NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
sotswAaö sa weHSBBASBSi.
Regeepingsvorm Jolksonilerwijs.
III
II
1887.
Zes en Twintigste Jaargang.
No. 33.
VOOR
DONDERDAG 18 AUGUSTUS.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
r
I
I
ft
1
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
wikkeling behoefte krijgt aan een meer aan
zienlijke plaats, bij het langzamerhand ver
overen van die haar toekomende stelling een
zekere wrijving en gisting in de maatschappij
voortbrengen. Het socialisme is eene ontwik-
kelingsziekte.
De regeering zij er evenals een verstandig
geneesheer op bedacht, de verschijnselen dier
kwaal te temperen en te bestrijden maar niet
de ontwikkeling zelve te belemmeren. Dan zal
mijns inziens vooral in een land, waar de volks
aard is als die van het Nederlandsche, er niet
veel gevaar bestaan, dat gewelddadige omkeerin-
gen in de maatschappij plaats zullen hebben.
Bolsward. Bij de laatste verkiezing van
leden voor den gemeenteraad ter dezer stede is
de heer C. W. Eisma niet herkozen.
Het zal wel buiten kijf zijn, dat de Heeren
T. van der Weij en C. W. Eisma behooren tot
de degelijkste en ijverigste raadsleden. Daarom
hebben wij ons hartelijk verblijd over de flinke
meerderheid waarmede de eerste is herkozen,
maar daarom ook juist betreuren wij het, dat
de tweede is gevallen.
Wanneer wy ons herinneren met hoeveel ijver
de heer Eisma is opgetreden zoolang hij zitting
had in den Raad, welke belangrijke onderwer
pen op zijn voorstel commissoriaal zijn gemaakt,
terwijl hij zelf niet het minst aan de behande
ling daarvan medegewerkt heeft, zooals de af
graving van het nog bestaande gedeelte bol
werk, de demping van de Dij lakker vaart enz;
hoe hij voor het behoud van de school voor
m. u. 1. o. voor meisjes, voor betere regeling van
het klassikaal onderwijs in de burgerschool, voor
het geven van ambachtsonderwijs in de bres is
geweestwelk aandeel hij genomen heeft aan
de commissie voor de gasfabriek en verlaging
van den gasprijshoe hij in de commissie voor
de strafverordening werkzaam is geweest en bij
gewichtige punten zijn best heeft gedaan voor
de belangen onzer stad, van welk een en ander
de raadsverslagen duidelijk getuigenis geven, dan
is er oorzaak om zich te verbazen over het oor
deel dat de kiezers geveld hebben, over de traag
heid van sommigen, die zeer goed hadden kun
nen opkomen.
f Met belangstelling hebben wij kennis ge
nomen van het rapport dat de Commissie van
uitvoering der vereeniging voor werkverschaf
fing alhier heeft uitgebracht.
Er blykt uit dat de behoefte aan werk zich
niet in zoo sterke mate heeft doen gevoelen,
als in den vorigen winter. Eerst den Bden Janu
ari jl. is het werk begonnen en reeds den 5den
Maart d. a. v. is het geëindigd, terwijl het getal
werklieden tot hoogstens 24 is geklommen.
Eenige tuinstoelen zijn vervaardigd, die bizon-
der voldoen, een aantal rolpaarden, kruiwagentjes,
voetbankjes, kastjes, stoppen en enkele spellen
kegels. De hoofdzaak echter zijn klompen waar-
De Banier schrijft
Tegenstrijdigheden.
Voor een man uit één stuk, die weet wat hij
wil en zich kleedt voor hetgeen hij is, moeten
wij in zekeren zin altijd respect hebben.
Een man met twee aangezichten’echter, die zich
heden hier zóó en morgen ginds weer anders ver
toont, geeft zelf aanleiding, als men hem begin
selloos of karakterloos noemt.
Het is noodig, dat zulke lieden openbaar ge
maakt worden en dat men waarschuwe voor hen,
die zulk een leven vol tegenstrijdigheden leiden.
Dat sommigen het met die tegenstrijdigheden
al heel ver drijven durven, blijkt duidelijk uit
het volgende
In ons vaderland bestaat een zeker weekblad,
waarvan verantwoordelijk redacteur is een zeker
predikant onzer Nederlandsche Hervormde Kerk.
Een predikant dus, die niet doleert.
Zijn weekblad echter doleert op de tweede
helft van de eerste pagina en op pagina 2 en 3.
Daar wordt het doleeren verheerlijkt en geprezen
en bevorderd.
Alleen de eerste helft van de eerste pagina,
waar het hoofdartikel staat, doleert niet.
Van het geheele blad, ook het doleerend ge
deelte ingesloten, is die predikant, die niet do
leert verantwoordelijk redacteur.
Ra, ra, hoe is dat mogelijk?
Maar wij zijn er nog niet.
Die predikant, verantwoordelijk redacteur van
een grootendeels doleerend blad, doleert dus zelf
niet, maar blijft, terwijl onder zijneverantwoorde-
lijkheid aan den val onzer Kerk gewerkt wordt,
zelf predikant dier Kerk in het genot van pas
torie en rijks-tractement en pastoralia.
Waarom hij niet doleert
Wij kunnen het niet met zekerheid zeggen.
Maar hoe vreemd hij wordt met dat
al toch onder de doleerende predikanten gere
kend. Immers bij den Heer Wormser te Am
sterdam wordt uitgegeven een werk, waarvan
de officieele titel luidt
Uit de Diepte
Leerredenen van ^Predikanten der Nederd.
Gereform. Kerken. {Doleerende).
Dat werk bevat de preeken alleen van do
leerende predikanten. Ónder de medewerkers
aan dat werk, allen doleerende predikanten,
komt ook den naam voor van den verant
woordelijken redacteur van het niet-doleerend
5/6 doleerend blad. Onder de 35 namen is
zijn naam de eenige, die nog in betrekking staat
tot onze Ned. Herv. Kerk.
Ra, ra, wat is dat
Wie verklaart ons deze tegenstrijdigheden
Engeland. De begrooting voor onderwijs
werd bij het Lagerhuis ingediend. Daaruit blijkt
weder vooruitgang. Op de registers zijn inge
schreven ruim 4% millioen kinderen of 2.12 pet.
meer dan in 1885 en aanmerkelijk meer dan de
vermeerdering der bevolking, welke geschat
wordt op 1.35 pet. Vooral in de groote steden
is nog steeds gebrek aan plaats op de scholen.
Het gerucht, als zou bet Engelsche kabinet
den Prins van Saxen-Coburg aangemoedigd heb
ben naar Sofia te gaan, wordt tegengesproken.
Engeland neemt in dezen een afwachtende hou
ding aan en zal den Prins niet erkennen als hij
niet door den Sultan officieel erkend is.
Eene Fransche vrouw, die voorgeeft eene Parij-
sche modiste te zijn en Dupont te heeten, is te
Cowes (eiland Wight) in hechtenis genomen. Zij
werd in het bezit bevonden van ontplofbare
stoffen, vermoedelijk dynamiet. Uit het inge
steld onderzoek bleek, dat zij het laatst van
Havre kwam. Men schrijft haar het voornemen
toe van een aanslag op Osborne, de verblijfplaats
der Koningin, bij Cowes.
Verscheidene Engelsche bladen zeggen, dat de
Engelsche en Fransche regeeringen het eens zijn
over al de punten betreffende de onzijdigheid
van het Suez-kanaal. Men verwacht te Parijs
een tweede conferentie, die tot teekening der
conventie zal leiden.
Frankrijk. Weder tracht Boulanger van
zich te doen spreken, door een bombastisch ge
stelden brief, dien hij gezonden heeft aan den
Russischen gezant Mohrenheim, verblijf houden
de op een badplaats in de buurt van Clermont.
Hij drukt daarin zijn vreugde uit hem zoo nabij
te zien en zijn hoop een bezoek te mogen ont
vangen. Mohrenheim antwoordde met eenvoudig
zijn visitekaartje te zenden, maar vond het bo
vendien noodig het geval aan den minister van
buitenlandsche zaken mede te doelen, ouder ver-
den staat. Maar in beide gevallen is het volk
onmondig en dit is een nadeel, dat meer dan
opweegt tegen de voordeelen, die de absolute
monarchie en de aristocratie opleveren. Dat is
een toestand, die niet meer past voor den trap
van ontwikkeling waarop de volken zich in
dezen tijd bevinden.
Het moge dan eenigzins vreemd schijnen dat
de parlementaire regeeringsvorm op den duur
zal kunnen blijven bestaan, daar men gewoon
lijk zoo weinig vruchten van hare werkzaam
heid ziet, vooral op wetgevend gebied toch zou
een terugkeer tot de absolute monarchie of de
aristocratie te betreuren zijn. Het eenige
geneesmiddel is, dat de volksvertegenwoordigers
zei ven verandering in den toestand brengen, door
meer en meer te trachten hun eigen wenschen aan
het algemeen belang ten offer te brengen en niet
al te vasthoudend te zijn aan hun eigene mee-
ningen. Op die wijze zal men bereiken wat in
een krachtige monarchie gemakkelijk gaat, nl.
de vastheid en eenheid der regeering en de
doortastendheid der bestuursmaatregelen. En
op die wijze zal men tevens vrij blijven van het
groote nadeel der alleenheerschappij, namelijk
dat zij de vrijheid verstikt en daardoor de ont
wikkeling en den vooruitgang verhindert.
Is het wel waar, wat de meesten zeggen, dat
het van het hoogste belang is om voor het onder
wijs zorg te dragen Vele staathuishoudkundigen
prijzen het verbeteren van het onderwijs aan
als een langzaamwerkend doch onfeilbaar mid
del om het sociale vraagstuk op te lossen, en
de ontevredenheid weg te nemen die er bestaat
over het lot der werklieden. Anderen zijn van een
andere meening, en zeggen dat het ontwikkelen
van het volk juist ten gevolge zal hebben dat het
volk meer behoeften krijgt, terwijl deze ver
meerdering van behoeften juist meer ontevreden
heid in het leven zal roepen. Deze redeneering
bevat veel waars. Hoe meer de volksont
wikkeling voortgaat des te minder zal het volk
zich tevreden gevoelen met een toestand waarin
het ja, bevrediging voor zijn noodwendigste
behoeften kan vinden maar waarin daaraan tijd
noch middelen ten dienste staan om ook zijne
geestelijke behoeften te vervullen. Het is mijns
inziens aan geen redelijken twijfel onderhevig
dat de hoogere ontwikkeling van het volk slechts
ten gevolge kan hebben, dat dit zich de mid
delen tracht te verschaffen om zijn toestand in
overeenstemming te brengen met zijn vermeer
derde behoeften. En niet alleen dat de meer
dere ontwikkeling nieuwe behoeften schept;
maar zij geeft ook aan de lagere klasse de
overtuiging van evenveel recht te hebben op
levensgenot en op erkenning als de hoogere
standen der maatschappij. Zij wordt meer en
meer de oorzaak van den onbillijken toestand,
dat menschen die in ontwikkeling gelijk staan
door de inrichting der maatschappij volstrekt
niet gelijkelijk in staat zijn om het leven te
genieten en naar eigen welbehagen in te richten.
Derhalve zal zij tengevolge hebben, dat de
sociale quaestie hoe langer hoe meer op den
voorgrond treedt en dat het socialisme hoe
langer hoe meer volgelingen verwerft. Want,
men bedenke het wel, niet de toestand op zich
zelf der arbeiders is de grond van de sociale
quaestie maar de ontevredenheid, die daarover
heerscht. De toestand zelf is zeker beter dan
in vroegere tijden, toen er nog geen sociale
quaestie bestond.
De tijden zijn lang geleden en zij waren ten
tijde van de Fransche revolutie ook reeds lang
voorbij, maar toch zijn er volgens Carlyle den
beschrijver dier gebeurtenis tijden geweest, dat
er in Frankrijk eene wet bestond die aan den
heer het recht toekende, om bij zijne terug
komst van de jacht niet meer dan twee lijfeige
nen te dooden, om zich in hun warm bloed de
voeten te verfrisschen en dat de aanzienlijken,
die liefhebbers waren van schieten, gewoon
waren op leidekkers en loodgieters te mikken
en zich met hun rollen van het dak te ver
lustigen. Zulke barbaarschheden zijn nu niet
meer mogelijk, en het is toch een groote vooruit
gang dat alle menschen die in de beschaafde landen
leven, gelijk voor de wet zijn en gelijkelijk recht
hebben op bescherming van persoon en goederen.
Alles is nog niet zooals het behoort te zijn;
er is verbetering mogelijk, zooals iedereen erkent,
maar de groote oorzaak van het socialisme en
de ontevredenheid ligt niet hierin dat de toe
stand der arbeiders zooveel minder is geworden,
maar hierin dat het volk door zijne voortgaande
ontwikkeling aanspraak maakt en maken kan
op lotsverbetering.
Wanneer men deze redeneering toegeeft, moet
men dan daaruit de gevolgtrekking afleiden,
dat het beter zou zijn om het volksonderwijs
te verwaarloozen, om zoodoende den feitelijken
toestand in overeenstemming te brengen met
het recht? Op grond van het bovengezegde,
meen ik dat deze vraag ontkennend moet wor
den beantwoord. Op die wjjze zou de mensch-
heid weer teruggaan op de baan die haar is
voorgeschreven. Zoodoende zou de leus zijn:
dood en slavernij, in plaats van leven en vrijheid.
Het volksonderwijs moet behartigd worden, dan
zal door verstandige regeeringsmaatregelen en
door den drang der omstandigheden zonder ge
weldige schokken zeker de toestand van het
volk worden verbeterd. Evenals een groeiende
tand, die langzamerhand het tandvleesch door
boort, pijn veroorzaakt, zoo moet ook een be
paalde klasse der maatschappij, die door ont-
klaring, dat hij wel niet nader met Boulanger
in betrekking zou treden. De zaak is op die
wijze aan de groote klok gehangen en Boulan
ger begeert niets liever dan dat. Mohrenheim
had verstandiger gedaan van de heele zaak geen
notitie te nemen.
Op last van den minister van marine zullen
aan boord van eenige schepen en in verschillende
havens proeven worden genomen met olie bij een
woelige zee.
De minister van oorlog heeft op de begrooting
van zijn departement voor 1888 bezuinigingen
aangebracht ten bedrage van lfl1/, millioen.
Duitschland. Prins Bismarck zal te
Kissingen een conferentie hebben met graaf Kal-
noky en den Russischen gezant te Berlijn, Schou-
waloff.
De gemeenteraad van Essen ontving bericht
van een legaat van 500,000 Mark, door Krupp
aan de gemeente vermaakt.
Bulgarije. Men zegt dat Rusland een cir
culaire zal zenden aan de mogendheden waarin
de Regeering zich ten sterkste verklaart tegen
het optreden van de Prins van Saksen-Coburg.
De „Observateur Francais" ontvangt een te
legram uit Weenen volgens hetwelk Prins Fer
dinand een onderhoud zou gehad met den pau-
selijken nuntius Galumberti en hem gevraagd
zou hebben of de Paus niet zijne voorspraak zou
kunnen zijn bij den Czaar. De prelaat heeft
ontkennend daarop geantwoord.
Aan het „Journal des Debats" wordt uit Wee
nen gemeld, dat aldaar eene verandering wordt
opgemerkt in de houding der Oostenrijksche bla
den ten opzichte van Prins Ferdinand van Sak
sen-Coburg. Zijne dépêche aan den Sultan wordt
beschouwd als eene handige zet.
Prins Ferdinand van Saksen-Coburg is te Sis-
tova op schitterende wijze ontvangen. De in
woners der stad hebben gedaan wat zij konden
om hunne vreugde te kennen te geven en ver
sierden hun huizen met groen en lampions. De offi
cieren en ambtenaren en een talrijke menigte
der ingezetenen in feestgewaad gekleed, verwel
komden den prins met luide toejuichingen.
Op verschillende punten der stad hielden feest
redenaars toespraken tot het volk, waarin zij den
prins hulde brachten. Heden zal de prins in de
Sobranje den eed afleggen. Vermoedelijk zal te
gelijkertijd een nieuw ministerie worden gevormd.
Binnen twee dagen zal de prins de reis naar
Sofia voortzetten.
In diplomatieke kringen wordt verhaald, dat
de Bulgaarsche politie sporen van eene samen
zwering te Routchouk heeft ontdekt. Verschei
dene ontplofbare toestellen zouden ontdekt en
sommige personen gevangen genomen zijn.
De „Independance" verneemt omtrent de Bul
gaarsche quaestie, dat de prins te Routchouk
plechtig is ontvangen en ter zijner eere een „Te
Deum” is gezongen.
Er zijn tal van Russische agenten in het land
die beroering willen te weeg brengen en op wien
de politie streng het oog houdt.
Ontwikkeling is de eeuwige wet die voor al
les wat leeft is voorgeschreven. Alles ontwik
kelt zich naar de mate zijner krachten en vermo
gens, en zoo moet ook de mensch niet rusten
voor hij de krachten die in hem sluimeren heeft
ontwikkeld, en zijn aanleg heeft verwezenlijkt.
Daartoe spoort hem een inwendige stem aan, die
hem verwijtend in de ooren klinkt wanneer hij
niet aan zijne bestemming beantwoordt. Deze
wet der ontwikkeling moeten de menschen ook
bij hunne beschouwingen over staatkunde en staat
huishoudkunde in het oog houden. Zij moeten
hunne denkbeelden in dit opzicht niet vormen
onder den invloed der overweging, dat vrede en
welvaart het begeerlijkste goed voor den mensch
zijn. Want vrede en welvaart ten koste der
ontwikkeling zijn niet wenschelijk voor de mensch-
heidja zelfs oorlog en armoede en gebrek zijn
daarboven te verkiezen, wanneer zij het middel
zijn om de menschheid een schrede verder te
brengen op de baan der ontwikkeling. Te ver
werpen is de levensbeschouwing van den Ro-
meinschen dichter Ovidius, volgens wien de gou
den eeuw, het voortreffelijkste tijdvak der mensch
heid, juist daardoor zoozeer boven andere tijd
perken verheven was, omdat de menschen toen
in rust en vrede leefden, geen begeerten en
hartstochten kenden, en omdat geen weetgierig
heid of zucht naar iets hoogers hen bezielde.
Toen wist men niet van zwaarden en wapenen,
toen stond de pijnboom nog in het gebergte en
werd niet gebruikt om er de kiel van een schip
van te maken, ten einde onbekende streken te
ontdekken en de kennis te vergrooten.
Ovidius beschouwt het als iets verkeerds dat
de menschen naar iets hoogers trachtten en niet
tevreden waren met het rustige leven dat zij
eerst leidden.
Maar was het hem dan niet bekend, dat de
aanleg van den mensch iets anders beoogt Een
dergelijke leefwijze moge goed zijn voor de die
ren des velds, zij kan den mensch op den duur
niet bevredigen. Neen, dan verdient de beschou
wingswijze van een anderen Romein, den ge
schiedschrijver Sallustius de voorkeur, die in
zijn werk over de samenzwering van Catilina
als zijne overtuiging uitspreekt, dat alle mensschen
hunne krachten moeten inspannen om hun leven
niet in werkelooze rust en stilte door te gaan,
evenals de dieren, die de natuur eenvoudig met
lichamelijke begeerten heeft geschapen.
Hij heeft mijns inziens volkomen gelijk; de
aanleg van den mensch is nu eenmaal een andere
dan die der dieren. Die aanleg eischt voort
durende ontwikkeling en rust en kalmte, in den
zin van opgeven van alle pogingen om verder
vooruit te streven zijn daarmede onbestaanbaar.
Deze beschouwingswijze verdient toepassing
bij het beantwoorden van de vraag: wat is de
beste regeeringsvorm en ten tweede van de
vraagwat moet men denken van het hooge
gewicht dat er door de meesten wordt gehecht
aan het volksonderwijs.
Wat is de beste regeeringsvorm
Een algemeen antwoord daarop is zeker niet
te geven. Veel hangt er af van de geaardheid
van een volk en van den trap zijner ontwikkeling.
Het onbeperkte koningschap heeft in de be
schaafde staten plaats gemaakt voor de regee
ring van het volk, door middel van vertegenwoor
digers. De vertegenwoordiging heeft in de
meeste beschaafde staten zooveel in vloed gekregen,
dat zij niet alleen dient om voor de vrijheid der
staatsburgers te waken en der regeering te be
letten om daarop inbreuk te maken, maar dat
zij zelf de teugels der regeering feitelijk in
handen heeft gekregen, en by meerderheid
van stemmen alle regeeringsmaatregelen in hare
macht heeft. Deze regeeringsvorm bloeit thans
bij onsmen noemt dien het parlementaire
stelsel. Uit Engeland is hij afkomstig; daar is
hij gedurende den loop der eeuwen langzamer
hand tot ontwikkeling gekomen en daar bestond
hij reeds in de vorige eeuw: toen hebben Fran
sche philosophen hem tot een punt van beschou
wing gemaakt, hem onderzocht en beschreven
en luide geprezen. Toen de vermolmde tronen
van de Europeesche monarchiën door den schok
der revolutie met donderend geweld ineen
stortten, deed deze regeeringsvorm ook in andere
landen haar intocht, en hoewel vaak terug ge
dreven, heeft hij thans in vele landen vasten
voet gekregen.
Niet onvoorwaardelijk echter wordt hij gepre
zen en niet ieder keurt hem goed. Men klaagt
er over dat het maken der wetten zooveel tijd
kost, terwijl tengevolge van zijne inrichting de
regeering zóó krachteloos is en zóó weinig vast
heid bezit, dat de wereld reeds is bevolkt met
oud-ministers, die reeds bij hun leven totaal
vergeten zijn
Deze bezwaren bestaan werkelijk en zijn niet
gering te schatten. Het is inderdaad moeielijk,
om wanneer door de tijdsomstandigheden krachtige
maatregelen noodzakeiijk zijn, daartoe eene ver
tegenwoordiging met eenigen spoed te bewegen.
Maar men bedenke welke regeering daar tegen
over staat. Een krachtige monarchie waarin
de publieke opinie geen invloed uitoefent of zelfs
geen gelegenheid heeft om zich te doen hooren,
is zonder twijfel vaster en vlugger van beweging.
Zoo ook de aristocratische republiek, waarin
alleen de voornaamste familien hebben te
beslissen, wat wenschelijk is voor het heil van
Bolswardsche Courant
L
I
iSj
i IS
l