NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
IB&SWABB EN WONSERADEEI.
1887.
Zes en Twintigste Jaargang.
No. 30.
VOOR
BINNENLAND.
BUITENLAND.
L l
DONDERDAG 28 JULI.
Het oude en het nieuwe Grondwetsartikel
ONDER W ICT S.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
school is elke minderheid vrij, haar confessioneele
school op en in te richten naar eigen welgevallen
Wordt het nieuwe artikel wet, dan zijn de
rechten der minderheden grondwettelijk geschrapt
want, evenals nu, kunnen in overheerschend
Protestantsche streken, de Katholieken en in
grootendeels Róomsche oorden, de Protestanten
geen eigen scholen oprichten. Het „eerbiedigen
van ieders godsdienstige begrippen” is opzette
lijk geschrapt en behoeft dus niet meer te ge
schieden. De verplichting om te zorgen, dat er
„overal voldoend openbaar lager onderwijs” is,
is insgelijks opzettelijk geschrapt. Alzoo de min
derheden moeten huu kinderen, naar de confes
sioneele scholen zenden of ze te huis houden.
4e. De „aanhoudende zorg der regeering” strekt
zich volgens het oude Artikel uit tot het „openbaar
onderwijs”, d. i. tot de voor allen toegankelijke
school. Volgens het nieuwe tot „het onderwijs”,
d. i. tot alle scholen.
Die „zorg” beteekent, dat de Regeering, de
scholen van gemeente- of rijkswege doe oprich
ten en instandhouden, of subsidiëere, maar dan
ook daaraan de voorwaarden verbindt, die zij
noodzakelijk acht in verband met het onderwijs.
In den nieuwen toestand zullen alle scholen
dus recht hebben op geldelijke ondersteuning
uit de verschillende openbare kassen, maar dan
ook tegelijkertijd hare zelfstandigheid inboeten
en zich moeten onderwerpen aan de voorwaarden,
door de Regeering te stellen.
Als wij nu het vorenstaande samenvatten en
tot eenige stellingen terugbrengen, dan kunnen
wij zeggen. Wanneer het nieuwe artikel kracht
van wet krijgt, dan
Valt in beginsel het Staatsonderwijs, zooals
het totnutoe het karakter heeft van openbaar
onderwijshet staat echter weer op, om nu eens
openbaar te zijn, dan weer confessioneel, soms
misschien gedeeltelijk openbaar, gedeeltelijk con
fessioneel.
Het tegenwoordige confessioneele, bijzondere
onderwijs, is vrij en zelfstandighet toekomstige
zal van den Staat afhankelijk zijn, want alles
wordt staatsonderwijs, behalve in die scholen,
welke geheel in eigen onderhoud voorzien.
Het recht der ouders op bijzonder onderwijs
blijft erkend, gelijk tot heden en wordt erkend als
Staatsonderwijs in de toekomst.
Het recht der ouders op openbaar onderwijs
wordt ontkend; aanvankelijk in beginsel, zoodra
een confessioneele regeering optreedt en deze het
noodzakelijk acht (Belgie) in de werkelijkheid.
Uit een en ander volgt, dunkt mij, onweer
sprekelijk, dat allen die voor openbaar onderwijs
zijn, tegen het nieuwe artikel moeten wezen en
evenzeer, dat allen, die met fierheid de zelfstan
digheid der vrije school hebben verdedigd, er, als
zij deze willen behouden, tegen moeten zijn,
vooral ook op grond, dat zij zich steeds zoo
sterk tegen Staatsonderwijs hebben verklaard
en tegen het eten uit de Staatsruif.
M. E. VAN DER MEULEN.
Duitschland. Bij den rijkskanselier is in
behandeling, om spoedig aan de bondsregeeringen
te worden ingediend, een gewijzigd wetsontwerp
betreffende de verplichte verzekering van arbei
ders voor den ouden dag en voor ongeschiktheid
tot den arbeid.
De Russische gezant te Berlijn heeft in een
onderhoud met de Berlijnsche bankiers hen de
meest geruststellende berichten over den poli-
tieken toestand van Rusland gegeven.
De Keizer zal den 7en Augustus den Keizér
vau Oostenrijk te Gastein ontmoeten.
Oostenrijk. De redacteur van de Neue
Pesther Zeit. heeft een onderhoud gehad met
een der leden der Bulgaarsche deputatie, Sto-
ianoff. Deze zou gezegd hebben„Wij hebben
ons bedrogen. Na al hetgeen vóór de verkie
zing van prins Ferdinand tot vorst gebeurd is,
na alle verzekeringen die de prins heeft gege
ven, dachten wij dat hij den troon zonder be
denking zou bestijgen. Tot onze verbazing ver
namen wij dus van hem, dat hij zijn beslissing
afhankelijk stelde van enkele voorwaarden.”
Italië. Napels is zonder drinkwater. De
leidingen die het water van de Serina naar
Napels voeren, zijn op verschillende plaatsen
lek. De Carmignano is niet voldoende om de
stad van water te voorzien en de gemeenteraad
heeft thans de waterputten, die twee jaren ge
leden, tijdens de cholera, werden afgekeurd, weer
in gebruik doen nemen en het water daarvan
is ver van schoon. Er hadden onlusten plaats
en de gewapende macht moest tusschenbeiden
komen.
Spanje. De politie te Madrid heeft enkele
magazijnen bezocht tot onderzoek der levens
middelen. Allen, die met Duitsche alcohol be
reid waren, werden in beslag genomen, als zijnde
schadelijk voor de gezondheid.
Bulgarije. De afgevaardigden hebben last
gekregen onmiddellijk naar Sofia terug te keeren
en ’s prinsen besluit niet af te wachten. Men is
over de houding van den prins zeer verbolgen.
Stoïloff, die het meest op zijn keuze heeft aan
gedrongen, is nu in discredietRadoslavoff en
Nicolaïeff, aanhangers van prins Alexander krij
gen weer invloed.
Volgens berichten uit Roetschoek zou het Re
gentschap zijn afgetreden, op de weigering van
den prins om den troon te bestijgenzij zullen
nu den Sobranje voorstellen, den hertog van
Alengon tot vorst te kiezen.
De Russische gezant te Weenen heeft den
prins van Saxen-Coburg verklaard, dat Rusland
zijn keuze nooit zal erkennen, en dat de Czaar
hem gaarne zal ontvangen als prins van Saxen-
Coburg, maar nooit als vorst van Bulgarije.
Te Philippopel en in andere steden zouden
twist ontstaan zijn tusschen de aanhangers der
partij van Vorst Alexander en die van het re
gentschap, en enkele officieren zouden, onmach
tig hun soldaten in toom te houden, hun ont
slag, hebben genomen.
Servië. Oostenrijksche muziekgezelschappen
mogen niet meer in ’t publiek spelen, de haat
tegen Oostenrijk neemt bij den dag toe.
fineerde visschers, hebben onze jongelui toch wel
eens eene vangst, die menig visscher van profes
sie zou doen watertanden. Zoo vingen zij dezer
dagen onder Appelscha in een schakelnet niets
minder daneene koe, niet op het land,
maar heusch in het water. Of het echter aan
de onbedrevenheid der visschers moet worden ge
weten, of dat het net van minder goede con
structie was durven wij niet beslissen, maar van
de vangst bleef ongelukkig niets over dan een
verscheurd vischtuig. ’t Was anders zoo’n ferm
hapje.
Eigen Haard bevat weder eenige goed ge
schetste portretten uit de Tweede Kamer. De
„koppen” zijn zoo gelijkend, dat wij bijna aan
den uitgever den raad zouden aanbieden om de
verzameling volledig te maken en afzonderlijk
verkrijgbaar te stellen voor de vele landgenooten
en vreemdelingen, welke onze Tweede Kamer
bezoeken. De grootste quaestie toch voor die
bezoekers is niet wat er gezegd wordt, maar wie
dit lid is en waar hij dat lid zien kan. C’est
une idéé comme une autre; octrooi vragen we
er niet voor.
Uit Rhenen meldt menAlhier zijn twee
personen gearresteerd en geboeid naar Arnhem
overgebracht, wegens het schrijven van brand
brieven aan den burgemeester van laatstge
noemde stad.
Wij lezen in de Standaard":
„Spraken we onlangs van de verbeeldings
kracht, waardoor eenige „Haagsche particuliere
correspondenten” zich vaak onderscheiden, een
Amsterdamsch journalist heeft hen inderdaad
overtroffen.
In het Utr. Dagblad" toch lazen we het ver
slag, dat iemand te Amsterdam gaf van een
door hem medegemaakte luchtreismaar we
konden er maar niet achter komen, welke lucht
reis bedoeld werd, daar uit de omstandigheden
duidelijk bleek, dat hij geen der beide laatste
luchtreizen van de „Prinses Wilhelmina11 op ‘t
oog had. De besproken ballonreis eindigde op
een heel andere plaats en op een heel ander
uur, dan de reizen door den heer Louis gedaan.
Het reisje, dat ons onbegrijpelijk voorkwam,
scheen den correspondent goed bevallen te zijn,
te oordeelen naar de beschrijving, die hij geeft
van ’t panorama, dat hij aanschouwde, en naar
‘t slot van zijn verhaal, waar hij zegt: „Toch
maak ik zoo‘n luchtreis nog eens meê 1“
Wij begrepen de zaak niet, tot we in de „V.
R. Ct.“ aan ‘t slot van een mededeeling om
trent de opstijging het volgende lazen
„Een hier wonend journalist, die de reis had
denken mede te doen, moest van zijn voorne
men afzien, aangezien de heer Louis (de lucht-
schipper) er de voorkeur aan gaf deze reis een
zijner discipelen mede te nemen.“
Dat is de sleutel van ‘t geheim. De man
ging niet meê, maar had „gedacht44 meê te
„zullen44 gaan.
Hem een eereplaats onder ‘t „denkend4' deel
der natieHij is het waard.
Eenige dagen geleden maakten wij melding
van de verre van welwillende wijze, waarop so
cialisten te Utrecht door de bevolking waren
ontvangen. De Voorwaarts verhaalt dat de stu
denten daarin de hand hadden en geld onder de
mindere bevolking strooiden. Gelria knoopt aan
deze bewering de juiste opmerking, dat het be
denkelijk gesteld is met de edelmoedigheid, den
adel van karakter en de ridderlijkheid der Ne-
derlandsche jeugd, wanneer zij doet wat Voor
waarts zegt. Zij vergeet echter, dat het vacan-
tie is en er dus geen studenten in Utrecht wa
ren, die centen aan de straatjongens konden geven.
W ij voegen er bij dat hetzelfde blad ook ver
haalde, hoe de cavalerie gereed stond om han
delend op te treden. In Utrecht nu is er geen
cavalerie.
Te Stoppeldijk niet Stellendijk zijn
53 kiezers voor den Gemeenteraad. In de stem
bus werden 54 biljetten gevonden.
De N. R- Ct. bevat een verhaal van haar
Amsterdamschen correspondent, die een neef uit
Brabant heeft overgehad, met het doel eens te
eten op de tentoonstelling van voedingsmiddelen
overeenkomstig de aanwijzingen van den cata
logus. Te dien einde had hij een menuutje
opgemaakt, dat hij den kellner in den restaurant
van Heineken, „de Waag van Hoorn,” overgaf,
doch van dezen terug ontving met de opmer
king, dat men die gerechten niet had. Het menu
bevatte dan oek niet minder dan „gespikkelde
slakkensloep (Helix adspersa)alikruikpasteitjes
(Littorina vulgaris)gekookte gladde haai
(Squalus mustelus), of bij gebreke daarvan zee
wolf (Anarchichas Lupus)paardebiefstukge
braden kikvorsch (alleen de achterdeelen)” enz.
enz, Neef was woedend, dat de catalogus hem
voor het lapje had gehouden, en wilde nu met
alle geweld naar de kookschool, om daar de
even voedzame als weinig kostbare boomslakken
enz. te verorberen, en zijne woede kende geen
grenzen, toen hij vernam dat ook in de kook
school dergeljjke gerechten niet werden bereid.
Neef had plotseling zóózeer zijn bekomst van
Amsterdam en zijn voedingstentoonstelling, dat
hij op staanden voet vertrok naar Wormerveer,
om er eenigen tijd bij eene oude-tante te gaan
doorbrengen. Zijn laatste afscheidsgroet door
het raampje van den wegrijdenden waggon was
het met verontwaardiging wegslingeren van den
catalogus dat „lor”, zooals hjj zei op het
Op den 6den Juni j.l. heeft in de Tweede
Kamer der Staten-Generaal eene stemming plaats
gehad, die verbazing heeft teweeg gebracht in
heel het land.
De zitting was bijna voltallig, er waren 84
van de 86 leden aanwezig. Ieder besefte het
gewicht van het oogenblik.
Er zou nam. gestemd worden over een amen
dement van Mr. Vos de Wael op een voorstel
van Dr. Schaepman, waardoor het bekende
Art. 194 uit onze tegenwoordige Grondwet, niet
slechts eene gedaanteverwisseling zou ondergaan,
maar waardoor het onderwijs in Nederland, bij
uitnemendheid het Lager Onderwijs, op geheel
nieuwe grondslagen zou worden gevestigd.
Het amendement werd aangenomen met 45
tegen 39 stemmen.
38 leden der rechterzijde stemden voor, 39
leden der linkerzijde stemden tegen, 7 liberalen
voegden zich bij de rechterzijde en gaven alzoo
den doorslag.
De namen dier zeven liberalen zijn de Heeren
Gleichman, Gilderaeester en Hartogh van Am
sterdam, de Ranitz van Zutfen, Farncombe
Sanders van Haarlem, Van Houten van Gro
ningen en Greeve van ’s Gravenhage.
Alvorens ik over de beteekenis dezer stem
ming en van het later aangenomen voorstel
Schaepman een en ander ga in het midden bren
gen, acht ik het noodzakelijk het oude en het aan
vankelijk nieuw aangenomen artikel nevens
elkander te plaatsen.
Uit de vergelijking van den inhoud dezer beide
artikelen blijkt, dat werkelijk het onderwijs in
Nederland op geheel nieuwe grondslagen zal
worden geregeld, wanneer dit nieuwe artikel
kracht van wet zal hebben erlangd.
Het is goed dat de natie dit levendig beseffe.
Ik zal trachten zoo onpartijdig mogelijk aan
te toonen, welke die nieuwe grondslagen zijn.
Ie. Het openbaar staatsonderwijs, d. i. de voor
allen toegankelijke volksschool, waar ieder ge
rustelijk zijn kinderen kan heenzenden, verze
kert dat hun godsdienstige begrippen zullen
worden geëerbiedigd, vervalt in beginsel, is niet
meer grondwettelijk gewaarborgd.
Dat wil niet zeggen, dat deze school aanstonds
zal of moet worden opgeheven. Volstrekt niet.
Zoolang de regeering bestaat uit mannen die deze
wenschelijk achten, zullen zij haar laten bestaan.
Komt de regeering echter in handen van Anti-
Revolutionairen of Roomsch-Katholieken, dan
zullen deze gerechtigd zijn, gelijk nu in Belgie
geschiedt in Roomsch-Katholieken zin, de open
bare onderwijzers, die niet confessioneel zijn te
ontslaan en de scholen in confessioneele scholen
te veranderen.
De richting der school hangt dan af van de
richting der regeering.
Dat het bestaan der onderwijzers even wissel
vallig wordt, spreekt van zelf.
2e. „De inrichting van het openbaar onderwijs
wordt door de wet geregeld”.
Zoo staat er in beide artikelen, maar als een toe
komstige confessioneele regeering, het openbaar
onderwijs opheft, dan vervalt daarmede de regeling
door de wet. Elke vereeniging, ook de staat,
richt dan het onderwijs in naar eigen welgeval
len. De minderheid in de wetgevende macht
mag toezien, zonder iets te zeggen te hebben.
3e. De rechten der minderheden zijn nu ge
waarborgd in de grondwet, want naast de staats-
Bolsward. Donderdag 21 Juli, namiddags
3 uur, werd te Bolsward in het hotel Tuininga
eene buitengewone vergadering gehouden van
de Bakkersvereeniging „Bolsward”, afdeeling van
den Ned. Bakkersbond.
Tegenwoordig waren als leden en genoodigden
61 heeren, waaronder de voorzitter en de secre
taris, en de heeren Zwaneveld en Huberts, leden
van het hoofdbestuur.
De vergadering werd met een hartelijke wel
komstgroet, vooral ook aan het hoofdbestuur,
geopend door den heer W. H. Nederhoed, voor
zitter van de afd. Bolsward, en merkte hij op,
dat de 6 jaren geleden opgerichte Bakkersöond
606 leden telt.
Punten van behandeling
1. Voordracht over vakbelangen, in te leiden
door den heer W. H. Nederhoed. In deze met
studie en ernst gemaakte voordracht kwamen
vele behartigingswaardige belangen en zaken
voor, opgedaan uit eigen ervaring en die van
anderen. Spreker critiseerde de broodfabrieken,
vooral de brood- en meelfabrieken en waarschuw
de den bakkers van deze laatsten hun meel te
koopen, teneinde het ontstaan en bestaan niet
in de hand te werken. Hij beval aan het on
derling en met anderen eerlijk concurreeren,
tevens om zooveel mogelijk zich te vereenigen.
Een vaste gewoonte moest het zijn om de goede
ren na te wegen en na te tellen. Vooral letten
op netto en bruto gewicht. Met de namen van
de verschillende leveranciers bekend te zijn is
noodig, en eveneens het lager stellen en regelen
van de prijzen der zakken. Het boekhouden
is een zeer gewenscht iets. Het letten op ver-
valsching vooral van honig en suiker, ook gist
en siroop is gebiedend, en verdient aanbeveling,
het in vereeniging ontbieden van waren, zooals
te Groningen, Leeuwarden en Bolsward met het
ontbieden van gist plaats heeft. Het hebben
van een gezamentlijken molen, evenals te Bols
ward. Het hebben van een onderlinge brand
verzekering. Het oprichten van een ondersteu
ning- en pensioenfonds evenals te Zaandam. Het
zich beter wijden aan het personeel. Het beter
inrichten van de verhuurkantoren op den voet
als te Groningen, en het beter inrichten van de
werkboekjes, dit alles komt spreker gewenscht
en noodzakelijk voor.
2. Voorstellen.
Door de afd. Barradeel” werd voorgesteld om
het initiatief te nemen tot het oprichten van
eene provinciale afdeeling van den Ned. Bak
kersbond, waarop de voorzitter te kennen gaf,
dat zulks van Leeuwarden, Frieslands hoofd
stad zoude moeten uitgaan.
3. Mededeelingen uit den gildentijd, in te
leiden door den heer W. H. Nederhoed. Deze
mededeelingen waren grootendeels ontleend aan
de in het stads oud archief berustende bakkers-
gildebrieven en reglementen. Deze mededeelin
gen werden van toepassing gebracht op onzen
tijd en bevallig gemaakt door de aanwezigheid,
van de in de stukken voorkomende oude mun
ten, b.v. Caroli gulden enz.
Nadat elkanders belangen, die van den bond
en de afdeelingen nog nader zijn besproken,
deelt de secretaris van het hoofdbestuur mede,
dat staande de vergadering 26 heeren tot den
Bond zijn toegetreden.
De voorzitter sluit hierna met een opwekkend
woord en de beste wenschen de vergadering.
De voorzitter van het hoofdbestuur bedankte
nog den heer Nederhoed voor het door hem ge
sprokene.
Een gemeenschappelijk diner was het einde
van deze bijeenkomst.
Ooststellingwerf, 22 Juli, ’t Is in de groote
vacantie. Vele jongelieden, die anders dagelijks
over hunne boeken zitten gebogen en hun best
doen zich te laven aan de bronnen van kennis
en wetenschap, genieten thans rust en maken
zich den tijd ten nutte de stadslucht te laten
afwaaien. In vereeniging zoekt men allerlei
geoorloofde uitspanningen, waaronder vischpar-
tijen eene eerste plaats bekleeden. De waterbe
woners hebben het dus om dezen tijd zwaar te
verantwoorden en menig ervaren snoek zal het
niet gedroomd hebben dat hij nog eens zou
terecht komen in de maag van een van Minerva’s
Ofschoon in het vak niet ervaren als gerou- perron”
Bolswardsehe Courant
i
BETREFFENDE HET
Art. 192 (nieuw.)
Het onderwijs is een voor
werp van de aanhoudende zorg
der Regering.
Het geven van onderwijs is vrij.
Het toezigt van de overheid
op het onderwas in het alge
meen, de inrigting van het
openbaar onderwijs en voor zoo
ver het lager en middelbaar on
derwijs betreft, de aan den on
derwijzer te stellen eischen van
bekwaamheid en zedelijkheid,
worden door de wet geregeld.
De Koning doet van den staat
der hooge- middelbare en lagere
scholen jaarlijks een uitvoerig
onderwijs betreft, behoudens het verslag aan de Staten-Generaal
geven.
De belangrijkheid van de onderwijsquaes-
tie, wel verre van te verminderen, neemt
van jaar tot jaar toe. Wel verre dat de
loop der omstandigheden meer en meer zou
aantoonen dat de onderwijsquaestie een be-
treurenswaardig incident zou zijn, waaraan
met wederzijdschen goeden wil door een
of anderen modus vivendi een einde zou
zijn te maken, blijkt hoe langer hoe dui
delijker dat deze quaestie tot de meest prin-
cipiëele behoort van den grooten worstel
strijd van onze dagen, een ware toetssteen
van beginselen.
Wat velen over het hoofd zien is juist
dit, dat de onderwijsquaestie in haar wezen
het hart raakt van de groote sociale quaestie.
Prof. P. W. A. Gort v. d Linden.
Gids Juni.
Art. 194 (oud.)
Het openbaar onderwijs is
een voorwerp van de aanhou
dende zorg der Regering.
De inrigting van het open
baar onderwijs wordt, met eer
biediging van ieders godsdien
stige begrippen, door de wel ge
regeld.
Er wordt overal in het Rijk
van overheidswege voldoend
openbaar lager ouderwijs gege
ven.
Het geven van onderwijs is
vrij, behoudens het toezigt der
overheid, en bovendien, voor
zoover het middelbaar en lager
<-
pnderzoek naar de bekwaam
heid en zedelijkheid des onder
wijzers; het een en ander door
de wet te regelen.
De Koning doet van den staat
der hooge- middelbare en lagere
scholen jaarlijks een uitvoerig
verslag aan de Staten-Generaal
geven.