NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD seiswAas sst wonssrabbei EEN WAPENSTILSTAND. Zes en Twintigste Jaargang. 1887. No. 45. VOOR DONDERDAG 10 NOVEMBER. BINNENLAND. BUITENLAND. ft M. E. van der MEULEN. '0 van ygr 4 ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, maar en ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Engeland. Vrijdagochtend verzamelde zich op Trafalgar Square een groote menigte waar voor zekere Webb het woord voerde. Hoewel een politieagent hem verbood het woord te voe ren, hield "Webb een heftige redevoering, waarbij hij de menigte raadde, de stoet van den Lord mayor op 9 Nov. met steenen te gooien. De menigte schold daarop de politie uit, velen zet ten de phrygische muts op en het roode vaandel werd ontplooid. De politie verspreidde toen de menigte, nam het roode vaandel in beslag en Webb in arrest. Lord Salisbury heeft met den heer Malthews, minister van binnenlandsche zaken, een lang durig onderhoud gehad. Men meent dat het liep over de vraag, hoe een einde te maken aan de telkens herhaalde manifestaties op Trafalgar Square. Te Londen is een druk bezochte meeting ge houden van neringdoenden en andere belasting betalenden in het West-End, om te overleggen, welke stappen konden worden gedaan bij de Regeering, ten einde te verkrijgen, dat Trafal gar Square niet langer zal gebruikt worden als verzamelplaats van het gemeen, om meetings te houden, of optochten te ontwerpen. De ne ringdoenden en patentbetalenden verklaarden, dat hun groot nadeel werd berokkend in hun zaken door deze bijeenkomsten en dat die zeer gevaarlijk waren voor de openbare rust. Een eigenaar van vier inrichtingen in den omtrek van Trafalgar Square zeide, dat hij op goede gronden kon verzekeren, dat duizenden in de laatste weken van dat deel van Londen waren weggebleven, alleen wegens de ongeregeldheden op straat. Verder werd gewezen op het adres in Maart, bij het Lagerhuis ingezonden en ge- teekend door 5000 omwonenden van Trafalgar Square, niet alleen handelaren, maar voor een goed deel werklieden, die van oordeel waren, dat wel verre van het werk te bevor deren, de demonstraties leidden tot verminde ring van werk en het in discrediet brengen van den werkman, terwijl onder de menigte nooit veel werklieden zonder werk werden gezien, Belgie. De PM Beige meldt, d4 de Koning zou er geweigerd heeft het besluit tot verdere onthef fing van straf voor den oud-afgevaardigde voor Brussel, Gustave van der Smissen, te ondertee- kenen, in weerwil van den aandrang der minis ters De Volder en Lejeune en van de aanzoe ken zjjner familieleden. Duitschland. De Russische gezant te Ber lijn Schuwaloff heeft officiéél medegedeeld, dat de Czaar te Berlijn een bezoek zal brengen, op een nog niet voor goed vastgesteld tijdstip. De Czaar zal waarschijnlijk niet overnachten, maar eenen geheelen dag blijven. In het verslag der Kamer van Koophandel van Oostfriesland en Papenburg wordt medege deeld, dat de Kamer het verzoek van een aan tal steenbakkers in Oostfriesland, om te willen bewerken dat er een inkomend recht van 5 a 6 mark per 1000 muursteenen en van 10 mark voor 1000 dakpannen worde geheven, niet heeft kun nen inwilligen, omdat bij de Nederlandsche steen bakkerij ook Duitsch nationale belangen zijn be trokken. Een groot aantal voorstanders van lijkverbran ding in het Koninkrijk Saksen hebben bij den Landdag een adres ingezonden, waarin verzocht wordtde Regeering uit te noodigen, zoo spoedig mogelijk eene wet in te dienen, waarbij de lijk verbranding aldaar te lande wordt toegestaan. Het is echter twijfelachtig, of de Landdag dit zal willen doen. Oostenrijk. De Weener correspondent van de Times weet dat de triple-alliantie tusschen Duitschland, Oostenrijk en Italië tijdens Crispi’s verblijf te Friedrichsruhe gesloten is. Het hoofd punt zou zijn het bewaren van den Europeeschen vrede volgens de van kracht zijnde tractaten. Zou een der Europeesche mogendheden dien vrede willen verstoren dan zal de alliantie offen sief optreden. minder bedeelden, die zekerlijk 75% van die millioenen opbrengen, over de schatten, die zij blijkbaar kunnen afzonderen van het verdiende loon, terwijl tegelijker tijd overal geklaagd wordt over te veel werkkrachten en te weinig werk. Dan bedroeven wij ons over het feit, dat b.v. in Leeuwarden het drankgebruik per hoofd is 18,03 en in Sneek 17,57 liter, al brengen wij in rekening, dat de marktbezoekers een deel der schuld dragen in die steden. Dan verblij den wij ons, dat de Afschaffingsgenootschappen blijkbaar den moed niet verloren, den strijd weer hervatten, een man als de emeritus-pre- dikant van Middelburg E. J. W. Koch het voornemen heeft, in onderscheiden steden onzes lands op te treden tegen de verwoestingen door den sterken drank aangericht. Met belangstel ling zagen wij, dat in het internationaal congres, dat einde September en begin October jl. te Weenen is gehouden, o.a. vraagstukken van staathuishoudkundigen aard, ook ter sprake ge bracht zijn, de fabrieks-hygiëne en de bestrijding van het misbruik van sterken drank. Aan de beraadslagingen daarover nam o.a. deel ons wakkere Kamerlid Mr. H. Goeman Borgesius en aan het einde werden deze sa mengevat in zes slotsommen, waarvan de eerste luidt „De nadeelen van drankmisbruik vertoonen zich in alle Staten in meer of mindere mate en blijken hoofdzakelijk in de gasthuizen en krank- zinnigheidsgestichten, in de gevangenissen en werkhuizen. Daarom behoort het tot de roe ping der hygiëne (gezondheidsleer), werkzaam deel te nemen aan den strijd tegen de dronken schap in het belang van de lichamelijke, ver standelijke en zedelijke welvaart der bevolking, van het familieleven en van de rust der maat schappij.” Sluiten wij ons allen aan, aan dat edele heir- leger van strijders, ’t zij wij lid zijn van een afschaffiingsgenootschap of niet. Het belang van de schatkist is groot en als er bij ’t einde des jaars omstreeks 24 millioen zal opgebracht zijn aan belasting op den sterken drank, dan zullen de Ministers zich wellicht verblijden, het belang van het volk is nog grooter als b.v. de helft in den zomer ware bespaard geworden, dan zou er nog veel edeler blijd schap wezen in den winter, in duizende arbei dersgezinnen. Aangezien de woorden-: „burgerlijke en bur gerschapsrechten” niet meer voorkomen in de nieuwe additioneele artikelen, mogen nu, bij aanneming der nieuwe Grondwet, de gefailleerden, wier aangeboden accoord gehomologeerd is, weder op de nieuw op te maken kiezerslijsten worden geplaatst. Door de homologatie van het accoord bekomen zij de beschikking en het beheer over hunne goederen terug, zegt de bevoegde auto riteit, en zullen ze dus, de wettelijke vereischten bezittende, als kiezers moeten worden inge schreven. Zaterdag stond voor de rechtbank te Arn hem J. uit Zevenaar terecht, die in het jaar 1882 onder den valschen naam van S. in het huwelijk was getreden en de registers van den burgerlijken stand met dien naam had ondertee- kend. Reeds vroeger maakten wij melding van deze zaak. Toch bleek ter terechtzitting, dat beklaagde van den valschen naam van 8. ge bruikmakende, dit had gedaan met medeweten en toestemming van den echten 8. en dat de valschheid geen den minsten invloed op het te sluiten huwelijk had uitgeoefend, daar de fa milie van beklaagdes vrouw zeer goed wist wie deze was. Beklaagde was er elf jaren geleden toe over gegaan om van naam te veranderen, vooral op aandrang van den persoon bij wien hij destijds als arbeider in dienst was, omdat hij, Duitscher van geboorte, de militieplichten van zijn vader land niet was nagekomen. Te Zevenaar hebben al de neringdoende in gezetenen aan den Gemeenteraad een adres in gediend, om te verzoeken dat maatregelen ge nomen zullen worden tot het tegengaan van vreemde handelaren op de weekmarkt, en wel door het heffen van marktgeld. Bij het bespreken van zaken, die op een af stand plaats grijpen, tast men soms mismaar het verzoek der neringdoende burgerij van Ze venaar komt ons voor geheel in strijd met den aard van het marktwezen. Indien vreemde han delaren geweerd worden, dan heeft men geen markt noodigbij mede-ingezetenen kan men eiken dag terecht. De vreemden brengen de con currentie dat neringdoenden die liever niet zien, is te begrijpen, maar de burgerij blijft op die wijze van de voordeelen daarvan verstoken. Naar aanleiding van de bekende insluiping in een goudsmidswinkel aan de Molenstraat in den Haag, en tengevolge van het op dien dief stal door de politie met ijver ingestelde onder zoek, waardoor meerdere diefstallen aan het licht zijn gekomen, zijn thans niet minder dan 6 man nen en vrouwen in verzekerde bewaring gesteld. Zij moeten veel meer voorwerpen gestolen hebben dan in hun bezit zijn gevondenen het getal van deze is reeds zeer aanzienlijk, vooral horloges en halskettingen, komen in menigte op hef lijstje in het Politieblad voor. De rechtbank te Groningen heeft E. M. uit Amsterdam, veroordeeld tot 1 maand gevangenis straf, wegens het als moeder verlaten van hare twee kinderen, beneden 7 jaar oud, met het oogmerk om zich van hen te ontdoen. Brutaler diefstal, dan te Roermond, door den schoenmaker H. B. gepleegd, zal wel zelden zijn voorgekomen. Nadat hij zich in eene herberg had opgehouden, verborg hij zich op het sluitingsuur aldaar in den kelder, tot de bewo ners ter ruste waren, om zich daarna naar het slaapvertrek te begeven, van het bed van den kastelein diens broek, en daaruit de sleutels van de gelagkamer en van eene kast weg te nemen, ten einde zich op die wijze een horloge, gouden ring en ongeveer f 30 toe te eigenen. Daarna bracht hij de sleutels weer in de broek van den slapenden kastelein terug, en verwijderde zich. Hij is echter spoedig opgespoord, nog in het bezit van het horloge en eenig geld. Hij bevindt zich achter slot. De Nederlandsche Slachters-Courant heeft gelijk zij zegt, den oorlog verklaard aan het woord Abattoir en zal voortaan niet anders spreken dan van „Slachthuis”. Te Meer (Limburg) keerde dezer dagen ba ron de Loë van de jacht op zijne goederen in de Belgische grensgemeenten terug. In de nabijheid der grenzen, vlak bij zijn kasteel werd hij aan gehouden door de Rijksambtenaren, bijgestaan door twee maréchaussées van Eisden en den rijksveldwachter, wegens het ongedekt vervoer van eene kar geschoten wild uit België naar ons land. De Rijkspolitie trachtte de kar met wild in beslag te nemen, waartegen de heer d. L. zich verzette, ook de telling van het geschoten wild liet hij niet toe en nam tegen de politie eene dreigende houding aan. De gerechtsdienaren be sloten van de hun door de wet verleende macht gebruik te maken, doch toen geraakten de an dere jagers, die den heer d. L. vergezelden, in verzet, en verklaarden rondweg, dat, indien aan den baron wat gebeurde, zij van hunnen kant de wapens tegen hen zouden opnemen. De Rijks politie moest natuurlijk voor de overmacht zwich ten. Tegen baron de Loë zjjn twee processen-ver baal opgemaakt, nl. wegens weigering van visi tatie en verzet tegen de politie. Ook tegen de vreemde jagers, meest baronnen en graven, is procesverbaal op gemaakt. (2V. v. d. D.) De briefkaarten zullen weldra 2% cent kos ten indien de verschillende kamers van koophandel een gunstig antwoord krjjgen op hun adres aan den Minister, waarin op prijsverlaging wordt aange» drongen. In de infanterie-kazerne te Leiden hebben zich bij een der soldaten de mazelen geopen baard. Met het oog hierop zal, gedurende eenige dagen, een deel der militairen door den officier van gezondheid geneeskundig worden onderzocht. De Haagsche briefschrijver der Midd. Ct. over den nieuwen burgemeester, den heer Roest, schrijvende, neemt het dien heer zeer kwalijk het eere-lidmaatschap der te houden tentoon stelling van nijverheid niet te hebben aanvaard. Volgens hem heeft ook de burgervader een on beleefdheid begaan door op zekeren ochtend toen drie kolonels hunne opwachting bij den burge meester kwamen maken, deze werden verzocht den volgenden ochtend terug te komen, omdat hij het op dat oogenblik te druk had. En verder voegt de correspondent er aan toe: „Of het aan de stadhuislucht of aan iets anders ligt, moge ieder voor zich beslissen, maar zeker is het dat dit staaltje van onbeleefdheid, op het Raadhuis der residentie voorgekomen, niet alleen staat. Een paar weken geleden, liet zich bij den wethouder van openbare werken een gepromo veerd jongmensch aandienen, ambtenaar bij een van de gemeentelijke bureau’s. Deze sollicitant haalde zich, door het doen van enkele vragen omtrent de vooruitzichten, welke de vaceerende betrekking aanbood, de bitse opmerking van den wethouder op den hals, dat deze geen bu reau van informatie hieldde overige gezegden van den bezoeker, omtrent „opwachting maken”, „aanbevelen” enz. had de wethouder waarschijn lijk niet eens gehoord, wat geen wonder zou zijn, daar hij gedurende het bezoek steeds was blijven zitten schrijven. De jeugdige rechtsgeleerde, zoon van een welbekend staatsman, liet zich op die wijze niet afschepen, maar antwoordde zeer gevat, dat hij de eer had, na de ondervinding zooeven opgedaan omtrent de wijze, waarop de wethouder met zijn ambtenaren gewoon schijnt om te gaan, zijn sollicitatie onmiddelijk in te trekken.” De kermis te Hillegom, vóór eenige jaren afgeschaft, zal, zoo Gedeputeerde Staten het door den gemeenteraad genomen besluit goedkeuren, weder ingevoerd worden. Men schrijft uit Breda, dd. 6 Nov. „Als een groote bijzonderheid verdient ver melding, dat gisteren door de firma J. den Her tog te Breda, nog is verzonden een okshoofd met 3U0 pond versch geplukte frambozen van den kouden grond aldaar.” Men schrijft uit de Rijp „Met den aanleg van de trambaan door de Streek wordt, voor zoover het weder dit toelaat, regelmatig voortgegaan. Merkwaardig is het wel, dat, nu aan de wederstrevende gemeentebesturen de macht blijkt te ontbreken om den aanleg te beletten, hun tegenstand zich oplost in het maken van allerlei nietige aanmerkingen en het plagen van den aannemer. Dat een en ander is zóó in het oogvallend kinderachtig, dat geheel onpartij dige menschen, die den weg passeeren, er schande van spreken. Te Hoogcarspel is men nu met den aanleg het Medemblikker Tolhek reeds voorbjj en te Westerblokker van de Nadorst af gevorderd tot ruim halfweg het dorp.” Dé gezamenlijke boterhandelaren te Zwolle en te Kampen, die geregeld de markt in laatst genoemde gemeente bezoeken, hebben zich per adres tot den Gemeenteraad aldaar gewend, met het verzoek tot oprichting eener overdekte botermarkt. ’t Is langen tijd geleden, dat, maandelijks, in den winter, een tamelijk groot aantal burgers en burgeressen uit onze stad de steile trap be klom van de „kapel van mirakelen”, die het jongere geslacht te vergeefs zoekt, terwijl zelfs de plaats, waar zij eeuwenlang hare tinne ver hief, bij velen niet bekend is. In die dagen hoorden wij daar, op eene vrij karig verlichte bovenverdieping, menig ernstig woord, over eene volkszonde, het meerdere of mindere gebruik en misbruik van sterken drank, die millioenen schats ieder jaar verslindt, dui zende huisgezinnen ongelukkig maakt, gevange nissen en krankzinnigengestichten bevolkt en gezondheid en leven van honderden verwoest en verkort. Langzamerhand verminderde de belangstelling van het publiek, de ijver van het Bestuur. Dit laatste werd ontbonden, enkele reliquiën zijn nog onder mijne berusting. Daarop verrees de „Volksbond”. Hij zou op betere wijze den strijd hervatten. Hij zou bre ken met de kinderachtige, kleingeestige bepaling van het met-drinken en het m’et-schenken van sterken drank. Men late toch aan het bittertje, het grogje, aan de heerlijke cognac vooral, hun onschuldige plaats in het gezellig verkeer; zelfs werd voor twéé borrels per man, per vrouw meen ik niet, gepleit. Eenige vergaderingen van den Bond zijn ook hier gehouden, een Bestuur is benoemd, of het nog leeft weet ik niet, gevierde sprekers zijn gevraagd en hebben gesproken voor een steeds kleiner wordend publiek. Of anderen veel van den „Bond” merken, is mij onbekend ik zoek te vergeefs naar levensteekenen. Eindelijk is de „Drankwet”, zooals zij immers? kortelijk heet, gekomen. Naar waarheid be weert het Afschaffingsgenootschap, de oudste rechten te kunnen laten gelden op het Vader schap ervan en kunnen wij zeggen, dat de Volks bond den laatsten stoot heeft gegeven. En nu, zoo komt ’t mij voor, is ’t grootste deel der natie gerust. Wij, Nederlanders, over andere natiën kan ik geen oordeel uitspreken, zijn bijzonder in genomen met eene „wet”. Is een of ander volks belang geregeld bij de wet, dan heeft de uit voerende macht het te weten. Wij hebben de wet op het lager onderwijs en deze blijft bij de grondwetsherziening in beginsel ongeschonden, nu heeft „Volksonderwijs” zijn taak volbracht, zoo meenen velen. De „Drankwet” is in het leven getreden, de „vergunningen” zijn geregeld, de winkelneringen en plaatsen voor drankverkoop en gebruik, zijn, vaak op geheimzinnige wijze, gescheiden, nu kan, zoo oordeelen niet weinigen, de vervelende strijd tegen den sterken drank, als geëindigd worden beschouwd. Men zij niet meer klein geestig, erkenne de alcoholische geneeskracht en gunne den mensch zijn onschuldig genot. En werkelijk, wij zijn vooruitgegaan. De „Statistiek van het Koningrijk der Nederlanden” leert het ons, wat onze uitgaven betreft en wel f 0,19 per hoofd en per jaar. In 1886 toch bedroegen deze slechts f 5,40 tegen f 5,59 in 1881. Of wilt gij dit omzetten in drankgebruik, dan hebben wij een winst, als minder verbruik, van 0,82 liter per hoofd en per jaar. Voorzeker, dit achten wij niet gering, vooral omdat er honderdduizenden (kinderen, vrouwen en een aantal mannen) afgaan, die hun deel van den drank niet krijgen. Maar zullen wij nu den strijd als geëindigd kunnen beschouwen, kunnen wij nu roepen „vrede, vrede en geen gevaar Is het gebruik nu binnen beseheidene grenzen beperkt en is ’t alleen maar een onschuldige versnapering ge worden, zoodat, als de uitvoerende machten haar plicht doen, het lieve vaderland rustig kan zijn Och, als ik in herinnering breng, dat het gedistilleerd in de afgeloopen negen maanden dit jaar f 17,375,360 heeft opgebracht, d. i. f 280,000 meer dan in het vorige jaar, dan verbazen wij ons over de offervaardigheid onzer Bolswardjehe Courant MHSw.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1