NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
I
taorrt Kerk.
Bericht aan onze geachte Abonné’s.
LIEFDE OF PLICHT?
bolsward en wonseradeel.
De Troonrede,
1887.
Zes en Twintigste Jaargang.
No. 38.
VOOR
DONDERDAG 22 SEPTEMBER.
HET DOLEEREN
BINNENLAND.
BUITENLAND.
ft
ft
2e
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. vanl7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
F
en tegelijkertijd de gehoorzaamheid op te zeggen
aan wetten en reglementen, dat gaat niet zon
der het pad der onwettige revolutie te betreden.
M. E. van der MEULEN.
Uit Winschoten ontvangen wij bericht, dat
de heer Drucker bedankt voor het lidmaatschap
der Tweede Kamer. (2V. R. Ct.)
Een nieuw plan tot reorganisatie van de
Haagsche brandweer moet door den komman-
dant bij het Dagelijksch Bestuur zijn ingediend,
waarbij, met behoud van het voorstel tot tele-
graphische verbinding en tot aanstelling van een
vast korps brandweerlieden, de kosten aanzien
lijk lager zijn geraamd dan bij het vorige plan.
Een niet verkwikkelijk gezicht is het, in
garnizoenen met bereden wagens de manschap
pen den dienst te zien verrichten der paarden.
Immers, bij het fourageeren ziet men veelal de
manschappen met hooi en stroo, soms ook met
zakken haver beladen, terwijl de fourage-wagens
en paarden worden thuis gelaten, zoodat de
mensch het werk van het dier verricht.
Zou hier, maar met meer recht, de „Vereeni-
ging tot beschermen van dieren” niet tegen op
moeten komen {Tijd.)
Door de Arnhemsche rechtbank is Zater
dag de 23-jarige Johanna D., gewezen dienstbode
van den Nijmeegschen meubelfabrikant Dijkman,
wegens poging tot vergiftiging met phosphorus
van een logée haars meesters, een Haagsche
jonge dame, veroordeeld tot 3 jaren gevangenis
straf.
Een landbouwer had onder de gemeente
Eibergen dezer dagen een zonderling avontuur.
Wandelende over een weiland met runderen,
zag hij zich plotseling achtervolgd door een stier.
Hij zette het op een loopen, maar merkende dat
hij het niet kon volhouden, maakte hij van de
gelegenheid gebruik om, toen hij een beerput
passeerde, daarin te springen. Zijn vervolger
wilde blijkbaar niet de dupe zijner driften wor
den en sprong hem dan ook wijselijk niet na,
maar ons arm boertje heeft circa uur in
dezen toestand, onder surveillance van den vier
voeter, moeten doorbrengen, na welks tijdsver
loop de stier zich langzamerhand terugtrok en
de belegering opgaf, zoodat de man zijn tocht
kon voortzetten, juist tot zijn kin met slik en
vuil bedekt.
In de Haart. Ct. komt een zeer bezadigd
opstel voor over het Leger des Heils. Het geeft
eene zeer lezenswaardige beschouwing over deze
zaak en hen, die er bij betrokken zijn. Wij
ontleenen er de volgende opmerking aan. De
schrijver L. S. zegt:
„Het bleek me dat ondanks de gemeen
schappelijkheid van hun vaandelkleurrood, en
de gelijkheid van het reddingsmiddelbloed en
vuur, de socialisten met de verschijning van het
Heilsleger lang niet ingenomen zijn. Te ver
wonderen is dat trouwens nietbeide partijen
treden op als redders des volksmaar de socia
listen zoeken die redding in het bezit van stof-
felijken rijkdom en geluk ook voor de armen
de Heil-soldaten prediken verzaking van het
aardsche en verheffen de waarde van den ziele-
vrede. De eersten zien hun Heiland in Domela
Nieuwenhuis, de tweeden steunen op Jezus
Christus. En het is de vraag, wie het in de
kunst van agiteeren van de anderen winnen zou
den, zoodat de socialisten begrijpelijkerwijze niet
gesteld zijn op de soldaten, die op hunne weide
komen wieden. Gelijk een der broeders mij
mededeelde, telt het Nederlandsche korps reeds
700 leden, en het is te betwijfelen, of de socia
listen sterker zijn.
„De vraag, welke van beide agitaties meer
nadeel teweegbrengen kan, is voor velen niet
gemakkelijk op te lossen.”
In de vorige week werd te Amsterdam
een schatrijk Amerikaan, die bezwaar maakte
een post van f 30,000 te betalen, op verzoek van
zijn crediteur gegijzeld. Nadat hij eenige uren
opgesloten was geweest, toonde hij bereid om
te betalen en keerde naar zijn hotel terug.
Als bewijs hoe ongelukkig ’t met de onder-
wijzersbetrekkingen in Friesland gesteld is, diene,
dat voor een betrekking van f 450 te Koudum
zich 34 liefhebbers hadden aangemeld. Enkelen
waren er onder, die al anderhalf jaar hun akte
van bekwaamheid hadden, zonder nog ooit een
cent daarmede te hebben verdiend.
Een drietal artikelen over de verhouding
der partjjen eindigt de Tijd met een welgekozen
beeld. Zij zegt:
„Ten slotte nog een enkel woord. Het betreft
de voor de zóóveelste maal herhaalde betuiging
van de Standaard en haar partijgenooten„Wij
zijn aan de Roomschen voor hun steun bij de
stembus geen dank schuldig.” Wij hebben
het zoo dikwijls gehoord, dat we het in vredes
naam maar zullen geloovenMen vergunne ons
evenwel d propos van dit geloofsartikel der anti
revolutionaire politieke belijdenis een enkele
vraag. Twee mannen worden door een der
de van een brug in ’t water geduwd. Het water
is diep, maar, gelukkig, ze kunnen beiden zwem
men. De eene echter doet krachtiger slagen dan
de andere. Hij neemt zijn compagnon d' infortu-
ne bij den kraag en rept zich naar den oever.
Wat dunkt u: zal deze niets beters te doen heb
ben dan zijn kameraad aanhoudend in ’t oor te
bijten „ik heb je er niet om gevraagdals we
aan den kant komen, ben ik je niets schuldig,
Op enkele plaatsen in Hongarije heeft men
in den nacht van Dinsdag op Woensdag vrij
hevige schokken van aardbeving waargenomen,
waardoor een groot aantal huizen niet onbelang
rijk beschadigd is.
Dezer dagen doet weer de ronde in de onder
scheiden dag- en weekbladen, dat de ouderlingen
en diakenen der Ned. Herv. Gemeente te Lollum,
door het Provinciaal kerkbestuur van Friesland
zijn „ontzet van de door ieder van hen in het
bijzonder bekleede bedieningen en ambten in
den kerkeraad dier gemeentevervallen ver
klaard van de bevoegdheid tot het uitoefenen
van kerkelijke rechten en tot het aanvaarden
van kerkelijke bedieningen voor onbepaalden
tijdontzet van het lidmaadschap der Ned.
Herv. Kerk.”
Dergelijke uitspraken zijn gedaan door dit
zelfde bestuur in verschillende gemeenten van
dit gewest en door andere besturen in onder
scheidene provinciën. Ook klassikale Besturen
en Kerkeraden, de Synode en de Synodale
commissie, hebben zich in dienzelfden geest
doen hooren.
Van achtenswaardige zijde, in kerkelijke ver
gaderingen, in het weekblad „de Hervorming",
vooral door moderne predikanten, worden deze
handelingen der kerkelij ke besturen vervolgingen
genoemd. Ook wordt er op aangedrongen, dat
men eene regeling zal in het leven roepen, die
het heengaan uit de Ned. Herv. Kerk gemak
kelijk zal maken, door aan de uittredenden een
deel van het goed mee te geven, indien al niet,
omdat zij er recht op hebben, dan omdat „we
niet willen „rechten”, maar „minnelijk scheiden”,
zooals Vrendenberg schrijft.
Het kan van beteekenis geacht worden, deze
beschuldiging en dit voorstel aan een onderzoek
en bespreking te onderwerpen. Hét is te denken,
dat meer dan een werkelijk zich voorstelt, dat
de kerkelijke besturen, al kunnen zij zich gron
den op de letter der wet, toch zeer onredelijk,
ja onzedelijk handelen, met zoovele „geloovigen”
te bannen uit de kerk en nog wel hen buiten
de deur te zetten, niet met „meer”, zooals
Vrendenberg wil, maar met „minder” dan Abra
ham aan Hagar gaf.
En dan dient op den voorgrond gezet te wor
den, dat het „geloof” met heel deze kerkelijke
beweging niets te maken heeft. Als „geloovige”
wordt niemand afgezet. Er blijven veel meer
duizende „geloovigen”, in den zin waarin dat
woord genomen wordt in de kerk, dan er
getroffen worden door de uitspraken der kerke
lijke besturen. Geen der doleerenden wordt of
werd, om eenig geloofspunt ooit vervolgd. In
Reitzum, in Wons, in Heeg vierde de orthodoxie
haar zegepralen en voerde zij heerschappij. In
Lollum kon de kerkeraad de meest rechtzinnige
predikers hooren, uitnoodigen en in de beroeping
was hij volkomen vrij.
Het verschilpunt zit dan ook ganschelijk niet
in het „geloof”, maar in de „inrichting” van het
kerkgenootschap als zoodanig.
Zij die doleeren beweren, dat sints 1816 ten
onrechte leervrijheid in de Ned. Herv. Kerk is
gewettigd, al gaandeweg meer, hoewel in Art.
11 van het Algemeen Reglement (de grondwet
der kerk), zij het ook tusschen allerlei vereischten
in, de handhaving der leer toch geschreven staat
ten plicht voor de kerkelijke besturen. Op grond
daarvan, zoo gaan zij voort, zijn alleen zij de
rechthebbenden in de kerk, die de onvervalschte
leer, in de Synode van 1618 en T9 vastgesteld,
belijden, verkondigen en handhaven.
De zeer groote meerderheid echter van de
lidmaten en ledeu der kerk doet dit niet, de
modernen niet, de liberalen niet, de orthodoxen
niet. Er is maar een klein kuddeke van uitver
korenen. Deze nu zijn het zout der kerk, dat
weer tot zijn recht moet komen. Al te lang
reeds heeft men gezwegen, het juk der Synodale
hiërarchie gedragen, zich laten bezoedelen door
het stof der ongeloovigen en geloovigen beide.
Met moed moet men het juk afwerpen en het
stof afschudden. Zij die dat doen zijn de ware
zonen en dochtereo der kerk, zij alleen. Zij
hebben recht op de kerk met hare heilsgoederen
en alzoo ook op hare stoffelijke goederen. Zij
hooren wel den sirenengezang van eenige mo
dernen, die wel zoo goed willen zijn, hun, als
zij heengaan, een deel des goeds mee te geven,
dat hun toekomt, maar zij glimlachen om die
Bulgarije. Volgens een telegram zouden
er ernstige geschillen in den boezem van het
ministerie zijn ontstaan. Stoïloff en Natchewitch
moeten verklaard hebben, niet meer te kunnen
instaan voor de rust in het land, noch voor de
zegepraal van de Regeeringspartij bij de ver
kiezingen, zoodat zij genoodzaakt zullen zijn hun
ambt neder te leggen, indien de staat van be
leg niet op nieuw afgekondigd wordt. De Re-
geering concentreert troepen aan de Servische
grenzen.
Aan hetzelfde blad wordt gemeld, dat de politie
te Sofia eene zamenzwering tegen de bestaande
Regeering ontdekt zou hebben, terwijl te Lom-
palanka eene bloedige botsing tusschen de be
volking en gendarmen heeft plaats gehad, ten
gevolge waarvan eenige personen gearresteerd
zijn.
De vrijheid van drukpers het gevolg van
het opheffen van den staat van beleg zal in
Bulgarije niet duren men is alweer begonnen
met de censuur in te voeren op de telegram
men. Natuurlijk men wil door het buitenland
niet in de kaart gekeken worden.
Egypte. De Nijl blijft wassen. Te Assou
an zijn de kostbare rivierdijken vernield en men
vreesde dat de overstrooming in 5 dagen Kaïro
zou bereiken. Te Luxor is het Engelsch-Ame-
rikaansch consulaat vernield30 mijl van den
Assiout-spoorweg staan onder water.
Engeland. De afgevaardigde Beunner stelt
in de „Daily News" voor, om, met het oog op
de treurige vooruitzichten voor den winter in
Ierland, maatregelen te nemen, teneinde verdre
ven pachters te helpen, de visschers bij te staan
en te zorgen dat er werk wordt verschaft. Hij
zelf stelt 1000 pd. beschikbaar.
De scharlakenkoorts heerscht nog altijd te
Londen. Donderdag werden weer 29 lijders in
de hospitalen opgenomen. In het geheel zijn daar
op het oogenblik 1225 zieken onder behande
ling.
Daar velen uwer hunne tevredenheid hebben betuigd met ons plan, om voor enkele stuivers
eenige der nieuwste en degelijkste Romans in eigendom te krijgen, zal met October a. S.
weder verschijnen
door IDA BOY-Ed.
Het boek is uitsluitend verkrijgbaar voor abonné’s op ons blad, ook voor hen die zich tegen 1
October abonneeren, voor den pry's van veertig cents.
In den gewonen boekhandel is het niet verkrijgbaar, noch vroeger tegen hoogeren prijs ver
schenen. Dit interessante werk ziet voor het eerst in Nederland het licht.
In dit nummer is een advertentie met BOÏW geplaatst. Elk onzer abonné’s binnen de stad
heeft het recht die te teekenen en aan ons bureau met bijvoeging van 40 centen in te zenden.
Buiten de stad tegen inzending van een postwissel groot 50 centen. Het boek wordt 1 October
aan alle inteekenaren franco afgeleverd.
naïeve goedhartigheid. Ze hebben immers niet
het minste plan om „heen te gaan”, om „uit te
treden”, zij „blyven” krachtens hun recht. Gij
lieden moogt niet slechts maar moet heengaan,
zoo spreken zij. De rollen moeten worden om
gekeerd. Wij, de eenige rechtmatige bezitters
zullen overwegen en of wij U, mits gij uittreedt,
iets mee zullen geven, of wij genade voor recht
zullen doen gelden. Zoolang gij niet uittreedt
en de macht in handen hebt, weigeren wij uw
hulp en dienst en zeggen U de gehoorzaamheid
op. Is er in onze gemeenten een kleiner of
grooter getal dergenen, die niet met ons den weg
der kerkherstelling, der terugkeer tot de kerken
orde van 1618 en T9 op wil, dan sluit dit getal
zich buiten de echte Gereformeerde kerk en
verliest dus alle recht op de geestelijke zegenin
gen en de kerkelijke eigendommen dier kerk.
Daarom kan men zich ook niet aansluiten bij de
Afgescheidenen (de Christelijk Gereformeerden),
omdat deze de groote fout hebben begaan, juist
van zich af te scheiden. In geloofsbegrip is men
het met hen wel eens, maar in kerkbegrip is
een diepgaand verschil.
Ziedaar de feitelijke toestand der doleerenden
in de Ned. Herv. Kerk, hun standpunt, zooals
het mij gebleken is, in de gemeenten met wel
ke ik in aanraking ben geweest en evenzeer der
overige in den lande, zoover ik hunne hande
lingen heb kunnen nagaan. Wel zijn er eenige
waar men zich zelf redt in sommige opzich
ten, omdat men feitelijk geen gebruik kan ma
ken van kerk of pastorie, maar dan is dat on
der uitdrukkelijk protest en terwijl men tracht
in rechten terug te krijgen, wat naar hun over
tuiging geheel ten onrechte hun ontnomen is of
onthouden wordt.
Ten slotte nog eene belangrijke opmerking.
De doleerenden, nam. beweeren, behalve het bo
vengenoemde, dat er niet rechtens eene Ned.
Herv. Kerk bestaat, waarvan al de gemeenten
een onderdeel uitmaken, die te zamen een ge
heel vormen, maar dat elke gemeente eene kerk
is, die als zoodanig het recht heeft, zich in te
richten naar eigen welgevallen.
Tegenover al deze beweringen der doleeren
den, staan nu de besturen der Ned. Herv. Kerk.
Zij moeten zich stellen op het standpunt der
wet. Met geloofsrichting hebben zij in dezen
niets te maken. Vandaar dan ook, dat ortho
doxen, liberalen, modernen, eensgezind samen
werken. Zij nemen aan dat de Ned. Herv. Kerk,
sints 1 Mei 1852, zelfstandig opgetreden, on
afhankelijk van den Staat, door dezen als
wettig erkend, bestaat uit al de Hervormde
Gemeenten in het Koningrijk der Nederlanden
(Art. 1 Algemeen Reglement), zij zijn geroepen
voor de rechten dezer kerk op te komen, want
zij zijn allen gekozen langs wettigen weg, niet
van boven, maar van beneden af, door de ge
meenten of hare vertegenwoordigers. Al de ge
meenten, ook der doleerenden, hebben hiertoe
samengewerkt. De lidmaten en alle verdere
bestuurders hebben de wettigheid van het kerk
genootschap erkend, gehoorzaamheid aan de vast
gestelde verordeningen beloofd.
Nu komt er in den laatsten tijd een groep
van lidmaten, die spreekt: wij verbreken onze
belofte, wij zeggen de gehoorzaamheid op, wjj
ontkennen de wettigheid van uw bestaan, wij
verbreken het verband, wij richten elk in onzen
kring eene eigen „kerk” op en wij behou
den de archieven, de diakoniegoederen, de ker
kelijke eigendommen, want wij zijn „de kerk.”
Wat moeten nu de besturen doen? Ik kan
niet anders zien, dan dat er maar één weg is,
in de Kerk als in den Staat, tegenover elke
groep, onafhankelijk van richting, hier godsdien
stige of godgeleerde, elders staatkundige en de
ze is, voor de rechten van de kerk of den staat
op te komen.
Als iemand het rechtens bestaan van den staat
ontkent, de wetten vertreedt en zegt met een
groep gelijkgezinden „den staat” te vormen,
zoo iemand zal ongetwijfeld revolutionair ge
noemd worden. Als de rechtbanken hem von
nissen, hem vervallen verklaren van zijn burger
schapsrechten wie zal van vervolging spreken?
Met welk recht wordt dat woord gebruikt,
als hetzelfde in de kerk geschiedt?
leder kan vrijelijk het land verlaten, als hij
aan de wetten van den staat niet gehoorzamen
wil. Elk is vrij om uit de kerk te gaan, indien
hij tot het inzicht komt, dat hare inrichting met
zijn geweten in strijd is. Ook kan men in beide
opzichten trachten naar hervorming der wetten
in zijn geest, maar in land en kerk te blijven
Tentoonstelling van Voedingsmiddelen.
Te Amsterdam is de tentoonstelling van bo
ter en kaas geopend, welke tot en met Vrijdag
e. k. zal worden gehouden. Inzenders zijn vol
gens de opgave in het officieele orgaan der ten
toonstelling
Van boter: J. Uiterwijk, ZutphenD. Klui
ver, WapenveldH. Buisman Rz., Purmerend
Nederl. Maatsch. voor Kaas- en Boterbereiding,
Amsterdam Leidsche Melkinrichting B. Veth
Co., Delft; F. J. Los, Leiden; Jan J. Ynte-
ma, CornwerdTuyn Co., EdamMolkerei,
Gerabronn, „Confederatie”, Delfshaven Weyers,
Steenderen; Van Heusden, Amsterdam; Wees-
per Boterfabriek, Weesp; Nederl. Maatschappij,
Bolsward; Nederl. Maatschappij, Sneek; Neder).
Ver. van Roomboterfabrikanten, Amsterdam
„L’école pratique d’agriculture et de laiterie”,
CoignyPhilipp Heinemann, Kopenhagen, de
Haagsche Margarineboterfabriek dr. J. Th. Mou
ton J. van der Wal Kz., Witmarsum.
Prijzen werden toegekend
Voor boter minstens 10 kilogr.
Ie Prijs F. J. Los, Leiden.
Boterfabriek Bolsward.
3e J. van der Wal, Witmarsum.
Voor stukken of kluiten, minstens 1 ’/a kgr,
le prijs J. van der Wal, Witmarsum,
Maandag door Z. M. den Koning uitgesproken,
luidt als volgt
„Mijne Heeren
„Met genoegen bevind ik mij te midden der
Vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk,
dat in den loop van dit jaar duidelijke blijken
heeft gegeven van zijne verknochtheid aan mij
en mijn huis.
„De wetsontwerpen tot bekrachtiging der ver
anderingen in de Grondwet, die inde voorgaan
de zitting zijn goedgekeurd, zullen u worden aan
geboden. Ik hoop en vertrouw, dat op dien be
langrijken arbeid in deze zitting het zegel zal
worden gedrukt.
„Mijne betrekkingen met alle mogendheden
zijn zeer bevredigend.
„De zee- en landmacht, zoowel hier te lande
als in de overzeesche bezittingen, geven mij re
den tot tevredenheid.
„Voor maatregelen in het belang van het land
bouwonderwijs en van de zeevaart zal uwe goed
keuring worden ingeroepen.
„De toestand van ’s lands financiën is voldoen
de; geene vlottende schuld is in omloop gebracht
en voor het volgend jaar behoeft geen buitenge
wone belasting te worden voorgesteld.
„Moge uwe werkzaamheden onder Gods on-
misbaren zegen strekken tot welzijn van het va
derland.
„Ik verklaar de zitting van de Staten-Gene-
raal te zijn geopend,”
Bolswardsche Courant
IN DE
§-O-§—
I