NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD IMASWAM® SM WMMSSMAOSSi 1887. Zes en Twintigste Jaargang. No. 17. VOOR DONDEliDAG 2S APRIL BINNENLAND. BUITENLAND. X ft TDe koffieveiling „De Brakke Grond”. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. vanl7regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. fs: ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, Engeland. De Times, over het gebeurde te Pagny sprekende, noemt de handelwijze van Duitschland, zelfs al is Schnaebele schuldig, een schending van het internationale recht en zegt, dat zoo Schnaebele niet dadelijk in vrijheid wordt gesteld, de diplomatieke gevolgen ernstig kunnen worden. Verder zegt het blad„Het is treurig, dat zulk een kleinigheid Europa in ongerustheid dompelt. Waarschijnlijk zullen Frankrijk en Duitschland het geschil spoedig oplossen, doch hoe zullen zij een einde maken aan het wan trouwen, dat de zaak een zeer ernstig aanzien geeft De Standard meent, dat Duitschland uitlegging moet geven, daar Frankrijk gelijk heeft. Had Frankrijk een Duitsch onderdaan gearresteerd op Duitsch grondgebied, Bismarck zou niet ge aarzeld hebben dadelijk het Duitsche leger over de grenzen te zenden. Te Kensington (Ierland) is Donderdagavond een woelige meeting gehouden, waarin Arnold Forster, die verdacht wordt den bewusten brief van Parnell in de Times te hebben geschreven, spreken zou over de eischen der Ieren. De spreker werd eerst herhaaldelijk in de rede ge vallen, eindelijk bestormde het publiek de ver hevenheid, waarop Forster en het bestuur zaten, de meubels werden vernield en er ontstond een gevecht tusschen de vrienden en vijanden van den spreker. Twee Parlementsleden waren on der de gewonden. De policie moest de zaal doen ontruimen en maakte tal van arrestanten. Frankrijk. Alle Fransche bladen zijn nog vol over de zaak Schnaebele. De Bepublique Frangaise weet daaromtrent te zeggen dat Bis marck gezegd zou hebben dat Schnaebele dadelijk in vrijheid gesteld zal worden, zoo bewezen'is dat hij op Fransch grondgebied is gearresteerd. Volgens de menschen, die bij Pagny aan den spoorweg werken, zou de arrestatie op Duitsch gebied hebben plaats gehad. Onder leiding van Jules Grévy, is Zaterdag een ministerraad ge houden, waarin evenwel omtrent de zaak geen enkele beslissing is genomen. Het Berliner la- geblatt meent in deze zaak geen aanleiding tot een conflict te zien, doch dat Duitschland zeker inlichtingen zal geven en niet aarzelen zal Schnaebele in vrijheid te stellen. Schnaebele zou reeds langen tijd als Fransch spion in den Elzas zijn werkzaam geweest. Ook te Parijs is men druk bezig met proef nemingen betreffende het gebruik van vélocipè- des voor militaire doeleinden. Generaal Bou langer heeft reeds herhaaldelijk de oefeningen bijgewoond van een 20-tal korporaals en solda ten der school van Jointville-le-Pont met twee- wielers en driewielers. De resultaten waren zeer bevredigend, zoodat men hoopt, door invoering dezer machines, de cavalerie zeer te kunnen ontlasten. DuitsoMand. Een Parjjsche correspondent deelt omtrent de zaak Schnaebele mede „Schnaebele werd door de Duitschers als een werkzaam lid van de Ligue des Patriotes be- schouwd^ die vooral werkzaam is in Elzas- De vorige week vierde het Ministerie zijn vierjarig bestaan. Het Handelsblad herinnert, dat dit sedert 1848 nog slechts éénmaal is ge beurd, namelijk met het tweede Ministerie-Thor- becke, dat vier jaar en tien dagen oud werd. Het eerste Kabinet-Heemskerk duurde twee jaren, het tweede drie jaren en het derde is nu de vier jaren te boven en zal menschelijkerwijze geoordeeld, langer duren dan het tweede Kabi- net-Thorbecke. Het bericht voor vele weken reeds medege deeld, dat het zoogenaamde leger des heils her waarts zou komen, heeft thans ook de Standaard bereikt. Zij schrijft dat die menschen ook ons land met een bezoek zullen vereeren. Reeds is de opmerking gemaakt, dat wanneer men dat zingen op straat als godsdienstoefeningen beschouwt, onze zoogenaamde „kerkwet” het niet veroorlooftwil men de vrouwen van de salu tation army met hare geleiders als straatmuzi kanten doen doorgaan, dan zullen zij permissie van het hoofd der gemeentepolitie moeten er langen en het is twijfelachtig of deze zijne toe stemming zal geven. In Engeland laat men het leger des heils naar welgevallen zingen en neemt het groote publiek er geen notitie van. In ons land zou dit waar schijnlijk niet het geval wezen, en deze in het Engelsch gezongen geestelijke liederen op eene vroolijke wijs zullen niemand stichten en zullen slechts tot wanordelijkheden aanleiding geven. Wij hopen daarom, dat van dit „vereerend” bezoek zal worden afgezien. „Niet zonder beteekenis, zegt het Sociaal Weekbl. „Bevestigd heeft zich het gerucht, dat de heer mr. F. baron van Hogendorp de hoofdredactie van het Dagblad van Zuid-Holland en's-Graven- hage zou aanvaarden. „Een feit van eenige beteekenis reeds in zóóver, als het openbaar leven er slechts bij winnen kan, wanneer een der groote politieke bladen onder de leiding komt van een zóó ongewoon begaafd man als de schrijver der „Haagsche Omtrekken”. „Doch niet zonder alle beteekenis ook uiteen maatschappelijk oogpunt. Iemand uit den eersten rring der residentie, behoorend tot de aristocratie des lands, een Hogendorp nog xtfel, voorgoed zich scharend onder de dagelijksche dienaren der roningin, die een ieder wel een weinig vreest, maar die op de hoogste hoogte der samenleving nu juist niet in den reuk van majesteit staat. „Of er niet zullen zijn, wien zoo iets hindert Uit Zwartsluis wordt aan de A7. B. Ct. gemeld, ds. Fernhout, doleerend predikant te Tzurn, het beroep naar de doleerende gemeente te Zwartsluis heett aangenomen. Vermits de massa der aldaar doleerenden tot de smalle ge meente behoort en velen hunner de strijd om het bestaan toch al zwaar genoeg valt, om er eene afzonderlijke kerkelijke gemeente met de gevolgen van dien op na te houden, zal in dit jezwaar worden tegemoetgekomen door de Am- sterdamsche broeders, die eene som van f 1000 jaarlijks als toelage zullen beschikbaar stellen. - In den nacht van 23 op 24 dezer is inbraak gepleegd in het graanpakhuis van den heer J. op den Kinderdijk te Middelburg, waarin zich tevens het kantoor bevindt. De dieven hebben met geweld de brandkast opengebroken en daar uit al het aanwezige geld, bestaande in bankbil jetten en specie ter waarde van ongeveer f 450 ontvreemd. De policie doet ijverig onderzoek, doch ia de daders nog niet op het spoor. Ik kwam toevallig door de Nes. Daar stond voor een groot gebouw een aantal heeren druk met elkaar te praten. „Wat is er hier vroeg ik aan iemand. „Zoo dadelijk begint de kof fieveiling”, was het antwoord. De koffieveiling En ik dacht aan Multatuli’s Havelaaren terwijl die heeren zoo vroolijk te zamen praatten en schertsten, kwamen mij al de onrechtvaardigheden, al het lijden voor den geest, door den man, die zooveel geleden heeft, in dat werk zoo roerend geschetst. De koffieveiling! En daarom trokken die heeren zoo geweldig aan hunne sigaren, omdat straks die koffieveiling begint, en zij daar niet rooken mogen? Daarom blijven zij tot op het laatste oogenblik op straat, opdat toch het stompje, dat zij moeten wegwerpen, zoo klein mogelijk zij Waarachtig, het schijnt zoo! Zie daar dien éénen. Hij neemt de sigaar uit den mond, houdt haar met het vuur naar boven, bekijkt haar nauwkeurig, knipt dan even met het linkeroog en schudt ook met het hoofd naar links, alsof hij zeggen wilde: „’t is toch nog zonde”. Dan neemt hij de sigaar weer tusschen de lippen, doet nog eenige geduchte halen, die het vuur bijna tot aan zijn mond doen naderen, blaast vol zelfvoldoening een paar dikke rookwolken in de lucht, bekijkt nog eens het natte eindje en smijt het dan weg. Nu gaat hij het gebouw binnen en allen volgen zijn voorbeeld. De verkoopzaal, die zij weldra geheel gevuld hebben, is een zeer eigenaardig lokaal en zoo speciaal Amsterdamsch, dat zij eene beschrijving volkomen waardig is. De zaal is vierkant, groot en hoog. Zij wordt gedekt door drie daken, welke ieder ééne schuine zijde van geribt glas hebben, zoodat het daglicht helder binnen valt. Langs drie van de wanden loopen, boven elkaar, twee galerijen, op welke, met glazen schuifdeuren, kleine vertrekken uitkomen, die allen boven de deuren genommerd zijn. De vierde wand geeft plaats aan den afslager, en die plaats is al zeer zonderling. Boven twee ouderwetsche deuren, waar men in ouderwetsche huizen gewoonlijk beeldhouw werk of andere muur versieringen aantreft, kijkt men hier in een donker, langwerpig vierkant gat. Als men precies om tien ure komt, dan ziet men in dat gat eenige menschen verschijnen en plaats nemen op onzichtbare stoelenmaar komt men als de heeren reeds gezeten zijn, dan krijgt men ontwijfelbaar den indruk van een thédtre tinta maresque. Die vijf of zes menschenhoofden met bijbehoorende borsten en armen schijnen veelte groot voor de plaats waar zij zich bevinden; en als men de deuren kon openen, waarachter de rest van hunne lichamen verborgen is (en dat kan zeker, want er stak een sleutel in), dan zou men stellig verrast zijn, als men daar iets anders zag dan die kleine, vlugge, beweeglijke beentjes en onderljjfjes, die in zoo’n thédtre tintamaresque gebruikelijk zijn. De vloervlakte der zaal is bijna geheel inge nomen door vijf rijen van elf banken met lesse naars voor vier personen; op eiken lessenaar is de naam van een makelaar geplakt, waarachter deze met zijne belangstellende klanten plaats neemt. Al de banken zijn spoedig bezet. Ook de galerijen vullen zich met de huurders der ge- nommerde vertrekjes en weldra is in de zaal geen plaatsje meer open. Telegraaf bestellers loopen af en aan en drin gen zoekend door de menigte heen, nu dezen dan genen vragende naar den persoon, voor wien zij een telegram hebben. Plotseling neemt het geraas geweldig toe. De afslager treedt voor het gat. Men zoekt en dringt naar zijne plaats, men wisselt nog een laatste woord, maakt nog eene laatste afspraak, en dat alles veroorzaakt een geraas, te midden waarvan de afslager met eenige heeren plaats neemt. Kalm kijkt hij de zaal rond, en als zijn blik niet in staat blijkt het geruisch te doen verstommen, dan legt hij de linkerhand in een groote koperen schaal en omklemt het uiteinde van een korten ebbenhouten stok, die met het handvat op den rand der schaal rust. Nog zwijgt men nietNu beurt hij het uiteinde van den stok een weinig op en geeft er een tikje mede op den bodem der schaal, waardoor een zachte maar heldere toon boven alles uitklinkt, en plot seling allen zwijgen en het oog naar den ver- kooper richten. Deze begint dadelijk met de veilingZjjn lin kerhand blijft in de schaal op den stok rusten en telkens, als het hoogste bod bereikt is, brengt hij door een tikje een luid klinkende toon voort, waarmede hier de hamerslag vervangen wordt, die elders bij verkoopingen gebruikelijk is. De veiling begint dus. Het nommer van de kaveling, die te koop wordt aangeboden, wordt genoemd en nu begint het verschrikkelijkste ge tier dat ik nog ooit heb bijgewoond. Zelfs in den effectenhoek op de Beurs wordt het niet geëvenaard. Onder mjj, boven mij, voor mij en achter mij; aan mjjn linkerkant en aan mijn rechterkant, brak eensklaps zoo’n woest gebrul en gehuil uit, dat mijne eerste beweging eene vluchtende was, daar ik dacht dat al de heeren plotseling krank- rinnig geworden waren, stok op den metalen bodem. Dan zijn opeens alle handen bezig in de zaal, zoowel van de ne vens den verkooper zittende heeren als van de makelaars en andere belangstellenden. Telkens worden ook nog altijd telegrammen gebracht, maar meer nog ziet men knechten met beschreven stukken papier haastig wegloopen, om door de telegraaf den stand der koffieprijzen naar alle windstreken kenbaar te maken. Naarmate wij het einde van den catalogus na deren, stijgt de temperatuur in de zaal en worden ook de wangen der opgewonden koopers blo zender. Eindelijk zijn we het eerste gedeelte doorworsteld. Nu komt nog de Macasser koffie Maar thans verlaten velen de zaal en slechts de helft ongeveer der te voren aanwezigen blijft. En als door eene afspraak nu komen sigaren voor den dag. Krets, krats, krits klinkt het van alle kanten de Zweedsche lucifers worden aangestreken. Nu stoort men zich niet meer aan het carton, dat tegen de deur van het thèdtre tintamaresque, op de hoogte van des verkoopers buik, verzoekt „hier niet te rooken” men dampt er lustig op af. Eindelijk is ook de Macasser geveild Nauwe lijks is de laatste kaveling toegewezen of de verkooper en de hem vergezellende heeren staan op, een gordijn achter hen wordt weggeschoven en laat een kleine trap zien langs welke zij verdwijnen en wij staren weer in een ledig, donker gat. Maar niet langwant allen verlaten de zaal, waar thans niets meer te verdienen is en ook wij gaan heen eigenlijk om dezelfde reden. Doch wij gaan heen onder een indruk, die op elkeen moet worden teweeggebracht, als hij voor de eerste maal een zoo levendig, zoo aangrijpend tooneel bij woont, een tooneel, waarin met kwart centen wordt geboden, maar waarin binnen twee uren tijds millioenen guldens worden verhandeld ten bate van ’s lands schatkist. Voor mij is dat tooneel onvergetelijk, en al zou ik niet gaarne mijn arme hersens voor de tweede maal er aan blootstellen, dat ik het heb bijgewoond verheugt mij zeer. Amst. Courant. PUNTEN VAN BEHANDELING voor de Vergadering van den Raad der gemeente Bolsward, Woensdag den 27 April j.L, ’s avonds ten 7 ure. 1. Rapport van de Commissie omtrent het onderzoek der rekening van het Algemeen Stads Armenhuis over 1886. 2. Behandeling van het voorstel van Burge meester en Wethouders tot het aanstellen van nog een onderwijzer aan de Stadsteekenschool. 3. Behandeling van het voorstel van Burge meester en Wethouders omtrent het maken van een nieuwen toegang naar de Raadzaal. 4. Behandeling van het voorstel van Burge meester en Wethouders inzake het terrein bij de Broerekerk. 5. Behandeling van de concept-verordening op den stoomtram. Den verkooper was het woord nog niet uit den mond „Numoro éénof daar begon het. De hemel beware mij voor nog zoo’n portie Tijgers, leeuwen, jakhalsen, varkens, kraaien, papegaaien, dronken boeren enfin, een heele menagerie bij elkaar, één minuut voor de „voe ding der dieren” en door dat alles heen dan nog een zware torenklok. Die torenklok zat een paar deuren bij mjj van daan. Hemelsche gerechtig heid wat zijn de stemmen toch ongelijk ver deeld. Boertje werd uitgelachen om zijn pieperig stemmetje, dat toch, scherp als een naald, door alles heen naar het oor van den verkooper drong, en de Bruyne bulderde zoo geweldig of zijne ge tallen stalen puntkogels waren, waarmede hij, met ladingen van 500 kilo buskruit het thédtre tintamaresque beschoot. Ik vermoed dat deze makelaar de longen van al zijn kantoorbedien den mede naar zoo’n veiling neemt, want voor één man is dat geen werk. Rechts van mij zat een heer, die op zoo kla- genden toon zijn bod uitschreeuwde, dat ik tel kens verschrikt omzag, denkende dat hij van de galerij dreigde te vallen om hulp riep. Beneden mij klonk eene stem als uit het graf. En welk eene stem! Het was of honderd jonge lingen, in de kracht huns levens gestorven, plot seling weer waren opgewekt en zoo schrikten van de groote ellende en diepe verdorvenheid hier beneden, dat zij met éénen ontzettenden kreetdrie kwartuitéénstoven. Naast dezen grafheer zat er een, die riep „vier enveertig” door zijn neusmaar al had hij vier enveertig millioen moeten roepen, hij had het niet harder kunnen doen, en zijn neus scheen groot genoeg om er zelf dit laatste cijfer door te laten. Een oude heer, schuins tegenover mij, scheen door een scheepsroeper te spreken. En naast hem zat een buikspreker; men zag zijnen mond wijd open gaan en toch scheen het geluid onder uit zijne broekspijpen te komen. De heeren, die ik nu beschreef waren allen gezeten op de galerijen. Maar kijk nu s. v. p. eens naar beneden, op die drie honderd gedekte en ongedekte hoofden. De gelaatstrekken kunt ge van boven af niet zien maar hoort ge ’t niet aan dat knorren, dat krassen, dat galmen, dat gillen hoort ge ’t niet dat daar een heftigen strijd om het bestaan gestreden wordt; ziet ge ’t niet aan de woeste bewegingen, waarmede al dat getier vergezeld gaat, dat daar hartstochten woelen, ééne hartstocht vooral: de zucht naar geld. En om zich nu een juiste voorstelling van dit gehoorvliessplijtend tooneel te vormen, bedenke men, dat tien, twintig stemmen tegelijk elkan der trachten te overschreeuwendat de bezitters dier misthoorns, behalve door hun vreeselijk geluid, ook nog door andere middelen de aan dacht van den verkooper trachten te trekken, zoodat zij onder het roepen van„een half!'' soms eensklaps overeind vliegen, over de ba lustrade der galerij hangen, of beneden op eene bank springen. En allen steken de rechter hand vooruit of omhoog naar den verkooper en herhalen, steeds even luid schreeuwende, tien, twaalf malen achtereen hun bod, totdat de ver kooper door de richting zijner oogen of het wijzen van zijn vinger, den persoon aan wijst, die aan 't bod is. Deze blijft dan aan het bod zoolang hij be geert. d. w. z.hij kan opeenvolgend zooveel kavelingen van dezelfde soort voor den prijs der eerste koopen als hij wil, tenzij een ander meer biedt of hij zelf ophoudt met roepen: „nog ééns!" of ook wel den eerst geboden prijs verlaagt. Gebeurt dit, dan bereikt het geraas steeds zijn toppunt. Dadelijk nemen dan tal van anderen zijn bod over en eer de verkooper heeft uitge maakt wie de kooper is, hoort ge een lawaai (ik weet geen woord dat het beter uitdrukt) en ziet ge een aantal handen zich zoo driftig be wegen, dat ge waarlijk zelf niet kunt gelooven, dat ge met eenigen dier heeren straks van Rot terdam zijt gekomen en zoo gezellig in een eerste klasse coupé met hen hebt zitten praten; of dat ge die twee eerwaarde oude heeren daar, die zich nu zoo boos op den verkooper schijnen te maken, dat zij hem onophoudelijk toeschreeu wen en met den vinger dreigen dat ge die twee eerwaarde heeren bijna eiken middag in hunne sociëteit zoo bedaard achter het schaak bord ziet zitten. En door al dat woest rumoer heen doen die heeren nog andere zaken. Van boven naar be neden, van den eenen kant der zaal naar den anderen hoort men telkens, door alle andere ge luiden heen als een aal door het wier, eene stem tot iemand, die aan het bod isCremers, voor my ook eenof „drie voor my, Jacobson En Cremers knikt toestemmend met het hoofd, en Jacobson doet dat alleen maar met zijne oogleden, en het contract is gesloten. Een oogen blik later roept Cremers weer naar de overzijde: „N°. 766,” en Jacobson roept„N°. 850”, in den catalogus (notitie noemt de Handelmaatschappij het) wordt een potloodkrabje gezet, en de han- delsvrienden zjjn zoo zeker van elkaar, als wa ren zjj door eene notariëele acte verbonden. De verkooper blijft bjj dat alles zoo kalm als de twee deuren, die het grootste en het domste gedeelte van zjjn lichaam verbergen. Rustig noemt hij nommer na nommer op, herhaalt het cijfer dat geboden wordt en als eindeljjk op de vraagniemand allen het antwoord schuldig bljjven, dan ziet ge de in de schaal rustende hand even bewegen en tik klinkt de korte dikke Lotharingen. Om instructiën en mededeelingen over te brengen, werd hij geacht herhaaldelijk bijeenkomsten gehad te hebben met leden dier vereeniging, die, volgens de Duitsche wet, straf baar zijn. Een bevel tot gevangenneming was tegen nem uitgevaardigd voor het geval dat hij op Duitsch grondgebied mocht komen, en nu behoeft men niet nauwkeurig met de policie in alle landen bekend te zijn om te weten, dat zij eenmaal in het bezit van zulk een bevelschrift, niet rust vóórdat zij den aangeduiden persoon in handen heeft.” De commissie uit den Rijksdag heeft, met 12 stemmen tegen 12 het voorstel verworpen, dat kunstboter blauw gekleurd zou moeten zijn, maar daarentegen aangenomen, dat de naam „kunst boter” verboden en daarvoor in de plaats „mar- garine-boter” gebruikt moet worden. Bolswardsclie Courant IN

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1