NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BGLSWARD M WWSiRiöiB
Zes en Twintigste Jaargang.
1887.
No. 20.
DONDERDAG 19 MEI.
T*
VOOR
BINNENLAND.
BUITENLAND.
c
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 17 regels. Ver-
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Wonseradeel, 14 Mei. In de heden ge
houden vergadering van den Gemeenteraad is
eervol ontslag verleend, wegens vertrek naar
elders, aan de heeren K. A. Salverda en T. H.
Roorda als armvoogd te Witmarsum en Kims-
werd; zijn benoemd tot leden van de bouwcom
missie de heeren A. Kool, C. C. Ledeboer en
D. D. Reinsma, en tot armvoogd te Witmarsum
de heer F. S. de Boer, en is besloten
1. Het te Witmarsum op te richten telefoon
kantoor te vestigen in het gemeentehuis en dat
te Arum ten huize van D. G. Bangma.
2. Vast te stellen de in eenige vorige verga
deringen behandelde algemeene politieverorde
ning. (Het voorstel tot het verbieden van het
gebruik van de stoomfluit op stoom booten, waar
over in de vorige zitting de stemmen hebben
gestaakt, is bij nieuwe stemming aangenomen).
3. Van gemeentewege te Arum eene over
dekte verzamelplaats van faecale stoffen op te
richtendaartoe aan te koopen een door de
kerk tegen f 800 per 365/4 are aangeboden ter
rein de tot 12 Mei 1889 loopende pachtover
eenkomst van de dorpsreiniging te Arum te ont
binden.
Het grasgewas der gemeentewegen, dat
over 1886 f 1267.50 opbracht, is dit jaar ver
pacht voor f 1332.50. Het vischrecht in de
gemeentewateren is voor den tijd van driejaren
verpacht tegen een jaarlijkschen pachtprijs van
f 703.50. Bij deze verpachting was vrij wat
meer animo op te merken dan voor drie jaren,
toen f 420 bedongen werd. Blijkbaar waren
het de visschers ditmaal minder goed eens.
Arum, 14 Mei. In de heden gehouden ver
gadering van het departement Arum en omge
legen dorpen zijn benoemd tot candidaten voor
het lidmaatschap van het hoofdbestuur der Maat
schappij tot Nut van ’t Algemeen de heeren
Ruijsch en van Hamel. Verder werd besloten
dat de afgevaardigde van het departement, de
heer C. W. C. T. Visser Fz.zou stemmen te
gen voorstel V van het hoofdbestuur en tegen
de motie Harlingen. Wegens aftreding van de
heeren Pijper en Mekking als leden van het de-
partemencsbestuur (de eerste was vertrokken
en de laatste had bedankt) werden benoemd de
heeren van Loon en Gijlstra en tot lid van het
bestuur der spaarbank de heer C. W. C. T.
Visser Fz.
Kimswerd, 16 Mei 1887. Een trouwlustig
paar zou zich jl. Zaterdag met de ouders naar
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
Het Maatschappelijk vraagstiï
Te midden van al de ongeneugten van onzen
tegenwoordigen tijd, te midden van al het
„doleeren”, met en zonder reden, op kerkelijk
en maatschappelijk gebied, is er toch ook een
en ander, dat reden tot blijdschap geeft.
Daaronder noem ik in de eerste plaats, de
belangstelling, die in ons land meer en meer
gewekt is, in datgene wat genoemd wordt „het
maatschappelijk vraagstuk” en als wij dat twee
tal woorden uitspreken in onze dagen, dan heb
ben zij eene eigenaardige, eene ietwat eenzijdige
beteekenis. Terwijl vele tientallen van jaren
de belangen van den middenstand, van den ge
zeten burger meer op den voorgrond traden,
wordt nu in klimmende mate de aandacht ge
vestigd, op de nooden en behoeften van den
arbeidenden stand, van den man, de vrouw, het
kind.
De toepassing van den stoom op het gebied
van de werktuigkunde heeft een geheele om
wenteling te weeg gebracht in den aard van liet
werk, in de personen voor den arbeid vereischt.
In steeds uitgebreider omvang moeten een aan
tal werklieden, die de zoo kunstig samengestel
de werktuigen vervaardigen en besturen, hun
denkvermogen oefenen, vaardigheid zich verwer
ven met oog en hand, wetenschappelijk ontwik
keld worden. Daarbij zijn vaak bij fijnere be
werktuiging de vrouwen- en de kinderhand een
noodzakelijk vereischte. Ook is er veel waarvoor
alleen beweegkracht en lichaamssterkte voldoende
zijn. Sints eeuwen reeds is de hulp van vrouw
en kind onmisbaar geacht, gedurende eenige
weken des jaars bij den veldarbeid.
Op dit alles is sints jaren de aandacht geves
tigd van vele weldenkenden in den lande en
daaraan hebben wij van Houten’s wet op den
kinderarbeid te danken. Deze echter is nog niet
anders dan een eerste schrede op een hoogst
belangrijken weg.
Het was daarom zeer goed gezien van eenige
leden onzer Tweede Kamer der Staten-Generaal,
dat zij de aandacht der Volksvertegenwoordiging
vestigden op deze hoogst aangelegene zaak. En
zeer terecht schreven zjj in een stuk, met ’t oog
hierop bij de Kamer ingediend„Er is een
principieel verschil, een verschil in beginsel
tusschen het arbeidscontract en andere overeen
komsten, omdat bij het eerste de persoon zelve
rechtstreeks betrokken is, het belang van de
persoonlijkheid geheel op den voorgrond staat.
Zijn de voorwaarden waaronder bij de onbelem
merde wrijving van belangen het arbeidscontract
gesloten moet worden in hooge mate ongunstig
en voor leven, gezondheid, zedelijkheid, familie
leven van eene groote arbeidersbevolking gevaar
lijk, dan moet de Staat, zooveel mogelijk, de
persoonlijkheid der arbeiders beschermen.
Met deze zorg hangen dan andere bemoeiingen
b.v. voor vakonderwijs e.a. aangelegenheden sa
men.”
Een gevolg van dit stuk is geweest de benoe
ming eener enquête commissie, d.i. aan eenige
kamerleden is opgedragen een onderzoek in te
stellen, in den meest uitgebreiden zin des woords,
omtrent, t geen er in ons land geschiedt, op
het gebied van het fabriekswezen, de nijverheid,
den landbouw, zoowel wat betreft, de inrichting
der gebouwen, den duur en den aard van het
werk, de personen die daarbij gebruikt worden,
de loonen die uitbetaald worden enz. Dit on
derzoek is nog niet Jafgeloopen en moest door
de kamerzittingen tijdelijk worden gestaakt,
t Geen echter daarvan bekend is geworden,
heeft reeds heel wat wonden blootgelegd en het
bewijs geleverd, dat het ernst is met het streven,
om den waren toestand te leeren kennen. Er
is in ons land ook heel veel goeds, er zijn uitmun
tend ingerichte fabrieken en werkplaatsen, tal
van patroons zorgen zeer goed voor hun perso
neel en getroosten zich in tijden van slapheid
vaak groote offers, om er den werkman zoo
min mogelijk onder te laten lijden.
Dat de Commissie, die deze dingen zeer wel
weet, hierop niet bij voorkeur wijst, hierop zelfs
weinig licht laat vallen, wordt zonder twijfel
veroorzaakt door het besef, dat het niet zoozeer
haar taak is het goede te prijzen, dan wel het
verkeerde en gebrekkige aan 'het licht te bren
gen. Wij moeten rustig het einde des onder-
zoeks afwachten. De voortvarende ijver van
haren voorzitter is borg dat zij ons geduld niet
op al te zwaren proef zal stellen. Zijn de slot
sommen alle bijeen, heeft men een over- en in
zicht van het gebrekkige op menig gebied aan
wezig, dan zal de tijd zijn aangebroken, om mid
delen te beramen, waardoor verbetering kan
worden aangebracht.
Inmiddels zijn eenige wakkere mannen bezig
om bouwstoffen te verzamelen voor eene wijzi
ging onzer wetgeving op dat gebied.
Mr. A. Kerdijk bespreekt in No. 1 der
„Geschriften over Sociale vragen, uitgegeven
van wege de Liberale Unie, de wettelijke be
perking van arbeidsvrijheid en arbeidstijd voor
kinderen, jeugdige werklieden en vrouwenDr.
J. Th. Mouton brengt de vraag ter sprake in
hoeverre wettelijke voorschriften kunnen gegeven
worden betreffende gezondheid en veiligheid voor
werklieden in Fabrieken en werkplaatsen; Dr.
J. A. Levy schrijft over „Arbeidsraden”, d. i.
over officieel aangestelde Vereenigingen, uit
patroons en arbeiders samengesteld, die op eigen
der en de ouders der bruid zaten, was bespan
nen met een vurig ros, zóó vurig, dat het aan
den haal ging en spoedig de chais van ’t paar
wilde voorbijsnellen. De rijtuigen geraakten in-
elkander en het paard met de chais kwamen
in een greppel terecht. Ongelukken vallen er
niet te betreuren. De rijtuigen werden uitge
spannen en de reis per tram voortgezet.
Een ander paar begaf zich ook naar W. Van
’t gemeentehuis gaande, vernam de bruidegom
iets in de tram te hebben vergeten, en wel zijn
cilinderhoed. Dit was jammer. Deze kon nu geen
getuige zijn van de plechtigheid, maar deed in
de plaats een pleiziertochtje naar Sneek, v. v.
’s Avonds is hij goed en wel te H. gearriveerd.
f Gisteren zijn door eenige kleine knapen
twee eenden-eieren in een eksternest gevonden.
Leeuwarden, 16 Mei. Maandag namiddag
te ongeveer 6% uur heeft aan den Oostersingeï
alhier een vreeseljjk voorval plaats gehad. Ze
kere B. v. d. H., blokmaker alhier, bracht den
steenhouwer B., die op de stoep voor zjjne wo
ning stond, zonder eenige aanleiding of woor
denwisseling met een mes verscheidene steken
in de borst toe, welke diens bijna onmiddellijken
dood tengevolge hadden, zonder dat de ongeluk
kige een woord heeft kunnen uiten.
Er schijnt van de zijde van den blokmaker
een oude veete tegen den steenhouwer B. te
bestaan, die als vermoedelijke aanleiding tot
dezen moord schijnt te kunnen worden beschouwd;
de moordenaar verkeerde, zonder beschonken
te zijn, onder den invloed van sterken drank.
De moordenaar werd spoedig in zijne woning
gearresteerd met het mes, waarmede de moord
is gepleegd.
Het lijk is, nadat door de ter plaatse geroe
pen geneeskundigen de dood was geconstateerd,
naar het Stads-Ziekenhuis overgebracht.
De getuigen werden terstond door den com
missaris van politie gehoord.
Maandag namiddag 2 uur heeft in het Zie
kenhuis door de geneeskundigen, de heeren dr.
Ph. Kooperberg en J. Plet, de gerechtelijke lijk
schouwing plaats gehad. De moordenaar werd
vooraf van het politie-bureau derwaarts overge
bracht, om met zijn slachtoffer te worden gecon
fronteerd. Hij moet daarbij vrij onverschillig zijn
gebleven.
Naar men ons mededeelt, waren de moordenaar
en de verslagene nog Zondag voormiddag in een
bierhuis te zamen en werd daarna, onder den
invloed van het gebruik van sterken drank, dien
beiden nog al hadden gebruikt, de oude veete
weder opgewekt.
De moordenaar is na( de confrontatie naar het
huis van arrest gebracht. Eene ontzaglijke
volksmenigte was daarbij tegenwoordig. Aller
lei verwenschingen werden den moordenaar naar
het hoofd geslingerd.
Mevrouw M. Douwes DekkerSchepel, de
echtgenoote van den grooten Multatuli, heeft
de „Onafgewerkte blaadjes” gevonden op Mul-
tatuli’s schrijftafel, gezonden „aan hen die hij
liefhad, of die hem liefhadden en waardeerden
bij zijn leven, daarbij verzoekende dat men deze
bladzijden, waaraan het fiat van den auteur ont
breekt, niet overgeve aan de publieke pers.
Want zij kon deze laatste uitingen een brok
stuk slechts, en onafgewerkt naar zijne meening,
maar daarbij zoo aandoénlijk sprekend niet
aan het groote, gevoellooze publiek overgeven”.
Een troost voor Indische crediteuren geeft
De Echo, maileditie voor O. en W.-I. „Veelal
meent men, dat de accoorden door Indische
bankroetiers wij bedoelen de Europeesche,
niet de Chineesche, de laatste zijn beter aan
geboden, buitensporig slecht zijn. Wij zullen er
niets op afdingen, maar vragen alleen attentie
voor het feit, dat ’t in het moederland al even
ellendig is. Gisteren nog lazen we in de dag
bladen van een faillissement hier ter stede, waar
bij de schuldeischers genoegen hadden genomen
met een accoord van 4 pet. En er zijn er
van nog lager!” Ja, in Den Haag, een van
l'Vioo pet.!! Er begint dan ook, volgens de
Echo, een beweging op te komen, om een alge-
heele herziening te verkrijgen van onze Neder-
landsche wetgeving op het stuk van faillisse
menten”.
De Eerste Nederlandsche Verzekeringmaat-
schappij op het leven, tegen invaliditeit en on
gelukken, keert over 1886 4 pet. dividend uit.
Het gerucht, als zou de Pruisische regee-
ring het verbod tot invoer van vee uit Neder
land opgeheven hebben, bevestigt zich niet. Te
Kranenburg en Venloo staat eene groote menigte
vee, door kooplieden voor Pruisen op de Zwol-
sche en andere markten aangekocht, waarvan
de invoer door de Pruisische regeering niet wordt
toegelaten.
Als er één schaap over de brug is, komen
de anderen van zelf! De Vereeniging voor lijk
verbranding deelt mede, dat reeds een vijlde
Nederlander zich voor f 200 het recht heeft ge
kocht op verbranding na zijn dood. De soci
alisten zullen aan hun vele grieven vermoedelijk
weldra ook deze gaan toevoegen, dat de werk
man, geen 200 gulden kunnende storten, van dit
voorrecht verstoken moet blijven. Zoo de kapi
talisten levend verbrand werden, daarmede kun
nen zij vrede hebben, maar dood dat is een
schandelijk privilege. {Tijd.)
Vóór en in het kamp van het „Verlos-
singsleger” te Amsterdam was het eergisteren
vrij woelig. Buiten stonden een paar honderd
personen te dringen tegen het kordon politie
agenten, die den toegang bezet hielden en nie
mand meer binnenlieten, ofschoon in het leger
kamp nog genoeg plaatsen onbezet waren. Om
zich den tijd te korten voerde het buitenpubliek
het program der Aprilfeesten uit„Oranje bo
ven!” „Weg met het soosejaal, en „leve Willem
III” enz. Onder de bekeerlingen van den vo-
rigen dag, die moesten „getuigen”, liet men,
daar geen enkele zondaar of zondares zich aan
gaf, een paar dreumessen optreden, die bevend
en hakkelend het van buiten geleerde lesje op
zegden en halverwege bleven steken, waarna
het „leger” zich haastte door een kermend amen
het gesprokene nadruk bij te zetten.
Verscheidene personen konden hun veront
waardiging niet bedwingen en gingen mompe
lend heen. Een vrouw ging verder en nep
met trillende stem: Neen, zóó kan de Heere
niet, gediend willen wezen’t is een schande,
een schande, zeg ik,{Tijd.)
gezag, of, des gevraagd, aan de regeering naricht
geven, omtrent punten waar deze voorlichting
behoeft en Dr. J. Zaaijer Az. behandelt de
overheidsbemoeiing met het vakonderwijs der
werklieden.
Uit deze ietwat dorre opsomming van ’t geen
in dezen tot heden is gedaan en geschreven,
blijkt, dat het maatschappelijk vraagstuk van
verschillende zijden wordt bezien en onderzocht.
Het kan niet anders of dit moet voor de toe
komst goede vruchten afwerpen en terwijl ik
mij voorstel later op den inhoud van een of meer
dezer geschriften terug te komen, spreek ik den
wensch uit, dat onze wetgevende macht spoedig
met de grondwetsherziening moge gereed zijn en
zij vernieuwd en verjongd, haar krachten moge
kunnen wijden aan de vraagstukken, nu aan de
orde gesteld, ,die dan wellicht rijp voor behan
deling kunnen zijn.
M. E. van der MEULEN.
Bolsward. In de Staatscourant en het Bij
voegsel van 14 Mei j.l. staan twee adviezen van
de bij Koninklijk besluit van 18 September 1886
No. 28 ingestelde Landbouwcommissie aan den
Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid,
het eene betreffende het nemen van maatregelen
tegen knoeierijen in den boterhandel, het andere
betreffende regeling van het landbouwvakon-
derwijs.
Het eerste achten wij voor deze streek van
groote beteekenis en zullen het daarom onzen
abonnenten aanbieden in een afzonderlijk bij
voegsel en van het tweede, gegeven naar aan
leiding van een adres aan den Min. v. W., H.
en N. van het Hoofdbestuur der Friesche Maat
schappij van Landbouw, betreffende een subsidie
door den Staat te verleenen aan eene op te rich
ten zuivelschool, benevens een adres van de
Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord
tot ondersteuning van eene op te richten bosch-
bouwschool, deelen wij de slotsom mede waartoe
de overwegingen der commissie hebben geleid.
Deze is, dat aan de Regeering zal worden aan
bevolen het daarheen te leiden dat zoo spoedig
mogeljjk bij de wet worde vastgesteld
lo. Aan alle inrichtingen van landbouwvak-
onderwijs, voor wier oprichting, onderhoud en
exploitatie, minstens 50 pet. der kosten voldoende
verzekerd zijn, wordt een subsidie verleend van
staatswege van hoogstens 50 pet.
2o. Het toezicht op deze scholen wordt opge
dragen aan een of meer personen daartoe door
de Regeering aan te wijzen.
3o. De Regeering zal het subsidie intrekken
wannneer haar na ingewonnen advies van den
persoon of de personen door de Regeering met
het toezicht belast, en nadat het bestuur der
school zal zijn gehoord, blijkt:
a. dat het onderwijzend personeel onvoldoende
is wat betreft zedelijkheid of geschiktheid
b. dat de inrichting in verhouding tot het
verleende subsidie niet voldoende bevorderlijk is
aan het landbouwvakonderwijs.
De commissie is echter zoozeer overtuigd van
de wenschelijkheid dat de ondersteuning van het
particulier initiatief in deze voor den landbouw
zoo belangrijke aangelegenheid niet worde uit
gesteld, dat zij bij Uwe Excellentie ernstig er
op meent te mogen aandringen, dat reeds zoo
spoedig mogelijk voor die inrichtingen welke
aan bovengemelde eischen beantwoorden, eene
voldoende som worde uitgetrokken.
van Albacete. Het huis werd door de ontploffing
zwaar beschadigd, doch persoonlijk is niemand
gedeerd.
In de Kamer heeft de heer Calzado den mi
nister van buitenlandsche zaken geïnterpelleerd
over den aanleg van een spoorweg over de Py-
reneën, in vereeniging met Frankrijk.
De minister antwoordde, dat reeds koning Al-
fonsus XII van President Grevy de sympathie
ontving met het plan, en de onderhandelingen
dienaangaande voortduren.
De Kamer heeft alle artikelen van de nieuwe
wet tot vorming der jury aangenomen.
In al de mijnen van het „Bassin du Cen
tre” in België, waar tot Vrijdag het werk was
gestaakt, zijn Zaterdagochtend de mijnwerkers
weder aan den arbeid getogen. Daarentegen
heerschte dien dag eenige opgewondenheid on
der de arbeidersbevolking in het bekken van
Charleroi. 300 arbeiders der mijn Boubier te
Chateret staakten het werk. De werkstakenden
zijn rustig. Men vreesde echter voor uitbreiding
der werkstaking, over andere mijnen. De gen
darmerie was ontboden voor alle gebeurlijk
heden.
De vuurwerkfabriek van de Berlijnsche
firma Block Zonen te Weissensee is in de
lucht gesprongen, De heer Block was afwezig.
Zijne vrouw en beide zonen zijn letterlijk aan
stukken gescheurd. Op verschillende afstanden
van de plek waar het gebouw heeft gestaan,
vond men hunne verkoolde overblijfselen. Van
de werklieden was er slechts één aanwezig, en
die is behouden gebleven.
Frankrijk. De Raad van State heeft het
beroep der prinsen tegen het besluit, dat hen
van hun graden bij het leger beroofde, verworpen.
Belgie. De Kamer heeft zich vereenigd met
het wetsontwerp, waarbij de invoerrechten op
buitenlandsche azijn worden verhoogd en met
dat waarbij het zegelrecht op assurantie-polissen
wordt afgeschaft.
Duitschland. Den 6en Juni zal het 60 jaar
zijn geleden, dat de Keizer (destijds prins Wil
helm) bij Koninklijke kabinetsorder van Frede-
rik Wilhelm wera benoemd tot chef van het
regiment Koninklijke grenadiers no. 7. Ditjubilé
zal op genoemden datum te Liegnitz, onder per
soonlijke deelneming des Keizers, worden gevierd. - i
Ingevolge de wet op de beperking van grond- Witmarsum begeven, om „gloende aaneenge-
eigendom binnen den omtrek van vestingen, heeft smeed te worden. Het rijtuig, waarin een broe-
de Rijkskanselier eene bekendmaking uitgevaar
digd, dat er eene uitbreiding zal plaats hebben
van de vestingwerken te Straatsburg, Metz en
Posen.
Terwijl in Elzas-Lotharingen het onderzoek
tegen den heer Klein, verdacht als handlanger
van Schnaebele, wordt voortgezet, zijn er nog tien
personen, deels te Straatsburg, deels te Metz en
Mühlhausen, gearresteerd, onder beschuldiging
van pogingen tot hoogverraad en deelneming aan
een geheim bondgenootschap. Het zijn Duitsche
en Zwitsersche onderdanen, en wel negen geves
tigde kooplieden en fabrikanten en een rentenier.
Hongarije. Te Pest werd Zaterdagochtend
het lid van den Hongaarschen Rijksdag, Andreas
Bartha, door een schrijver, zekeren Sik, op de
openbare straat met eene revolver doodgeschoten.
Wraakneming was de aanleiding tot dezen
moord.
Spanje. Weêr is een misdadige aanslag ge
daan met een dynamietbom. Zij is gelegd voor
het huis vau den ingenieur van den spoorweg
1
1
Bolswardsclie Courant