NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWAB0 EN WONSER ADEEL i ffl LIJKJE M MM Eene vraag aan „Het Vaandel”. 1887. Zes en Twintigste Jaargang. No. 28. VOOR DONDERDAG 14 JÜLI. BUITENLAND. BINNENLAND. :e> I I ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. 1 De Schrijver van het Artikel „Ziekelijke waar- deering” heeft beweerd „dat sinds de Vrije Uni- versiteit op Gereformeerden grondslag te Am sterdam is gevestigd, er gezorgd is, dat overal in den lande in onderscheidene gemeenten, in het reglement op het beheer der Kerkelijke goederen een artikel werd opgenomen, waarin wordt uitgesproken, dat Kerkvoogden en zij die toezicht houden, in hunne bedieningen blijven, al worden zij van hun lidmaatschap in die kerk door hare besturen ontzet en daarvan vervallen verklaard”. Nu schrijft „het Vaandel" dat bovengenoemde S. niet juist is ingelicht”. Het schrijft niet dat het artikel niet bestaat, wat ook moeielijk kan, neen het revolutionaire artikel bestaat, maar dat artikel is niet opge nomen in verband met of in uitzicht op de te genwoordige Kerkelijke beweging, maar op advies van rechtsgeleerden, die, zijn wij goed ingelicht, niet aan de zijde der doleerenden staan, en in allen geval niet op advies en met medewerking van hen die aan bovengenoemde stichting ver bonden zijn.” Dat laatste was ook niet beweerd. Er stond alleen „Er is gezorgd”. Dat feit wederom wordt niet geloochend. Wij nemen echter gaarne aan dat Dr. Kuiper c. s. het niet hebben gedaan, al kan er niet ge loochend worden, dat hij er wel voor gezorgd heeft, dat zulk artikel kwam in het Reglement op het beheer van den Amsterdamschen kerke- raad, waarvan hij ouderling was en dat zij er duchtig gebruik van gemaakt hebben in de ker kelijke troebelen ter dier stede. Datzelfde gebruik maken ook de kerkvoogden ervan in Wons en elders. Toch is er geen verband heet het tusschen dit artikel en „de tegenwoordige kerkelijke be weging”. Zou „het Vaandel'1'1 dan ook weten, waarom de rechtsgeleerden het artikel er eigenlijk in hebben geplaatst? VERTROUWBARE SCHETS MIJNE REIS VAN NEDERLAND NAAR AMERIKA BEVINDINGEN GEDURENDE HET EERSTE JAAR 188 0. J. VAN DER Ven, te Grand Rapids {Michigan.) Gaarne voldoe ik aan het verzoek van de Firma B. Cüperds Az. door het boekje van onzen vroegeren stadgenoot, den onderwijzer J. VAN DER VEN, bij het publiek in te leiden. Het is ruim een jaar geleden, dat hij zijne be trekking, die hij steeds met ijver en trouw be kleedde, heeft neergelegd en onze stad verlaten. Hij ging niet heen als gewoon landverhuizer, hij ging niet in de Nieuwe wereld fortuin zoe ken, integendeel de Fortuin was hem in de Oude wereld gunstig geweest en stelde hem in staat om te voldoen aan den wensch van zijn hart, om een geliefden broeder, sinds jaren in Amerika gevestigd en een zoon, reeds vroeger derwaarts vertrokken, te gaan opzoeken. Ook dreef hem zijn onderzoeklievende geest, zijn begeerte om land- en volkenkennis op te doen naar gindsche zijde der zee. Hij wilde door eigen aanschou wing dat wondervolle land zien met zijn eeuwen oude bosschen en oneindige vlakten, met zijn stoute bergketenen en breede stroomen, met zijn nijvere bevolking en zijn letterlijk uit den grond verrijzende steden. Met de „Westernland,” (een kolossaal stoom schip van de Red Star Line, heeft hij met de zijnen de reis van Antwerpen uit, ondernomen en is, zonder eenige wederwaardigheid dan ee- nige uren zware mist dicht onder de kust van Amerika te New-York aangekomen. Daarna is hij westwaarts gespoord, heeft achtereenvolgens eenigen tijd te Grand-Haven, te Holland vertoefd en sluit zijn verhaal te Grand-Rapids op den 3den Februari dezes jaars. Doch ook deze stad moet hij weder verlaten hebben en zoo zal het de vraag zijn, of hij voor goed zich ginder zal vestigen, dan of hij na korter of langer tijd weer naar het Vaderland terug keeren zal. In elk geval hebben wij aan zijn reis en aan vankelijk verblijf in gindsche streken een onopge smukt verhaal te danken, niet alleen van ’t geen hem wedervoer, maar vooral van velerlei dat hij opmerkte en onderzocht, omtrent het heden en het verleden van meer dan eene streek en stad en uit heel den toon van het boekje, uit al zij ne mededeelingen en opmerkingen blijkt dat wij hier te doen hebben, met, zooals de titel ver meldt: „Eene vertrouwbare schets”. Hierop leg ik nadruk, omdat juist daardoor zijn verhaal verdient gelezen te worden, niet alleen door zijne vrienden, die belang zullen stellen in zjjn wedervaren, maar ook door allen, die iets willen weten van de streken die hij bereisde en bovenal door hen, die er over den ken, om ook hun land te verlaten en naar het „verre westen” te trekken, waar reeds zooveel duizende Nederlanders, in den strijd om het be staan bezweken zijn en hun graf gevonden heb ben, terwijl vele anderen door noeste vlijt en harden arbeid een zekere mate van welstand gevonden hebben of zelfs kleiner of grooter ver mogen hebben veroverd. Zeer aanbevelenswaard is wat hij schrijft van de inrichting der en het verblijf op de groote stoomboot der vreemde lijn, doch, al moge het waar zijn, dat onze Nederlandsche booten niet van zoo verbazenden omvang zijn als „de Wes ternland”, toch zijn ook deze, naar ’t geen ik er zelf van gezien heb, uitstekend ingericht en zou ik deze nationale onderneming liever aan bevelen, terwijl het toch zekerlijk ook veel aan genamer is, om althans niet terstond bij het verlaten van het vaderland, zijn moedertaal te moeten missen en zich geheel onder vreemden te bevinden. Gelyk te verwachten was, geeft bij slechts een vluchtig overzicht van zijn verblijf te New-York en ’t geen hij zag op zijn reis naar het oord zjjner bestemming. Immers in de stad vertoeft hij slechts kort en hij vliegt per trein door de Staten New-York, Pensylvania, Ohio, Indiana totdat hij Michigan bereikt heeft, den staat waar hij toeven blijft en waar hij blijkbaar met open oog heeft rondgezien, van waar hij veel wetens- waardigs ons mededeelt. Hij is ingenomen met velerlei wat hij waar neemt in die verre gewesten. Bovenal treft hem de geest van gelijkheid en vrijheid, dien hij overal inademt. De oorzaak daarvan is gemakkelijk aan te wijzen. Bijna al die millioenen hebben één trek gemeen. Zij zijn door den nood aan elkander verbonden en bewegen zich over eene verbazende uitgebreidheid gronds. Op hun ge boortegrond vonden de meesten geen brood en voor hun godsdienstige behoeften geen voldoende bevrediging. Zoo gaan zjj daar zoeken, beide het dagelijksch brood en het brood des levens. En alzoo.geschiedt, wat overal plaats vindt en een zegen is der beproeving, nood sluit aaneen wat anders gescheiden is, verbreekt vormen, die Engeland. De Gladstone-partij heeft weder eene overwinning behaald bij de verkiezingen, nog sterker dan die te Spalding, nu in North- Paddington. De candidaat Ballantyn kreeg 4229 stemmen, tegen 4213 op den tegen-candi- daat, die sterk geprotegeerd werd door lord Harrington. Bij de vorige verkiezing had de conservatieve candidaat 500 stemmen meer dan de Gladstone-candidaat. De bekende Sir George Trevelyan, aanhanger van Gladstone, heeft zich candidaat voor het Lagerhuis gesteld te Glasgow. Na een debat van twee dagen, heeft het La gerhuis de lersche dwangwet aangenomen, met 349 tegen 262 stemmen. Zondag zijn 1500 bejaarde lieden en 9500 kinderen, ter gelegenheid van het jubileum der Koningin, onthaald. Van de ouderen kon ieder die het wenschte, rook- en snuiftabak krijgen. Ook de hertog van Cambridje bezocht het feest. Endscott, de politieagent die miss Cass, in Regentstreet, als dame van verdachte zeden ge vangen nam, is in zijn betrekking geschorst. Te Coolgreany, bij Arklow, heeft eene herha ling plaats gehad van de treurige tooneelen, on langs te Bodyke voorgevallen, bij het opzeggen der huur aan verschillende pachters. De huizen waren met boomstammen gebarricadeerd en de beambten werden met kokend water begoten. Zelfs in het huis van een der pachters ontmoet ten de gerechtsdienaren tegenstandde deuren waren met takken en struiken toegestopt, terwijl eene verstikkende rook overal verspreid was. Frankrijk. In de Kamer houdt men zich bezig met het geval-Boulanger, dat zich heeft voorgedaan. De afgevaardigde Boissy d’Anglas was voornemens den Minister te interpelleeren over de bij die gelegenheid genomen maatrege len, doch toen hij den minister gesproken had, heeft hij van de interpellatie afgezien. De Kamer nam met 367 tegen 183 stemmen titel I der legerwet aan, die toen naar den Senaat ging. De officiëele intrede van generaal Boulanger te Clermon-Ferrand had Zondagmorgen plaats onder talrijke toejuichingen, maar zonder eenig merkwaardig incident. Tegen 10 uur zette de stoet, door eene afdeeling gendarmes voorafge gaan, zich in beweging. Langs den geheelen weg werd de generaal door de menigte toege juicht. De generaal ontving daarop de leden van den gemeenteraad en den burgemeester, die eene toespraak hield, welke de generaal beant woordde met de verklaring, dat hij, als Fransch- man en republikein, innig verknocht was aan de belangen van het leger en de grootheid des lands. Francis Magnard, in „Figaro" sprekende van de stormachtige manifestation van duizenden bij het vertrek van generaal Boulanger, schrijft: „Het is heel lief van den generaal, dat hij zich onderworpen heeft en, zooals het zijn plicht is, naar Clermont-Ferrand is afgereisd. Hij had zich Vrijdag aau het hoofd van duizenden bot- terikken, die hem toejuichten, kunnen stellenen den heer Jules Grévy naar Mont-saus-Vaudry zenden en zelf in het Elysée gaan slapen.” De politie is Vrijdag weer even machteloos gebleken als zij voor twee maanden geweest was tegen het keuken volk, dat niet van Wag ner houdt. Hoe komt dit Omdat de manifesteerenden zich republikeinen noemen. Indien zij zeiden monarchalen te zijn en riepen„Leve de Ko- ningdan zou men, wij zijn er van overtuigd, wel het middel weten te vinden om het hun te beletten, ondanks de groote monarchale samen- I spanning. Te Bordeaux zijn drie personen in hechtenis I genomen, die in 1884 te ’s-Gravenhage een dief- I stal pleegden van 220,000 frs. en aldaar een I schuilplaats hadden gezocht. Bijna alle rente- I brieven en waarden zijn bij hen gevonden. Rusland. Het Journal de St. Petersbourg I zegt dat de Russische gezant bij de Porte niets I zal zeggen omtrent de door de Sobranje gedane I keuze. Rusland erkent de Sobranje niet en zal I de keuze niet erkennen. De Nihilisten hebben, na eerst aan verschei- I dene rijke kooplieden brandbrieven te hebben I gezonden, te Moscou vier huizen in brand ge- I stoken. De brand breidde zich uit over tal van I magazijnen en winkels. Spanje. In de provincie’s Valencia en Za- I mora hebben weder oproertjes plaats gehad over I de octrooi-wet. Vreeselijke stormen hebben de provincie Bur- I gos geteisterd en den oogst vernieldmen zegt, I dat er hagelsteenen vielen van 64 gr. Het bericht dat de Spaansche regeering de I verbanning van Zorilla uit Frankrijk zou ge- I vraagd hebben, wordt tegengesproken. Verschillende groote firma's, die in zijden stof fen handelen, zijn te Barcelona gefailleerd. De I passiva zjjn groot. De minister van oorlog heeft gelast, dat groote I spoed zal worden gemaakt met de versterkings- I werken te Barcelona, Mahon, Ceuta, Tarifa en I Cadix. De Ministerraad hield zich bezig met een op- I roer, dat Zondagochtend uitbrak in een dorp in I de provincie Valencia. De muiters trachten het I stadhuis in brand te steken. De orde werd hersteld, Vier personen werden gedood, men anders in acht neemt, hij staalt de spier en geestkracht, hij leert ons kennen zoowel onze afhankelijkheid van, als onze geboorte uit God, hij reinigt ons hart en loutert ons leven. Zoo ontstaat de idylle, het paradijs, waar hij ons rondleidt in de streek waar Ds. van Raalte zich voor 40 jaren heeft gevestigd en waar „toen eene boomrijke, bijna ondoordringbare, onbewoon bare wildernis was, slechts geschikt voor den zwervenden Indiaan en het wilde gedierte der wouden”. „Thans is daar een welbebouwde, dichtbevolkte landouw, waar duizenden werk en brood vinden, den arbeid hunner handen beloond zien met het vette der aarde, zich datgene kunnen verschaffen wat dienen kan ter veraangenaming van het leven. Thans zijn de poelen en moerassen grootendeels aan het water ontwoekerd, herschapen in vrucht baar land. Waar vroeger de duizende bosch- boomen de oppervlakte bedekten, golft thans het graan op de akkers, of bedekt grazend vee de weidevelden. Breede, meestal rechte tamelijk wel onderhouden wegen, verbinden de dorpen met el kander, de plaatsen rondom. Bruggen overspan nen rivieren en beken. Alom rust de blik op nette, veelal sierlijk gebouwde, soms kostbare woningen. Huisraad van gemak en weelde siert de woonkamers en geeft den bezoeker den indruk van gemak en huiselijkheid. Fraaie schilderijen bedekken de muren, net gebonden boeken de boekenhangers, het huiselijk gezang wordt niet zelden geleid door orgel of piano Aan hetzelfde strand, op de eigen oevers, die voor veertig en minder jaren getuigen waren van zooveel lijden en ontberingen, is thans een schoone lusttuin aangelegd, die jaarlijks in het daartoe gunstige jaargetijde duizenden tot zich trekt. Slechts weinigen dier duizenden weten iets van de geschiedkundige herinneringen aan deze uitspanningsplaats verbonden. Zij genieten de frissche gezonde lucht, de heuvelen en bos schen, de wandelingen langs ’t meer, de visch-, roei- en zeilpartijen, de heerlijke vergezichten, terwijl zij rondzwerven over den grond, als gewijd door ’t lijden dergenen, die deze oorden maak ten, tot wat zij thans zijn. Wel ingerichte scho len zijn overal verrezen of verrijzen nog, waar de toeneming der bevolking ’t noodig maakt. De nijvere en matige bevolking geniet de zege ningen des voorspoeds. Vele der dorpen hebben den salonkeeper (kroeghouder) buiten hunne pa len weten te houden. Een paar plaatsen bezit ten een huis van bewaring; waarin gelukkig slechts zelden iemand te bewaren is”. Niemand zal meenen dat heel Amerika zulk een paradijs is. Het onderwijs in de scholen laat dikwerf veel te wenschen over, de sterke drank richt ook in de Vereenigde Staten zijn verwoestenden invloed uit, in de dichtbebouwde steden heerscht ook vaak reeds namelooze el lende, toch is het een in vele opzichten rijk geze gend land en is er plaats en brood voor allen, die in het overbevolkte Europa geen plaats vinden voor hun voet en geen arbeid voor hun hand, doch alleen op voorwaarde dat zij werken, hard werken willen. Luilekkerland is het niet. M. E. van der MEULEN. Donderdagavond kwam in den goud- en zilverwinkel van den heer E. Merjenberg, aan de Groote Markt, te Zwolle, eene goedgekleede vrouw, uit naam van mevrouw I., bij wie ze opgaf werkvrouw te zijn, een paar stel gouden oorbellen op zicht vragen. Zij gaf voor, dat het kind de bellen van de meid had stuk gemaakt, en mevrouw haar een nieuw stel wilde terug geven. Twee paar, een van f 13 en een van f 11, werden meegegeven. .Zekerheidshalve zond de heer Merjenberg haar zijn leerling na, om zich te overtuigen, dat de bellen aan het opge geven adres bezorgd werden. De jongen zag haar bij den heer Corman van Eijk ingaan, waar zij, zooals later bleek, voor haar dochter flu weel wilde koopen; men had echter geweigerd het goed zonder betaling mee te geven. Bij de Sassenpoort verloor de jongen haar uit het ge zicht. Toen Merjenberg 10 uur ’s avonds geen bericht had, ging hij bij mevr. I. om ant woord vragen, doch vernam aldaar, dat vanwege mevrouw 1. geen boodschap gezonden was. Toen Vrijdagochtend de bellen niet terecht wa ren, deed Merjenberg van het voorgevallene aan gifte. Den geheelen dag werd overal onderzoek gedaan, doch te vergeefs. Des avonds kwam het dochtertje van de bewuste vrouw bij den heer Corman van Eijk nogmaals om het fluweel vra gen. Het werd wederom geweigerd, maar den heer Merjenberg hiervan kennis gegeven. Den weg, dien het kind volgde, werd nagegaan en ten laatste ontdekt, dat zij in eene gang in de Tuin straat woonde. Toen Merjenberg, vergezeld van de politieagenten Visscher en Salet, kort daarna de woning binnentrad, kwamen de vermiste bellen weldra voor den dag en moest de vrouw haar vergrijp bekennen. Het plan scheen bestaan te hebben het oudste meisje de belletjes ten ge schenke te geven op haar verjaardag. De man, J. M., die bij ieder, die met hem in aanraking kwam, als een oppassend, braaf huisvader bekend stond en als wagenmaker op den constructiewin- kel goed zijn brood had, wist niets van het voor gevallene en was natuurlijk hevig ontsteld. De vrouw, die het jongste van de vijf kinderen aan de borst had, toen de politie binnentrad, geraakte in zulk een overspannen toestand, dat aan geen bedaren te denken viel. Bij het vertrek van den heer Merjenberg en de politieagenten waarschuw den deze den man dan ook, om zijne vrouw te bewaken. Wat dien nacht tusschen den hraven werkman en zijne vrouw is voorgevallen, is niet bekend, maar Zondagochtend bleek, dat beiden door ophanging een eind aan hun leven hadden gemaakt. Zij hadden vijf kinderen het oudste is een meisje van 15 jaar, dan volgt er een van 10 jaar-, de anderen zijn veel jonger. De geheele stad is van het treurige voorval vervuld. Het Handelsblad bevat eene korte novelle van Justus van Maurik. Daarin wordt in roe rende bewoordingen de plotselinge dood verhaald van een schoenmaker, vader van een talrijk ge zin, dat in de grootste armoede verkeert. Van Maurik roept voor de weduwe en de kinderen de liefdadigheid in zijner landgenooten; reeds verscheidenen hebben aan zijne welsprekende bede gehoor gegeven. {Arnh. Ct.) Sedert eenige dagen wordt de bode v. d. B., van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, te ’s Hage, een oppassnd man, vermist. Men vermoedt, dat hem een ongeluk is overkomen, daar voor eene verwijdering uit den kring zijner familie geen verklaarbare reden is te vinden. Een gewezen officier van het Ned.-indisch leger dient thans als plaatsvervanger bij het 6e reg. infanterie. Bij hetzelfde regiment dient ook als onderofficier een voormalig officier van het Fransche leger. Als eene bijzonderheid deelt men aan het D. mede, dat eenige dagen geleden een knaap, die op den Blauwkapelschen weg een paar kwik staartjes had gevonden en mede naar huis ge nomen, om ze zoo mogelijk op te kweeken, van deze zorg is ontheven geworden, doordat de ou ders de jongen dagelijks aan de kooi, die aan de woning van den knaap in de Kleine Tuin straat hangt, komen voeden. Te Overveen is de 17 jarige zoon van een spekslager van een vrachtwagen gesprongen, ge vallen en onder het voertuig geraakt. Een der wielen ging hem over het hoofd, zoodat zijn dood bijna onmiddelijk is gevolgd. Smakeljjk eten. Door vischboeren uit Elburg, zoo verhaalt men, wordt bet, die te El- burg is afgekeurd, te Deventer in halfverganen toestand aan kleine opkoopers verkocht, die de botjes dan rooken, er een kleurtje aan geven en ze daarna aan de burgerij verkoopen. Zondag nacht is tusschen Arnhem en Oosterbeek een man onder de stoomtram geraakt en door deze verpletterd. Als merkwaardigheid verdient voorzeker melding, dat de onlangs aan postboden verschaf te vélocipèdes op den duur zoo moeilijk te han- teeren zijn, dat eene vernuftige postbode op de Ijjn JoureHeerenveen op de gedachte gekomen is een hond voor de rijks-vélocipèdes te spannen! Bolswardsche Courant I VAN EN MIJNE VERHAALD DOOR -^-=2?==^=-.^---

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1