NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD iOlSWABO EN WWSÏUBm Onvernietigbaar Gelat 1887. Zes en Twintigste Jaargang No. 1. VOOR BUITENLAND. BINNENLAN D. DONDERDAG 6 JANUARI. .deneid li(ö X 9> naar ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Vraagt iemand wat wij met dit stukje bedoe len, dan is ons antwoordochniet zoo heel veel bijzonders, maar wij meenden, dat het een of ander er uit nog wel eens een goede gedachte kon opwekken bij oudenof jongen, bij gehuwden en ongetrouwden beide. Het kon zijn, dat er hier of daar onder onze lezers een tweetal stond vóór of aan het be^in, of wellicht ook dicht bij het einde van den tocht, voor dezen had het dan zeker wel grooter be- teekenis. Onze hoop is natuurlijk, dat ons woord zijn weg vinde en ergens eenig nut doe. Anders niet. Oostergoo. proef op de som, de tot werkelijkheid geworden hoop, het verwezenlijke ideaal Welnu, waarom dan aan het begin van den tocht reeds gevreesd voor het vervolg? Waarom dan aan den aanvang der reize reeds zoo twij felend en aarzelend gevraagd naar de uitkomst? Of die eerste jonge liefde eeuwig groen blij ven zal, het hangt immers niet af van wat het leven brengt, maar wel van wat er woont in twee elkander voor immer toebehoorende men- schenharten. 9 2 11 7 3 0 22 5 52 17 Kollum, 3 Jan. De kerkelijke zaken be ginnen zich hier meer te ontwikkelen. Door vele lidmaten is protest aangeteekend tegen de be noeming van den heer D. tot Kerkvoogd der Nederl. Hervormde gemeente. Dit protest grondt zich op het feit, dat de stembiljetten niet waren voorzien van het vereischte stempel, en dus als onwettig moeten worden beschouwd. Met 1 Ja nuari is het klassikaal bestuur van Dokkum op getreden, „om te doen, wat des kerkeraads is.” In dat bestuur zijn in den laatsten tijd veran deringen gekomen, zoodat het tegen de afschei ding en dus tegen ds. van Kasteel is. Twee kerkvoogden zijn uitvoerders der bevelen van het klassikaal bestuur. Door hen zijn de lid maten die verklaard hebben in ’t synodaal verbond te willen blijven, op Woensdag a.s. in hunne ver gadering opgeroepen. Ongeveer de helft der lid maten hebben bedoelde verklaring afgelegd. De postkantoren te Amsterdam hebben den eersten en tweeden dag van het Nieuwejaar handen vol werks gehad met de talrijke nieuw jaarskaarten, brieven, briefkaarten en kaartjes. Een vijftig soldaten waren op het hoofdkantoor mede werkzaam tot het verrichten van eenige werkzaamheden. Ondanks die hulp heeft men toch niet alles op tijd kunnen bestellen, want kaartjes die oude jaarsavond b.v. te zes uur aan het hootdbureau in de bus waren gestoken, bleken gisterenavond nog niet bezorgd, 't Ware te wenschen dat maatregelen getroffen werden, hierin te voorzien. Sommige kaartjes blijven soms in de stad zelve 3 a 4 dagen en langer onder weg. De nieuwjaarskaarten met gedrukte wenschen komen meer en meer in zwang. getuigde „Gelouterd door den tegenspoed Kleeft haar geen menschlijk zwak meer aan. Al ’t vreemde vuur is weggedaan, Wat bleef is hemelgloed. Geen hunkren naar verboden vrucht, Geen afgunst meer, geen ijverzucht Haar smart versnelt in zielevrede Ze is ééne zegenbede.” .Geeft dat geen antwoord op de vraag, waarom zij niet gelukkig zouden blijven, die eerste twee van wie wij spraken? Is dat niet het bewjjs voor de stelling, de Meer dan een halve eeuw waren ze tezamen het leven doorgetrokken, die beide anderen. Wat zoo gewoonlijk geluk wordt genoemd, blijde en vroolijke levenservaringen, och ja, zij hadden er natuurlijk hun deel van gehad, maar toch niet zoo’n heel groot deel. De zonnige dagen waren vrij wat minder in getal geweest dan de donkere en stormachtige nachten. Harde arbeid, kwellende zorgen, bitter verdriet, groote teleurstellingen, geen bladzijde in dat dikke levensboek van meer dan vijftig jaren, die er niet van vertelde, op aangrijpende wijze soms. En toch die gemoedsstemming, die met recht den naam van geluk verdient Ja zeker Luistert even Eindelijk naderde het uur van scheiden. En in een helder oogenblik klonk de stem van den kranke, die zeide tot zijne reisgezellinne van zoo veel jaren hier„kom nog eens bij mij zitten en laat ons nog eens praten, gelijk wij het zoo dikwijls deden.” Wat zij dan wel samen bepraten O, Lezers, eerbied verbood het luisteren naar die twee, maar het waren zeker niet de woorden der liefde van het begin van den tocht, maar zeker waren hettochwelde woorden dier liefde, van welke des Amorie van der Hoeven ook De Keizer omhelsde hierna den Kroonprins en Moltke, welken laatsten hij dankte voor zijne onvergetelijke diensten. De storingen in het verkeer tengevolge der sneeuwstormen waren Vrijdag in het koninkrijk Saksen nog niet geheel opgeheven. Verscheidene lijnen van de Staatsspoorwegen waren nog on bruikbaar, en op andere hadden de treinen nog steeds vertraging. Tengevolge van den toestand in de nabijheid van Chemnitz waren dien dag aldaar twee goederentreinen ontspoord. Sommige Pruisische landstreken hadden op nieuw met zware sneeuw te kampen. Uit Breslau wordt gemeld, dat op alle daar ter plaatse samen- loopende spoorlijnen de dienst weder groote sto ringen ondergaat en daardoor de treinen lang durige vertraging hebben. Het verkeer op de lijnen DittersbachGlatz en LibauParschnitz was Zaterdag weder geheel gestaakt. De nieuwe Russische Minister van Finan ciën W ischnegradski, zal weldra eene belasting hervorming invoeren, waaraan de Cza27 rê?,ds zijn zegel heeft gehecht. De Minister wil den handel in alcohol en tabak in geheel Rusland verpachten, en hoopt daarmede 800,000,000 roe bels voor de schatkist te verkrijgen, d. i. drie maal meer dan alkohol en tabak nu opbrengen. In financiëele kringen wordt echter ernstig aan de uitvoerbaarheid dezer plannen getwijfeld. Het voor eenigen tijd door velen uitgespro ken vermoeden, dat van de gelegenheid tot ver zending per telegraaf van nieuwjaarskaarten geen druk gebruik zou worden gemaakt, schijnt be waarheid van verschillende zijden gewerd ons althans de mededeeling, dat het gebruik dezer kaarten ver beneden dat van ’t vorige jaar is gebleven. Toen was het een nieuwtje; nu heeft men be grepen, dat de briefkaart, waarbij men niet ge bonden was de uiting zijner woorden te beper ken, evengoed aan het doel beantwoordt. En dit voor slechts eeen derde van den prijs. Voor het gerechtshof in den Haag stond ver leden maand een man terecht, die vroeger van den militairen dienst vervallen was verklaard en daarop onder den naam van een bekende, weder had dienst genomen bjj het Indische leger. Zes jaren lang gedroeg hij zich onberispelijk en werd als onderofficier ontslagen. Als rijksveld- wachter en vervolgens als politieagent deed hij eveneens getrouw zijn plicht. Hij huwde maar later bleek, dat hij ook daarbij van zijn aange nomen naam had gebruik gemaakt. Voor dit feit werd hij vervolgd en veroordeeld, intusschen slechts tot eene betrekkelijk lichte straf: vier maanden gevangenis. Tegen de recht vaardigheid van dit vonnis is niets in te brengenmaar het. blijft toch eene hard heid, dat een man, najaren lang getrouwe plichts betrachting, moest veroordeeld worden, omdat hij geen recht had op den naam dien hij aan genomen had en wel gedwongen was aan te ne men om als eerlijk man doorde wereld te komen. Had hij zijn ouden naam blijven voeren zijn ver leden had hem doen afwijzen zoowel voor den militairen dienst als voor andere betrekkingen bij de justitie en politie, die hij met lof bekleedde. De heer Hobbel geeft in het Rotterdamsch Nieuwsblad een beknopte levensgeschiedenis van Katharina Schrop, die den 5den Januari haar honderdsten verjaardag vierde. Deze vrouw werd tijdens haar eerste huwelijk, als wasch- vrouw bij eene kompagnie in het begin dezer eeuw krijgsgevangen gemaakt door de Engel- schen en evenzoo haar man van wien zij nooit meer iets hoorde. Zij werd dienstbode bij eene Fransche familie. Een wachtmeester der blauwe huzaren zag haar terwijl hij met den troep voor bijreed en voor de krachtig gebouwde schoone jonge vrouw ontstak hij terstond in liefde. Hij rustte niet voor zij zijne echtgenoote werd. Zij vergezelde toen diens corps als marketenster en maakte verscheidene campagnes mede. Op een tocht moest zij afstijgen en bracht onder een boom een meisje ter wereld, dat thans, als hare een-en-zeventigjarige dochter neg met haar sa menleeft. Eens werd zij door twee Duitsche ula- nen aangevallen. Een schoot zij neder, de an der bracht zij een sobelhouw toe. Napoleon schonk haar eene medaille. Uit Russische krijgs gevangenschap wist zij met haar man te ont vluchten, maar weder gevangen gemaakt, tra den zij in Russischen dienst en onderscheiden zich zoo loffelijk, dat de Keizer aan Schrop het zilveren kruis met de ster schonk. Beiden woon den den slag van Waterloo bij, waar zij twee wonden bekwam. Wachtmeester Schrop werd na de vrede benoemd tot hoofdopziener veor de visscherij op de Zeeuwsche stroomen en stierf, nu 52 jaar geleden. Juffrouw Schrop woont thans te Rotterdam. Uit goede bron verneemt de N, R. Ct., dat Vrijdag jl., na de teraardebestelling van het lijk van den heer L. Steenmeijer, in diens tuin te Sexbierum in den grond is gevonden een pot, inhoudende aan goudgeld een waarde van f 14,000 en aan zilvergeld een bedrag van f 2000. De heer Steenmeijer bereikte den ouderdom van bijna 93 jaren en had aan dc- mede reeds bejaarde, bij hein inwonende echtelieden, vóór zijn sterfuu^.g2"|- dezen aanwyzing van de aan wezig zijnd K L» gedaan. Zij moet gevonden De Fransche Minister van Binnenlandsche Zaken Globet heeft op Oudjaarsdag den syndicus der agents de change ontvangen, die de hoop uitte dat de vrede bewaard mocht blijven. Hij antwoordde hierop, dat hem niets bekend was, wat bezorgdheid kon rechtvaardigen. Wij wil len en wij behoeven den vrede, zeide hij. Dit hebben wij vaak genoeg gezegd, om een herhalen er van voortaan onnoodig te doen zijn. Niemand kan onze oprechtheid in twijfel trekken. Het is waar, dat Europa leeft op een voet van gewa- penden vrede, en dat dit de bezorgdheid ver klaart doch het hangt van ons niet af, dien toestand te doen ophouden. Het Gouvernement, heeft overigen geen enkele reden om te gelooven dat er uit dien staat van zaken een oorlog zou moeten voortkomenhet hoopt integendeel stel lig, dat dit niet het geval zal zijn. Geheel de politiek der Regeering is daarop gericht. In tusschen, eene groote natie als Frankrijk moet met koelbloedigheid elke gebeurlijkheid onder de oogen zien. Het beste middel om den vrede te handhaven is, onze kalmte te bewaren, terwijl de Ministers van Oorlog en Marine onverpoosd bedacht zijn op de verdediging van ons grond gebied. Het Journal des Débats wijst op de schro melijke vermeerdering van het aantal herbergen en kroegen in Frankrijk sedert in 1880 de wet van 1851 is afgeschaft, waarbij de vergunning van den prefect noodig was voor de oprichting van eene herberg of kroeg. Reeds in 1881 ver rezen er meer dan 10,000 nieuwe kroegen, en zoo is het steeds voortgegaan. In het Noorder departement vindt men een kroeg op de 46 in woners, dat is een op de tien volwassen perso nen. Hierop volgt het departement Pas-de-Calais, waar een kroeg is op de 55 inwoners. Het departement Gers telt de minste naar verhouding der bevolking, een op de 187 inwoners. Gemid deld is er in gansch Frankrijk een op de 95 in woners. In de Gevangenis te Gaillon, departement Eure, is Maandag een oproer ontstaan onder de gevangenen. Zij klaagden over den hoofdcipier, over slechte behandeling en over het voedsel, en eischten veranderingen in de verordening. De directeur had dadelijk aan de eischen vol daan en bovendien den hoofdcipier naar de in richting voor de krankzinnigen overgeplaatst. Maar hiermede waren de gevangenen niet te vreden, en twee nachten lang hebben zij een helsch geraas gemaakt en alles verbrijzeld. Zij weigerden ook te werken. Er werden troepen ontboden en de procureur-generaal, de kapitein der gendarmerie en andere autoriteiten kwamen te Gaillon. Naar luid van een telegram zijn de gevangenen thans rustig geworden door de be lofte, dat er een onderzoek naar hunne grieven zal plaats hebben. Op Nieuwjaarsdag heeft de Duitsche Kroonprins, aan het hoofd der bevelvoerende ge neraals van het Duitsche leger, een aanspraak gehouden tot den Keizer, waarin hij een terug blik wierp op de zestien laatste, door de vrede gezegende jaren, welke aan de ontwikkeling en versterking van het rijk gewijd zijn geweest. Die vreedzame arbeid kon slechts slagen, omdat des Keizers zaakkundige en rustelooze leiding de slagvaardigheid van het leger bevorderde. De Pruisische grondstelling, dat er geen onder scheid is tusschen volk en leger, omdat beide één en ter verdediging van het vaderland ten allen tijde bereid zijn, is door des Keizers goede zorg een gemeengoed der geheele natie gewor den. In deze weerbaarheid van het geheele volk ligt de voornaamste waarborg voor den vrede. De Keizer dankte met zeer hartelijke en warme woorden. Hjj herinnerde aan den moeilijken tijd, toen hij tachtig jaren geleden in het leger trad met de hoop betere tijden te zullen beleven. De Voorzienigheid heeft hem deze doen beleven, door het welslagen dat hij met het leger heeft gehad» Hjj zeide het leger dank. Zoo juist verlieten zij mij. Zij hadden geen tijd om lang te blijven, maar even aanwippen moesten zij toch. Het was het laatste station op hun huwelijksreis en van uit mijn woning gingen ze regelrecht naar de plek, waar zij hun nestje hadden gebouwd. Of ze gelukkig waren Dan hadt ge hun gelaat maar eens moeten zien en hun vroolijk gebabbel moeten hooren. Wat al plannen en idealen Wat al verwach tingen en beloften voor de toekomstZoo gij dat alles vernomen hadt, dan kon die vraag niet eens bij u oprijzen. Of zij gelukkig zullen blijven Wie zou het hun niet van ganseber harte toebidden Wie zou daaraan niet alles willen doen wat hij kon Is het niet heerlijk om te zien, zoo’n paar jonge menschen, één in denken en willen, één in wenschen en streven, met een gevoel alsof de geheele wereld hun toebehoort, met een door levensweelde hen ingestorten moed, waardoor zij het durven opnemen met alle ’s le vens strijd en moeite, is het niet heerlijk hen het leven te zien ingaan, hart aan hart en hand in hand, zonder vreeze voor wat de toekomst brengen kan en zal, maar is het mogelijk hen zoo te zien en niet tevens te smeeken „O dasz sie ewig grünen bliebe, Die Zeit der ersten jungen liebe En waarom zouden zij niet gelukkig blijven Wie toch heeft het ook zoo waar, zoo goed, zoo schoon gezegd, dat eindelijk dat wat met recht levensgeluk genoemd wordt niet afhangt van of bepaald wordt door uiterlijke levenservaringen, maar alleen bestaat in een stemming van het gemoed En dus. Waarom zouden zij niet gelukkig blijven? Zoo hun liefde maar liefde blijft, krachtig en onverzwakt. Zij moge zich in anderen vorm gaan openbaren, in andere woorden zich uitdruk ken en door andere daden zich doen zien, daar om behoeft zij nog niet te veranderen van aard en wezen en karakter. De liefde der wittebroods weken is de sterkste en krachtigste nog niet. Het is die, waarvan b.v. Schiller zeide: „Ik beken het vrijmoedig, ik geloof aan de werke lijkheid eener onzelfzuchtige liefde. Ik ben ver loren, als zij niet bestaat, ik geef de Godheid de onsterfelijkheid en de deugd op. Ik heb geen bewijs voor deze hoopvolle verwachting meer, wanneer ik ophoud aan de liefde te gelooven.” De jonge des Amorie van der Hoeven zong eens „Daar is een band die zielen bindt, Een wondre kracht die toogt en trekt, Een liefde door één blik gewekt, Die voor altoos bemint Die, schoon geen hoop haar uitzicht kroont, Geen wedermin haar trouw beloont, In ’t minnend hart is ingeweven, En leeft zoolang wij leven.” Als hij hierin gelijk heeft, hoe zouden zij dan niet gelukkig zijn en kunnen blijven, bij wie wel de hoop het uitzicht kroont, bij wie wel de wedermin de trouw beloont Waarom zouden zij niet gelukkig blijven? Als hunne liefde immers maar leeft zoolang zij leven, dan zijn in een broeibak en aldaar vóór ongeveer 12 jaren aan de schoot der aarde zijn toevertrouwd. Eene advertentie uit de Prov. Noordb. en 's-Hertogenbossche Courant'. Huwelijk en nering. Wordt gezocht een wa ter- en vuurhuis, niet al te klein (ik heb eenige spaarpenningen) en door een vrouw gedreven, die weduwvrouw is, om samen te trouwen en de zaak voort te zetten. Gezond en sterk, van goede getuigen voorzien zijnde, hoop ik hetzelfde te vernemen. Gelieve te schrijven onder motto „Water en Vuur” Bureau dezer Courant. PS. Vooral geen kinderen ten laste hebbendé die kan ik niet hebben. De schrijver van de „Haagsche Kout” in de Prov. Gron. Crt. zegt: Men zoekt nog altijd naar een opvolger voor de marine-portefeuille. Kapitein Boogaerdt is genoemd, maar deze zit in de West, en daar er geen telegrafische gemeenschap met die kolonie bestaat, kan het weigerend antwoord nog vol strekt Jjiet aangekomen zijn. In de bureaux van het departement van marine noemt men den heer de Gelder,. uifi als gepensioneerd lid van den raad van Nederialldsch-Indië zieh hier ge vestigd heeft. Deze zou hèt minst te verliezen hebben, en licht de portefeuille kunnen dragen, totdat de grondwetsherziening uCn gezamenlij- ken val van het kabinet veroorzakè? mocht. De bewuste Zigeunertroep kanipeert nog altijd in den omtrek van Eisden. Uiteen Sfi^er onderzoek hunner papieren moet zijn geblekeil. dat slechts 17 Oostenrijksche onderdanen en 28 van Grieksche herkomst zijn. Dit bemoeilijkt zeer de onderhandelingen over hunne opzending naar Oostenrijk. Intusschen gaat het Rijk voort met in hun onderhoud te voorzien, wat dagelijks op f 13 te staan komt. Eenige jongelieden te Schermerhorn hebben van sneeuw een huis gemaakt. Het heeft eene deur en een raam op het dak wappert de vader- landsche driekleur en inwendig heeft het zitplaat sen voor meer dan 30 personen. Vooral ’s avonds brengen velen een bezoek aan het sneeuwhuis het is dan uit- en inwendig verlicht, en aldus maakt het een aardig effect De Internationale Wedstrijden op schaatsen te Slikkerveer, bij Rotterdam, zullen bij aanhou dend vriezen weder op 7 en 8 Januari plaatsvin den en moeten alle inschrijvingen tot uiterlijk 5 Januari in handen zijn van den heer Herm. Kolff, te Rotterdam. (Telegram-adres Herolf- Rotterdam.) Stavoren, 1 Januari ’87. Zeer tot schade van de gemeente-financiën, van den sluiswachter, van de neringdoenden en de sjouwerlieden is, hoofdzakelijk tengevolge van den langdurigen winter van 1885 op 1886, de scheepvaart-bewe ging te dezer plaatse buitengewoon gering ge weest. Er werden door de zeesluis geschut 2091 schepen, te zamen met 142916 tonnen inhoud. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft dezer dagen een voor het bijzonder onder wijs niet onbelangrijk besluit genomen. Hij heeft namelijk toegestaan, dat de Arcens en Velden (Limburg) het hoofd der openbare school gelijk tijdig als hoofd eener bijzondere aldaar kan werk zaam zijn. De Minister is van oordeel, dat het hoofd slechts de school te besturen heeft, en dit bestuur zich ook tot meer dan éene school kan uitstrekken. Zwolle, 4 Jan. Gedurende hetjaar 1886 zijn alhier als door besmettelijke ziekten aangetast eangegeven 52 personen als: Typhus 7 waarvan overleden 3 Febris Typhoidea Diphtheritis Mazelen Roodvonk BolswarcLsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1