NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD EN WONSERADEEL. Bericht aan onze geachte abonné’s. 1887. Zes en Twintigste Jaargang. No. 52. HET EINDE NADERT. l DONDERDAG 29 DECEMBER. BINNENLAND. VOOR BUITENLAND. VEERTIG CEVTEV. Silvé, i. •ll i I M. E. VAN DER MEULEN. Statuten der zuivelschool ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, aan de orde Punt 2. Is 't mest in den Winter over 't abonneeren verkrijgbaar stellen voor slechts In dit nummer is een advertentie met BOiV geplaatst. Elk onzer abonné’s binnen de stad heeft het recht die te teekenen en aan ons bureau met bijvoeging van 40 centen in te zenden. Buiten de stad tegen inzending van een postwissel groot 50 centen. Het Boek wordt 15 Januari a.s. aan alle inteekenaren franco afgeleverd. Rusland- Sommige berichtgevers stellen den binuenlandschen toestand in Rusland als schier hopeloos voor, zoodat een oorlog het eenige mid del zou zijn om wat afleiding te geven en groote uitbarstingen te vermijden. Het sluiten der universiteiten te Moscou, Kar- khow en Odessa heeft ernstige gisting onder de studeerende jongelingen gebracht. Te Moscou zouden studenten en politie slaags geweest zijn; men zegt zelfs, dat Prins Doulgourouki, die tus- schenbeide wilde komen, ernstig gewond is. Op zijn vraag welke de oorzaak was der tegen woordige onlusten aan de hoogescholen in Rus land, kreeg de Peterburgsche correspondent der A7. R. Ct. van een student ten antwoord „Wij staan onder een ondragelijke controle, wij worden beschouwd en behandeld als dolle honden, wij moeten de vernederendste vragen beantwoorden, wij worden nagegaan en vervolgd als paria’s, staan bloot aan de grootste onbe scheidenheden van de zijde der inspecteurs, ziedaar de voorname oorzaak. Dit is niet lan ger te dragener moet verandering in komen.” Misschien is het wat sterk gekleurd, maar in den grond is de bewering omtrent de wijze waarop de studenten behandeld worden, juist. Engeland. De limes, sprekende over de reis van Lord Randolph Churchill naar St. Pe tersburg, zegt dat men algemeen denkt dat lord Churchill daar zal mededeelen, dat men onder scheid moet maken tusschen de Engelsche regee- ring en de Engelsche natie, dat de laatste geen aansluiting van Engeland bij de triple alliantie wil en Rusland evenals aan heel Europa vrijheid van handelen zal toestaan. De Times merkt evenwel op dat Churchill volstrekt geen politieke zending heeft en de Czaar, mocht de Lord dergelijke zaken verkondigen, wel zal doen eerst bij officiëele bronnen bevestiging te zoeken. De noodzakelijkheid om eenigen arbeid voor de duizenden werkloozen te Londen te vinden wordt met iederen dag meer erkend. De Lord mayor heeft thans het initiatief genomen en roept in de bladen aller medewerking in tot het bijeen brengen van een fonds, waaruit werk zal ver schaft worden. Het plan bestaat om van ver scheiden open plekken van Londen openbare parken en wandelplaatsen ten gebruike van het publiek te maken. De berekening is gemaakt dat hierdoor aan ongeveer 1300 personen ge durende eenige maanden arbeid zal kunnen ver schaft worden. Voor dezen arbeid zullen intus- schen slechts zoodanige personen gekozen worden, die minstens zes maanden in Londen gewoond hebben. Frankrijk. Eene nieuwe rechterlijke in structie is geopend tegen Wilson over den ver koop van ridderorden. Drie tusschenpersonen zijn aangehouden. Duitschland. Het gerucht loopt, dat Bis marck 15 Januari te Berlijn zal komen en dan alle vreemde gezanten zal bijeenroepen, ter be spreking der Bulgaarsche quaestie. Graaf Kal- noky en een speciaal gemachtigde des Sultans zouden mede aan die samenkomst deelnemen. Mag men de geruchten gelooven, dan zou het voornaamste doel van Bismarck’s komst te Ber lijn zijn, den Rijksdag een belangrijke wet tegen het socialisme voor te leggen. De Rijkskanselier zou belangrijke onthullingen doen over het inter nationaal socialisme, dat, volgens hem, in ver binding zou staan met de Russische nihilisten. Natuurlijk wordt dit bericht slechts onder reserve medegedeeld. In zijn antwoord naar aanleiding der door den landdag betuigde deelneming, verklaart de Duit- sche Kroonprins zich diep geroerd. „Bij de thans voelbare verbetering” zegt hij, „geloof ik te mogen hopen, met Gods hulp eenmaal nog de noodige krachten te zullen herkrijgen, om mijne plichten tegenover het vaderland te ver vullen. Ik vertrouw op God, die zich zoo vaak genadig heeft betoond. Zoo er iets op aarde is, wat goed kan doen en steunen kan, dan is het de algemeene deelneming van het vaderland, welke ik nooit vergeten zal.” Het is mij, als ware ik door een nauweren band aan mijne landslieden gebonden, en daarin zie ik het be wijs, dat er in mij een grooter vertrouwen wordt gesteld, dan ik mogelijk achtte. Geve God mij de gelegenheid mij dit waardig te betoonen”. Eèn doodgewone uitdrukking, meent gij. Voor zeker, een kind weet het. Begrijpen wij haar „Het einde” is de grijsaard met zijn sneeuw kleed om de leden. Hij is jong geweestrond om zijn wieg bloeide het sneeuwklokje, de cro cus, de aurikel. Moedig en fier is hij zijn ver bazenden kringloop begonnen, rondom de eeuwige zonne. Hij heeft met zoeten glimlach de mensch- heid begroet, met bloemknoppen en bloemtrossen heeft hij het hoofd zich gesierd. Heerljjke be loften heeft hij gedaan. Hij is den mannelijken leeftijd genaderd en heeft zijn korte en lange zomers geschonken, aan het kille Noorden en het zoele Zuiden, aan het warme Oosten en het nevelig Westen. Hij heeft zijn zegeningen ge strooid met milde hand, op onderscheiden wijze. In den herfst heeft hij de hooi- en graanschuren gevuld en aan de meer gezegenden de, 2,t>rg op gedragen voor de wezenlijke armen. Op last van zijn grooten „Meester” heeft hij in honderdduizende huisgezinnen ontelbare wel daden bewezen en deze dagelijks doen weder- keeren. Hij heeft liefdebanden geknoopt en huwelijksgeluk geschonken. De zon heeft ge schenen in de huiskamers, op de akkers en vel den, in de hoven. De paarlen van den dauw hingen aan grasscheut en bloemstengel. Met een zacht, warm sneeuwkleed heeft hij nu heel den bodem bedekt. Hij heeft de liefelijke koelte doen suizen, den stormwind doen gieren, den dampkring, nu eens gebalsemd, dan weer gezuiverd. De donder heeft gerateld, de bliksem geschitterd. Het morgen goud heeft licht voorspeld en het avondrood heeft tot dankbaren weemoed gestemd. Smart heeft hij gezaaid en tranen doen op wellen, een zwaard is door menige menschenziel gegaan. Donkere dagen zijn gekomen. Graven zijn geopend. Verwachtingen zijn den bodem in geslagen. Zware zorgen zijn getorst, angsten doorgestaan, kruisen gedragen. Dat is alles de openbaring geweest van den noodzakelijken ernst der liefde. Zie, „Het Einde”, de eerwaardige grijsaard, „nadert”. Nog enkele dagen, nog weinige uren en hij daalt in het graf, om verzameld te worden bij zijne vaderen en straks herboren weer op te staan. Hij nadert met onverbiddelijke zekerheid, met waardige kalmte. Hij ziet ons aan met ernstigen blik en liefde in het hart. Hij heeft zijn taak volbracht, geen seconde verzuimd, hoe is het met ons Zie, met verheven majesteit blikt hij in ’t ronde en tevens diep in de ziel. Hij fronst de wenkbrauwen, want de ongerechtigheden der menschenkinderen zijn vele geweest. Hij heeft de ijdelheid gezien in al haar nietig heid; de zelfzucht in al haar verschrikkelijke openbaringende eerzucht met al haar kronkel paden den hoogmoed met zijn bespottelijke aan matigingen; de geldzucht en haar lage streken; den wellust en zijn dierlijkheid. Kleinzielige wijzen en laaghartige spotters heeft hij over zijn „Meester” hooren spreken en zijn ziel heeft gebeefd van heiligen toorn. Met weemoed heeft hij geluisterd naar de stem van den eerlijken twijfelmet zekerheid gelooft hij dat daar het licht door de wolken heenbreken zal. Verontwaardigd heeft hij het twistvuur zien aanstoken tusschen broeders van hetzelfde huis en dat nog wel onder het voorgeven, dat heilig vuur op het altaar wordt gelegd. Met welgevallen heeft hij de Engelen der ver troosting, der dienende liefde zien rondgaan in de woningen der smart, om er balsem te gieten in schrijnende wonden, om tranen te drogen, om hongerigen te spijzigen en naakten te kleeden. Dat is de vroomheid die zijn „Meester” behaagt. „Het Einde nadert”. De grijsaard vraagt U of gij ook nog iets hebt tegen uw broeder of zusterof gij ook nog iets afwerken moet Haast U, zoo roept hij ons toe, de tijd is zeer kort. ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. verkwisting of luiheid tot verval gekomen was werd over het hoofd gezien of zeer karig be deeld. En de giften van Ymuiden’s burgers vloeiden rijk ook te Velzen werd een aardig sommetje opgehaald. Verleden jaar werd niets gedaan van den kant der gegoeden, en ook dit jaar zal ondersteuning in dien zin wellicht ach terwege blijven. Dit is zeker te bejammeren om de goeden van wil, die het met de kwaden ontgelden moeten. Want niemand had gedacht, dat zooveel goed met zooveel ondank zou be loond worden. Zeer veel armen waaronder op de „Heide” een groot deel met socialistische, ontevredenheid waren met eene ruime bedoe ling in erwten, gort en boonen niet tevreden, zeggende dat de rijken dat zelf maar moesten eten, neen vr Ook kleedingstukken werden soms met ondank aangenomen. Geld, dat had de groote menigte willen hebben, maar de commissie oordeelde wijselijk dit eerst nuttig te moeten besteden. Voor eenigen tijd riep Justus van Maurik de hulp in van liefdadige landgenooten voor het ongelukkige gezin van den schoenmaker Thoms. Zijn bede vond bij zoovelen gehoor, dat hij nog f200 meer ontving dan hij meende noodig te hebben. Hij heeft dus alle voldoening van zijne menschlievende daad en wij wenschen er hem oprecht geluk mede. Maar nu wil de heer van Maurik die f200 maken tot het begin van een fonds, om in soort gelijke gevallen, als waarover hij zich ontferm de, hulp te verleenen. Dit achten wij geen ge lukkige gedachte. Op dat fonds zou bijna ei ken dag een aanslag worden gepleegdieder meent, dat zijn ongelukkige het eerst en het meest aanspraak op hulp heeft. Geen cent zou op den bodem blijven en het fonds zou het beeld zijn van een omgekeerden trechter, en naarmate de basis breeder werd, minder aan zijn doel be antwoorden. Dat dit fonds ongelukkige gezinnen zou doen ontstaan beweren we niet, maar de ondervinding leert genoeg, dat dergelijke fondsen met den tijd ontaarden en voor gevallen, als waarvoor de heer van Maurik optrad, zouden toch weder extra beroepen op de liefdadigheid gedaan moe ten worden. Arnh. Ct. Onder het opschrift „Honig uit de Rotssteen”, schrijft dr. Knijper in de Heraut: „Zoo ge het ver in vroomheid bracht, licht altoos de zonde om er u zelf in te behagen voor de deur van uw hart. Geestelijke hoogmoed is voor die vreeselijke zonde nog veel te zwakke naam.” Hij spreekt van menschen, „die ge het aanziet, dat ze met hun vroomheid zijn ingeno men, als een pauw met zijn vederen. Die geeste lijke hoogmoed is zoo de natuurlijke zonde van „sterken” onder God’s kinderen. „De sterkere, zoo besluit hij zijne beschrijving, „wordt geeste lijk topzwaar en valt”. Stond, zoo vraagt een geabonneerde in het Wageningsch Weekblad, dr. Knijper voor zijn spiegel, toen hij de pauw afschilderde en den sterkere, die topzwaar werd en viel Een groot bewijs, zegt het Soc. Weekbl., hoe onverantwoordelijk het is, dat heeren fabrikanten de bazen of meesterknechts zoo willekeurig met de werklieden laten omspringen, zonder dat ze die lui nagaan, of zij wel eerlijk of naar behooren handelen jegens den werkman, geve het volgende. Hier te Leiden zou men fabrikanten kunnen aanwijzen, die, als de werklui op het kantoor over den baas of meesterknecht komen klagen, maar zeggen „Aan praatjes stoor ik mij niet. Ik vertrouw op mijn meesterknecht.” Gelukkig dachten de heeren Seret en Barne veld (voorheen Schretlen) er anders over, en joegen zij den baas dadelijk weg, en dwongen ze hem, den werklieden terug te geven wat hij hun in zes weken onthouden had ten eigen bate. Zegge 300 gulden in zes weken tijds. Die lage streek van den baas kwam uit, door dien een werkman iets brak, „Ik zal het maar van je weekgeld afhouden.” zei de baas. De man ging echter naar het kantoor en vroeg, of hij, van een hongerloontje van zeven gulden in de week, dat nog betalen moest. De heeren sloegen de boeken open, en ze vonden dien man geno teerd voor een weekloon van 16 a 17 gulden. Nu kwam de schurkenstreek uit, dat de baas met de overige werklui eveneens gehandeld had. Mochten heeren fabrikanten, die te veel ver trouwen stellen in hen, die den menschen hun loon uitbetalen, dit tot voorbeeld nemen. Het zou in hun eigen belang zijn. Want door zulke meesterknechts krijgen zij den naam van „uit zuigers.” Het Sociaal Weekblad erkent dat zulk een geval zelden voorkomtjuist daarom nemen wij het dan ook uit dat blad over. Het blad deelde het mede als waarschuwend voorbeeld en aan sporing voor de patroons om hunne zaken te controleeren. In de laatste 10 jaren is de melkgevende veestapel in Nederland met 10,000 stuks vermin derd, terwijl de uitvoer van boter met f3,600,00 vermeerderde. Is het wonder, dat wij zoodoende ons krediet hoe langer hoe meer kwijt rakenmaar is het niet rechtvaardig ook, vraagt terecht het Rot, Nieuwsblad De Kerkeraad der Hervormde Gemeente te Dordrecht heeft, tengevolge van den ongun- stigen toestand der kerkelijke kas, besloten oe beide godsdienstonderwijzers der gemeente, de heeren Reuss en van Westreenen^ tegen 1 Janu ari a.s. eervol te ontslaan, Bolsward, 27 December 1887. Gisterenavond gaf de Rederijkerskamer „Gysbert Japicx", hare jaarlijksche buitengewone vergadering. De zaal was als naar gewoonte flink bezet. Ten tooneele werden gevoerd „Een Suiker oompje, blijspel in 2 bedrijven van J. Broekhoff Bzn. en „Arthur of zestien jaren later", tooneel- spel in 2 bedrijven door Mr. J. H. Burlage. Was de keuze van het eerste stuk niet geluk kig te noemen, daarentegen beviel het tweede uit stekend, en bleek dat de Kamer over flinke krachten te beschikken heeft. Mej. de L. vooral welke door haar prachtig spel, niet weinig bijdroeg tot het welslagen, komt een woord van lof toe. De voorstelling was omstreeks 11 uur geëin digd, waarna een geanimeerd Bal, nog velen eenige genoegelijke uren deed blijven. Bolsward, 27 December 1887. In het hotel „de Wijnberg vergaderde heden de 12e Afdee- ling van de Friesche Maatschappij van Landbouw en Veeteelt. De opkomst der Leden was zeer gering wat vrij zeker te wijten was, aan het slechte weder. De notulen van de vorige vergadering werden onveranderd vastgesteld, waarna de Voorzitter mededeelde, dat de goedgekeurd zijn. Vervolgens kwam gewenscht de versche land te brengen Algemeen was men van oordeel, dat dit niet aan te raden is, om reden het gras in den winter niet ontkiemt, alleen met grasmest is het aan te bevelen. Punt 3. Bespreking van het voorstel van den Heer D. van Konijnenburg, betreffende den ijk der Botervaten. Daar de Boterfabrieken zich niet storen aan de bepalingen, betreffende de verpakking, kwam vrijheid van verpakking der vergadering het meest wenschelijk voor, doch behoort er voldoende con trole te blijven op het gewicht van ’t vat, met een brandmerk, alsook diende den naam van den producent er op vermeld te worden. Punt 4. Benoeming (wegens gewone aftreding) van een Bestuurslid, aftredende de Secretaris- Penningmeester. Met op één na algemeene stemmen werd de Heer St. v. d. Plaats herbenoemd, waarna deze, op de vraag van den Voorzitter, onder dankbe tuiging voor het in hem gestelde vertrouwen, zich de benoeming liet welgevallen. Algemeene voorstellen kwamen niet in, waar na de Voorzitter de vergadering sloot. WommelS. Is de vruchtbare bovengrond van tal van terpen uit dezen omtrek sinds jaar en dag her- en derwaarts gevoerd, nog steeds zijn enkele dezer hoogten uit grijs verleden overge bleven. Maar ook deze verdwijnen gaandeweg en weldra zal weder een der hoogste terpen uit deze omgeving door zoogenaamde „modderschip- pers” worden weggevoerd. Voordesom van f7000 toch is bedoelde terp, totdusverre het eigendom van den heer van Swinderen, overgegaan in han den van den landbouwer S. B., die binnen korten tijd met afgraven denkt te beginnen. f Heden Donderdag 29 Dec. zal met een achttal sollicitanten het tweede gedeelte van het vergelijkend examen voor de vacante school alhier worden gehouden. Vóór twee jaar werd door de voornaamste ingezetenen van Ymuiden een commissie gevormd, die zich ten doel stelde, door het inzamelen van gelden en levensbehoeften, den armen in de ge meente Velsen ondersteuning in de wintermaan den te verleenen. De organisatie liet niets te wen schen over. Een achttal dames verklaarden zich bereid, geheel belangloos hulp te verleenen. Dat deze dienst niet versmaad werd, laat zich be grijpen. Het menschlievende achttal kweet zich uitmuntend van de soms ondankbare plicht. Armen in de gemeente werden in hunne woning opgezochtwaar sporen van onzedelijkheid en slordigheid aan het licht kwamen, daar werd tot zindelijkheid de noodige aansporing gegeven, ja soms de noodige hulp verleend. Wie door Geheel oorspronkelijke Nederlandsche Romans behooren nu eenmaal tot de zeldzaamheden. Toch is het ons mogelijk geworden zulk een Roman onzen lezers als HREMIE bij den aanvang van het jaar 1888 aan te bieden. Wij hebben namelijk de hand gelegd op het boeiend en aangrijpend boek, „TWEEËRLEI KRUI S”. OORSPRONKELIJKE ROMAN dat wij uitsluitend voor onze abonné’s en voor hen die zich nog op ons blad wenschen te Bolswardsclie Courant I t I Kit! -Tt>xr J ‘ft. DOOR

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1