NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD SN W«HS8BA»BS&
1
>1-
1887.
Zes en Twintigste Jaargang.
No. 19.
VOOR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DONDERDAG 12 MEI.
■Tg
1
JE
brengen,
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
>,Xr
Frankrijk. De Paris zegt: „Het was
te voorzien, dat er eens een dag zou komen, dat
de Mogendheden maatregelen zouden nemen tegen
de grillen der Duitsche diplomaten, om hun eer
en belangen te verdedigen.
Die tijd is gekomen diplomatieke verbonden
zijn gesloten en wel zoodanig, dat de verbonde
nen stellig op elkaar zullen kunnen rekenen.
Wij mogen nu niets meer zeggen, maar dit is
zeker, dat Frankrjjk niet meer alleen staat”.
De bladen melden, dat Engeland en Frankrijk
het zijn eens geworden over de Egyptische quaestie.
De minister Goblet heeft Zaterdag de mari
tieme tentoonstelling te Havre geopend meteen
rede, waarin hij wees op Frankrijks vooruitgang
als Republiek. De tentoonstelling was op nieuw
een bewijs, dat Frankrijk in vrede met de an
dere landen wil leven. Een volk, dat zulke ten
toonstellingen geeft als deze en de komende in
1889, koestert geen vijandelijke plannen.
Het Petit Journal meldt, dat de heer Dauphin,
minister van financiën, zijn ontslag heeft aan
geboden. Hij heeft zich onmiddellijk willen terug
trekken, maar op aandrang van den minister
president heeft hij hiervan afgezien.
De aftreding van den heer Dauphin zou eene
volledige ministeriëele crisis voorkomen.
De Fransche Regeering doet het mogelijke,
om den slechten indruk weg te nemen, welken
de anti-Duitsche manifestatiën van verleden
week in de hoofdstad moeten hebben gemaakt op
de Regeering te Berlijn, en deze is voorkomend
genoeg, om te doen als hechtte zij niet het minste
gewicht aan de'zegepraal van „drie slagersknechts,
een koksjongen en een vergulder”, ofschoon deze
„revanchards werden gearresteerd.
Zoo leest men in de officieuse Temps, dat de
Duitsche gezant, graaf von Munster, Donder
dag bij een bezoek aan den Minister Flourens
zijne voldoening er over heeft uitgespoken, dat hij
op een oogenblik was teruggekomen, waarop de
door het gebeurde te Pagny veroorzaakte opge
wondenheid geheel gestild wastevens gaf hij
zijne overtuiging te kennen, dat de meest heu-
sche betrekkingen tusschen Frankrijk en Duitsch-
land zouden bestendigd worden. De heer Flourens
vernieuwde zijnerzijds de betuiging van Frank
rijks vredelievende gezindheid, welke ten allen
tyde de Fransche Regeering en hemzelven be
zielde.
De Minister-president Goblet heeft die ver-
HET PARLEMENTAIR PORTRET
van den heer Lieftinck is opgenomen in het
jongste nommer van De Lantaarn. Door de
N. Asser Crt. is daaraan o.a. ontleend
„Een zijner andere gewoonten is, om, wan
neer hij in de anti-chambre jas en hoed heeft
afgelegd en de vergaderzaal binnenkomt, de vin
gers door het haar te halen, dat als een uit
waaiende krans rond den schedel staat, en door
deze behandeling nog woester uitvliegt; dan
zich in den zomer, met een zakdoek het voor
hoofd af te drogen, en zijn rossig kinbaardje
brutaal naar voren op te strijken. Zijn uiterlijk
krijgt daardoor een eigenaardig cachet.
Hij is een groote, stoer gebouwde man, hoog
en vierkant in de schouders, op lange beenen,
met brusque gebaren, zware stem en ferme
stappen. Zijn hoofd, met hoogen voorschedel,
heeft een energieke beenigheid, een grooten
neus, stoute oogen, terwijl de lippen en de kin
verborgen zijn in een roodachtige snor en kin-
baard, die brutaal tegen het gezicht zitten, als
door een nijdigheid opgekruld. Zijn optreden
geeft den indruk van iets woests en opgewon
dens zonder hem te kennen, zou men hem zich
voorstellen groote volksmenigten toesprekend,
de roode republiek predikend, of boven op eene
barricade gevend het sein van den opstand.
Hij is geen man, die men zich achter een schrijf
tafel in een rustig studeervertrek kan denken
men wil hem zien oreeren, bulderend met een
toornige stem, zelf handelend waar het noodig
is, altijd bezig en helpend met het voorbeeld.
Hij schijnt snel stroomend bloed te bezitten,
want nauwelijks is hij aan het woord en windt
hij zich onder bet spreken op, of het vloeit
hem naar het hoofd en zet zijn geheele gezicht
in rood. Dan maakt hij ook groote gebaren,
met zijn hand, waarin hij een aanteekeningen-
boekje houdt, in de lucht hakkend, met ruime
uitzwaaiingen van den arm. Zijn zware, volle
stem, die spoedig toornige klanken uitstoot,
weerklinkt tot in de uiterste schuilhoekjes der
zaal.
De rustige gezetenheid der oudere heeren is
hem vreemdhet is hem onmogelijk, om, zooals
de heer Verniers van der Loeff, of van JPasse-
naer of de Buy ter Zijlker, den ganschen dag in
zijn bankje zittend door te brengen. Hij heeft
behoefte aan beweging en verandering. Men
ziet hem dan ook overal ronddwalennu eens
naar de koffiekamer, om nog kauwend, als er
een stemming plaats heeft, bij een der klap
deurtjes zijn „voor” of „tegen” te komen uit
roepen dan eens leunend tegen een der venti-
latieschermen met een zijner collega’s pratend
een andermaal vindt men hem midden op de
open vlakte, tusschen de bureaux en ministersta-
fel, wijdbeens staan, de handen in de zakken,
het hoofd in den hals en naar alle zijden rond
ziende. Maar het meest is hij in zijn element
wanneer van Baar aan het woord is. Nauwelijks
heeft de voorzitter den naam van dezen afge
vaardigde uit Eindhoven genoemd, of de heer
Lieftinck steekt de zaal over om een vroolijk
spel met hem te drijven.
Somtijds gaat hij vlak naast den spreker staan,
bij ieder zijner beweringen toestemmend met
het hoofd knikkend, als waren zij volkomen
juist; ook zinkt hij wel eens in zijn nabijheid
op een der groene bankjes neêr, hem lachend
aanziende, door een interruptie hem in de ver
legenheid brengend, terwijl hij hem af en toe
midden in de redevoering een onverwachte vraag
doet, waardoor hij aan het stotteren raakten
niet zelden wordt hij, wanneer deze afgevaardigde
in een zijner oude, vroolijke buien is, hierin
door den heer Blussé geholpen. Met hun beiden
bassen zij de kleine figuur van den heer van
Baar met luid gebrom aan, brengen hem in
het nauw, jagen hem in een oratischen hoek,
zoodat de spreker hals over kop naar het einde
zijner redevoering tuimelt,
Maar ook op andere wijzen weet de heer
Lieftinck uiting aan zijn parlementair ongeduld
te geven. De weinige keeren, dat hij de rust
plaats van zijn bankje heeft gevonden, hoort
men hem niet zelden kritiek voeren, eensklaps
een woord uitstooten, een wild gebaar maken,
iets luide ontkennen, of den heer van Kerkwijk
krachtig in het roepen van „Stemmen! Stem
men of „Genoegof ’t Is buiten de orde 1”
steunen, waarop zij dan antwoord ontvangen van
den President met een waarschuwend geklop
van den hamer.
Toch niettegenstaande deze teekenen eener
uiterlijke, schijnbare hardheid van gemoed en
ruwheid van manieren, behoeft men niet veel
scherpzinnigheid te bezitten om te ontdekken
dat het slechts de natuurlijke keerzijden van
eenige goede eigenschappen zijn van een op
rechte, Friesche stoerheid, een ingekankerde
afkeer van godsdienstige en politieke femelarij,
een doortastendheid die niet van vrouwelijke
zachtheid' houdt, en het streven van een man
van de daad, om, door vermijding van geleuter
en gepeuter, voort te maken waar stilstand ach
teruitgang worden kan. Dit zijn de qualiteiten,
die zijn rondborstigheid en beslistheid van opi
nies ons vertolkenen niet gewoon om zijn
meeningen onder stoelen of tafels te steken,
brengen, en ’t is dus zaak dien niet te missen.
Maar menigmaal zijn hoogere machten in het
spel, die schijnen te beproeven hem een belet
sel in den weg te leggen: bijv, een redevoering
van Keuchenius of van Baar, waarvan te ver
moeden is, daar zij door een gewichtige stem
ming zullen worden gevolgd. De heer Lieftinck
mag dan, ’t spreekt van zelf, niet op het appèl
ontbreken, en wachten is dus het consigne.
Hij staat echter al op post, namelijk aan een
der groene klapdeurtjes, om, als zijn naam van
de lijst is afgelezen en zijn stem uitgebracht is,
te kunnen weghollen, ’t Is ondertusschen vijf
minuten over vieren geworden; telkens worden
er angstige blikken op de klok en op het hor
loge geworpen en men behoeft het gezicht van
den afgevaardigde slechts aan te zien, om na te
kunnen gaan of hij aangename indrukken van
de redevoering ontvangt. Hij heeft de heeren
Cremer en Heldt reeds gewenkt, en ze staan
naast elkaar, den knop van het deurtje in de
hand, trappelend van ongeduld, fluisterend. Ein
delijk begint de stemmingde heer Lieftinck
doet het klapdeurtje reeds open en staat op den
drempel. Daar klinkt het„Lieftinck en het
antwoord luidt uit de verte „Voor!” Klets!
bonshij is al weg, met reusachtige stappen,
eenige seconden later door Cremer en Heldt na
gestoven
Lieftinck en Cremer men ziet hen nooit alleen,
maar ze zijn altijd in elkanders gezelschap.
Even dus C. ook aangestreeptEen sterke,
ferme man, met rood haar en roode bakkebaard
jes, altijd bedaard, in een onovertreffelyke leuk
heid van bewegingen; een kalm, stil gezicht,
waarin zelden een spier vertrekt, en dat de
sporen draagt van de rust eener onbekommerde
levenswijzeafgevaardigde voor Amsterdam in
de kracht der jaren, directeur der Deli-Maat-
schappij, kan honderd jaren worden man van
studie en zaakkennis en bezit autoriteit in Ko
loniale aangelegenheden. Deze twee afgevaar
digden zijn groote vrienden, loopen altijd samen,
sporen samen, lachen samen, en hebben de
zelfde vrienden en vriendinnen, die af en toe
in de presidentsloge de zitting komen bijwo
nen, en die zij samen gaan complimenteeren.
Verander de kleur der haren van den heer
Lieftinck in grijs, zet zijn leeftijd op zestig
jaar, en ge hebtden heer BlusséDe
zelfde krans van uitstaande haren rond den
schedel, hetzelfde kinbaardje, dezelfde stoerheid,
rondborstigheid en jovialiteit! De heer Blussé
is de heer Lieftinck van drie kwart eeuw, en de
heer Lieftinck is de heer Blussé op zijn vijf-en-der-
tigste jaar!”
woorden, uit 1 Joh. 2, 18, „Het is de laatste
ure”. Met aandoening hoorden zijne vele vrien
den dit Afscheidswoord aan en zeker zal het
velen genoegen doen, dat zij deze rede eerlang,
als eene gedachtenis zullen kunnen koopen.
In vele opzichten zal het gemis van den heer
Lojenga worden gevoeld, want in onderschei
den betrekkingen was hij met belangeloozen
ijver, onvermoeid werkzaam en onze stad ver
liest in hem een waardig burger.
Half Juli wordt te Scheveningen verwacht
de morganatische weduwe van Czaar Alexander II,
Prinses Dolgourouki, met hare kindereneen groot
aantal appartementen van het Oranje-hótel zijn
voor de Prinses, die tot half September op de
badplaats blijft, dezer dagen gehuurd.
Door het verhuizen naar Noord-Amerika is
in de laatste jaren te Cocksdorp op Texel de be
volking met de helft verminderd.
Te ’s-Heerenbroek had Zaterdag de knecht
van den landbouwer H. het ongeluk, terwijl hij
bezig was een wagen met schapen te laden, van
het voertuig te vallen. De man was onmiddel-
lijk een lijk.
De directeur der Weesinrichting te Neer-
bosch heeft van een onbekenden weezenvriend
uit Amsterdam eene gift ontvangen groot f 1000,
voor genoemd gesticht.
Over hetgeen prof. Buys in zijn Güfe-artikel
schrijft betrekkelijk het in de Grondwet voor
gesteld voorloopig kiesreglement, laat de Werk
mansbode (redacteur de heer Heldt) zich erg
bitter als volgt uit
„Prof. Buys kan gerust zijn. In hoeveel op
zichten de Tweede Kamer hem bij den arbeid
der Grondwetsherziening ook onbevredigd heeft
gelaten, hiervoor behoeft hij niet bevreesd te
zijn, dat zij ten opzichte van toekenning van het
kiesrecht te ver zal gaan. Zooveel „verstand”?
heeft zij nog wel. Of dat „nuchter en gezond”
is, is een andere vraag. Maar hierover schijnt
haar meerderheid het reeds vrij wel eens, dat,
tegen alle ver- en betoogen van haar eigen woord
voerders van de Liberale Unie en van zoovelen
meer in, de grenzen van het kiesrecht daar moe
ten gesteld worden, waar de „gezeten werkman”
begint.
„Die alledaagsche voorzichtigheid” zullen waar
schijnlijk de meeste liberalen niet uit het oog
verliezen, vooral niet, nu hun wetenschappelijk
leider hen er heen wijst. Inderdaad, met des
professors gemoedelijk beroep is het pleit reeds
half beslecht. De hoeveelheid kiezers, de storm
ram om hen, die men met geweld buiten het
korps wenscht te houden, gemakkelijk den pas
af te snijden. Het kan niet voorzichtiger. En
wat zal Heemskerk in het vooruitzicht op deze
nieuwe overwinning zich bereids met genoegen
de dijen wrijven en zich verkneuten”
Als eene merkwaardigheid wordt medege
deeld, dat de heer Oudegeest, emeritus predikant
te Engelen, en zijne echtgenoote op 10 Mei hunne
diamanten bruiloft vieren. De zes zonen van
dit echtpaar zijn allen ook predikant, respectieve
lijk te Vucht, Engelen, Bokstel, Vlijmen, Opijnen
en Atjeh (laatstgenoemde thans met verlof te
Leiden.)
Zaterdagavond ten kwart voor elven, toen
in de groote Harmonie-zaal te Roermond juist
een comediestuk ten einde liep, klonk daar het
geroepbrand, dat in een oogenblik eene onbe
schrijfelijke verwarring veroorzaakte. De per
sonen der galerij drongen en sprongen zelfs naar
beneden in de eivolle zaal- Het tegenhou
den door enkele bedaarde mannen is oorzaak,
dat de ongelukken bepaald bleven tot gekneus
de armen en beenen (lichtelijk), gebroken hek
ken en stoelen. De 4- a 500 personen zagen,
buiten gekomen, het koffiehuis van den heer
Theelen in lichterlaaie staan. Dit gebouw, van
het comediegebouw dooreen gebouw gescheiden,
is op de bovenverdieping geheel en al afgebrand.
Brandweer, schutterij enz. waren in een oogen
blik aanwezig en men zag veel burgers druk aan
het werk.
Zonder de hulp der tegenhoudende heeren was
het ongeluk niet te overzien geweest. Twee
kinderen die te midden der vlammen sliepen zijn
gered.
Men schrijft aan het D. v. N. uit den Haag
Terwijl de eerste lezing der Grondwetsherzie
ning snel vordert, is men reeds bedacht op een
vorm om den heer Heemskerk de dankbaarheid
der natie voor zijn grootschen arbeid te betuigen.
Het is, naar men mij uit goede bron mededeelt,
het verlangen des Konings Heemskerk op te
nemen in den Nederlandschen adel, met den titel
van baron.
Tegelijkertijd zouden de burgemeesters van
Amsterdam en den Haag, de Heeren van Tien-
hoven en Patijn, tot jonkheeren worden benoemd.
Deze benoemingen zouden reeds hebben plaats
gehad, ware het niet dat de burgemeester van
Amsterdam, thans door velerlei ingewikkelde ge
meentezaken geheel in beslag genomen, een kort
uitstel wenschelijk had geoordeeld.
Terwijl deze onderscheiding den heer Patijn
en nijverheid en niet verdacht kan worden,
agressieve plannen te koesteren. Het evenwicht
der Staatsbegrooting te herstellen, ziedaar de
taak van Regeering en Volksvertegenwoordi
ging-
De Minister van Koophandel, Lockroy, bracht
aan het banket een dronk uit op de consuls der
buitenlandsche Mogendheden, die aan de ten
toonstelling deelnemen, en die, naar hij ver
wachtte, zeker ook wel niet bij den grooten
wedstrijd van 1889 zouden ontbreken.
Met deze woorden zijn weinig in overeenstem
ming het telegram uit Parijs aan de Koln. Zeit.
volgens hetwelk de Minister Lockroy voorne
mens zou zijn een voorstel te doen om de wereld
tentoonstelling niet in 1889, maar in 1890 te
houden, omdat men zoo het heet met
het voorbereidende werk te zeer ten achteren is.
Rusland. Eene wet is afgekondigd, waar
bij de invoerrechten op ruw ijzer, ijzer, staal en
ijzer- of staalfabrikaten verhoogd worden. Tege
lijk wordt aan den Minister voor de domeinen
en aan die van financiën opgedragen, zoo spoedig
mogelijk wetsvoorstellen te ontwerpen voor maat
regelen, te nemen in de Westelijke provinciën
des Rijks, ten einde te voorkomen dat voortaan
aldaar ijzersmelterijen en ijzerfabrieken worden
opgericht of voor zoover zij reeds bestaan,
worden uitgebreid welke met buitenlandsch
personeel en materiëel gedreven worden.
De Czaar bezit een album met de portretten
van alle nihilisten, die gedurende zijn regeering
betrokken waren in aanslagen op zijn leven. Het
album is bijna vol. De Keizerin wilde herhaal
delijk het album vernietigen, omdat het zien
daarvan den Czaar opwindt, maar zij is niet ge
slaagd de hand daarop te leggen.
Bulgarije. Te Sofia is een brochure ver
schenen, die nog al sensatie heeft gemaakt.
Zij is geteekend P. T. Gondoff, maar wordt al
gemeen toegeschreven aan Stoyannoff, hoofd der
radicale partij.
De brochure is getiteldHet is tijd dat wij
ons afvragen of Rusland ons bevrijd heeft.
Nadat de schrijver alle oorlogen, door Rusland
in het Oosten gevoerd, heeft nagegaan, komt hij
to,t de conclusie, dat Rusland slechts zijn eigen
belang heeft nagestreefd en niet het doel om de
verdrukten te bevrijden.
De Turksche barbaarschheden waren minder
ruw dan de Russische. Rusland heeft de Tcher-
kessen gedwongen naar den Balkan uit te wijken,
Rusland draagt dus de schuld der gruwelen door
de Muzelmannen gepleegd.
„Bulgarije”, dus besluit de schrijver, „moet
zich in de armen van Oostenrijk werpen. Dit
land kan helpen bij de keuze van een Vorst.
Maar beter nog zou het zijn de Republiek uit te
roepen”.
In Rusland zullen dit jaar waarschijnlijk
de groote najaars-manoeuvres achterwege blijven.
Daarentegen zullen tal van kleinere oefeningen
plaats vinden, waarbij troepen van de verschillende
wapens zullen gebezigd worden, ter instructie van
de stafofficieren en de jongere generaals. Buiten-
landscho officieren zullen die manoeuvres niet
bij wonen. Vooral met nachtmarschen en nachte
lijke gevechten zullen proeven op groote schaal
worden genomen.
Op last van den Duitschen Bondsraad zijn
door het departement van Justitie en Politie
bouwstoffen verzameld voor een rapport over de
Duitsche socialisten en anarchisten in Zwitserland.
Te Zurich hebben zij hun hoofdkwartier. Daar
verschijnt in de Duitsche coöperatieve drukkerij
te Hottingen bij Zurich het partij orgaan der
Duitsche sociaal-democraten, der SozialDemokrat,
dat bij honderdduizenden exemplaren in Duitsch-
land wordt binnengesmokkeld. Te Hottingen is
ook de voornaamste uitgevers-maatschappij van
socialistische boeken, tijdschriften en brochures,
die voor Duitschland zijn bestemd. Ook de
bondskas der Duitsche sociaal-democratische partij
wordt te Hottingen en te Zürich bewaard. Hier
heen zenden de partijgenooten van buiten hunne
contributiën en van hier gaat het geld voor de
agitatie en propaganda naar het Duitsche Rijk
terug, voor zoover de gelden niet gebruikt wor
den voor de drukwerken en voor het ondersteu
nen der gezinnen van verbannenen. Uit Zurich
wordt soms de geheele verkiezingscampagne bij
de Rijksdagverkiezingen geleid. Zoolang dit alles
nu binnen de wettelijke grenzen blijft, kan het
niet worden verhinderd, maar in den laatsten
tijd is de vrees ontstaan, dat deze agitatie tot
verwikkelingen met Duitschland zou kunnen
aanleiding geven, vooral omdat in eenige socia
listische brochures de Keizer schandelijk wordt
beleedigd. De Bondsraad wil derhalve trachten
te zorgen, dat niet misbruik van het recht van
asyl wordt gemaakt.
Griekenland. Hier loopt het gerucht,
dat de Engelschen hun best doen de Cretenzers
over te halen Engelands beschermheerschap aan
te vragen.
Amerika. 13,000 man in het kolendistrict
Pennsylvanië hebben het werk gestaakt.
Bolsward, 9 Mei. Na een ruim dertienjarig
verblijf ter dezer stede, heeft de heer S. Kutsch
Lojenga heden met zijn gezin onze stad verla
ten. Voor een talrijke schare sprak hij giste
ren zijne afscheidsrede uit, naar aanleiding der
voeringen, zoowel aan het banket te Havre, als
bij gelegenheid der feestelijke opening van de
maritieme tentoonstelling aldaar. De Minister
zeide, dat de Fransche natie zich onledig houdt
met de bevordering van den bloei van handel
in het publiek, voor ieder verstaanbaar.
Het spannendste moment van den dag, waarin
zijn geduld het meest op de proef wordt gesteld,
is het klokje van vieren. Om 4.19 vertrekt de
trein, die hem op het etensuurtje nog thuis kan
burgemeester der residentie dikwerf in de gele
genheid was aan het Hof te bewjjzen, vindt zij
bij den heer van Tienhoven hare aanleiding in den
uitstekenden afloop der laatste Aprilfeesten, waar
mede Z. M, zeer was ingenomen,
Bolswardsclie Courant