleen op zijn post staande,
allicht aan lafhartig vluchten zou gaan denken,
voelt den moed herleven, wanneer hij weet, dat
geheel een leger van dappere strijders met hem
staat tegenover denzelfden vijand.
Zoo zij het ook met ons
Gelijk wij hier, zoo zijn er ginds en overal.
Alleen voor de moedigen is de victorie
Oostergoo.
Waarom wij dien levensmoed zoo gaarne za
gen aangroeien
Och, daarop is het antwoord al heel gemak
kelijk te geven.
Omdat vermeerdering van levensmoed is ver
meerdering van levensgeluk. En wie zou van
dit laatste niet wat meer, neen, veel meer willen
hebben
Onze moedelooze dagen en uren zijn zoo bit
ter ongelukkig en rampzalig.
Als het zoo donker om ons en in ons is, als
wij niet vreten welke weg in te slaan, als wan
hoop en ongeloof de ziel is binnengeslopen, als
wij onverschillig zijn geworden zelfs voor onze
naaste, nauwst met ons verbonden omgeving,
dan ja, dan is ook het geluk gevloden uit
hart en huis en zijn wij geneigd het leven te
vloeken, dat als een loodzware last ter onzali
ger ure ons is gelegd op de schouderen.
Een mensch zonder levensmoed is geen meusch
meer
of ondervonden, dat het zonder dien mogelijk
zou zijn.
Maar hoe komt een mensch nu aan die on
misbare zaak?
Op die vraag valt het zeker niet gemakkelijk
een antwoord te geven. Wij moeten met enkele
vingerwijzingen volstaan.
In enkele korte gezegden saamgevat, zouden
wij het wel op de volgende manier willen uit
drukken.
Herinnert u de goede uitkomsten in het ver
leden.
Vergeet nooit, dat het bewustzijn van zijn
plicht gedaan te hebben de machtigste hefboom
is om ook onder de grootste teleurstellingen den
moed niet te verliezen.
Doet uw best om te blijven gelooven in een
toekomst, die beter zal zijn dan heden en ver
leden.
Stelt aan het leven niet al te hooge eischen
en koestert er vooral geen overspannen ver
wachtingen van.
Laat niet eigenbelang en zelfzucht de groote
drijfveer tot handelen zijn, maar wel liefde voor
de gemeenschap, belangstelling in het geheel.
Indien wij nu vast met deze voortreffelijke
zaken maar eens een begin maken, dan onge
twijfeld zullen wij deze ervaring opdoen, dat de
levensmoed ons minder vaak zal beginnen te
begeven.
Al hebben wij dan het hoogste nog niet, wij
hebben toch ten minste iets en meer dan tot
nu toe.
nister von Boettieher verklaarde, uit naam der
Bondsregeeringen, het ten sterkste te betreuren,
dat het legerontwerp niet tijdig genoeg afgedaan
is, om de versterking van het leger nog bij het
begin van het nieuwe begrootingsjaar tot stand
te kunnen brengen, en dat de verwachting van
den Keizer onvervuld gebleven is, dat de Volks
vertegenwoordiging in het belang deralgemeene
zekerheid, den dringenden aard van het voorstel
zou hebben erkend. Boettieher drong daarop nog
maals aan op eene spoedige beslissing.
De voorzitter stelde voor, de zitting te ver
dagen tot den 4den Januari, waartegenover
Windthorst den 7den voorstelde. Bij de stemming
over de motie-Windhorst bleek, dat er te weinig
leden aanwezig waren om eene beslissing te kun
nen nemen.
De voorzitter bepaalde daarop, dat de eerstvol
gende bijeenkomst den 4den Januari zal plaats
hebben.
Koningin Victoria behandelt prins Alexan
der van Battenberg, ex-Vorst van Bulgarije, die
zich thans in Engeland bevindt, met bijzondere
onderscheiding. Volgens de Truth heeft het heel
wat moeite gekost om haar af te brengen van
haar plan om hem tot ridder van den Kousen
band te benoemen. Zij bedacht hem echter met
de hoogste klasse der militaire Bath-orde, zoodat
hij daarmede een collega van den Duitschen
Keizer en den Kroonprins geworden is. Volgens
hetzelfde blad had de Minister-president, ford
Salisbury, ernstige bezwaren tegen een officieele
ontvangst van den prins in Londen, zoodat de
Prins van Wales en de Minister van Buitenland-
sche Zaken tijdig de stad verlieten. Prins Alexan
der is daar evenwel toch de held van den dag,
hoe ook de radicale bladen tegen hem ijveren.
Sedert Garibaldi te Londen was, is aldaar aan
een vreemdeling nog nooit zulk een onthaal te
beurt gevallen als nu aan den schoonbroeder van
Prinses Beatrice.
Naar men uit Madrid meldt, is in den
nacht van Woensdag op Donderdag, te twee uur,
iemand aangehouden, die in de kamer der Koning-
inmoeder Isabella poogde binnen te dringen.
Men meent met een krankzinnige te doen te
hebben, doch er is een onderzoek ingesteld.
De Brusselsche politie heeft twee personen
gevangengenomen die verdacht worden betrok
ken te zijn bij den diefstal in den posttrein. Het
zijn twee Duitschersieder van hen had 6000
mark bij zich.
De Minister van Financiën schijnt ten op
zichte van den sluikhandel in het zuidelijk ge
deelte van Limburg gestrenger maatregelen te
willen toepassen. De gewoonte bracht tot hier
toe mede, dat wanneer iemand in overtreding
verkeerde, de zaak bij transactie kon worden
afgemaakt. Met deze gewoonte schijnt thans
gebroken te zijn. Den winkelier M., te Noorbeek,
is de transactie niet toegest.can, daar hij gedag
vaard is om op 29 dezer voor de Arrondissements
rechtbank te Maastricht te verschijnen.
Door den heer O. Sietzema, nabij Drachten,
zijn van een stuk land, groot 1,07 heet., 1250
hectoliter koolrapen en 42 hectoliter boonen ge
oogst. Als men den hectoliter koolrapen schat
op 40 cts. en den hectoliter boonen op f 4,50,
dan is dit eene opbrengst van f 689.
Zeker zijn er weinig plaatsen in ons vader
land, waar eigenaardige gebruiken zoo in eere
worden gehouden als te Staphorst en Rouveen.
Zoo bestaat de gewoonte, dat de lotelingen voor
de nationale militie zich tooien met breede zijden 1
linten, in allerlei kleuren, cie achter aan de pet
genaaid, tot op den middel langs den rug afhangen.
Na de loting, die te Hasselt plaats heeft, naar
’t dorp hunner inwoning teruggekeerd, pogen de
jonge meisjes met een schaar gewapend, stukken
van die linten af te knippen.
Ieder loteling schaft zich reeds tijdig de linten
aanhij, die het meest met aardsche goederen
is gezegend, voorziet zich natuurlijk van het beste
maar ook de minst gegoede offert daaraan eenige
van zijne penningen op.
In Januari zal bij den uitgever Tjeenk Wil
link te Haarlem het eerste nommer verschijnen
van een weekblad ter bespreking der sociale
quaestie, onder redactie van mr. A. Kerdijk.
Te Zuidwolde is ruim een half bunder groen
land verkocht voor f 15.
In het Oosten dezer provincie wint bij
velen allengs meer de overtuiging veld, dat het
Friesch schaap beter aan de eischen van een
goed melkschaap voldoet, dan het volbloed
Engelsch en gekruist ras. Was men in den
jongsten tijd schier overal op kruising bedacht,
thans begint men, waar het zoowel om melkdie-
ren als om weidevee te doen is, meer aan de
Friesche de voorkeur te geven. Vooruitsluitend
vetweiding is het volbloed Engelsch of gekruist
ras, voor melkschaap het volbloed Friesch scha
penras meer aan te bevelen.
(Asser Courant.)
Naar de Stand, mededeelt heeft de heer
Renier zich bij de „doleerende kerk” te Amster
dam aangesloten.
Men zegge toch niet, dat wij Nederlanders
geen stijl hebben. Men leze den volgenden aan
hef van een commissoriaal rapport der Tweede
En dan onze teleurstellingen en onze smarten.
Denkt eens aan onze droomen en idealen voor
de toekomst. Stelt u eens voor den geest wat
wij al niet van dat leven hopen en verwachten,
wat wij ons best doen om er aan te ontwringen
met alle kracht, die in ons is.
Bovendien niet alleen voor ons zelf doen wij
dat. Wij hebben er naast ons, met wie en voor
wie wij leven. Hun geluk en hun smart, hun
wel en hun wee zijn de onze.
Wat tal van gevaren bedreigen hen en ons!
Er zijn er onder, die wij lang vooruit reeds heb
ben gezien en onderkend, maar ook komen er,
die onverwachts op ons losstormen en ons aan
gegrepen hebben, voordat wij recht weten wat
er gebeurt.
Dit alles kan gerust onder de rubriek der
moeilijke dingen in het menschenleven gebracht
worden, die zonder moed niet kunnen worden
aanvaard en voltooid.
Wij voor ons hebben ten minste nooit gehoord
De buitengewone zitting van 1886 van het
Fransche Parlement is Zaterdag gesloten.
Vooraf had de Kamer zich vereenigd met de
door den Senaat in de credietvoorstellen gebrachte
Wijzigingen.
De socialistische mijnwerkers in het Fran
sche departement Aveyron zullen voortgaan op
den als proefneming ingeslagen weg van eigen
exploitatie.
De mijnwerker Carrié, die bij de werkstaking
te Decazeville bij alle onderhandelingeu een der
woordvoerders en gemachtigden was van de ar
beiders, heeft den prefect van Aveyron verlof
gevraagd om hier en daar in den grond, die nog
niet bij concessie is afgestaan, te graven ten
einde te zien of er steenkolenlagen zijn.
Dat verlof is hem gegeven. Hij is daarop aan
het werk gegaan in de omstreken van Moutba-
zens, heeft er tot zes meter diep gegraven en
aldaar steenkolen gevonden. Carrié zal nu ver
dere stappen doen om er de concessie te ver
krijgen en uitsluitend door werklieden, die door
de maatschappij te Decazeville niet weer in dienst
genomen zijn den bodem te ontginnen.
De Russen trachten te Parijs eene groote
leening te sluiten. De corresp. der ö„Kln. Zeit.”
vernam, dat er sprake is van een bedrag van
500 millioen francs en dat deze som noodig zal
zijn voor de voltooiing der militaire uitrusting
in ’t bijzonder ter versterking van de infanterie.
In den Duitschen Rijksdag gaf Zaterdag
het voorstel van Koeller, om de volgende zitting
op Maandag te stellen, aanleiding tot levendige
beraadslagingen, bij welke de liberalen het ver
wijt der centrum-partij, dat zij de behandeling
der legerbegrooting wenschen te vertragen, tracht
ten te weerleggen, terwijl de conservatieven en
nationaal-liberalen aandrongen op zoo spoedig
mogelijke afdoening van die begrooting. DeMi-
I
Op 1 JANUARI 1887 zal een
extra no. van de Bolsw. Courant
verschijnen voor de opname van
De prijs van elke advertentie is f0,25.
Vooi’ een ruime en spoedige
toezending houdt zich beleefd aan
bevolen,
Voor moeielijke dingen is moed noodig. Leven
nu is een moeilijk ding. Wie dat nooit onder
vonden heeft, heeft nog nooit geleefd.
Leven toch is nog wat anders dan „violen
laten zorgen,” of „Gods water over Gods akker
laten loopen.” Er zijn er wel en helaas velen!
die het zoo opvatten, maar zij, die dat doen,
zijn niet veel meer dan werktuigen, die zich door
van buiten aangebrachte kracht laten voortbe
wegen en niet zelfstandig werken, niet zelfbewust
•denken, niet dorsten naar vooruitgang, kennis
en ontwikkeling.
Van daar dat men spreekt van levenskunst,
die men met inspanning van krachten, door
groote opmerkzaamheid en volhardenden ijver
zich eigen maken moet.
Rampzalig de dommen in die groote leerschool,
wanneer de uur der bestraffing voor hun onver
stand komt! Want uitblijven doet zij nooit.
Moed is een onmisbaar vereischte in het leven.
Van het oogenblik af dat het kleine kind den
veiligen steun van Moeder’s schoot of Vader’s
knie verlaat, om zijne eerste zelfstandige schre
den op de baan van het vreemde, hem zoo ge
heimzinnige leven te zetten, tot aan zijn ster-
vensure toe, gaat er geen dag voorbij, waarop
de mensch geen beroep moet doen op den in
hem wonenden levensmoed.
Of is het leven voor ons, ouderen, dan min
der vreemd en geheimzinnig dan voor het kleine
kind?
Of is het niet waar, dat het „raadsel des le
vens” en het „mysterie van den dood”, hoe
ouder wij worden, zich ook des te ernstiger aan
ons voordoen
Of is er ergens ter wereld één enkele te vin
den, die het antwoord weet te geven op alle
vragen, of aan den morgen van een nieuwen
dag voordat weet, wat er van hem geëischt zal
worden voordat de avond is gevallen.
Immers neen!
En zou men het dan kunnen stellen zonder
levensmoed?
kamer: „Naardien de Minister van Waterstaat,
handel en Nijverheid bij brief van 6 November
1886 verklaard heeft, ten opzichte van de in han
den Uwer Commissie gestelde en bij dien brief
aangewezen adressen van dijkgraaf en heemraden
van het waterschap van de linge-uitwatering en
van Gedeputeerde Staten van Gelderland, zich
te willen gedragen aan den inhoud zijner Nota’s
van 25 Juni 1885 en 16 Februari 1886, en daar
de meerderheid der commissie, zich vereenigt zoo
met de overwegingen als met de conclusion van
de meerderheid der Commissie welke aangaande
de in bovengenoemde Nota’s vervatte inlichtin
gen den 14 Januari 1886 verslag uitgebracht heeft,
terwijl de minderheid der tegenwoordige Com
missie, ofschoon zij niet geacht wil worden daar
mede iedere beweegreden tot staving van laatst
genoemde conclusie in het Verslag van 14 Janu
ari 1886 opgenomen te onderschrijven, zoo is de
Commissie eenparig van gevoelen, onder verwij
zing in hoofdzaak voor zooveel de beweegrede
nen betreft, naar het verslag der vorige Commis
sie, te kunnen volstaan met de herhaling van
dezelfde conclusion, te weten:” enz.
Er volgen nog precies vijf-en-twintig regels
eer men komt tot de punt achter het laatste
woord der conclusie.
In de laatste kerkeraadsvergadering der Ned.
Hervormde gemeente te Dordt, kwam natuurlijk
het vonnis der Synode ter sprake inzake de af
zetting der 75 leden van den Amsterdamschen
kerkeraad.
Naar aanleiding hiervan stelde een van de pre
dikanten de volgende motie voor:
„De kerkeraad der Ned. Hervormde gemeen
te heeft met droefheid kennis genomen van het
door de Synode gevelde vonnis en stelt haar aan
sprakelijk voor al de gevolgen, die dit besluit
kan hebben.”
Hoe onbeslist Gerefomeerd vele leden van den
kerkeraad ook zijn, toch werd deze motie met
groote meerderheid aangenomen. Tegen stemden
de moderne predikanten en met hen ds. Jb. Eige-
man, die indertijd voor de Synode het hoofd in
den schoot legde.
De Minister van Marine, de heer Gericke,
heeft zijn ontslag aan Z. M. den Koning gevraagd.
Nu reeds wordt er een opvolger van den
Minister van Marine genoemd, namelijk de ka
pitein ter zee Guyot. Volgens andere"berichten
zou de generaal Weitzel ad interim de porte
feuille beheeren.
De schrijver van de Haagsche corresponden
tie in de Zutph. Ct. doet terecht uitkomen, dat
het votum der Tweede Kamer over den aanbouw
van schepen, niet zoozeer den Minister van Marine
dan wel het amendement der vijf leden trof. Voor
den Minister was dus geen reden om daarbij de
portefeuille-quaestie te stellen.
Wat het werk aan de rijkswerven betreft, in
1887 zou toch nog niet met het ramtorenschip
zijn aangevangen. De antwoorden op de daar
voor uitgeschreven prijsvragen zijn nog niet eens
ingekomen. De drie torpedobooten, welke de
Minister verlangde meer op de rijkswerven te
doen bouwen, zou het werk op de particuliere
werven in dezelfde mate verminderd hebben. Het
werkvolk heeft er dus schade noch voordeel bij.
De correspondent eindigt zijne opmerkingen met
de volgende woorden:
„Overigens zou ik niet durven beweren, dat
het heengaan van dezen Minister voor de Marine
een groote ramp is. De heer Gericke kwam
aan het hoofd van het departement, met de re
putatie van te zijn een man van vast karak
ter en van een bekwaam officier. Noch van het
een, noch van het ander is tijdens zijn Minister
schap het tegendeel gebleken. Integendeel, zijne
rechtschapenheid en zijn kunde worden ook thans
algemeen erkend, maar daarmede is nog niet ge
zegd, dat hij een uitstekend Minister was. Daar
voor miste hij blijkbaar den ruimen blik om het
geheel te overzien en organiseerend talent. Op
velen maakte het debat in de Kamer den indruk,
dat de Minister van het regeeren reeds genoeg
had en verlangde naar het korps terug te gaan.
Maar hoe dit zjj aan het Departement op het
Voorhout zal zijn heengaan algemeen met leed
wezen worden vernomen, want zelden was een
Minister zóó bemind bij zijn personeel als de
thans aftredende titularis.
Te Amsterdam werd een schutter gearres
teerd, die ongeveer honderd zestig gulden boete
had te betalen.
De landsverdediger zal nu in de provoost zijn
boete moeten verdienen door een dag of drie te
zitten.
De provoost van de schutterij schijnt trouwens
niet zoo afschrikwekkend.
Het eten moet er zeer goed zijn. De kachel
snort er gezellig.
Dezer dagen kwam dan ook een werkeloos
schutter, die nog iets op zijn kerfstok had, vragen
of men hem niet kon arresteeren, want hij had
gehoord dat den anderen dag groote boonen met
spek tot het provoostrantsoen behoorden en daar
was hij dol op
De ritmeester C.A. baron Bentinck, te
Amersfoort, had dezer dagen het ongeluk, bij een
jachtpartij, door een hagelkorreltje in het rech
teroog te worden getroffen. Naar wij vernemen
is de toestand aan dien aard, dat hij het oog niet
zal kunnen behouden.
Een vrouw te Rotterdam, de wed. Snellie,
Binnenweg n°. 27, vierde haar 102den jaar
dag; zij geniet nog een goede gezondheid.
Er zijn van die dingen, die ieder mensch óf
voortdurend öf van tijd tot tijd noodig heeft, en
daaronder zal, om nu maar dadelijk met de deur
in huis te vallen, ook wel de zaak behooren,
waarover wij heden een enkel woord wenschten
te zeggen.
Niemand kan zonder moed en moed houden
is voor iedereen een bepaald onmisbare zaak.
Niet alleen de grooten, de reuzen onder de
kinderen der menschen, van wie de grootste en
de gevaarlijkste, de buitengewone krachtsaan
wending eischende plichten gevraagd worden,
maar ook wij zeer gewone, zeer alledaagsche
menschen, wier levensstroom schijnbaar onbe
wogen en kalm daarhenen vliet, allen hebben
behoefte aan moed, aan moed om te leven.
Wijs eens een mensch aan, die geen strijd
Wijs eens een mensch aan, die niet weet wat
zorgen zijn
Wijs eens een mensch aan, die nooit bang
was, als hij dacht aan wat komen kon!
Dat kunt gij immers niet.
Welnu, hoe zou men er dan komen zonder
moed?
Bolswardsche Courant
■f
221*2^